Bijbelstudies Stromen van levend water
Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat
Leven uit de Levensbron
Bij God is de bron van het leven (Ps.36:10). Als we de toevlucht tot hem hebben genomen, worden we verzadigd vanuit Zijn overvloed. We mogen dan drinken uit Zijn beek (Ps.36:8-9). Andere mensen moeten zien dat wij worden verzadigd uit Zijn volheid. Laat de goedheid van God maar zien! Geef door wat je van Hem hebt ontvangen.
Jezus zei tegen de Samaritaanse vrouw: ‘ wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven’ (Joh.4:13-14). Jezus kan ons pas echt verzadigen en de volkomen geestelijke vervulling geven. Hij roept ons toe vanuit Joh.7:37-38: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.’
Door Jezus Christus is de liefde en genade van God tot ons gekomen en in ons gevloeid. Jezus is de Wijnstok en wij zijn de ranken, die de levenssappen van Hem ontvangen (Joh.15). Hij is dus ook de Levensbron. Uit Zijn volheid ontvangen wij genade op genade (Joh.1:16).
Wij moeten in Hem blijven om zichtbare vrucht te kunnen dragen, want zonder Hem kunnen wij niets doen (Joh.15:4-5). Zijn woorden moeten in ons blijven om te kunnen ontvangen wat wij van Hem verlangen (Joh.15:7). Dit komt verderop aan de orde bij het onderdeel over de Wijnstok en de ranken. In Joh.15:8 leert Jezus ons: ‘Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.’
Leven we uit de Levensbron?
Zoeken wij bovenal de eer van God? Zijn we een echte volgeling en leerling van Jezus? Blijf op Jezus zien, en leef uit Zijn volheid! Hier moet de training voor discipelschap en evangelisatie op gericht zijn. Evangeliseren is ‘doorgeven wat wij van Hem hebben ontvangen’. Om dit te kunnen doen moeten wij op de Levensbron zijn aangesloten, en zorg dragen voor een goede doorstroming in onze bron. Evangeliseren is het overvloeien van onze geestelijke bron.
De bijbelstudies zijn erop gericht om een overvloeiende bron te worden. In de brieven van Paulus worden we meerdere malen opgeroepen om (meer) overvloedig te zijn (Bestudeer 2 Kor.9:8, Filip.1:9, Kol.2:6-7 en 1 Thess.4:1.)
In 1 Kor.15:8 en 57 worden we aangespoord en bemoedigd: ‘Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere. Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.’
Inleidende vragen:
1. Wat heeft de Levensbron ons te bieden?
2. Waarin komt de Levensbron overeen met de Wijnstok?
3. Hoe kunnen wij in Jezus blijven en vrucht dragen?
4. Waarom heeft evangelisatie alles te maken met de Levensbron?
5. Waarom horen discipelschapstraining en evangelisatietraining bij elkaar?
6. Hoe kunnen we overvloedig zijn in het werk van de Heere?
Bijbelstudie 1
Ben je een bron van levend water?
Hoe worden we een overvloeiende bron van levend water? Dat heeft duidelijk te maken met de wijze waarop we geloven. Jezus leert ons in Joh.7:38: ‘Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.’ Dit heeft te maken met het werk van de Heilige Geest (vers 39). We hebben voortdurende opwekking en doorstroming nodig. Dat is kenmerkend voor een gezonde bron, die veel betekent voor de omgeving.
Voor een gezonde gelovige is evangeliseren een vanzelfsprekende passie en geen opgelegde plicht. Als je door het geloof voortdurend mag drinken van het levende water, vloeit je bron vanzelf over. Jezus nodigt nog steeds vanuit Joh.7:37: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.’ Het water dat Jezus ons geeft, wordt in ons een bron van water dat opwelt tot in het eeuwige leven (Joh.4:14).
Wat kan de doorstroming belemmeren?
Wat kan onze bron gaan vervuilen?
Hoe kan de bron van geestelijk leven zelfs gaan dichtslibben?
