Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.
Geloof je in het onderwijs en de wonderen van Jezus?
Wat kan Jezus voor je doen als je in het geloof tot Hem komt? Hij is de Heiland: de Redder, Bevrijder en Heler. Dat zie je in de evangeliën steeds weer terugkeren. Voor bevrijding en herstel is ook geloof nodig! Dat blijkt duidelijk in de tekstgedeelten over de wonderen en tekenen van Jezus. Het geloof is noodzakelijk voor ons eeuwig behoud en ons geestelijk herstel.
Het gebed is de klop op de deur en het geloof is de sleutel van de ingang van de poort die door God wordt geopend. Herken je dit wonderlijk gebeuren in je eigen leven? Het gaat over de buitenkant en binnenkant van de deur naar het eeuwig geluk. Wij zien daarbij op de opdracht en belofte uit Luk. 11:9: ‘Klop, en er zal voor u opengedaan worden’. Kom daarom ook biddend en gelovend tot Jezus!
‘Geloven’ betekent, dat je het zelf niet meer kan en het daarom bij God zoekt. Door het geloof in Jezus worden de dingen die voor ons onmogelijk zijn, door Hem wel mogelijk. Jezus geeft aan in Lukas 18:27: ‘De dingen die onmogelijk zijn bij de mensen, zijn mogelijk bij God.’
Zonder geloof zul je het niet redden
De redding gaat van God uit. Wij keren ons vervolgens gelovig tot de Redder, om te komen tot redding en herstel. Je ziet de praktijk van ‘behoud en genezing door het geloof in Jezus’ verder uitgewerkt in de geschiedenissen die nu aan de orde komen:
Het gaat in deze Bijbelstudie eerst over de genezing vrouw die twaalf jaar bloed vloeide en bij geen arts genezing vond. Door het geloof raakte zij uiteindelijk de zoom van het kleed van Jezus aan, waardoor zij terstond genas.
Verderop gaat het over het sterke en uitgeteste geloof van de Kananese vrouw. Ze bleef aanhouden bij Jezus voor genezing van haar dochtertjes, die ernstig door een demon bezeten was. Uiteindelijk zei Jezus tegen haar: ‘O vrouw, groot is uwe geloof; het zal gebeuren zoals u wilt.’ We lezen verder in Matth. 15:28: ‘En haar dochter was vanaf dat moment gezond.
De wonderen van Jezus
De wonderen van Jezus zijn tekenen van het Koninkrijk van God. Bij deze wonderen zie je ook dat het geloof een belangrijke rol speelt. Geloof is een gave van God en een opgave voor ons. Geloof uit zich in overgave. Ben je al tot overgave gekomen?
Doordat Jezus met macht, wonderen en tekenen kwam, kon het geloof worden opgewekt in de harten van de Joden. Ze behoorden dat te beantwoorden met geloof, verwondering en aanbidding.
Eerst verwonderden ze zich in Nazareth over de aangename woorden van genade van Jezus (Luk. 4:22). Jezus las voor uit Jesaja 61:1-2 over het beloofde jubeljaar van de verlossing van Israël uit de ballingschap en ellende (uitlandigheid). Wat een prachtige blijde boodschap van het Evangelie van de beloofde Messias!
De langverwachte Heiland zou toch wel met open armen en een geopend hart moeten worden ontvangen door de Joden? Maar helaas wat een teleurstellende ontvangst door religieuze hoogmoed en ongeloof!
Jezus werd in Nazareth veracht
Hun instemming sloeg al gauw om in verachting en verwerping. In hun enge religie konden de Joden de liefde van God, ook voor de heidenen, niet verdragen (zie Luk.4:25-30). Door het gewaagde ongeloof misten ze in Nazareth de wonderen en verdere tekenen van Jezus. Ze verwierpen daarbij het ook onderwijs van de Heiland.
Wat een gewaagd ongeloof …
Ook dat was al voorzegd, namelijk in Jesaja 53. In vers 3 lezen we over Jezus: ‘Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht.’ De ongelovige Joden in Nazareth hadden het helaas niet door ‘dat Jezus is gekomen om onze ziekten op Zich te nemen.’
De nodigende arts
Ik zal een voorbeeld geven over hoe een uitnodiging door ongeloof kan worden afgewezen. In dit verhaal zie je iets van de geschiedenis van het ongeloof in Nazareth geactualiseerd. Verder zie je bij de arts en de zwerver iets van de gebeurtenis van Jezus met de Kananese vrouw. Dat komt verderop in deze Bijbelstudie aan de orde. Daarbij moet je bedenken dat Jezus ook is gekomen als een arts, een heelmeester en een Heiland. Hij werd gewantrouwd en afgewezen door ongeloof, maar ook gezocht met een volhardend geloof.
Nu volgt het verhaal met de diepere betekenissen die erin zitten:
Een deskundige arts bezoekt een afgelegen dorp. Hij is er door onderzoek achter gekomen dat zich een dodelijke ziektekiem heeft verspreid onder de bevolking. De meeste inwoners merken hier nog niets van, omdat de ziekte zich meestal pas na verloop van tijd openbaart. Maar dan is het wel te laat… Dan is er veelal niets meer aan te doen.
Alleen een spoedige, ingrijpende operatie kan de besmette mensen nog redden. De arts heeft zijn kundigheid in dit dorp nog niet kunnen bewijzen. De mensen hebben nog geen kennis gemaakt met zijn genezend handelen. De arts is natuurlijk bewogen met het ernstige lot van de dorpelingen.
Hij stelt een brief op, waarin hij hun vertelt dat ze besmet zijn en dat ze door Hem operatief moeten worden geholpen. De inwoners lezen de brief met gemengde gevoelens. Er zijn er maar weinig die iets voelen of bemerken van de ingeslopen ziektekiemen. Bovendien zien ze tegen zo’n zware operatie op.
Er wordt onderling overleg gepleegd. De meningen zijn verdeeld. Velen vragen zich af of deze arts het wel bij het juiste eind heeft. Is hij wel te vertrouwen? Het is toch bijna niet te geloven, dat je zo ernstig ziek zou zijn, terwijl je er nog niets van voelt… Aanvankelijk schrokken de meesten wel van zo’n ernstige, ingrijpende boodschap, maar al gauw steekt het ongeloof de kop op. Een aantal dorpelingen stelt zich al gauw afwijzend op. Ze geloven er niets van.
De boodschap wordt als onzin terzijde gelegd. Daarbij gaan ze ook de arts in een kwaad daglicht stellen. Ze beweren dat hij gewoon niet te vertrouwen is en dat hij ze bang maakt voor niets, alleen om op deze manier er zelf een slaatje uit te kunnen slaan. Hij wil zeker zo zijn patiënten krijgen om er rijk van te worden. En na zo’n operatie is het natuurlijk niet te bewijzen dat ze echt ziek waren. Op deze manier stellen ze de arts als een leugenaar voor en verleiden ze de andere inwoners van het dorp.
