Genezing door Jezus van demonische belasting

Copyright tekst: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.

Waar kun je van worden bevrijd en genezen?

We lezen in Luk. 4:18-19 dat Jezus door de Geest van God is gezalfd en gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn, om aan gevangen vrijlating te prediken en aan blinden  het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid.

Jezus ziet onze nood, heeft medelijden en is barmhartig. Hij weet dat je Zijn hulp nodig hebt. Demonen kunnen wonden, ziekten en zonden veroorzaken en stimuleren, ook bij gelovigen. Denk hierbij aan Job.

Bij het optreden van Jezus Christus op aarde waren veel demonen actief. Vooral in Markus gaat veel tekst over uitwerpen van demonen en genezingen door de Heiland (de Redder, Bevrijder en Heler).

Bevrijding en genezing

Lukas 4:31-41 zien we de uitwerking van de gezaghebbende prediking van Jezus en Zijn macht over de demonen.  Je leest in de verzen 31-32: ‘En Hij daalde af naar Kapernaüm, een stad in Galilea, en onderwees hen op de sabbatdagen. En zij stonden versteld van Zijn onderricht, want Zijn woord was met gezag.’

Verderop in de tekst zie je dat Jezus komt bij de schoonmoeder van Petrus, die met hoge koorts op bed ligt. Ze vragen Hem om haar te helpen. Zie Luk. 4:38-39. Het was een bijzondere koorts, die moest worden bestraft. Bevrijding en genezing komen daar samen.

In de verzen 33-35 wordt ons de overwinnende kracht van Jezus getoond in het uitdrijven van demonen. Je leest daar: ‘En in de synagoge was een man die een geest van een onreine demon had, en die riep met luide stem: 34 Ga weg! Wat hebben wij met U te maken, Jezus de Nazarener? Bent U gekomen om ons te gronde te richten? Ik weet Wie U bent, namelijk de Heilige van God.

35 Maar Jezus bestrafte hem en zei: Zwijg! Ga uit hem weg! En de demon ging uit hem weg, nadat hij hem in het midden geworpen had, zonder hem in enig opzicht letsel te bezorgen.’

In de Studiebijbel wordt aangegeven, dat de bezetenen man zijn persoonlijkheid was kwijtgeraakt, omdat de demon door hem spreekt en andere demonen het uitschreeuwen tegenover Jezus. Na zijn bevrijding zie je dat de man als het ware weer aan zichzelf wordt teruggegeven. Hij krijgt dan zijn eigen persoonlijkheid weer terug.

Het gaat hierbij om engelen van de duivel, de geestelijke machten van het kwaad (Efeze 6:12), die vooral willen infiltreren in het geestelijk leven van mensen. Ze kunnen je psychisch en geestelijk belasten. Je kunt er geestelijk door gebonden zijn, terwijl er ook mensen zijn die erdoor bezet worden. Ze komen binnen via wonden, zonden en zwakheden.

Daardoor kunnen blijkbaar ook psychiatrische problemen ontstaan, zoals storingen in de persoonlijkheid. Het is moeilijk te onderscheiden. Er kunnen ook lichamelijke oorzaken: ziekten en psychische zwakheden (psychosomatische klachten) aanwezig zijn, waardoor er openingen zijn voor demonische infiltraties. Hierbij geldt: alles wat helpt is goed. Er kunnen medicijnen nodig zijn, met een psychiatrische behandeling, terwijl daarbij ook bevrijdingspastoraat kan helpen.

Zoals aangegeven vanuit  Luk. 4:18-19 is Jezus gekomen om te genezen wie gebroken van hart zijn, maar ook om hen die innerlijk gevangen en verslagenen zijn te bevrijden. Na de bevrijding van de bezeten man en de genezing van de schoonmoeder van Petrus werden veel gekwelde mensen met demonen en ziekten bij Jezus gebracht. Ze werden allen door Hem geholpen.

Het uitdrijven van demonen staat in het teken van de overwinning van Jezus. Op de bestraffing en het bevel van Jezus, met de woorden: ‘Zwijg! Ga uit hem weg!’ verdwijnt de demon onmiddellijk uit de bezeten man.

Je ziet de uitwerking bij de aanwezigen in de verzen 36 en 37, waar we lezen: ‘En zij werden allen erg verbaasd. Zij spraken met elkaar en zeiden: Wat is dit voor woord, dat Hij met gezag en kracht de onreine geesten bevel geeft en zij weggaan? 37 En de roep over Hem verspreidde zich naar elke plaats in de omgeving.’

De schoonmoeder van Petrus

In Lukas 4:38-41 zie je de verdere machtige werken van Jezus Christus, als we lezen: ‘Nadat Jezus opgestaan en uit de synagoge vertrokken was, ging Hij naar het huis van Simon. De schoonmoeder van Simon had hoge koorts en ze vroegen Hem om hulp voor haar. 39 En Hij boog Zich over haar heen en bestrafte de koorts en die verliet haar. Zij stond onmiddellijk op en diende hen.

Jezus zag de schoonmoeder van Petrus met hoge koorts op bed liggen.
Ze vroegen Hem om haar te helpen. Zie Luk. 4:38-39. Het was een bijzondere koorts, die moest worden bestraft. We lezen in Luk. 4:39 over het machtige handelen van Jezus: ‘En Hij boog Zich over haar heen en  bestrafte de koorts en die verliet haar.’ Hij had haar hand gepakt en haar opgericht, en daarna stond de vrouw onmiddellijk op en diende ze de aanwezigen.

Het zegenrijk vervolg zie je in de verzen 40 en 41. Je leest daar: ‘Toen de zon onderging, brachten allen die zieken hadden, door allerlei kwalen gekweld, deze zieken bij Hem;  en Hij legde ieder van hen de handen op en genas hen. 41 Ook gingen er van velen demonen uit, die schreeuwden en zeiden: U bent de Christus, de Zoon van God! Maar Hij bestrafte hen en liet hun niet toe te spreken, omdat zij wisten dat Hij de Christus was.’

Veel gekwelde mensen met demonen en ziekten werden toen bij Jezus gebracht. Hij dreef die avond veel boze geesten uit met een enkel woord en genas allen die er slecht aan toe waren.