We gaan samen nadenken over:
het slijk van de twijfel
Al deze zaken kunnen de doorstroming van onze bron belemmeren. We doen dit door middel van persoonlijke vragen en groepsopdrachten.
Laat je steeds weer voeden door het Woord en zoek naar vervulling door de Geest (Ef.5:18). Het kwade in ons kan zich blijven handhaven door onkunde. We bezitten dan te weinig praktische geloofskennis om het kwade uit onze bron te verwijderen. Voor een goede doorstroming moet onze bron voortdurend worden aangevuld. Door een voortdurende doorstroming wordt het vuil verwijderd en zal de bron niet dichtslibben.
In de training voor discipelschap en evangelisatie is het nodig dat we eerst gaan kijken naar de doorstroming van de bron van ons geestelijk leven.
Denk na over de volgende vragen:
1. Wat kan de doorstroming belemmeren?
2. Wat is er nog in ons wat reiniging en heling nodig heeft?
3. Hoe proberen de geestelijke boosheden de doorstroming te blokkeren?
4. Onderzoek nu wat de goede doorstroming in je geestelijk leven belemmert.
Beantwoord de volgende meerkeuzevragen
(Je kunt hierbij meerdere antwoorden omcirkelen):
5. Heb je last van het slijk van de twijfel?
A. Het overvalt me regelmatig.
B. Ik heb er veel mee te strijden.
C. Gelukkig heb ik weinig last van twijfel.
D. Ik twijfel nogal eens aan mezelf.
E. Ik heb mijn twijfels over de weg die God met me houdt.
F. Ik word in twijfel gebracht door uitleg over het geloofsleven.
G. Ik ga twijfelen door innerlijke tegenstrijdigheden.
H. Ik blijf twijfelen door zonden die in mijn leven blijven.
I. Door tegenslagen ben ik gaan twijfelen.
J. Ik twijfel aan de uitkomst van sommige beloften.
K. Ik twijfel regelmatig omdat bepaalde gebeden niet worden verhoord.
Groepsopdrachten over twijfel
6. Waarom is slijk dat aanslibt in de bron een goed beeld van twijfel?
7. Hoe word je verlost van het slijk van de twijfel?
8. Kun je vertellen hoe er na twijfel weer doorstroming kwam in jouw geloofsleven?
9. Noem onopgeloste vragen over persoonlijke twijfel.
10. Welke vragen hebben anderen ook? Kom met verhelderingsvragen.
Hoe komt het dat het breder leeft?
11 Laat het Woord van God hierin spreken. Bemoedig elkaar.
12. Maak er gebedspunten van. Ga samen in gebed.
________________________________
Bijbelstudie 2
Het gruis van negatieve gevoelens
Vragen over het gruis van negatieve gevoelens
1. Welke negatieve gevoelens kunnen onze bron vertroebelen?
2. Hoe kunnen deze gevoelens bij gelovigen nog een grote rol spelen?
3. Waarom hebben veel gelovigen last van ‘het gruis van afwijzing’?
4. Waardoor kunnen we in verwarring raken?
5. Wat hebben confrontaties en tegenstrijdigheden hiermee te maken?
6. Waarom zijn angst en afgunst vaak gevolgen van afwijzing?
Wat doe je met het gruis in jouw bron?
7. Welke volgende zinnen zijn het meest op jou van toepassing? Doe dit voor jezelf.
Nummer 1 tot 10: Zet bovenaan wat het meeste bij je past, aflopend naar nummer 10.
De andere 6 zinnen zijn dan voor jou niet zozeer van toepassing.