De arts blijft echter aanhouden om de dorpelingen te waarschuwen en te nodigen. Hun enige redding is de behandeling van de arts. Eigen redmiddelen kunnen alleen maar negatief werken.
Zal een arme schooier worden afgewezen?
Op een gegeven moment komt de armste schooier van het dorp met de brief bij de operatie bus van de arts. Het is een zwerver uit het buitenland, die in het dorp is gebleven, omdat hij zich niet goed voelt. Hij heeft de ziekte meegenomen vanuit het buitenland. De kwaal heeft zich bij hem doorgezet.
Het is duidelijk dat hij geen geld heeft om de operatiekosten te kunnen betalen. Zal hij afgewezen worden? Nu moet het uitkomen of het de arts vooral is te doen om zijn portemonnee.
De test
De arts test hem echter eerst wel uit. Hij vraagt hem waarom de anderen niet gekomen zijn? Waarom komt nu juist de armste en meest zieke man, terwijl er veel meer besmet zijn? Hij geeft aan dat hij hem zo niet wil helpen. Kan hij er niet voor zorgen dat er meer komen vanuit het dorp?
De man gaat weg. Hij probeert de dorpelingen te overtuigen dat zij ook moeten gaan, omdat de arts heeft aangegeven hem zo niet te helpen. Hij heeft begrepen dat het komt omdat er niet meer komen.
De inwoners van het dorp willen nu helemaal niet meer komen, want het blijkt dat deze arts door het afwijzen van de arme sloeber dus niet betrouwbaar is, tenminste dat denken ze.
De arme man gaat dan maar weer terug naar de arts. Zijn nood is groot. Hij wil geholpen worden, en heeft er alles voor over. Wat kan hij nu nog doen? Ineens kijkt hij naar de brief van de arts, de uitnodiging. Nu weet hij het: hij zal deze brief gebruiken, de eigen woorden van de arts. Hij vraagt de arts of hij betrouwbaar is en doet wat hij in zijn brief heeft opgesteld.
De arts kijkt blij en zegt: ‘Natuurlijk doe ik wat ik heb gezegd en geschreven.’ Je hebt het goed gedaan, door te blijven volhouden en mijn woorden te geloven. Vervolgens gaat hij de man gelijk in behandeling nemen. De arme man wordt opgenomen in een ziekenhuis. De dorpelingen horen daarna een langere tijd niets meer van hem.
De goede arts brengt trouwens bij niemand wat in rekening. Hij draagt de kosten zelf. Toch blijven de dorpelingen weg. En de arts vertrekt.
De arme man is genezen
Na zes weken komt de arme man weer in het dorp. Hij is genezen van de besmettelijke ziekte en ziet er goed uit. Hij roept de dorpelingen op om zich ook in behandeling te stellen van de arts. Hij weet waar hij is te vinden in een grote stad in de buurt.
De ziekte zet zich echter door. Een aantal van hen wil nog door de arts geholpen worden, maar voor de meesten blijkt er geen redding meer te zijn – zij zoeken de genezing te laat. Slechts enkelen van hen worden nog ter elfder ure genezen. Het grootste deel van de dorpsbevolking sterft helaas aan de dodelijke ziekte. Uiteindelijk is het hun eigen schuld. Ze zijn vanwege hun ongeloof omgekomen.
De arts kan hiervan niet de schuld worden gegeven. Hij heeft ze gewaarschuwd en tot zich genodigd om geholpen te worden. Ze zijn gestorven omdat ze niet tot Hem wilden komen om door hem genezen te worden. Aan de andere kant krijgt de goede arts de eer van de redding en genezing van de personen die tot hem zijn gekomen om geholpen te worden.
Laat je redden en helpen door de Heiland
Het zal je wel duidelijk zijn dat de arts in dit verhaal een voorbeeld is van de Heere Jezus Christus. De besmettelijke, dodelijke ziekte is de zonde. Je moet van de zonde worden verlost, anders zul je er steeds meer door worden verziekt, tot er geen terug meer mogelijk is.
God nodigt je om je door Jezus te laten redden. Je moet je dan wel in een gelovige overgave bij Hem in behandeling stellen.
In Jes. 63:8 herinnert Jesaja het volk Israël eraan dat de HEERE hen voortijds tot een Heiland werd. In vers 9 geeft hij aan: ‘Door Zijn liefde en door Zijn genade heeft Hij hen bevrijd.’ Vers 10 wordt van hen gezegd: ‘Zij daarentegen zijn ongehoorzaam geworden en hebben Zijn Heilige Geest bedroefd.’ De ongehoorzame Joden hebben steeds weer de HEERE als liefdevolle en barmhartige Heiland verworpen. Hoe kun je de Heler die je nodig hebt verachten en het liefdesgeschenk aan het kruis laten nagelen. We lezen in Jesaja 53:4 over Jezus, de beloofde Messias en Heiland:
‘Voorwaar, onze ziekten heeft Hij op Zich genomen,
ons leed heeft Hij gedragen’
Uiteindelijk is het op Golgotha waar geworden en volbracht, wat we lezen in Jes. 53:5: ‘Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.’
Kom door het geloof in aanraking met Jezus!
Jezus laat ons zien dat Hij gekomen is om te redden, te bevrijden en te helen. We zien dat al gebeuren bij de wonderlijke genezingen van Jezus in Israël.
Aan het einde van Markus 6 zien we dat de Joden massaal tot Jezus kwamen, om te worden genezen. We lezen in vers 56: ‘En waar Hij ook kwam, in dorpen of steden of in gehuchten, daar legden ze de zieken op de markten en smeekten Hem of zij al was het maar de zoom van Zijn bovenkleed mochten aanraken; en allen die Hem aanraakten, werden gezond.’
Allen die Jezus aanraakten, werden gezond
Nog steeds komt de Heiland je in het Evangelie liefdevol tegemoet! Door Zijn Woord en Geest trekt Hij nog de wereld door tot aan de deur van jouw hart. Wil jij het wel geloven? Begeef je onder Zijn zegenende handen. accepteer Zijn liefde en helende kracht. Ervaar Zijn kracht, geloof en verwonder je!
Accepteren of verwerpen?
Het is niet vrijblijvend om de Zoon van God te verachten en Zijn woorden te verwerpen. We lezen in de ernstige boodschap van God in Joh. 3:36: ‘Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.’ Het gaat hier om ‘accepteren of verwerpen’. Daarom is ongeloof een gewaagde en levensgevaarlijke zaak. In de Griekse grondtekst zie je dat het hier gaat over ‘ongehoorzaam zijnde’ als een blijvende houding.