Matth.8:17 geeft aan dat Jezus onze zwakheden op Zich heeft genomen en onze ziekten heeft gedragen, zoals is voorzegd in Jesaja 53. In vers 4 wordt aangegeven: ‘Voorwaar, onze ziekten heeft Hij op Zich genomen, onze smarten heeft Hij gedragen.’ In vers 5 lezen we: ‘De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.’

De kromgebogen vrouw genezen

We lezen in Luk. 13:11-13 dat Jezus een vrouw zag die 18 jaar lang een geest had die haar ziek maakte. Zij was kromgebogen en kon zich in niet oprichten. Jezus riep haar bij Zich en zei: ‘Vrouw, u bent verlost van uw ziekte.’ Toen Hij haar de handen oplegde, werd zij direct weer opgericht en verheerlijkte ze God. De door een ziekmakende geest verkromde vrouw genas door de Heiland Jezus. Ze prees rechtop God.

Ben je innerlijk neergebogen?

Jezus is de Bevrijder, bij Wie je door geloof heling kunt ontvangen. Psalm 146:8 geeft aan, dat de HEERE God opricht die gebogen zijn.
Kom tot Jezus en kom overeind uit je moedeloze toestand onder Zijn helende handen!

Spreek daarbij je ziel aan, zoals in Ps. 42:6: ‘Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en bent u onrustig in mij?’ Doe zoals David in Ps. 133:2: ‘Voorwaar, ik heb mijn ziel tot rust en tot stilte gebracht.’

Over Jezus wordt in Jes. 42:3 geprofeteerd: ‘Het geknakte riet zal Hij niet verbreken.’ God troost hen die treuren, en Hij beurt de zwakke op.

Opwekking 411 laat ons verder zingen: ‘Geprezen zij de Heere. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil.’

Jezus en de Kananese vrouw

In het gebied van Tyrus en Sidon vroeg een heidense, Kananese vrouw aan Jezus om een demon uit haar dochter uit te drijven. (Zie Matth 15:21-28 en Mark. 7:24-30.)

We lezen over deze geschiedenis van Jezus en de Syro-Fenicische vrouw in Markus 7:24-30: ‘En Hij stond op en vertrok vandaar naar het gebied van Tyrus en Sidon; en toen Hij een huis binnengegaan was, wilde Hij niet dat iemand het wist, maar Hij kon niet verborgen blijven. 25 Want een vrouw van wie het dochtertje een onreine geest had, hoorde van Hem, kwam en viel neer aan Zijn voeten.

26  Deze vrouw nu was een Griekse, afkomstig uit Syro-Fenicië; en zij vroeg Hem de demon uit haar dochter uit te drijven. 27 Maar Jezus zei tegen haar: Laat eerst de kinderen verzadigd worden, want het is niet behoorlijk het brood van de kinderen te nemen en naar de hondjes te werpen. 28 Maar zij antwoordde en zei tegen Hem: Ja, Heere, maar de hondjes eten toch ook onder de tafel van de kruimels van de kinderen.

29 En Hij zei tegen haar: Omwille van dit woord ga heen, de demon is uit uw dochter uitgegaan. 30 En toen zij in haar huis kwam, merkte zij dat de demon uitgegaan was en dat haar dochter op bed lag.’

Jezus reageerde een tijd niet op haar roepen, antwoordde haar met geen woord. Zijn discipelen vroegen Jezus: ‘Stuur haar weg, want zij roept ons na.’

Het dochtertje van de Kananese vrouw was ernstig bezeten door een demon. Ze riep tot Jezus: ‘Heere, Zoon van David, ontferm u over mij!’ Jezus beproefde haar door te zeggen, dat Hij alleen was gezonden voor de verloren schapen van Israël (Matth. 15:24). Zij smeekte Hem knielend: ‘Heere, help mij!’
Toen Jezus zei dat ‘het niet behoorlijk is om het brood van de kinderen naar de hondjes te werpen,’ zei ze: ‘Ja Heere, maar de hondjes eten toch ook van de kruimels die er vallen van de tafel van hun bezitter’ (Matth. 15:25-27).

Jezus zei haar: ‘O vrouw, groot is uw geloof; het zal gebeuren zoals u wilt. En haar dochter was vanaf dat moment gezond’ (Matth.15:28).
In haar huis merkte zij dat de demon uitgegaan was bij haar dochter (Mark. 7:30).

Is jouw geloof ook uitgetest?

Herken je het gebed uit Mark. 9:24, waarin tot Jezus wordt uitgeroepen: ‘Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp.’ Laat je niet ontmoedigen als je geloof op de proef wordt gesteld. Blijf biddend uitzien naar de Verhoorder van de gebeden.
Jezus geeft aan in Lukas 18:27: ‘De dingen die onmogelijk zijn bij de mensen, zijn mogelijk bij God.’

Jezus kan bevrijden van psychisch lijden en van duistere machten, zoals en het bij dochtertje van de Kananese vrouw en de zoon van een wanhopige vader.

Jezus en de bevrijding van de maanzieke jongen

We lezen de geschiedenis van de geestelijk en lichamelijk zwaar lijdende jongen en zijn wanhopige vader in Markus 9:14-29. Jezus kwam met Zijn discpelen Petrus, Jakobus en Johannes van de berg der Verheerlijking. Schriftgeleerden waren met Zijn andere discipelen aan het redetwisten.

In de verzen 16-29 wordt verhaald: ‘En Hij vroeg aan de schriftgeleerden:  Waarom redetwist u met hen? 17 En iemand uit de menigte antwoordde: Meester, ik heb mijn zoon bij U gebracht, die een geest heeft die maakt dat hij niet kan spreken. 18  En waar hij hem ook aangrijpt, werpt hij hem tegen de grond, en het schuim staat hem op de mond en hij knarst met zijn tanden en verstijft; en ik heb tegen Uw discipelen gezegd dat zij hem moesten uitdrijven, maar zij konden het niet.

19 En Hij antwoordde hem en zei: O ongelovig geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn? Hoelang zal Ik u nog verdragen? Breng hem bij Mij. 20 En zij brachten hem bij Hem; en toen hij Hem zag, deed de geest hem meteen stuiptrekken; en hij viel op de grond en wentelde zich met schuim op de mond.

21 En Hij vroeg aan zijn vader: Hoelang is het al dat dit hem overkomt? En hij zei: Van jongs af aan. 22 En vaak heeft hij hem ook in het vuur en in het water geworpen om hem om te brengen; maar als U iets kunt, wees dan met innerlijke ontferming bewogen over ons en help ons.