A. Ik heb gelukkig geen last van negatieve gevoelens.
B. Het gruis doet me niets. Ik negeer het gewoon.
C. Ik erger me aan het gruis.
D. Ik zorg dat ik positief overkom, zodat ze het niet merken.
E. Ik leer ermee te leven.
F. Omdat er nog genoeg doorstroming is, verwaarloos ik het gruis.
G. Ik zie het gruis wel door de vingers.
H. Ik hoop op God, zie op Jezus, en reinig mijn bron (1 Joh.3:3).
I. Ik vind het heel verdrietig dat mijn bron zo vertroebeld is.
J. Ik blijf zien en vertrouwen op het reinigend bloed van Jezus.
K. Ik herken mijn gebed in Ps.19:13: ‘Reinig mij van verborgen afdwalingen.’
L. Mijn verlangens en gebeden vind ik in Ps.51:4 en 9-15.
M. Bij afwijzing mag ik zien op Jezus, Die werd veracht (Jes.53:2-5).
N. Het bemoedigt mij dat Jezus ons leed heeft gedragen (Jes.53:4).
O. Ik ervaar dat er door de striemen van Jezus genezing voor mij is (Jes.53:5).
P. Ik probeer in Jezus te blijven en vrucht uit Hem te dragen,
want dan zal de Vader mij reinigen, om meer vrucht te dragen (Joh.15:1-2).
8. Probeer het nu met elkaar te delen, en er een gesprek over te hebben.
9. Laat in het gesprek de 5 belangrijkste zinnen voor reiniging naar voren komen.
10. Waarom is Jes.53 goed voor oplossingen van het genoemde gruis in de bron?
11. Deel teksten uit Jes.53 die je bijzonder aanspreken. Waarom?
12. Probeer elkaar verder te bemoedigen vanuit het Woord.
13. Noem gebedspunten, en ga samen voor en met elkaar in gebed.
Denk aan de opbouw in het ‘Onze Vader’.
Begin met aanbidding en dankzegging, bid voor elkaar,
en eindig met lofprijzing.
____________________________________
Bijbelstudie 3
Stenen in onze bron
Welke stenen blokkeren onze bron?
We lezen in Gen.26 dat Izak te maken had met dichtgestopte waterputten. De Filistijnen hadden dat uit jaloersheid gedaan. In vers 15 staat er: ‘Al de putten die de dienaren van zijn vader Abraham gegraven hadden, stopten de Filistijnen dicht en vulden ze met aarde.’ Daar zit een herkenbare les in. Onze geestelijke vijanden zullen proberen om onze geestelijke bron dicht te stoppen.
Door wat anderen ons aandoen
Toegewijde gelovigen en evangelisten ontmoeten tegenstand. De duivel is de tegenstander en laat zijn onderdanen stenen gooien naar actieve gelovigen. Negatieve reacties, pijnlijke opmerkingen en roddels kunnen ons diep in het hart treffen. De stenen van onkunde vanuit de wereld missen nogal eens hun doel. Je weet hoe ze daar denken. Ze kunnen met opmerkingen gooien die nergens op slaan en ons dus ook niet treffen. Stenen vanuit de godsdienstige wettische wereld komen veel pijnlijker over. De Joden probeerden Jezus al te stenigen (Joh.8:59, 10:31). In Hand.8:58 zie je dat ze vrijmoedige getuige Stefanus hebben gestenigd.
Op geestelijke wijze worden er stenen in onze bron geworpen. Als ze je diep treffen, kunnen ze blijven liggen op de bodem van je hart. Bij herhaling zullen deze stenen dan de doorstroming in jouw bron gaan blokkeren. Het kunnen stenen van afwijzing en vernedering zijn. Als je vrijmoedig mocht getuigen van het geloof in Jezus, kunnen wettische gemeenteleden je stenen van onbegrip en afgunst toewerpen. Izak werd rijk gezegend door de HEERE (Gen.26:12-14). De Filistijnen konden de welvaart van hem niet hebben, en stopte uit jaloersheid de waterputten voor hem dicht.
Sommigen kunnen proberen ons onder hun controle te houden, en ons bang te maken om het levend water nog zo vrijmoedig uit te dragen. Zij gooien stenen van boosheid en angst in onze bron. Als we ons dit aantrekken kunnen deze stenen zich opstapelen in onze bron. Boosheid en angst kunnen zelfs gekwetste gelovigen geestelijk belasten. Angst en verbittering kunnen ons beklemmen en ons alle vrijmoedigheid benemen.