Jezus werd ook door de Joden in verworpen. Deze ongelovige inwoners van Jeruzalem onderwierpen zich wel aan hun religieuze, wettische leiders. Jezus weende over deze stad, toen Hij deze op eens naderde. In Luk. 19:42 zei Hij over haar: ‘Och, dat u ook nog op deze uw dag zou onderkennen wat tot uw vrede dient! Nu echter is het verborgen voor uw ogen.’ Hij wist dat de mooie stad Jeruzalem zou worden verwoest met de inwoners (zie de verzen 43-44).
Ontvang Hem als Hij bij je op bezoek komt!
God komt liefdevol in Zijn Evangelie tot ons. Het doet Hem verdriet als wij Zijn aanbod niet accepteren. We kunnen dit zien in verdriet van Jezus over de ongelovige en hardnekkige joden van Jeruzalem. We lezen daarover in Lukas 19:41-44: ‘En toen Hij dichtbij kwam en de stad zag, weende Hij over haar. Hij zei: Och, dat u ook nog op deze uw dag zou onderkennen wat tot uw vrede dient! Nu echter is het verborgen voor uw ogen. Want er zullen dagen over u komen dat uw vijanden een wal rondom u zullen opwerpen, u zullen omsingelen en u van alle kanten in het nauw zullen brengen. En zij zullen u met de grond gelijkmaken en uw kinderen in u verpletteren. Ook zullen zij in u geen steen op de andere steen laten, omdat u het tijdstip waarop er naar u omgezien werd, niet hebt onderkend.’
In Engelse vertalingen lezen we in vers 44: ‘Because you did not know the time of your visitation.’ en: ‘Because you did not recognize the time of God’s coming to you.’
Volgens het commentaar van de studiebijbel weende Jezus over Jeruzalem, omdat zij de vrede van God afwees, terwijl ‘de tijd van uw bezoeking’ (in de Statenvertaling) betekent: ‘de tijd waarin God naar u omzag’. Zo ziet God ook nu nog om naar een zondaar als Hij Hem het reddend Evangelie aanbiedt. Heb je dat al onderkend? Heb je liefde liefdevolle aanbod al aangenomen?
Wil jij de liefde van God wel accepteren? Hoe kan dat? Je wordt in het Evangelie ernstig geroepen. God wil dat je dan ook tot Jezus komt voor redding en herstel.
Jezus als een ‘openbaar persoon’
We lezen een aangrijpende les in Lukas 13:22-35. Bestudeer dit gedeelte goed! In vers 22 zien we dat de Heere Jezus Zijn reis richtte naar Jeruzalem.
Ernstige woorden spreekt Hij uit over Jeruzalem in vers 34, waarin Hij zich uit in de weeklacht: ‘Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt die naar u toe gezonden zijn, hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen, op de wijze waarop een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels, maar u hebt niet gewild!’
Er zullen mensen zijn die voor een gesloten poort voor eeuwig buiten zullen staan, hoewel Jezus en de dienaren van God in hun straten hen heeft geleerd. Zij hebben Zijn bezoeking echter niet willen bekennen toen Hij bij hen geestelijk op bezoek of op visite kwam. Zij hebben Zijn welmenend aanbod van genade (steeds weer) afgewezen.
God zal hen bij de voleinding in het laatste oordeel dan ook niet kennen en hen voor eeuwig afwijzen. We lezen daarvan in Lukas 13:27: ‘En Hij zal zeggen: Ik zeg u, Ik weet niet waar u vandaan komt. Ga weg van Mij, allen die ongerechtigheid bedrijven.’ In de Statenvertaling: ‘Ik zeg u, Ik ken u niet, van waar gij zijt.’
Jezus heeft in hun straten geleerd – Hij heeft Zich daar voor hen ter beschikking gesteld als ‘een openbaar persoon’ (zoals een arts of advocaat). Men kon van Zijn diensten gebruik maken.
***
De nieuwe huisarts en de patiënten
Laat ik het vergelijken met een nieuwe huisarts in een dorp: Er zijn meer dan 1500 mensen in zijn gebied. De vorige arts is met pensioen gegaan. Dat was voor de bewoners hun oude, vertrouwde huisarts. De nieuwe, jonge arts heeft de praktijk overgenomen. Hij gaat niet alle adressen langs om zich voor te stellen en te vragen of er iemand ziek is. Hij heeft zichzelf geïntroduceerd in het streekblad en via een interview in een dagblad. Je kunt hem bellen voor een afspraak op het bekende telefoonnummer van de praktijk. Hij is dus een openbaar persoon, waar men gebruik van kan maken op medisch gebied.
Niet alle mensen in zijn district stellen hun vertrouwen in de kundigheid van de nieuwe arts. Sommigen vinden hem te jong. Ze denken dat hij te weinig ervaring heeft. Er worden zelfs negatieve berichten over hem verspreid. Verschillende mensen hebben daarom ook besloten om zo weinig mogelijk gebruik te maken van hem.
Onder hen is ook een oudere man, die al geruime tijd klachten ondervindt. Hij wint adviezen in, kijkt op internet en probeert allerlei alternatieve geneesmiddelen en voedingssupplementen. De klachten verergeren.
Twee jaar later is zijn situatie zo ernstig, dat hij in het ziekenhuis is opgenomen. Daar wordt hij onderzocht. De artsen in het ziekenhuis concluderen dat hij twee jaar geleden nog goed had kunnen worden geholpen met medicijnen. Ze vinden het vreemd dat zijn huisarts deze niet heeft voorgeschreven. Bij nader onderzoeken komen ze erachter dat hij nooit bij de huisarts is geweest. Dat is een ernstige zaak, want nu heeft hij naar verwachting nog maar een paar weken te leven.
De huisarts wordt ter verantwoording geroepen: ‘Waarom hebt u hem niet geholpen?’ Deze kijkt naar de patiënt op de zaal en reageert: ‘Maar, ik ken die man niet!’ Hij is dus inderdaad dus nooit bij de huisarts op het spreekuur geweest om geholpen te worden. Er was gelegenheid genoeg, maar de man heeft er geen gebruik van gemaakt. Hij had zich zelf moeten aanmelden, met de lichamelijke klachten die hij had. De huisarts is onschuldig in deze zaak, wat is te bewijzen uit het dossier van bezoeken: daar komt de zieke man niet op voor.
Zo is het ook bij de evangelieverkondiging. Jezus wordt daarin voorgesteld aan alle aanwezigen. Hij stelt Zich daarin voor als de Zaligmaker. Ze hebben het gehoord en konden zich bij Hem in behandeling stellen. Wie niet bij Hem aanklopt en Hem niet om hulp vraagt, kan niet worden geholpen.