23 En Jezus zei tegen hem: Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft. 24 En meteen riep de vader van het kind onder tranen: Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp.

25 En toen Jezus zag dat de menigte samenstroomde, bestrafte Hij de onreine geest en zei tegen hem: Geest die maakt dat men niet kan spreken en die doof maakt, Ik beveel u: ga uit hem weg en kom niet meer in hem terug! 26 En onder geschreeuw en hevig stuiptrekken ging hij uit hem weg; en de jongen werd als een dode, zodat velen zeiden dat hij gestorven was. 27 En Jezus pakte hem bij de hand en richtte hem op; en hij stond op.

28 En toen Hij in huis gegaan was, en zij alleen waren, vroegen Zijn discipelen Hem: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitdrijven? 29 En Hij zei tegen hen: Dit soort kan nergens anders door uitgaan dan door bidden en vasten.’

Ik ga er verder op door en betrek er ook Lukas 9 bij. We lezen in Lukas 9:38 dat een man tot Jezus roept: ‘Meester, ik bid U, kijk toch naar mijn zoon, want hij is mijn enig kind.’ Hij was doofstom en had epileptische aanvallen door de bezetting van een kwade geest. Als hij door de demon werd aangegrepen en mishandeld, schreeuwde de jongen het uit, stuiptrekkend, met schuim op de mond. Hij viel dan op de grond en zelfs  wel in het vuur en water.

De vader had het kind bij de discipelen gebracht, maar die konden de kwade geest niet uitwerpen. Jezus reageerde: ‘Breng hem hier bij Mij.’ Wie wil jij bij Jezus brengen?
Ben je het zelf?  Welk probleem kun je niet aan?

De man smeekte Jezus: ‘Als U iets kunt, wees met innerlijke ontferming bewogen over ons en help ons.’ Jezus zei: ‘Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft.’ De man riep onder tranen: Ik geloof, Heer! Kom mijn ongeloof te hulp.’
(Zie Mark. 9:17-29.)

Toen Jezus naar hem toeging, wierp de demon de jongen tegen de grond, deed hem stuiptrekken en verstijven, tandenknarsen met schuim op de mond. We lezen in Mark. 9:25 dat Jezus de onreine geest bestrafte en tegen hem zei: ‘Geest die maakt dat men niet kan spreken en die doof maakt, Ik beveel u: ga uit hem weg en kom niet meer in hem terug!’

Mark. 9:26-27 vervolgt: ‘En onder geschreeuw en hevig stuiptrekken ging hij uit hem weg; en de jongen werd als een dode, zodat velen zeiden dat hij gestorven was. En Jezus pakte hem bij de hand en richtte hem op; en hij stond op.’ 

Nadat Jezus de geest had bestraft, ging de demon van hem uit. Hij genas daarbij het kind. Daarna gaf Hij het aan zijn vader terug.

+++

Jezus en de demonen

De bekende counselor en schrijver dr. Neil T. Anderson heeft ontdekt dat de verschillende demonen een eigen persoonlijkheid hebben. Hij baseert dit onder meer op Luk. 11:15-26. De demonen weten terdege wie Jezus Christus is, dat blijkt wel uit hun uitspraken bij een uitdrijving, zoals in Mark. 1:23-27 en Matth. 8:28-32. Ze geven hierbij ook blijk van hun onrust, angst en stress. Verderop in de tekst wordt dat uitvoeriger aangegeven.

We lezen in Mark. 1:23-26: ‘En er was in hun synagoge een mens, met een onreine geest, en hij riep uit, zeggende: ‘Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazarener, zijt Gij gekomen om ons te verderven? Ik ken U, wie Gij zijt, namelijk de Heilige Gods.’ En Jezus bestrafte hem, zeggende: ‘Zwijg stil, en ga uit van hem.’ En de onreine geest, hem scheurende, en roepende met een grote stem, ging uit van hem.’

De man was dus bezet met een demon, die bij de confrontatie met Jezus de ongelukkige man deed schreeuwen. In vers 24 volgt er een uitroep van pijnlijke verbazing: ‘Laat af’ – in het Grieks: ‘ea’ = beter vertaald: ah of hé). De demon sprak daarna, ook namens de andere demonen: ‘Wat hebben wij met U te doen…’, wat je vrij zou kunnen vertalen met: ‘bemoei U toch niet met ons, laat ons met rust!’ Daarna volgt: ‘Gij Jezus van Nazareth, zijt Gij gekomen om ons om te brengen?’

In de Studiebijbel wordt hierbij aangetekend: ‘De demon vraagt zich nu verschrikt af of dat moment nu al is gekomen (vgl. Matth. 8:29; 25:41; Openb. 20:1-3, 10). In Matth. 8:29 zie je het ook gebeuren. Daar zie je dat de boze geesten ten overstaan van de Zoon van God machteloos staan.

De demonen staan machteloos tegenover de Zoon van God

Jezus stilt de storm

Zie vanaf: Markus 4:35, Matt. 8:23 en Luk. 8:22

Mark. 4:35: ‘En op die dag, toen het avond geworden was, zei Hij tegen hen: Laten wij overvaren naar de overkant. 36 En zij lieten de menigte achter en namen Hem, Die al in het schip was, mee; en er waren nog andere scheepjes bij Hem. 37 En er stak een harde stormwind op en de golven sloegen over in het schip, zodat het al volliep. 38 En Hij lag in het achterschip te slapen op een hoofdkussen; en zij wekten Hem en zeiden tegen Hem: Meester, bekommert U Zich er niet om dat wij vergaan?

39 En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en zei tegen de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen en er kwam een grote stilte. 40 En Hij zei tegen hen: Waarom bent u zo angstig? Hebt u dan geen geloof? 41 En zij vreesden met grote vrees en zeiden tegen elkaar: Wie is Deze toch, dat zelfs de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?’

+++

Hoe gaan we om met stormen en demonische aanvallen?

Stormt het in je leven? Kun je er niet meer tegenop? Als je gelooft, is Jezus bij je aan boord. Zie je angstig op de golven of kun je op God vertrouwen? Met Jezus in je leven worden de emotionele stormen in je gestild. Waarom waren de discipelen zo bang met Jezus aan boord? Waarom sliep Hij? Of waakte Hij ook?