We kunnen ook in moeilijke omstandigheden worden gebracht, waarin we verkeerd reageren en fouten maken. Mensen kunnen ons gaan beschuldigen en belasteren. Stenen van teleurstelling en zelfbeschuldigingen kunnen ons dan treffen en onze vrijmoedigheid blokkeren.
Door wat we onszelf aandoen
Door zonden kan ons hart worden verontreinigd. We worden droefgeestig en depressief. We gaan onszelf herkennen in Psalm 51. Dit kan de gelovigen allemaal overkomen. In Psalm 32:4 geeft David aan dat door zijn zonde zijn levensvocht veranderde in een zomerse droogte. Gelukkig kwam er bij David na schuldbelijdenis weer doorstroming. Daarna kon hij weer een getuige zijn van een barmhartig God. In Psalm 51:12-15 bidt en verklaart hij: ‘Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. Verwerp mij niet van voor Uw aangezicht en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg. Geef mij de vreugde over Uw heil terug, ondersteun mij met een geest van vrijmoedigheid. Dan zal ik de overtreders Uw wegen leren en zondaars zullen zich tot U bekeren.’
David kon na vergeving, vernieuwing en doorstroming weer een vrijmoedige evangelist worden. De Heilige Geest kan ons weer nieuwe vrijmoedigheid geven. Stromen van levend water zijn er door het werk van de Heilige Geest (Joh.7:38-39). Vrijmoedigheid geeft nieuwe, krachtige doorstroming in onze bron, en spoelt de angst weg. Door angst verloochende Petrus Zijn Meester. Door de uitstorting van de Heilige Geest kreeg hij bijzondere vrijmoedigheid en werd hij een krachtige bron van levend water.
Graaf de oude putten weer op
Er zijn nog genoeg watervoorraden te vinden uit het christelijk verleden. Het is goed om deze toegestopte putten weer op te graven. We kunnen daar dan wel weer water uit putten en moed uit scheppen. We lezen in Gen.26:18 van Izak in het dal van Gerar het volgende: ‘En Izak keerde terug en groef de waterputten weer op die zij in de tijd van Abraham gegraven hadden en die de Filistijnen na de dood van Abraham dichtgestopt hadden. Hij gaf ze dezelfde namen als zijn vader ze gegeven had.’
Zoek naar het levende water
Izak bleef daarna met zijn dienaren naar water graven. Dit is een voorbeeld om na te volgen. Als je eens van het heldere water hebt gedronken, en de smaak ervan te pakken hebt gekregen, zul je naar meer water gaan zoeken. In Gen.26:29 lezen we: ‘De dienaren van Izak groeven eens in het dal en vonden daar een put met opborrelend water (a well of running water).’ In de weg van zoeken en graven kun je het levende water vinden! In Gen.26:23 lezen we dat Izak bij Berseba de HEERE een altaar bouwde. Hij zette daar ook zijn tent op, en zijn dienaren groeven daar een put. Het Hebreeuwse woord voor graven ziet hier op het doorgraven van een rotslaag. De putten die er nu nog in Berseba zijn gaan door vijf meter rots heen. Het is de moeite waard om het water te bereiken dat van levensbelang is. Je moet er dus wel je best voor doen om een put te graven en open te houden.
Het water kan worden betwist. Boze machten zullen proberen om je van het levend water af te houden, zodat je geestelijk leven zal opdrogen. Izak bleef volhouden met zoeken en graven. En zo vond hij een put waar geen onenigheid over was. We lezen verder in Gen.26:22: ‘Daarom gaf hij hem de naam Rehoboth, want, zei hij, nu heeft de HEERE ruimte voor ons gemaakt en zullen wij vruchtbaar zijn in dit land.’
Wij willen geestelijk vrucht dragen in onze omgeving. Daarom wens ik ons allen een put Rehoboth toe… en wij zullen vruchtbaar zijn in dit land!