De ongelovigen hebben geen interesse in Jezus getoond. Ze zijn niet met hun noden en zonden tot Hem gekomen, om door Hem te worden geholpen. Dit blijkt bij de oordeelsdag, want dan kent Hij hen niet. Zoals eerder genoemd, lezen we in Luk. 13:27: ‘Ik zeg u, Ik ken u niet, van waar gij zijt.’
Hij kwam bij hen om ‘kennis te maken’ en te laten zien wat Hij voor hen wilde betekenen. Zij hadden daar geen behoefte aan. Mensen staan altijd wel ergens voor in de rij. Als Jezus in onze straten leert, wie staat er dan voor Hem in de rij, om door Hem te worden geholpen?
Jezus wil bij je op bezoek komen, zoals bij Zacheüs in de wilde vijgeboom, toen Hij tot hem zei: ‘Haast u en kom naar beneden, want heden moet ik in uw huis verblijven.’ (Luk. 19:5). Jezus nodigt in Openb. 3:20: ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.’ Als je Zijn wonderen in je leven wilt ervaren, kom dan zoals je bent. Jezus nodigt in Matth. 11:28:
‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent,
en Ik zal u rust geven.’
Grijp de gelegenheid aan!
Wij worden door de aanbieding van genade in de gelegenheid gesteld om gered te worden, om deze gelegenheid en aangeboden verlossing aan te grijpen en te aanvaarden. Er is een Grieks verhaal over het beeld ‘Gelegenheid’. Dat is het standbeeld van een persoon die alleen maar haar aan de voorkant van zijn hoofd heeft hangen. Aan de achterkant is hij kaal. Als je nog voor de gelegenheid bent, kun je deze aangrijpen. Ben je de gelegenheid gepasseerd, dan is dit niet meer mogelijk, dan is de gelegenheid voorbij.
Als het Evangelie tot je komt, word je in de gelegenheid gesteld om van de gelegenheid gebruik te maken. Grijp deze gelegenheid op tijd aan. Wanneer is ‘op tijd’? Nu is het de tijd om geholpen te worden. We lezen in 2 Kor. 6:2: ‘Zie, nu is het de welaangename tijd, zie, nu is het de dag van de zaligheid!’ In Hebr. 3:15 worden we opgeroepen: ‘Heden, als u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet.’ Dat deden de Israëlieten, die verbitterd en ongehoorzaam waren in de woestijn. Van hen staat geschreven in Hebr. 3:19: ‘Wij zien dan ook dat zij niet konden ingaan vanwege hun ongeloof.’
Geloof en leef!
De gelovigen worden aangespoord en bemoedigd in Hebr. 10:35-39: ‘Werp dan uw vrijmoedigheid niet weg, die een grote beloning met zich meebrengt. Want u hebt volharding nodig, opdat u, na het volbrengen van de wil van God, de vervulling van de belofte zult verkrijgen. Want: Nog een heel korte tijd en Hij Die komt, zal komen en niet uitblijven. Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven, en als iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. Wij zijn echter geen mensen die zich onttrekken en daardoor naar het verderf gaan, maar mensen die geloven, tot behoud van hun ziel.’
Hebreeën 10:38:
‘De rechtvaardige zal uit het geloof leven’
Verwacht zijn wonderen!
Je ziet bij de beide vrouwen in de tekstgedeelten van deze Bijbelstudie dat ze ‘door de nood gedreven’ tot Jezus kwamen. Herken je dat bij jezelf?
We zingen in het refrein van Opwekking 218:
‘Daar zijn geen grenzen aan Jezus’ macht,
voor elk die wonderen van Hem verwacht.
Ja, wie Hem aanraakt, ervaart Zijn kracht.
Daar zijn geen grenzen aan Jezus’ macht.’
Door het geloof werden angst en twijfel overwonnen bij de bloedvloeiende vrouw en de Kananese. Hun nood werd door Jezus opgelost. Ga tijdens de Bijbelstudie dan ook maar tot Jezus met alles wat je zelf niet kunt volbrengen.
Hoeveel mag het je kosten om de wonderen van Jezus te ervaren? Wat je aan Jezus uit handen geeft, wordt veel in de handen van Jezus. Kijk maar wat de kleine jongen deed voor de wonderlijke spijziging. Hij leverde zijn vijf broden en twee visjes in. Wat wil jij inleveren en van Jezus ontvangen?
De laatste Bijbelstudie van dit artikel gaat over deze wonderbare spijziging. Als je onder het onderwijs van Jezus zit, kunnen je gedachten vermenigvuldigen. Je kunt dan ook het wonder van Zijn liefde en aanraking ervaren. Daar kan Hij ook voor jouw de Heiland zijn, zoals de HEERE dat voor Israël was. Het kan dan ook gebeuren dat je kunt zeggen: ‘Door Zijn liefde en door Zijn genade heeft Hij mij bevrijd.’ (Zie Jesaja 63:8-9.)
Wil je in het geloof tot Jezus komen? Je mag het doen met Opwekking 125. Het lied ‘Heer, ik kom tot U’ is een lied van geloof. Weet je ook waarom? Hier volgt de tekst:
Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed,
Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart.
Met Uw liefde Heer, kom mij tegemoet,
Nu ik mij tot U keer en maak alles goed.
Zie mij voor U staan, zondig en onrein.
O, Jezus, raak mij aan, van U wil ik zijn.
Jezus, op Uw woord, vestig ik mijn hoop.
U leeft en U verhoort mijn bede tot U.’
Tekstgedeelten en onderwerpen:
Mark. 5:25-34: Jezus en het geloof van de bloedvloeiende vrouw (gewaagd geloof). Zie ook Matth. 9:20-22 en Luk. 8:43-48.
Mark. 6:1-6: Jezus en het ongeloof te Nazareth (gewaagd ongeloof).
Mark. 7:24-30: Jezus en het geloof van de Syro-Fenicische vrouw (een uitgetest, groot geloof dat volhoudt). Zie hierbij ook Matth. 15:21-28: Jezus en de Kananese vrouw.
Mark. 6:30-44: Jezus en de wonderbare spijziging, met de kleine jongen die zijn vijf broden en twee vissen daartoe gaf.
Wat wij aan Jezus uit handen geven,
wordt veel in Zijn handen.
***
Eerste Bijbelstudie
1. Lees Markus 5:25-34 over Jezus en het ‘gewaagde geloof’ van de bloedvloeiende vrouw. Vergelijk de geschiedenis bij de beantwoording met Matth. 9:20-22 en Luk. 8:43-48.
In luk. 8:43 wordt over haar vermeld: ‘En een vrouw die al twaalf jaar bloedvloeiingen had en die al haar bezit aan dokters uitgegeven had, maar door niemand genezen had kunnen worden.’
Mark. 5: 25 geeft aan: dat ze ‘veel geleden had door toedoen van veel dokters, en alles wat zij had, daaraan uitgegeven had en geen baat gevonden had, maar met wie het veeleer erger geworden was.’