Het was een demonische storm op het meer van Galilea. Plotseling waren er valwinden. En er was een ‘seismos’, een beroering van de zee (zie Matth.8:24). Jezus bestrafte de winden en de zee.

Jezus spreekt tot  Zijn volgelingen in Matth. 8:26: ‘Waarom bent u angstig, kleingelovigen?’ We lezen verder: ‘Toen stond Hij op en bestrafte de winden en de zee, en er kwam grote stilte.’
Heb je in moeilijke omstandigheden ook last van angstig kleingeloof. Denk je dan ook dat God je niet hoort  en dat Jezus slaapt? Waarom is het zo moeilijk om God te vertrouwen in de stormen en geestelijke aanvallen in je leven?

Als de zee van onrust haar kracht toont… Stil, mijn ziel wees stil, vertrouw op Hem in je angst en zorgen.

+++

De bevrijding van de bezetene van Gadara

Jezus bestrafte de winden en de zee. De storm was mogelijk een poging van de demonen om Jezus te verhinderen aan land te komen en bezetenen te bevrijden in het heidense gebied van de Gadarenen.

Daar kwam de bezeten Legio Jezus tegemoet vanuit de grafspelonken.
De man schreeuwde vaak en  sloeg zichzelf met stenen. Hij was dikwijls al met boeien geketend, maar trok ze in stukken en was niet in bedwang te houden. Hij snelde echter tot Jezus en aanbad Hem. Maar een demon (een onreine geest) schreeuwde door hem heen. De demon schreeuwde tot Jezus (Luk. 8:28): ‘Wat heb ik met U te maken, Jezus, Zoon van God de Allerhoogste? Ik smeek U dat u mij niet pijnigt.’ Hij wilde Jezus afweren. (De duivelen geloven in God en zij sidderen (Jak. 2:19).

+++

We vinden de geschiedenis in Markus 5:1-20. Zie ook Matth. 8:28-34 en Luk. 8:26-39. Hieronder volgt het tekstgedeelte uit Markus:

Markus 5:1: ‘En zij kwamen aan de overkant van de zee, in het land van de Gadarenen. 2 En toen Hij uit het schip gegaan was, kwam Hem meteen uit de grafspelonken iemand met een onreine geest tegemoet. 3 Hij hield in de grafspelonken verblijf, en niemand kon hem binden, zelfs niet met ketenen. 4 Hij was namelijk dikwijls met boeien en ketenen gebonden geweest, maar de ketenen waren door hem in stukken getrokken en de boeien verbrijzeld, en niemand was in staat hem in bedwang te houden. 5 En hij was altijd, nacht en dag, op de bergen en in de grafspelonken en hij schreeuwde en sloeg zichzelf met stenen.’

Je leest verder vanaf vers 6: ‘Toen hij nu Jezus uit de verte zag, snelde hij naar Hem toe en aanbad Hem, 7  en met luide stem schreeuwde hij: Wat heb ik met U te maken, Jezus, Zoon van God de Allerhoogste? Ik bezweer U bij God dat U mij niet pijnigt! 8 (Want Hij had tegen hem gezegd: Onreine geest, ga uit van deze man!)’

Vers 9 vervolgt: ‘En Hij vroeg hem: Wat is uw naam? En hij antwoordde: Mijn naam is Legio, want wij zijn met velen. 10  En hij smeekte Hem dringend dat Hij hen niet het land uit zou sturen.’

Vanaf vers 11 zie je wat er gebeurt: ‘Nu was daar bij de bergen een grote kudde varkens aan het grazen. 12  En alle demonen smeekten Hem: Stuur ons naar die varkens, opdat wij daarin mogen gaan.  13 En Jezus stond het hun meteen toe. En toen de onreine geesten uit de man weggegaan waren, gingen zij in de varkens; en de kudde stortte van de steilte af de zee in (het waren er ongeveer tweeduizend), en ze verdronken in de zee.’

Hert tekstgedeelte gaat verder: 14  En zij die de varkens weidden, vluchtten en berichtten het gebeurde in de stad en op het land; en ze liepen uit om te zien wat er gebeurd was. 15 En zij kwamen bij Jezus en zagen de bezetene zitten, gekleed en goed bij zijn verstand, namelijk hem die het legioen gehad had, en zij werden bevreesd. 16 En zij die het gezien hadden, vertelden hun wat er met de bezetene gebeurd was, en ook over de varkens. 17 En zij begonnen Hem te smeken uit hun gebied weg te gaan.’

Hoe het verder is gegaan met de verloste man zie in de volgende verzen: 18 ‘En toen Hij in het schip ging, smeekte degene die bezeten was geweest Hem of hij bij Hem mocht blijven. 19 Jezus stond hem dat echter niet toe, maar zei tegen hem: Ga naar uw huis, naar de uwen, en bericht hun alles wat de Heere voor u gedaan heeft, en hoe Hij Zich over u ontfermd heeft.

20 Toen ging hij weg en begon in het gebied van Dekapolis alles te verkondigen wat Jezus voor hem gedaan had, en ze verwonderden zich allen.’

+++

We verdiepen ons weer even in de geschiedenis. In Mark. 5:1-20 gaat het over de genezing van de bezetene in het land van de Gadarenen. Jezus heeft de demon, die deze man had bezet, bevolen: ‘Onreine geest ga uit van deze man!’ Toen Jezus naar zijn naam vroeg, gaf de demon aan: ‘Mijn naam is Legio, want wij zijn met velen.’ De demon wilde zijn slachtoffer niet kwijt, maar moest met zijn kwade geesten de almacht van Jezus erkennen.

Namens een demon zei de man dat hij ‘Legioen’ heette. In het Romeinse leger was dat de grootste eenheid in die tijd, namelijk van zo’n 6000 soldaten. Dat duidt erop dat er een groot leger boze geesten in deze man huisde. Legio bezat in zijn bezeten toestand een enorme kracht (vers 4), door zelfs voetboeien en ketenen te verbrijzelen (volgens de Griekse tekst). In Matth. 8:28 lees je ook nog van een compagnon in deze ellende. De demonen oefenden een vernietigende invloed op hem uit. Zelfpijniging en zelfmoord zijn een bekend verschijnsel bij mensen die onder invloed zijn van demonen.

