X. Cursus Geestelijk herstel samenkomsten 3+4

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat.

Samenkomst 3

De pijn van de afwijzing

Voel je jezelf ook in de steek gelaten door bepaalde personen?

Afwijzing kan ons leven kapot maken. Veel jongeren worden er door verscheurd. Ze haken af en slaan op de vlucht. In de gevarenzone ontstaan nog meer barsten. Afwijzing kan er zijn in het gezin, in de klas en in de kerk. Afwijzing en onbegrip in de gemeente waar we bij willen horen, kan ons erg beschadigen. In ons land wordt je al gauw bekritiseerd en veroordeeld. Gevolgen van afwijzing zijn angst en boosheid. Velen worden er door verteerd.

Heb je nog wel voldoende vertrouwen in mensen en God?

Stellingen:

 De hemelse Vader kun je altijd vertrouwen,

Hij zal Zijn kinderen nooit in de steek laten.

 Jezus is de goede Herder,

Die onvoorwaardelijk van Zijn schapen zal blijven houden.

Opdracht 1

Vraag 1a. Wat vind je van deze stellingen?

Vraag 1b. Waarom mag je aardse vaders en moeders niet op één lijn stellen met de hemelse vader en de zorg van de goede Herder?

Opdracht 2

Luister naar het volgende lied en kijk naar de afbeeldingen, en geef daarna (om de beurt) aan wat je hierin aanspreekt.

Uitleg ontvangen

(Bij deze uitleg heb je pen en papier nodig, voor de persoonlijke opdrachten)

Onze vroegere ervaringen hebben meestal veel impact op de rest van ons leven. Hoe zijn we gevormd vanaf onze kinderjaren? Als we al jong zijn geconfronteerd met afwijzing, angst en boosheid, kan dit veel invloed blijven uitoefenen op ons verdere denken, voelen en willen. Het zal dan blijven doorwerken in onze reacties, handelingen en beslissingen.

Je kunt je op school afgewezen voelen, omdat je niet wordt geaccepteerd of gekozen wordt, of dat je zelfs gepest wordt. Het is pijnlijk als je in de speeltuin niet mee mag doen.

Liefde of afwijzing?

Het is nog erger als je voor je gevoel nooit liefde van je vader hebt ervaren of dat je moeder je eigenlijk niet wilde – dat je een ongewenst kind bent. Er zijn kinderen die van hun moeder uitdrukkingen hoorden zoals: ‘Was je maar nooit geboren’, of: ‘Wat doe je hier eigenlijk… ik kan je niet gebruiken… je zit bij me in de weg… jammer dat je er bent… hoepel toch op’.

Afwijzing is

‘het gevoel niet gewenst te zijn’ 

Ieder kind dat ter wereld komt, hunkert naar (ouderlijke) liefde, acceptatie en veiligheid.

Veel huwelijken eindigen in een echtscheiding. Door werkdruk en egoïsme kunnen ouders te weinig aandacht en tastbare liefde geven.

Als kind kun je dan denken dat mensen niet van je houden, dat ze je niet aardig vinden. Je kunt jezelf buitengesloten voelen in je gezin, de klas, de werkkring of samenleving. Je voelt je niet geaccepteerd en niet welkom.

Opdracht 3

Opschrijven voor jezelf:

Welke afwijzing heb je ervaren in je kinderjaren en jeugd?

Gevoelens van afwijzing

Het gevoel afgewezen te zijn kan te maken hebben met een geschonden vertrouwen, dat je door iemand die je vertrouwde bedrogen bent. Vooral als je van jongs af aan al bent afgewezen, kunnen ook schuldgevoelens en gevoelens van schaamte bij je aanwezig zijn. Het is allemaal diep gegrift in je geest en in je psyche. Het maalt steeds maar weer in je gedachten. Het is daarom ook een goede voedingsbodem voor verdere geestelijke belasting

Werken van de bekende bijbelleraar Derek Prince (1915-2003) zijn in meer dan 100 talen uitgegeven. In het boekje ‘Gods antwoord voor afwijzing’ streeft hij naar genezing voor de wonden van verwerping en schaamte.  Ik beveel dit aan, samen met zijn boekje ‘Aan de rand van bitter water’.

Ik denk dat ‘acceptatie’ de eerste geestelijke levensbehoefte van de mens is. Het afgewezen en niet geaccepteerd te zijn is vooral voor een jongere een diepingrijpende negatieve ervaring. Derek Prince heeft in zijn pastorale praktijk gemerkt dat verslavingen en persoonlijke problemen in de meeste gevallen ontstaan uit afwijzing. Derek verklaart ons: 

‘Een kind dat weinig lichamelijke warmte of aanraking ervaart,

zal gemakkelijk ten prooi vallen aan afwijzing.’ 