In de kernteksten Mark. 27-28 lezen we: ‘Deze (vrouw) had van Jezus gehoord en kwam in de menigte van achteren en raakte Zijn bovenkleed aan, want zij zei: Als ik maar Zijn kleren mag aanraken, zal ik gezond worden.’
Zie ook vers 34, waarin Jezus tot haar zei: ‘Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede en wees genezen van uw kwaal.’ In Matth. 9:22 lezen we, nadat zij de zoom van Zijn bovenkleed aangeraakt had: ‘Jezus keerde Zich om, zag haar en zei: Heb goede moed, dochter, uw geloof heeft u behouden. En de vrouw was vanaf dat moment gezond.’
1a. Wat was er aan de hand met deze vrouw en hoe was het erger met haar geworden?
1b. Waarom is het eigenlijk een ‘gewaagd geloof’ van deze vrouw?
En wat kun je daarvan leren?
1c. Hoe werd haar geloof ‘beloond’ en werd ze door Jezus hierin geprezen?
***
Tweede Bijbelstudie
2. Lezen Markus 6:1-6: Jezus en het ‘gewaagde ongeloof’ te Nazareth. (Vergelijk het met Lukas 4:16-30).
Zie de kernteksten Mark. 6:5-6: ‘En Hij kon daar geen kracht doen, maar legde slechts enkele zieken de handen op en genas hen. En Hij verwonderde Zich over hun ongeloof. En Hij trok de dorpen en de omgeving rond en gaf er onderwijs.’
2a. Waarom kon Jezus in Nazareth geen kracht doen,
en genas Hij slechts enkele zieken (volgens Mark. 6:5)?
2b. Waarom was er eigenlijk sprake van ‘gewaagd ongeloof’?
En wat kun je daarvan leren?
2c. Waarom konden de Joden de leer van Jezus niet konden verdragen?
(Zie dat in Luk. 4:16-30.)
2d. Als je Jezus en Zijn woorden niet accepteert en gelooft, kan Hij weggaan.
(Zie dat maar in Luk. 4:30 en Mark.6:6).
2e. Waarom was dit ongeloof toen en is het nu nog steeds zo erg?
2f. Hoe kom je van dit ongeloof af?
Betrek bij je antwoorden de afbeelding en tekst hieronder:
Op de afbeelding hierboven zie je hoe iemand gevangen kan zitten in de geestelijke banden van een misleidende, duistere leugengeest. Deze zal wijken als het als het licht van de waarheid naar binnen schijnt in je denken. Het licht van het Evangelie verdrijft de duisternis van het ongeloof.
Het geloof volgt het Licht der wereld. We lezen in Joh. 8:12 dat Jezus verklaard: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’
***
Derde Bijbelstudie
3. Lees Markus 7:24-30: Jezus en het geloof van de Syro-Fenicische vrouw (uitgetest, groot geloof dat volhoudt). Zie ook Matth. 15:21-28: Jezus en de Kananese vrouw. Zij was dus een heidense vrouw, die niet hoorde bij het van God: de kinderen van Israël.
Zie de kernteksten Mark. 7:26-30. In vers 26: ‘Zij vroeg Hem de demon uit haar dochter uit te drijven’. De maanzieke jongen in Mark. 9 had ook een kwade geest (demon), zelfs van jongs af aan, Deze geest maakte het zo met hem dat hij niet kon spreken. Hij wierp hem tegen de grond, deed hem stuiptrekken, met schuim op de mond. Hij had hem zelfs in het vuur en het water geworpen. (Zie Mark. 9:17-22.)
Bij de Kananese vrouw lezen we in Mark. 7:27: ‘Jezus beproefde haar geloof ‘dat het niet behoorlijk is het brood van de kinderen te nemen en naar de hondjes te werpen’ .
Zij ging door op Zijn woord, en zei: ‘Ja, Heere, maar de hondjes eten toch ook onder de tafel van de kruimels van de kinderen’ (vers 28). Jezus zei tegen haar: ‘Omwille van dit woord ga heen, de demon is uit uw dochter uitgegaan’ (vers 29).
In Matth. 15:22 riep de Kananese vrouw: ‘Heere, Zoon van David, ontferm U over mij! Mijn dochter is ernstig door een demon bezeten.’
Jezus antwoordde uiteindelijk en zei tegen haar: ‘O vrouw, groot is uw geloof; het zal gebeuren zoals u wilt. En haar dochter was vanaf dat moment gezond’ (Matth. 15:28).
Voordat de vragen over deze Bijbelse geschiedenis komen, geef ik eerst een opmerkelijk verhaal over demonische, occulte machten, die een vrouw in hun macht hadden. Zij werd uiteindelijk bevrijd, waarvoor de bekende schrijver Hal Lindsey werd gebruikt. Je ziet hierin ook het gevaar van het hebben van een occulte geest, die de toekomst zou kunnen voorspellen.
We lezen er ook al van in Hand. 16:16-18, waar een slavin met een waarzeggende geest werd bevrijd. God gebruikte daar Paulus voor, die tegen de geest zei: ‘Ik gebied u in de Naam van Jezus Christus, uit haar weg te gaan.’ We lezen verder in vers 18: ‘En hij ging op hetzelfde moment uit haar weg.’
3a. Waaruit blijkt het grote geloof van de heidense, Kananese vrouw?
3b. Hoe werd dit geloof van deze vrouw door Jezus (met de discipelen) uitgetest?
Zie Matth. 15:23-26.
3c. De Kananese gebruikte de woorden van Jezus in haar volhardend geloof.
Op welke wijze?
Hoe kunnen ook wij de woorden van God gebruiken in het geloof,
om te ontvangen wat wij verlangen?
3d. Waardoor kan het geloof worden beproefd of getest? Waarom kan dit nodig zijn?
3e. Is jouw geloof wel eens uitgetest of beproefd? Hoe dan wel?
***
Ik laat nu een waargebeurd verhaal volgen over de geestelijke bevrijding van het jonge Latijns-Amerikaans meisje, dat werd bevrijd tijdens een bidstond in New York. Hierbij zien we dat de overwinnende macht van Jezus Christus nog steeds actueel is. Door het geloof en op het aanhoudend gebed doet God nog steeds grote wonderen. In Amerika spreken ze over ‘prevailing prayer’: heersend, zegevierend gebed. Door Jezus is er bevrijding en genezing mogelijk, ook al lijkt het voor ons nog zo onmogelijk.
De bevrijding van Diana
Jim Cymbala heeft als voorganger van de Brooklyn Tabernakel in New York heel wat geloofsbeproevingen moeten doorstaan, Samen met zijn vrouw Carol. Daar tegenover heeft God hen ook opmerkelijke gebedsverhoringen gegeven en wonderlijke uitreddingen.