Jezus liet ze toe in de (onreine) zwijnen te gaan. Zij kwamen verspreid in 2000 varkens terecht, die in waanzinnige dolheid kwamen. Zelfs een groot aantal demonen  moest wijken voor de kracht van God. Ze probeerden hierbij nog te redden wat er te redden viel, hoewel ze van hun nederlaag overtuigd waren. Ze trachtten Jezus af te weren, door te zeggen: ‘Wat hebt Gij met ons te maken, Zoon van God?’ Daarbij probeerden ze nog macht over Hem uit te oefenen in het noemen van Zijn Naam.

Demonen willen niet verwezen worden naar woeste of helse plaatsen, maar in dieren of mensen varen. Ze hebben een eigen identiteit, met angst en boosheid. De 2000 bezeten zwijnen stierven door zelfdoding.

De Gadarenen waren ongelovig bang na de bevrijding van  de bezetene en de ondergang van de zwijnen. Zij smeekten Jezus om uit hun gebied weg te gaan.

Zie het verschil: Na zijn bevrijding zat de man gekleed en goed bij zijn verstand bij Jezus, terwijl hij Hem smeekte bij Hem te mogen blijven. Hij moest van Jezus bij de Gadarenen blijven en hun alles wat de Heere voor hem gedaan had vertellen: hoe Hij Zich over hem ontfermd heeft. Kun je anderen ook vertellen over je bevrijding?

De bevrijdde man ging heel de stad door en begon verder in Dekapolis te verkondigen wat Jezus aan hem gedaan had. En de hoorders verwonderden zich allen.

+++

Er zijn veel machtige engelen en demonen

Het is opmerkelijk dat de Heere Jezus de bezeten Legio bevrijdde van vele demonen,  Wie weet hoeveel miljoenen boze geesten er dan wel niet wereldwijd zullen zijn? Een demon is een gevallen engel. De Engel des HEEREN voer op een nacht uit en doodde van het leger van de Assyriërs 185.000 man. Nu betreft dit wel ‘de Engel’ met een hoofdletter. Is het de hoofdengel Michaël geweest? Of de Zoon van God? We lezen in Judas 9 dat Michaël, de archangel, twistte met de duivel over het lichaam van Mozes. In Jozua 5:13-15 ziet Jozua een Man met een uitgetogen zwaard. Het was de Vorst van het heir des HEEREN, Die was gekomen om voor Jozua en Israël te strijden.

Als nu een ‘De Engel’ of een engel zoveel macht heeft, zal dan een gevallen engel niet sterk genoeg zijn om een zondig mens te verleiden en te bezetten? Zodra we ons met een occulte of demonische macht inlaten, worden we erdoor verleid. Als we ons op het terrein van satan begeven, verklaren wij hiermee dat hij er recht op heeft om ons te verleiden en te besmetten. Occult gebied is besmet gebied!

Zoals eerder aangegeven zie je in Mark. 9:22 dat ‘een maanzieke knaap’, (een bezeten jongen) uiteindelijk door Jezus werd genezen. Van jongs af aan leed deze jongen aan demonische aanvallen. Toen de boze geest Jezus zag, verzette hij zich uit alle macht tegen de confrontatie met de Zoon van God. We lezen in vers 20, dat hij hem terstond scheurde. De jongen viel op de aarde, en wentelde zich al schuimend. Zodoende had hij deze jongen vaak in het vuur en in het water geworpen, om hem te doden.

Ze vechten voor een verloren zaak

De satan en zijn onderdanen weten dat zij vechten voor een verloren zaak. Zolang ze nog macht kunnen uitoefenen, vertonen zij zich listig, verleidend en agressief, maar als ze door de kracht van God worden verslagen en door Jezus’ autoriteit worden bestraft, worden ze angstig en depressief. In Matth. 8:31 smeekten deze vele demonen immers tot Jezus om in de kudde onreine varkens te mogen varen.

Demonen zijn steeds weer op zoek naar een behuizing, om daar hun pijnigend en verdervend werk te kunnen uitvoeren. Het zijn naar hun aard ware kwelgeesten. In Spr. 4:16 wordt over de boze, bezeten goddelozen gezegd: ‘Want zij slapen niet, zo zijn geen kwaad gedaan hebben; en hun slaap wordt weggenomen, zo zij niet iemand hebben doen struikelen.’ Dit karakteriseert dus in mindere mate een demon. Zorg daarom ook dat je op veilige afstand blijft van demonische invloeden! Vroeger of later ga je kapot aan demonische contacten.

We leren er ook van, dat demonen zich agressief of depressief uiten. Zolang een demon nog macht kan uitoefenen, zal er listige overrompeling, bruut geweld, agressiviteit en bangmakerij aan te pas komen. We komen ook angstige, gestreste, depressieve en smekende demonen tegen, die zelfs noodsprongen kunnen doen, waardoor ze met varkens en al van een helling in het water storten. In Matth. 8 zien we dat de varkens zijn verdronken… en wie weet waar de demonen zijn gebleven? Ga nooit binnen in het adviesbureau van een demon! Op het uithangbord staat daar vermeld: ‘Slachtoffers gezocht.’

De machtspositie van Jezus

De Heere Jezus openbaart ons in een voorbeeld de positie van satan ten opzichte van Zijn machtspositie. We lezen dat in Luk. 11:21-22. Het is ‘de gelijkenis van de sterke en de sterkere man’. Zolang satan, in dit voorbeeld, als een burchtheer zijn machtspositie behoudt, kan hij zijn bezittingen veilig (letterlijk: in vrede) bewaren. Met Jezus’, als de sterkere, is het gedaan met satans machtspositie. De wapenrusting wordt hem dan door Jezus ontnomen en zijn buit verdeeld. Het Griekse woord ‘skula’ wijst op ‘buitgemaakte (dingen)’. Het gaat in dit verband om de bevrijdingen van boze geesten. In het Engels lezen we over de overwinning: ‘…and overpowers him.’

En zo heeft Jezus Christus de overwinning behaald over satan en de demonische machten en Hij zal voor eeuwig Overwinnaar zijn en blijven! Gelovige, als je in Christus bent, mag je met Hem Overwinnen. Onze positie in Hem is veilig. Christus is de Overwinnaar over satan, dood en hel. Als je bent gered en bevrijd door het Lam van God en de Leeuw van de stam van Juda, sta dan in de vrijheid, met welke Christus je vrijgemaakt heeft! (Zie Gal. 5:1). Schuil in de veilige burcht van de eeuwige Overwinnaar! Kom niet in de beruchte demonische achterbuurten van het ‘world wide web’ van satan… Laat je niet meeslepen door zijn meeslepende muziek. Blijf uit de buurt van zijn verleidelijke etalages. Ga niet in op zijn occulte aanbiedingen.