Hij geeft ons verder door: ‘Als je vandaag de dag praat met kinderen die verbitterd en opstandig zijn naar hun ouders toe, dan hoor je vaak het verhaal: ‘Mijn ouders hebben me alles gegeven: kleren, een opleiding, een rijbewijs en een auto, maar ze hebben me nooit tijd gegeven. Ze gaven nooit zichzelf.’

Hij verklaart verder:

‘Afwijzing kan een verborgen, innerlijke houding zijn,

die we met ons meedragen.’

Opdracht 4

Opschrijven voor jezelf:

Wat had je graag ontvangen in je opvoeding en jeugdjaren, dat nog voelt als een gemis?

Afwijzing opent gevaarlijke deuren

Volgens Derek Prince opent afwijzing de deur voor verschillende andere negatieve, verwoestende krachten, om iemands leven binnen te komen.

Door afwijzing ontstaan

persoonlijke problemen en verslavingen

We kunnen daarmee deuren openen voor geesten van angst, jaloezie en haat. Als je in de steek bent gelaten, kun je worden gekweld door gevoelens van geleden onrecht, verraad en schaamte. Je kunt dan bang zijn om andere mensen te ontmoeten, of om hen recht in de ogen te kijken.

En wat denk je van gepantserde mensen, die in hun angst en boosheid de controle willen bewaren? Door hun wantrouwen durven ze zelfs niet de controle uit handen te geven naar God toe. Al dat kwaad keert zich dan tegen jezelf en de mensen om je heen.

Opdracht 5  

Opschrijven voor jezelf:

Volgens Prince zijn er drie soorten afgewezen mensen te noemen die negatief reageren op afwijzing: 1. Mensen die eraan toegeven. 2. Mensen die zich goed houden, maar die het probleem bedekken. 3. Mensen die hard terugvechten.

Herken je jezelf in één van deze drie reacties? Hoe dan wel? 

Derek Prince schrijft:

‘God biedt ons volledige acceptatie aan, maar het ons realiseren van Zijn liefde wordt vaak geblokkeerd door de verstrekkende gevolgen van afwijzing, beschaamd vertrouwen en verlegenheid.’

Opdracht 6

Opschrijven voor jezelf:

Wat vind je van deze stelling van Derek Prince?

 

Denk na over het volgende lied:

Opdracht 7 

Hoe wordt de acceptatie door God en de liefde van Jezus verwoord in het lied ‘Mijn juk is zacht’? Hoe komt dit bij jouw over? (schrijf dit ook maar op).

Opdracht samen delen:

Er is nu een gelegenheid om met anderen in de hele groep te delen wat je hebt opgeschreven bij de opdrachten 3 t/m 7. Het is niet verplicht, en je mag het ook later delen in een klein groepje of met iemand van de leiding.

 

Opdrachten voor in kleinere groepjes:

Opdracht 8 

Denk samen na over Matth. 11:28-30, waar Jezus ons uitnodigt en leert: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’

Je kunt er ook bij betrekken wat je hebt opgeschreven in opdracht 7 bij het lied.

Opdracht 9 

Het juk van Jezus opnemen is ‘zijn leer accepteren en in je opnemen’. In het lied wordt gezongen dat God je vrij maakt als een vogel, die vliegt zonder gewicht… ‘want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht’. Hoe kan dat gebeuren door wat Jezus ons biedt?

Opdracht 10 

Bespreek Galaten 5:1: ‘Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten.’ Wat kan er mis gaan als je al gelooft. Hoe kun je (samen) voorkomen?

 

Onderling gebed

Afsluiten samenkomst

Mogelijkheid tot nazorg

 

********************************************************************************

Samenkomst 4

Samen lezen Jes. 54:4-12.

Opdracht 1

a)    Welke teksten in het voorgelezen gedeelte spreken je het meeste aan? Waarom?

b)   Waarin herken jij jezelf?

c)    Wat heb je nodig van wat wordt genoemd in dit tekstgedeelte?

d)    Hoe kun je ontdekken in de Bijbelteksten van 1 en 2

        wie God is, hoe Hij is en wat Hij voor ons kan betekenen?

 

We hebben licht en liefde nodig

Een gelovige is als dat kleine klimplantje.

Ben je ook als zo’n klimplantje?

Klem je dan maar vast aan het ruwhouten kruis!

