Discipelschapstraining 2 Geloofsgroei: blijven in Jezus Christus

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat

Waardoor is er geloofsgroei? 

   

Vanaf het eerste begin komen de innerlijke veranderingen uit de Wijnstok voort. Na de overplaatsing en inenting van de rank ontvangt deze nieuwe voeding uit de Wijnstok Jezus. De levensvernieuwende en voedingrijke levenssappen zorgen ervoor dat er goede vrucht komt. Voor blijvende vrucht moeten we door het geloof aan Jezus verbonden blijven.

 

Als we in de Wijnstok blijven, zal onze rank kunnen uitgroeien. Wij komen dan geestelijk tot bloei, om tot eer van God veel vrucht te dragen. Dit gebeurt dus door een voortdurende doorstroming van de levenssappen uit de Wijnstok Jezus Christus.

Een voortdurende doorstroming is nodig

Door in Hem te blijven, zal ons geloof dus groeien. Wij moeten zelfs één plant met Hem worden (Rom.6:5). Wij delen dan in Zijn dood en opstanding, vernedering en overwinning. In het leven van Jezus gaat het over offeren, strijden en overwinnen. Hoe is dat bij ons?                             

Een gelovige die werkelijk in de Wijnstok is, heeft een open levensverbinding met Jezus.  Hij ligt geestelijk aan het infuus, waardoor alle geestelijke voeding en herstellende mineralen tot hem komen. 

In het geloof 

lig je geestelijk aan het infuus 

Het snoeien door de wet voorafgaand aan het Evangelie is levensbedreigend voor de rank. Een patiënt in het ziekenhuis moet voor de operatie eerst aan het infuus. Als hij bij de operatie veel bloed en energie verliest, heeft hij voortdurende toevoer van nieuw bloed nodig. Wij hebben het verzoenende en reinigende bloed van Jezus nodig. Door dit bloed ontvangen wij vergeving, herstel en reiniging.

Alleen als we aan Jezus verbonden zijn,

gaan we geestelijk vrucht dragen.

En als wij vrucht dragen worden wij gesnoeid, om meer vrucht te kunnen dragen (zie Joh.15:2).  

Door het geloof 

De levenssappen komen tot ons door geloofswerkzaamheden. Geloofswerkzaamheden worden in de Bijbel verwoord door bepaalde werkwoorden, zoals: komen, aannemen, volgen, zien, vertrouwen op, blijven in. ‘In Jezus blijven’ doe je dus door het geloof.  

Het komt er voor ons dus op aan dat we door het ontvangende geloof zoveel mogelijk levensmineralen halen uit de Wijnstok. Er is genoeg levenwekkende stuwkracht in de Wijnstok. Bij Jezus Zijn er geen belemmeringen. De problemen kunnen slechts ontstaan bij de ranken. We moeten ons dus hoofdzakelijk bezighouden met de vraag: ‘Hoe zal Ik Hem ontvangen?’

Hoe ontvang ik blijvend de levenssappen? 

De ranken groeien en worden krachtig door blijvend levenssappen van de Wijnstok te ontvangen. Gelovigen behoren aanhoudend aan het geestelijk infuus te liggen. Zwakke en beschadigde ranken ontvangen de juiste behandeling door het snoeien, zuiveren en het ontvangen van het nieuwe leven. Jezus wordt de tweede Adam genoemd. In de Engelse Bijbel wordt in 1 Kor.15:45 verklaard: ‘The First man Adam became a living being. The last Adam became a life-giving spirit.’ (in de Nederlandse vertaling: ‘Tot een levend-makende Geest’. Jezus is voor de gelovigen een onuitputtelijke Bron van levend water geworden. Door Hem kunnen wij voortdurend worden gevoed en gereinigd. 

  

Inleidende rondvragen: 

1. Hoe kunnen we in Jezus blijven?

2. Waardoor kan er geloofsgroei zijn?

3. Hoe kunnen we door Hem overwinnen? 

We worden getoetst op de vrucht

Vanuit de Wijnstok ontvangen wij levensmineralen vanuit het karakter, het beeld, de gezindheid en de gerichtheid van Jezus Christus. Wij bidden in de avondzang om aan Zijn beeld gelijk gemaakt te worden. God heeft ons bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn (Rom.8:29). Dat is dus het doel van God met de gelovigen.  

We worden getoetst op de vrucht die we vanuit Jezus ontvangen. We kennen deze vrucht van de Geest uit Gal.5:22, namelijk: ‘Liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.’ 

We moeten van Jezus leren dat hij zachtmoedig is en nederig van hart (Matth.11:28). De ware gelovigen worden aan deze kenmerken herkend. Zij hebben dit van Jezus ontvangen en geleerd. Zij leven daarmee onder de genade en leven vanuit het Evangelie.  

4. Noem eens belangrijke kenmerken en karaktereigenschappen van Jezus. Hoe was Hij? Hoe leefde Hij? Wat deed Hij vanuit de liefde van Zijn hart?

Betrek bij de beantwoording Joh.1:14, Filip.2:5-8, Matth.11:29, Efeze 5:1-2, Hebr.12:2-3. 

Door voortdurend in Jezus te blijven en op Hem te zien, zal ons leven steeds meer worden vernieuwd naar het beeld, het karakter en de gezindheid van Jezus. Zie In Rom.6:5 zie je dat een gelovige één plant met Hem wordt in de gelijkmaking van Zijn dood en opstanding. Vanuit het Grieks lezen we dat we dan zijn ‘samengegroeid met Hem’ Gelijkmaking betekent: een op Hem gelijkende kopie worden. Het beeld van Jezus wordt dan in ons gekopieerd of afgebeeld. 

5. Wat zal er in ons worden vernieuwd?

    Zie Rom.12:2, Ef.4:23-24. 

In Rom.12:2 gaat het over de vernieuwing in je denken en gezindheid. In een vertaling staat er: ‘Word hervormd in je denken. Bekering betekent letterlijk vanuit de grondtekst: vernieuwing in denken en doen.Vernieuwing in je denken is een voortdurend proces, dat gebeurt door de voortdurende doorstroming vanuit de Wijnstok. 

6. Deel eens met elkaar hoe je ‘de vernieuwing in denken en doen’ hebt ervaren.

    Wanneer en hoe ben je anders gaan denken?

    Hoe is dit proces bij je doorgegaan? 

7. Hoe denk je over de genade van God, over Jezus en over jezelf (jouw positie)? 

Je gaat door de vernieuwing in je denken ook anders leven en doen. Je gaat namelijk steeds meer denken en handelen vanuit de gezindheid van Jezus. 

8. Waaraan kun je zien dat een gelovige leeft en handelt vanuit de gezindheid van zijn Meester?  Zie Ef.4:1-4+15 en Kol.3:12-17 (in het Engels wordt deze perikoop in de Kolossenzen genoemd: Character of the New Man.) 

9. Welke heerlijke geestelijke voorrechten vloeien hieruit voort? (Betrek bij de beantwoordig Kol.3:12-17.)     

10. In Joh.17:20-23 bidt Jezus om eenwording: Zoals de Vader in de Zoon één zijn, dat ook de gelovigen in Hen één zijn. 

    a. Wat zal de wereld dan geloven en erkennen?

    b. Waarom zijn in dit verband ‘ontvangen, delen en uitdelen’ zo belangrijk voor effectieve evangelisatie? 

11.  Wat denk je van de volgende stelling:

Het gaat om de dingen

 die je door Jezus en met Jezus doet 

12. Een discipel is een leerling en volgeling van Jezus.

      a. Hoe discipelt Hij ons?

      b. Hoe kunnen wij elkaar discipelen?