Laat de vorst der duisternis je niet overvallen,

maar wandel in het licht met Jezus!

Een leeg huis voor acht demonen

Een leerzame gelijkenis van Jezus vinden we in Luk. 11:24-26. Het gaat daarin over de terugkeer van een boze geest in een mens. Dit werpt licht op de persoonlijkheid, de identiteit en de individualiteit van demonen. De gelijkenis geeft ons ook belangrijke waarschuwingen. Leer ervan dat je oprecht en radicaal moet zijn in de geestelijke zaken. Het is niet genoeg dat er een boze geest uit een mens verdwijnt; de Heilige Geest moet ook intrek genomen hebben in je hart! Laat je levenshuis niet onbewoonbaar zijn; maak er geen kraakpand van… Leegstand is achterstand. Het is niet genoeg dat een boom (oppervlakkig gezien) geen slechte vruchten draagt, er moeten ook goede vruchten aan hangen. Het is niet genoeg dat je een trouw en meelevend kerkganger bent, je moet ook een ware gelovige zijn, waar de Heilige Geest in woont. Veel christenen zijn als een leeg testament in een mooie, grote envelop, met de naam van de notaris erop. Christenen zonder inhoud… let op je zaak!

Een zekere Bernardus leert en vermaant: ‘Er zijn vele christenen die niets van Christus in zich hebben. Christenen zonder Christus, och, tracht er naar dat gij één met Christus moogt zijn, om Christus niet alleen in uw Bijbel, maar in het bijzonder ook in uw hart te hebben.’

We lezen in Luk. 11:24-26: ‘Wanneer de onreine geest van de mens uitgevaren is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust; en die niet vindende, zegt hij: Ik zal weerkeren in mijn huis, waar ik uitgevaren ben. En komende, vindt hij het met bezemen gekeerd en versierd. Dan gaat hij heen, en neemt met zich zeven andere geesten, bozer dan hij zelf is, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste.’

De identiteit en het werk van demonen

Dr. Anderson gebruik in zijn boek ‘de Bevrijder’ dit tekstgedeelte om de identiteit en werkzaamheden van demonen aan het licht te brengen. Hij komt daarbij tot acht kenmerken:

1. Demonen leven zoals mensen in de wereld. Zij vinden een bepaalde mate van rust in organische wezens. Zijn hechten aan geografische locaties, waar ze aanspraak op maken. Deze worden vervolgens voor satanische doeleinden gebruikt.

2. Ze kunnen zich naar willekeur verplaatsen. Anderson merkt op: ‘De muren van uw kerk sluiten demonische invloeden niet buiten. Alleen het gebed en je geestelijke autoriteit stoten demonen af.’ Het gaat hierbij natuurlijk om de autoriteit die je uit genade mag bezitten, door jouw positie in Christus.

3. Ze kunnen met elkaar communiceren. Ze spraken tot Jezus. Ze spreken tot mensen met een hoorbare stem, door de stem van een bezetene of met een andere stem (soms ook met meerdere stemmen. Ze beïnvloeden en misleiden mensen. Mensen kunnen ook gehoor geven aan misleidende geesten.

4. Elke demon heeft zijn eigen identiteit. Anderson schrijft hier zelf over: ‘Let u eens op het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden in Lukas 11: ‘Ik zal terugkeren naar mijn huis, waar ik ben uitgevaren’(vers 24). We hebben te maken met personen die in staat zijn te denken, in tegenstelling tot onpersoonlijke krachten.’

5. Demonen zijn in staat te onthouden en plannen te maken. Ze verlaten een bepaalde plek en komen desgewenst daar ook weer terug. Ze maken samen plannen.

6. Ze zijn in staat situaties te beoordelen en beslissingen te nemen. Ze dringen het leven van hun slachtoffers binnen op de plekken waar zij het meest kwetsbaar zijn.

7. Ze zijn in staat krachten te bundelen. Anderson geeft ons te kennen: ‘Ik heb vele mensen begeleid die een aantal verschillende stemmen in hun hoofd hoorden. Volgens deze mensen vormden die stemmen samen een commissie.’

8. De ene demon is bozer of slechter dan de ander (Luk. 11:26). Er is ook een hiërarchie onder demonen, zoals we kunnen ontdekken in Efeze 6:12. Anderson geeft hierbij aan: ‘Uit eigen ervaring weet ik dat de ene persoon makkelijker te bevrijden is van demonische beïnvloeding dan de andere.’   

Dr. Neil Anderson bemoedigt en vermaant ons verder: ‘Zolang u vasthoudt aan Gods waarheid, hoeft u niet bang te zijn voor satan en zijn demonen. Zijn enige wapen is bedrog. Irenaeus schreef: ‘Net als in  het begin kan de duivel alleen bedriegen en de geest van de mens verwarren. Verder kan hij niet gaan. Hij probeert mensen zo ver te krijgen dat ze Gods geboden ongehoorzaam zijn. Hij is erop uit hun hart langzaam te verduisteren. Als u in het licht blijft wandelen, hoeft u niet bang te zijn voor de duisternis.’

++++

Hoe kun je overwinnen in de geestelijke strijd?

Leer de demonische activiteiten te herkennen en te bestrijden in de wapenrusting van God en door de geloofsverbondenheid met Jezus Christus. Hij is de overwinnaar op de occulte machten. Door het geloof in Hem kunnen we met Hem overwinnaar zijn.

Het wordt nu hoog tijd om binnen de christelijke afbrokkelende bolwerken de strijd aan te binden tegen de occulte machten! Een gelovige hoeft niet een willoos slachtoffer te zijn van de boze machten en het kwaad dat hem worden opgedrongen. Er is een geestelijke wapenrusting, die moeten aangedaan, om krachtig te kunnen zijn in de Heere en in de sterkte van Zijn macht (Efeze 6:10-11). Daarbij zijn er ook de geestelijke genadegaven voor de gelovigen, waarover we lezen in 1 Kor.12.