In zijn boek ‘Frisse wind, nieuw vuur’ gaat het over de enorme groei van de Brooklyn Tabernacle in de beruchte binnenstad van New York. Voorganger Jim Cymbala vertelt ons hierin over hun ervaringen.
Het boek over deze opwekking is in 2000 uitgekomen in het Nederlands. De gemeente was toen gegroeid naar meer dan 6000 leden. Zo’n 25 jaar daarvoor zaten er ’s zondags nog geen 20 mensen in de kerk. Het boek laat zien wat God kan en wil doen als een handjevol mensen zich biddend verootmoedigt en het Evangelie serieus neemt. Wat een machtig werk heeft de Heilige Geest daar gedaan!
In zo’n evangeliserende gemeente komen mensen van allerlei culturen en vanuit diverse achtergronden binnen. Daar zijn ook occult belaste personen bij.
Op een dinsdagavond brachten twee gemeenteleden een tiener mee naar de bidstond. Ze dachten dat ze was verslaafd aan drugs en dat ze daarvan bevrijd moest worden. Diana was een klein Latijns-Amerikaans meisje. Op het moment dat er voor haar gebeden zou worden, voelde voorganger Jim Cymbala een enorme spanning opkomen; het leek alsof er in zijn geest een alarmbel afging, die aangaf dat er iets mis was, dat er iets zou gaan gebeuren. Jim vroeg een evangeliste Amy hem bij te staan om mee te bidden. Die kreeg hetzelfde voorgevoel als Jim. Er kwam ook nog een andere voorganger bij staan. Ze legden samen Diana de handen op en begonnen te bidden. Jim bad zachtjes: ‘O, Jezus, help ons’
Hij vertelt ons zelf: ‘De naam van Jezus bracht een plotselinge explosie van woede en geschreeuw teweeg. Het niet meer dan 1,50 meterlange meisje duwde de twee vrienden met wie ze was meegekomen weg en vloog me naar de keel. Voordat ik wist wat er gebeurde, had ze mij al tegen het podium aangegooid. Diana scheurde de kraag van mijn witte overhemd alsof het een stuk keukenpapier was. Een afgrijselijke stem diep binnen in haar begon te schreeuwen: ‘Je krijgt haar niet! Ze is van ons! Laat haar met rust!’ Toen begon de stem obscene taal uit te slaan. Verschillende gemeenteleden gingen staan en begonnen hardop te bidden. Anderen hapten naar adem of bedekten hun ogen. Ondertussen waren er verschillende diakenen opgestaan die probeerden Diana van me af te trekken. Ze verweerde zich met een enorme kracht, ook al was ze maar klein.
Uiteindelijk slaagden we erin om haar in bedwang te houden. Amy, de evangeliste, begon vurig te bidden. Ik boog me over het meisje heen om de geesten te bestraffen. ‘Wees stil! In de naam van Jezus, kom naar buiten!’ beval ik.
Diana’s ogen rolden door haar hoofd en twee keer spuugde ze me recht in mijn gezicht, op nog geen 30 centimeter afstand. De gemeente bleef aanhoudend tot God om hulp roepen. (…) Dit was een klassiek geval van demonische bezetenheid.’
Jim Cymbala verhaalt ons verder: ‘Een paar minuten later was het meisje helemaal bevrijd. Ze hield op met vloeken en haar lichaam ontspande zich. We lieten onze greep op haar verslappen, waarna ze voorzichtig opstond en haar handen ophief om de Heer te prijzen. Niet lang daarna stond ze samen met ons te zingen: ‘Heer, Uw bloed dat reinigt mij… U wast mij witter dan de sneeuw.’ De tranen stroomden haar over de wangen en verknoeiden haar make-up.
Diana dient de Heer nu al tien jaar in de Brooklyn Tabernacle. Kortgeleden is ze getrouwd met een jonge man en beiden hebben een krachtig getuigenis van hun geloof afgelegd tegenover hun ongelovige familieleden. Ze is nu een prachtige christin die de Heer oprecht liefheeft en Hem alleen wil dienen.’
***
Vierde Bijbelstudie
4. Lezen Markus 6:30-44 over de wonderlijke spijziging door Jezus en de kleine jongen die gaf wat hij had: vijf broden en twee vissen.
Zie als kernteksten Mark. 6:34, 38, 41-42. Vers 34 laat ons de liefde van de Heiland zien: ‘En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij een grote menigte en werd innerlijk met ontferming over hen bewogen, want zij waren als schapen die geen herder hebben; en Hij begon hun veel dingen te onderwijzen.’
Voor het wonder ontving Jezus de vijf broden en twee vissen van een jongen. Andreas zei tegen Jezus in Joh. 6:9: ‘Hier is een jongetje dat vijf gerstebroden en twee visjes heeft.’ Daarvoor waren de discipelen in twijfel, toen Jezus hen vroeg om de menigte eten te geven (Mark. 6:37). Met het weinige wat er was, kon Jezus veel doen.
In vers 41 lees je dat Hij naar de hemel keek (‘gedankt had’ in Joh. 6:11), zegende en de broden brak. Hij deelde ze uit aan Zijn discipelen, die ze verder verdeelden. Ook de vissen werden verdeeld. Er waren ongeveer vijfduizend mannen aanwezig. We lezen in vers 42: ‘En zij aten alleen en werden verzadigd.’ Er bleef zelfs nog heel wat over.
Wat wij aan Jezus uit handen geven,
wordt veel in Zijn handen.
4a. Wat vind je van de bewogenheid van Jezus over hen die zijn als schapen
die geen herder hebben? (Zie Mark. 6:34 en Ezech. 34:1-6, 11-16, 22-24, 31.)
4b. Heb jij wel een goede herder, die voor je zorgt en je leidt op de goede weg?
(denk ook aan gelovige mensen, die je tot Jezus, de goede Herder, leiden.)
4c. De kleine jongen gaf zijn vijf broden en twee vissen. Hij gaf wat hij zelf nodig had in de handen van Jezus. Jezus deed toen het wonder van de spijziging van duizenden mensen. Je ziet dat wat hij uit handen gaf aan Jezus, veel werd in Zijn handen.
Vragenrondje:
– Wat wil jij van jezelf in de handen van Jezus geven?
– Wat wil Hij van jou hebben?
– En wat wil je graag van Hem ontvangen?
4d. Waarom is het belangrijk dat je tot overgave komt en jezelf geeft aan Jezus?
4e. Wat spreekt je wel aan in de tekst van het volgende lied? Waarom?
Vijf broden en twee vissen
Tekst & muziek: Elly & Rikkert Zuiderveld
Vijfduizend mensen waren aan ’t luisteren naar de Heer,
maar op de derde avond was er geen eten meer.