Jezus straalt de liefde, het licht en de warmte van God uit. Gods liefde komt vanuit het Evangelie van het kruis naar je toe. Door de liefde van Jezus word je gevangen! Hij accepteert je. Als je tot Hem komt, wijst Hij je niet af. Door Zijn liefde worden de wonden van afwijzing genezen.

Denk aan de bemoedigende woorden uit Jes. 54:6-7: ‘Want als een verlaten vrouw, een bedroefde van geest, roept de HEERE u, de vrouw van de jeugd, die afgewezen was, zegt uw God.’

De liefde van God komt in het Evangelie tot je, lokt je aan en maakt je actief. Je kruipt dan naar het licht en de warmte toe. Klimplantje Geloof heeft het hout nodig om omhoog te kunnen klimmen uit het stof. Wat is het klimplantje waard zonder licht en houvast? Je hebt houvast, licht en liefde nodig in je leven!

Opdracht 2

Bespreek samen in de hele groep het voorbeeld van het zonlicht, het kruis en het klimplantje, en de tekst die erover gaat. Welke geestelijke lessen kun je er uithalen en doorgeven?

 

Hoe is het met je geestelijke conditie?

Het is belangrijk om een goed inzicht te krijgen in de geestelijke en psychische positie waarin je verkeerd. Innerlijk heb je door de jaren heen een historisch record opgebouwd aan ervaringskennis en gevoelens.

We willen samen ontdekken waar de pijnplekken zijn en waar het gemis wordt ervaren. Het begint meestal met afwijzing, met de daaruit voortkomende gevoelens van onveiligheid.

De gevolgen zijn meetbaar in gevoelens van boosheid, afgunst, twijfel en angst. Deze geestelijke zaken worden als een negatieve stuwkracht opgebouwd in het historisch record van het denken. Onze gevoelens en ons denken geven sturing aan onze wil. Dit is bepalend voor de wilskracht en de keuzes die we maken.

De persoonlijke meerkeuzevragen gaan over de positiebepaling van jezelf. Ze kunnen van tevoren thuis worden gemaakt, maar ook tijdens de samenkomst. De 18 vragen zijn snel in te vullen. Omcirkel het antwoord dat het meeste bij jouw past. Als dit niet aanwezig is, kun je bij D een ander antwoord formuleren.

Het gaat erom hoe het is gesteld met het uiten van jouw gevoelens, jouw vertrouwen, zelfbeeld en de hoe je met afwijzing omgaat.

Daarna kan het met elkaar worden doorgesproken in de verwerking binnen de kleinere discussiegroepjes. Er is ook een mogelijkheid voor nazorg.

Persoonlijke meerkeuzevragen

Een positiebepaling van jezelf

Als jouw antwoord niet bij A, B of C zit, moet je bij D een eigen antwoord invullen. Je mag bij D ook een aanvulling geven: vul dit dan naast A, B of C in.