We hebben ‘de gave der onderscheidingen van de geesten’ (1 Kor.12:10) nodig om  de goede geesten van de duivelse geesten onderscheiden. Volgens 1 Joh.4:1 moeten we de geesten te beproeven, of zij uit God zijn, en niet iedere geest zomaar geloven. In de Studiebijbel wordt bij deze tekst aangegeven, dat de menselijke geest ‘op tweeërlei manieren geïnspireerd kan zijn: door een demonische geest of door de Heilige Geest’.

Achter de schermen van het wereldgebeuren is er een satanische organisatie actief, die werkt volgens hiërarchische principes (zie dit in Ef.6:12).

Achter de schermen is er

een satanische organisatie actief

In de Bijbel neemt de geestelijke strijd (achter de schermen) een zeer belangrijke plaats in. Als de Heere God er een uitermate groot belang in stelt, dienen wij dit ook te doen!

Het is duidelijk dat het in onze misleidende samenleving zeker nodig is om de identiteit en de activiteiten van satan en zijn demonen te herkennen. Zodoende kunnen we ons tijdig wapenen en goed voorbereiden in de geestelijke strijd. De christelijke geleerde dr. Francis Schaeffer heeft het in de jaren zeventig al gezegd:

       ‘Dit is geen tijdperk om een slap christen te zijn.’

Nu wordt het tijd om een krachtig gelovige te zijn in de Overwinnaar Jezus Christus!

We worden in Efeze 6:10-11 opgeroepen: ‘Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in de Heere, en in de sterkte van Zijn macht. Doet aan de gehele wapenrusting van God, opdat u kunt staan tegen de listige omleidingen van de duivel.’

Gelovigen, we staan er gelukkig niet alleen voor. We mogen door het geloof weten (wat we lezen in Rom.8:37): ‘Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft.’

Ik geef je de volgende aansporende en bemoedigende woorden van Paulus door uit 1 Kor.15:58 en 57: ‘Daarom dan, mijn geliefde broeders, Wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, daar u weet, dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere. Maar dank aan God, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.’

Jezus Christus is de grote Overwinnaar

De Heere Jezus Christus komt in het boek Openbaring als de grote Overwinnaar naar voren! Het komt hierin wel duidelijk uit dat Hem ‘gegeven is alle macht in hemel en op aarde’ (Matth. 28:18) en dat Hij met de gelovigen is ‘al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen’ (Matth. 28:20).

Jezus Christus is op aarde gekomen om de waarheid getuigenis te geven. Hij is ‘de Weg, de Waarheid en het Leven’ (Joh. 14:6). Hij onderwijst ons. Gods Woord openbaart verborgen zaken. Jezus is de Overwinnaar der wereld. Hij sprak tot Zijn discipelen in Joh. 16:33: ‘Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar hebt goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’

Veel volgelingen van satan vervallen tot depressiviteit en gaan angstig ten onder, maar bij Jezus mag je vrede en blijdschap ontvangen. We zullen het zien in dit boek, in de vele (praktijk)voorbeelden. Ik heb zelf occulte invloeden van satan gezien en contact gehad met mensen die in de greep van verborgen en duistere machten waren. Ik heb als een groot zondaar geleefd in een wereld van verleiding, maar heb door Gods genade ook de kracht van het Evangelie mogen ervaren. Zonder Gods genade in de Heere Jezus Christus kon ik mij niet ontworstelen uit mijn zondige wereld, waar ik zelf voor had gekozen.

Jezus is de Overwinnaar der wereld!

De reddende hand van Jezus Christus is nog steeds aanwezig in het Evangelie! Hij overwint zondaren en maakt ze tot gewillige volgelingen. De gelovigen mogen delen in Zijn heerlijke overwinning. Let er op: je mag leven vanuit de overwinning van Christus! Alleen gaat het niet, maar door Hem zal het gelukken. We lezen in Jes. 55:11, dat de HEERE ‘het woord, dat uit Zijn mond uitgaat, niet ledig (vruchteloos) tot Hem zal doen wederkeren, maar dat het zal doen wat Hem behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Hij het zendt.’ Zo komt het overwinnende Evangelie ook nog tot jou! Geloof dit Evangelie! Bekeer je en leef!

De machtige Beschermer

In dit artikel wordt de nadruk gelegd op de overwinnende kracht van het Evangelie op de occulte machten.  We willen Jezus Christus, onze Heere, voorstellen als de grote Bevrijder en eeuwige Overwinnaar over duivel, dood en hel! In Openbaring 1 maakt Jezus Christus Zich in de verzen 8 en 18 bekend met de volgende woorden van overwinning en macht: ‘Ik ben de Alfa en de Omega, het begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige. En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutel van de hel en van de dood.’

Volgens Hall Lindsey heeft de verlossing van satan altijd plaats op Gods voorwaarden. Hij roept occult belaste mensen op om het volgende te doen: ‘Hebt u zich beziggehouden met occulte zaken, demonie of een andere vorm van satanische communicatie of eredienst, dan dient u alle banden daarmee onmiddellijk te verbreken en u tot Christus te wenden.’

Onderwerp je aan God en weersta de duivel!

Gods Woord leert ons in Jak. 4:7: ‘Zo onderwerpt u dan ook aan God, weerstaat de duivel, en hij zal van u vlieden.’ Dit zijn de voorwaarden waaraan wij ons dienen te houden. Het staat in de gebiedende wijs. In het Grieks lezen we voor duivel ‘diabolōi’. De naam diabolos is afgeleid van dia-ballō, dat ‘uit en door elkaar gooien’ betekent. De Studiebijbel verklaart verder: ‘Dit woord geeft aan, dat de duivel een wezen is dat chaos bewerkt. Toch hoeven zij voor hem niet bang te zijn. Als de duivel merkt dat hij te maken heeft met een tegenstander die van God genade heeft ontvangen, dan zal hij op de vlucht slaan. Die toezegging hebben de gelovigen.’

De duivel bewerkt chaos

In 1 Petr. 5:6-9 lezen we ook dat we ons nederig moeten onderwerpen aan God. Daarbij dienen we al onze bekommering op Hem te werpen, omdat Hij voor de gelovigen zorgt. Letterlijk vertaald staat er: ‘Al de bezorgdheid van u geworpen hebbend op Hem, omdat bij Hem zorg is om u.’ Het Griekse woord ‘merimna’ betekent ‘ongerustheid, angstige bezorgdheid’. Deze zaken kunnen uitmonden in depressie. In vers 6 lezen we: ‘Vernedert u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u zal verhogen te Zijner tijd (op een geschikte tijd).’