Er was nog wel een jongen, die iets te eten had.
Hij gaf het aan de Heere. Het was zijn hele schat.
Refrein:
Vijf broden en twee vissen, het was niet eens zo veel,
Maar toen de Heer ze zegende, kreeg iedereen zijn deel
Ja, Jezus deed een wonder, want Hij heeft alle macht;
Maar denk eens aan die jongen, die het bij Jezus bracht.
Vijf broden en twee vissen, het was zijn hele schat.
Zou jij ze kunnen missen, als jij niets anders had?
Hieronder kun je het aansprekende lied van Christiaan Verwoerd over deze geschiedenis beluisteren. Je kunt daarvoor aanklikken op de volgende link:
Toepassende gedeelte
5. Wat herken je bij jezelf in de woorden van Opwekking 218?
‘Daar zijn geen grenzen aan Jezus’ macht,
voor elk die wonderen van Hem verwacht.
Ja, wie Hem aanraakt, ervaart Zijn kracht.
Daar zijn geen grenzen aan Jezus macht.’
5a. In de tekst van het lied lezen we: ‘Is hier een hart door vrees benard, vermoeid door ’s levens strijd? Twijfel drukt u neer…’
Heb je nog last van angst en twijfel? Hoe kan dit worden overwonnen in je leven?
5b. Als je Zijn wonderen in je leven wilt ervaren, behoor je Hem en Zijn onderwijs wel in het geloof te aanvaarden. Ben je bereid om dit te doen? Wil je dat doen in het onderlinge gebed?
5c. Waarvoor wil verder nog laten bidden?
***
Liederen bij deze Bijbelstudies
Opwekking 218 komt voor in de tekst en vragen van de Bijbelstudies. Het gaat daarbij vooral over het refrein. Hieronder volgt de hele tekst.
Daar zijn geen grenzen aan Jezus’ macht
Is hier een hart, door vrees benard, vermoeid door ’s levens strijd?
Twijfel drukt u neer, gij struikelt telkens weer.
O, vat weer moed, want God is goed en steeds tot hulp bereid:
Zo gij slechts kunt geloven, ziet gij zijn heerlijkheid.
***
Refrein:
Daar zijn geen grenzen aan Jezus’ macht,
voor elk die wonderen van Hem verwacht!
Ja, wie Hem aanraakt, ervaart zijn kracht.
Daar zijn geen grenzen aan Jezus’ macht.
***
Gaat gij gebukt, door zorg gedrukt? Leg dan uw lasten neer!
Tob niet langer voort, vertrouw op ’s Heren woord.
Hij hoort uw bede en schenkt u vrede in liefde eindeloos teer.
Zo gij slechts kunt geloven, niets is onmogelijk meer!
***
Glorieklokken 519. Tekst. Stuart Hamblen.
***
Kom uit de duisternis op de weg van het Licht!
Laat je hierin meenemen door de liederen die volgen.
Jezus leert ons in Joh. 8:12: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’
Jezus wijst ons de weg. Het geloof volgt Hem op de nieuwe weg, die voor de gelovigen is geopend… Het volgende toepasselijke lied van Christian Verwoerd wordt door hem gezongen met Erika de With:
Een nieuwe weg
Wat God zo mooi gemaakt had, ligt er gebroken bij
Het verleden heeft veel schade aangebracht.
Mijn adem lijkt gestopt door de wonden diep in mij.
Het doet pijn vanbinnen, het ontneemt me alle kracht.
***
Een kostbare relatie is voorgoed kapot gegaan.
Wat nog over is, is schaamte en verdriet.
Ik zoek naar nieuwe hoop, maar waar haal ik het vandaan?
Is er iemand die de weg naar boven ziet?
O, ik verlang naar rust, naar vrede voor mijn ziel.
***
Refrein:
Bij Jezus ligt genezing. Geen probleem is Hem te groot.
Zelfs de diepste nood is Hem niet onbekend.
Als je alles bij Hem neerlegt, wordt een nieuwe weg geopend
Er komt ruimte voor vernieuwing en herstel.
Dus geef het maar aan Hem, geef het maar aan Hem!
***
Mijn hoofd zit vol met vragen, maar ik ga er mee naar God.
Ik zal eerlijk zijn als ik alles Hem vertel.
Want Hij alleen kan zorgen dat mijn hart weer zachter wordt.
Ik vertrouw op Hem voor vernieuwing en herstel.
***
Refrein (2x):
Bij Jezus ligt genezing. Geen probleem is Hem te groot.
Zelfs de diepste nood is Hem niet onbekend.
Als je alles bij Hem neerlegt, wordt een nieuwe weg geopend.
Er komt ruimte voor vernieuwing en herstel…
Dus geef het maar aan Hem, ja, geef het maar aan Hem.
Dus geef het maar aan Hem, geef je hart aan Hem!
***
Geef je hart aan Hem: Ik geef mijn hart aan Hem. (2x)
Samen: Ik geef mijn hart aan Hem!
***
YouTube-video Christian Verwoerd – Een nieuwe weg
Het volgende lied van Marcel Zimmer is toepasselijke bij de geschiedenis van de Kananese vrouw, die eerst nog werd afgewezen, waarbij haar geloof werd uitgetest.
Hoe lang, o Heer
Naar Psalm 13
(Tekst & Muziek: Marcel Zimmer.)
Hoe lang, o Heer, vergeet U mij, alsof U mij niet meer kent?
Hoe lang, o Heer, verbergt U zich, alsof U er niet meer bent?
De angst en de onveiligheid, de moeite en de pijn,
de vragen en onzekerheid, hoe lang zal dit nog zijn?
***
Maar ik vertrouw op U uw goedheid en uw liefde,
en ik juich voor U omdat U mij bevrijdt, Heer.
Ik zing voor U want U bent mijn Verlosser,
U bent goed voor mij altijd!
***
Hoe lang, o Heer, vergeet U mij, alsof U mij niet meer kent?
Hoe lang, o Heer, verbergt U zich, alsof U er niet meer bent?
Zie toch Heer, en antwoord mij, o God van het heelal.
Geef mij Heer, uw licht en kracht, dat ik niet sterven zal.
***
Opwekking 778:
Hoelang, o Heer, vergeet U mij nog,
hoelang, o Heer, wordt mijn denken nog verward,
en heerst verdriet in mijn moegestreden hart?
Zie mij staan en antwoordt, o God, mijn Vader,
breng licht in het duister, dan kom ik niet ten val.
***
(Tekst en Muziek: Brain Doerksen e.a. Ned. Tekst: Harold ten Cate.)
Hieronder kun je aanklikken op het lied:
Ben je in in je duisternis ook op zoek naar het Licht der wereld? Jezus is het Woord van God. Door Zijn onderwijs leer je de waarheid. Door Hem kom je tot nieuw leven. Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven (Joh. 14:6).