Gevoelens

1. Durf jij je gevoelens wel te uiten?

    A. Daar heb ik geen moeite mee.

    B. Alleen bij enkele personen die ik echt vertrouw.

    C. Ik doe dat liever niet.

    D. …

2. Vind je het fijn om je gevoelens met een ander te delen?

    A. Nee, want dat vind ik niet zo veilig.

    B. Nee, want niemand hoeft te weten hoe ik mij voel.

    C. Ja, want dat kan fijn en bemoedigend zijn voor mezelf en anderen.

    D. …

3. Ben je bang dat iemand misbruik zal maken van jouw openheid over jezelf?

    A. Nee hoor, waarom zou iemand dat doen?

    B. Dat doet mij niets. Ik ben daar niet bang voor.

    C. Daar ben ik wel bang voor. Ik heb al meer gezien dat dit gebeurde.

    D. …

4. Ben je voorzichtiger geworden om jezelf zo persoonlijk te uiten? Waarom?

    A. Ja, omdat ik er meer dan eens bedrogen mee ben uitgekomen.

    B. Juist niet. Ik durf mezelf meer open te stellen dan vroeger.

    C. Ik vind het nu moeilijker, omdat ik onzekerder over mezelf ben geworden.

    D. …

5. Is het eigenlijk wel nodig om met iemand over jouw gevoelens te praten?

    A. Ik heb er geen behoefte aan en heb het tot nu toe zelf kunnen oplossen.

    B. Het is nergens voor nodig. Ik heb geen problemen.

    C. Ik heb er wel behoefte aan. Ik kom er alleen niet uit.

    D. …

Vertrouwen

6. Heb jij mensen die je echt durft te vertrouwen?

    A. Ja, ik heb er één of meer, waar ik bijna alles aan durf te vertellen.

    B. Ik blijf op mijn hoede. Ik ga er voorzichtig mee om. Je weet maar nooit.

    C. Alleen als het echt moet zal ik iemand in vertrouwen nemen.

    D. …

7. Heb jij belangrijke vragen op geestelijk gebied?

    A. Zeker wel. Ik zit er behoorlijk mee.

    B. Ja, maar ik durf er bijna niet met anderen over te praten.

    C. Min of meer, maar ik wil het eerst nog voor mezelf uitzoeken.

    D. …

8. Voel jij je wel begrepen?

    A. Door kennissen wel, maar verder ook niet.

    B. Door bijna niemand die ik ken.

    C. Ik voel me wel begrepen. Ze nemen me serieus.

    D. …

9. Word je wel geaccepteerd?

    A. Ik lig eigenlijk wel buiten de groep. Enkelingen trekken met mij op.

    B. Ze vinden me aardig. Ik hoor er gewoon bij.

    C. Ik word genegeerd en ook wel gepest.

    D. …

Zelfbeeld

10. Ben je tevreden over jezelf?

      A. Ik ben ontevreden over mezelf.

      B. Ik ben inderdaad tevreden over mezelf. Ik hoef niet anders te zijn.

      C. Ik mag eigenlijk niet klagen, maar het kan wel beter.

      D. …

11. Voel je jezelf in veel zaken minder bekwaam dan anderen?

      A. Nee hoor. Ik kan goed meekomen.

      B. Dat klopt. Het lukt me minder dan anderen.

      C. Ik maak me daar zorgen over en wordt er nogal eens zenuwachtig van.

      D. …

12. Hoe zie jij jezelf?

      A. Negatief

      B. Positief

      C. Daar denk ik niet over na.

      D. …

13. Waarin voel jij je onzeker?

      A. In veel zaken die op mij afkomen.

      B. In zaken waarover ik geen controle kan uitoefenen.

      C. Als iemand macht over mij uitoefent en mij onder druk zet.

      D. …

Afwijzing

14. Waarom vind je afwijzing zo erg?

      A. Ik word daar heel eenzaam en verdrietig van.

      B. Ik wil er graag bij horen en geliefd zijn.

      C. Ik kan er niet tegen als iemand een hekel aan mij heeft.

      D. …

15. Waarom zouden ze jou afwijzen?

      A. Omdat ik niet mee kan doen in de harde en verkeerde dingen.

      B. Omdat ik niet vlot, knap en grappig genoeg ben.

      C. Omdat ze een hekel aan me hebben, om hoe ik ben.

      D. …

16. Waarom zit je er mee als maar enkele mensen jou niet accepteren?

      A. Omdat dat juist de mensen zijn waar ik bij wil horen.

      B. Omdat ik van hen afhankelijk ben.

      C. Omdat ze me zo weten te treffen, dat mijn leven erdoor verzuurd wordt.

      D. …

17. Wat vind je bedreigend?

      A. Als anderen me kwetsen en pijn willen doen.

      B. Als ik buitengesloten word en ze me afwijzen.

      C. Als ik de controle verlies en mijn toekomst onzeker wordt.

      D. …

18. Wat doe je als mensen je pijn hebben gedaan?

      A. Ik wil dit niet laten merken en houd me aan de buitenkant groot.

      B. Ik kan ze moeilijk of niet vergeven en heb last van haatgevoelens.

      C. Ik voel boosheid en heb de neiging om wraak te nemen.

      D. …

 

Opdrachten samen verwerken

Denk in het kleine groepje na over afwijzing en acceptatie in de Bijbel

1.  Samen lezen: Jes. 49:14-16.

a)    Wat zeggen deze teksten over afwijzing en acceptatie?

b)   Hoe kun je hier troost en bemoediging in vinden?

2.   Samen lezen Psalm 27:1:

‘De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik angst hebben?’

a)    Waarom is deze tekst zo belangrijk voor ons?

b)   Hoe kun je dit voor jezelf geloven?

 3.   Samen lezen Psalm 27:7-10.

a)    Wat valt je op bij deze woorden van David tot God?

b)   Waaruit blijkt zijn geloofstaal?

c)    Hoe kun je God zoeken en vinden?

d)    Kun je David nazeggen in vers 10:

      ‘Maar de HEERE zal mij aannemen’?

       Waarom wel of niet?

 

Onderling gebed

Afsluiten samenkomst

Mogelijkheid tot nazorg