Maak je geen zorgen

 onder Gods beschermende hand

Houd er rekening mee, gelovige, dat de krachtige hand van God je beschermt! Vertrouw op Hem! en maak je geen zorgen onder Zijn beschermende, krachtige hand. Toch moet je in de schuilplaats van de Allerhoogste niet zorgeloos worden, maar altijd waakzaam en strijdbaar blijven! We lezen immers in de verzen 8 en 9: ‘Weest nuchter, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een briesende leeuw, zoekende, wie hij zou kunnen verslinden. En weerstaat hem, vast zijnde in het geloof, wetend, dat hetzelfde lijden aan uw broederschap, die in de wereld is, volbracht wordt.’ Deze briesende leeuw is wel al door Christus verslagen, maar nog niet geheel uitgeschakeld.

Als je jezelf bewust bent van een wettige plaats in Christus, hoef je niet echt bang te zijn voor de brullende leeuw. In de Christen- en Christinnereis van John Bunyan zie je dat er twee leeuwen op hun pad waren, maar die lagen wel aan de ketting. In het midden van het pad konden ze niet bij je komen. Christen wist dat aanvankelijk niet, maar aan Christinne was het al van te voren verteld.

Zo is het goed dat een oprecht gelovige weet dat zijn plaats in Christus veilig is en dat hij niet uit de hand van de Zoon en de Vader kan worden gerukt.

 Jezus waakt als de goede Herder over Zijn schapen

We lezen namelijk in Joh.10:27-30: ‘Mijn schapen horen Mijn stem, en Ik ken ze, en zij volgen Mij. En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen; en niemand kan ze rukken uit de hand van Mijn Vader. Ik en de Vader zijn één.’ Het zal niet gebeuren en het kan ook niet gebeuren! Jezus waakt als de goede Herder over Zijn schapen.

We moeten echter wel leren om als een afhankelijk schaap de stem van de goede Herder te horen (= te gehoorzamen, er gehoor aan te geven). Leg je oor daarom niet te luisteren aan de bedrieglijke influisteringen van satan, wat er ook gebeurt! Hij wil je bang maken, maar hij maakt je bang voor niets… want God is de Almachtige en Jezus, je Koning is ook machtiger dan Zijn verslagen vijand! Jezus, de Koning, is machtiger dan zijn verslagen vijand.

Gelovige, ben je jezelf wel bewust van je positie in Christus? Een christen heeft zijn identiteit in Christus! Als je steeds weer twijfelt aan je veilige positie, heeft satan meer kansen om je in het nauw te drijven.

De Engelse puritein Thomas Brooks (1608-1680) leert ons: ‘De satan doet de ‘droevige, twijfelende en troosteloze ziel’ meer aan haar zonden dan aan haar Zaligmaker denken.’

Hij stelt daar tegenover: ‘Laten de gedachten aan een gekruiste Christus u nooit verlaten.’ Brooks heeft het boek ‘Kostbare middelen tegen satans listen’ geschreven. Hij verklaart ons verder: ‘Indien de satan niet kan verhinderen dat Gods volk ten laatste het paradijs, dat boven is, zullen binnentreden, zal hij zijn best doen om hun leven hier beneden tot een wildernis te maken. De satan tracht de troost van Gods kinderen te nemen, wanneer hij hun kroon niet kan roven.’

Laat satan je troost niet roven!

Laat de satan je troost niet roven, door hem op zijn woord te geloven. Hij is de vader van de leugen. Hij wil je angstig en depressief maken. Blijf op Jezus zien! In het Engels lees je dat Jezus tot Zijn discipelen zegt: ‘Hold your peace’ (‘bewaar je vrede’). We lezen in de Nederlandse Bijbel: ‘Vrede zij u’. Leef vanuit de vrede en rust van Jezus, die ons ook verklaart: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u…’ (Joh. 14:27).

Er is een mooi voorbeeld van een vader die met zijn zoontje in de auto op een drukke weg rijdt. Hij moet zijn handen goed aan het stuur houden. Door het open raam is er echter een grote bij binnengevlogen. De kleine jongen is allergisch voor een bijensteek… zijn gezondheid staat daarbij op het spel.

De angstige jongen gilt het uit van angst! Op een geschikt moment vangt zijn vader de bij in zijn hand. Hij houdt zijn hand vervolgens stevig gesloten. Maar op een gegeven moment heeft hij zijn hand weer nodig aan het stuur… en de bij ontsnapt weer in de auto! De arme jongen gilt het weer uit van angst, vooral ook omdat de bij nu wel agressiever zal zijn. De brommende bij komt gevaarlijk dichtbij… Wat een paniek!

Dan zegt zijn vader: ‘Mijn zoon, je hoeft niet bang te zijn… kijk maar eens in mijn hand. In de hand van zijn vader ziet de jongen de angel van de bij vastzitten! De bij is van zijn gevaarlijke angel beroofd. Hij kan nu geen kwaad meer doen.

Kijk maar gelovig in de handen van Jezus

Ik denk dat het voorbeeld duidelijk is. Als je bang bent voor ‘de brommende duivel’ om je heen, kijk dan maar gelovig in de handen van Jezus.

Lees Jes. 53 maar eens goed. Je leest daarin dat Hij onze smarten heeft gedragen en om onze overtredingen is verwond! Hij heeft voor de gelovigen de angst, moeite, lichamelijke pijn en zielenpijn gedragen (denk hierbij aan Zijn lijden in Gethsémané). Hij kan meevoelen in de depressies van Zijn kinderen.

De goede Herder kalmeert de stress van Zijn schapen. De wolf en zelfs de herdershond jagen veroorzaken juist stress en angst bij de schapen. Je mag de duivel misschien wel zien als een boze herdershond, die wordt gebruikt om de schapen naar de herder te laten vluchten.

Je hoeft niet bang te zijn Als je gelovig mag zien in de nodigende en beschermende handen van Jezus, hoef je niet bang te zijn. Je zou het bekende lied ‘Je hoeft niet bang te zijn’ ook kunnen betrekken op de duivel en zijn duistere machten. Je kunt dan lezen en zingen:

Je hoeft niet bang te zijn, al dreigt de duivel weer,

leg maar gewoon je hand in die van onze Heer.