Wij kunnen niet zonder God, Die ons de wijsheid en het inzicht kan geven, om Jezus op het pad van het licht te kunnen volgen. Je kunt het beluisteren in het lied ‘Ik kan niet zonder U’ van Christiaan Verwoerd. Je kunt erop aanklikken:
YouTube-video Ik kan niet zonder U – Christian Verwoerd
***
Het lied ‘God van licht’ van Lev past er goed bij. Na de wonderbare spijziging (in Mark. 6) komen de discipelen op het meer in een storm terecht. Jezus was aan het bidden op de berg. Hij zag dat Zijn leerlingen veel moeite moesten doen om het schip vooruit te krijgen. Hij kwam later in de nacht lopend op het water naar hen toe. In hun angst en verwarring, ook omdat ze Hem eerst niet herkenden, bemoedigde Hij hen met de woorden: ‘Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd.’ Vervolgens klom Hij bij hen in het schip en de wind ging liggen.’
Hieronder kun je aanklikken op het lied van Lev:
God van licht
In mijn twijfels, mijn verdriet, in mijn falen ontbreekt U niet.
In uw liefde reist U mee. U bent de rust als het stormt op zee. (2x)
In mijn onrust neemt U mijn hand;
in mijn vragen houdt uw Woord stand.
In uw liefde reist U mee. U bent de rust als het stormt op zee. (2x)
Refrein:
God van licht, wees mijn gids.
Leid mij door het donker. Ik vertrouw op U.
God van licht, wees mijn gids. Leid mij door het donker
veilig naar de kust, waar U woont.
Storm en golven vrees ik niet. In de morgen zing ik mijn lied.
In uw liefde reist U mee. U bent de rust als het stormt op zee. (2x)
U schijnt feller dan de sterren.
Heer, U leidt ons door de storm.
God van licht, wees mijn gids.
Leid mij door het donker. Ik vertrouw op U.
God van licht, wees mijn gids. Leid mij door het donker
veilig naar de kust. Waar U woont.
Lied: My Lighthouse, Rend Collective
Ned. tekst: Harold ten Cate Het is een lied van Lev en staat in Opwekking 807.
Hieronder kun je aanklikken op het lied van Lev, gezongen bij Nederland Zingt:
YouTube-video Nederland Zingt: God van licht
Kun je de volgende geloofsbelijdenis meezingen? Is Jezus door de genade van God en het geloof al je leven geworden. Leef je uit Hem, uit Zijn waarheid en uit Zijn kracht? Het lied wordt gezongen op een Jijdaar samenkomst in Goes. Wat een geweldig getuigenis uit de mond van zoveel reformatorische jongeren! Hier volgt de tekst:
Heer, U bent mijn leven
Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta.
Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt.
U woord is het pad, de weg waarop ik ga,
zolang U mijn adem geeft, zolang als ik besta.
Ik zou niet meer vrezen, want U bent bij mij.
Heer, ik bid U, blijf mij nabij.
***
‘k Geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd,
eeuwige Zoon van God, Die mens werd zoals wij.
U die stierf uit liefde, leeft nu onder ons.
Een met God de Vader en verenigt met uw volk.
Tot de dag gekomen is van uw wederkomst,
dan brengt U ons thuis in Gods rijk.
***
Heer, U bent mijn kracht, de rots waarop ik bouw.
Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart.
En niets in dit leven zal ons scheiden Heer.
Zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los.
Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd;
en in uw vergeving leef ik nu.
***
Vader van het leven, ik geloof in U.
Jezus de Verlosser, wij hopen steeds op U.
Kom hier in ons midden, Geest van liefde en kracht.
U die via duizend wegen ons hier samen bracht.
En op duizend wegen, zendt U ons weer uit,
om het zaad te zijn van Gods rijk.
Ned. Tekst: St. Immanuël, Youth for Christ 62
Hier kun je aanklikken op het lied dat wordt gespeeld en gezongen in De Levensbron kerk in Goes op een Jijdaar avond in februari 2017:
***
Het geloof is een gave en een opgave. Het uit zich in overgave aan God en Jezus. Je geeft jezelf dan hartelijk over aan God. Kom met het volgende lied Opwekking 582 tot (een vernieuwde) overgave:
Jezus, alles geef ik U, wat ik ben en heb
en wat ik ooit zal zijn.
Al mijn hoop, mijn plannen en mijn tijd
leg ik in uw hand, vertrouw ze aan U toe.
Door uw wil te doen, leer ik om vrij te zijn.
Jezus, alles geef ik U, wat ik ben en heb
en wat ik ooit zal zijn.
YouTube-video Alpha-cursus 2012 – opwekking 582 – Jezus, alles geef ik U
Het lied is van Robin Mark en Jennifer Atkinson.
De Nederlandse vertaling is van Elly Zuiderveld-Nieman
***
Een loflied voor Jezus in dankbare aanbidding
Dit lied hieronder is geschikt om de sessie mee af te sluiten, waarna gebed en proclamatie kan volgen. Hef je hart gelovig omhoog en verhef de Naam van Jezus!
Hier volgt het mooie lied ‘Ik verlang naar Jezus’ uit Opwekking 774.
YouTube-video Opwekking 774 – Ik verlang naar Jezus – CD39 (live video)
IK VERLANG NAAR JEZUS
Ik verlang naar Jezus; kostbaar Lam, dat stierf voor mij.
Aan het kruis droeg Hij mijn schuld,
met zijn bloed kocht Hij mij vrij.
***
Ik verlang naar Jezus; o mijn ziel. verhef zijn naam.
Ooit droeg Hij de doornenkrans, nu de overwinnaarskroon.
Hij verdient ontzag en eerbied; alle glorie voor zijn naam!
Hij alleen verdient de hoogste eer; Hij, die heerst in eeuwigheid.
***
Ik verlang naar Jezus; alles zucht, tot aan die dag
dat de aarde vol zal zijn van de glorie van uw naam.
U verdient ontzag en eerbied; alle glorie voor uw naam!
U alleen verdient de hoogste eer; U, die heerst in eeuwigheid.
(Refrein:)
U bent eindeloos mooi. U bent eindeloos mooi.
Mijn hart getuigt, mijn ziel zingt uit Heer, U bent oneindig mooi.
U bent eindeloos mooi. U bent eindeloos mooi.
Mijn hart getuigt, mijn ziel zingt uit Heer, U bent oneindig mooi.
(Herhaling …)
Ik verlang naar Jezus; kostbaar Lam, dat stierf voor mij.
Heel mijn leven geef ik U; Heer, laat dat mijn offer zijn.
***
Oorspronkelijke titel: I desire Jesus. Tekst en muziek: Scott Ligterwood.
Nederlandse tekst: Harold ten Cate
***