Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.
Hoe kun je Jezus nederig volgen met een zuiver hart?
Waarom is geestelijke reiniging nodig om vrucht te kunnen dragen in de oogst van Jezus Christus? Hij leert ons in Joh. 15:8: ‘Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, namelijk dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.’ Waarom hebben veel bekende predikers en evangelisten beproevingen, vernederingen en ‘snoeiwerk’ moeten ondervinden, voordat ze door God op een bijzondere wijze werden gebruikt in Zijn dienst?
In de Bijbel en kerkgeschiedenis zien we meerdere malen hoe vurige en toegewijde gelovigen in zonde vallen of een terugval krijgen. Gelukkig lezen we daarbij ook van hun herstel door de genade van God. We zien het bij David en Petrus. Ze hebben de nodige lessen geleerd, die aan ons zijn overgeleverd. Ernstige zonden, zoals overspel en het verloochenen van Jezus, zijn vergeven na berouw, belijdenis en terugkeer naar God.
Daarna zijn David en Petrus weer gebruikt in de dienst van God. We worden bemoedigd en aangemoedigd in de Psalmen 32 en 51, maar ook in de brieven van Petrus. We kunnen ervan leren hoe belangrijk het is om God nederig en gehoorzaam te dienen en Jezus te volgen in het licht.
We lezen in de Handelingen hoe juist Petrus op een bijzondere wijze is gebruikt door God in de uitbreiding van Zijn Koninkrijk en in de oogst van Jezus Christus. Verderop in het artikel wordt uitgebreid ingegaan op de ervaringen van Petrus als het gaat om ‘schuld, bekering, vergeving en herstel’ in het volgen van Jezus en de dienst in Zijn Koninkrijk.
Reiniging, schuld, vergeving en herstel bij Loren en Kalafi
We zien deze ontwikkeling en leiding van God ook in de levens van Loren Cunningham en Kalafi Moala in hun werk voor Jeugd met een Opdracht, die worden beschreven in dit artikel. De wereldwijd bekende Loren Cunningham is oprichter van Youth With A Mission (Jeugd met een Opdracht).
God heeft Kalafi op een bijzondere wijze tot inkeer gebracht. Hij ontving vergeving, zuivering en een oprecht hart in de overgave aan God. Hij is uiteindelijk hersteld in een leiderschapspositie bij de organisatie. Daarna heeft hij al veel zegen op zijn werk mogen ervaren.
Loren geeft aan dat er reiniging en zuivering van het hart nodig zijn om Gods stem beter te leren verstaan en Hem onvoorwaardelijk te gehoorzamen.
Loren heeft dit zelf moeten ervaren,
om daarna een bruikbaar vat voor God te kunnen zijn
Hij ging gebukt onder de pijn van afwijzing, maar mocht zijn werk niet voortzetten voordat hij om vergeving had gevraagd bij hen die hem hadden afgewezen. Loren werd ontdekt aan zijn trots. Hij besefte hoeveel keer hij iets had gedaan of gezegd om erkenning van mensen te verwerven in plaats van die van God. De woorden van zijn moeder kwamen hem weer in de gedachten: ‘Zoon, als je trots wordt, kan God je niet meer gebruiken…’
‘Zoon, als je trots wordt,
kan God je niet meer gebruiken…’
Loren geeft aan: ‘Plotseling zag ik hoeveel tijd ik had verknoeid door te proberen mijzelf en mijn eigen ideeën te verdedigen. Die tijd was ten koste gegaan van het echte werk dat gedaan moest worden: met andere mensen over Jezus spreken.
In tranen vroeg ik God om vergeving. Van nu af aan wilde ik werkelijk positief spreken over mijn vroegere leiders. Ik kon weer dankbaar zijn, zowel voor hen als voor wat ik van hen had meegekregen.’
In dit artikel wordt uitgebreid ingegaan op het zuiveringsproces en de zegeningen en opwekking die hij heeft meegemaakt.
John Arnott en het belang van vergeving
Ik ga ook nog in op de lessen die de bekende voorganger John Arnott heeft geleerd als het gaat over nederigheid en het ontvangen van een zuiver hart. John bemerkte, dat veel mensen veroordelend spreken. ‘Ze praten maar door over hetgeen waardoor ze verwond zijn.’ John verklaart: ‘Op die manier zijn we dan bezig in die toestand van 80% van onze tijd, waarop onze gedachten ter beschikking van de vijand zijn.’ We bewaren en koesteren dan slangenzaad in ons hart.
Als we daar mee bezig zijn, geven we volgens Arnott ‘aan de duivel een sleutel van ons huis.’
Geef de duivel geen sleutel van je huis!
John Arnott kwam tot inkeer en vroeg: ‘Mijn gebed is, Heere, ik zou graag helemaal herzien willen worden. Help me om tenminste 20% negatief en 80% positief te worden.’ Satan komt op een occulte wijze als een dief in de nacht, om ons te beroven van positieve gedachten en het mooie in ons (geestelijk) leven kapot te maken.
Het is opvallend dat er veel geestelijke en psychische problemen blijven bestaan in de christelijke gemeenten. Dit kan staat het welzijn van de slachtoffers en hun directe omgeving in de weg. John Arnott heeft het over ‘energie slurpende wonden’.
Hij verklaart in een artikel over het belang van vergeving: ‘Ik ben meer dan 17 jaar voorganger geweest. Eén ding heb ik in die tijd ontdekt, en dat is dat verwondingen en verwoestingen in mensenharten en levens veel energie en ruimte wegzuigen.’
Als we willen leven vanuit de het leven en denken van Jezus Christus, behoren wij onze vijanden juist lief te hebben!
Aan het einde van dit artikel wordt er verder ingegaan, zoals John Arnott en Neil Anderson het verwoorden. Dan zien we het belang van vergevingsgezindheid voor kerkelijk en persoonlijk herstel.
Laten we elkaar liefhebben en zoeken naar vergeving!
We gaan eerst zien hoe Loren Cunningham, de discipel Petrus en Kalafi en Petrus het hebben geleerd en ervaren.
***
Loren Cunningham over ‘een zuiver hart’
De wereldwijd bekende Loren Cunningham, oprichter van Youth With a Mission (Jeugd met een Opdracht), heeft het inspirerende boek “Is dit echt van U, Heer?’ geschreven.
Loren is in 1935 geboren en kreeg op 13-jarige leeftijd al een roeping vanuit Mark.16:15: ‘Gaat heen in de gehele wereld en verkondigt het Evangelie aan de ganse schepping (aan alle creaturen).’ Later liet de Heere hem zien dat ‘golven van jonge mensen’ over de wereld zouden gaan om het Evangelie uit te dragen.
In 1983 werden er al 15.000 vrijwilligers in kort verband door JmeO uitgezonden, om het Evangelie in woord en daad uit te dragen. Zij hadden toen 3800 fulltime medewerkers, een universiteit op Hawaï, 113 permanente bases en 70 scholen in 40 verschillende landen. In 1982 ging het zendingsschip ‘The Anastasis’ (De Opstanding) voor JmeO de vaart in. In 1999 had Loren Cunningham persoonlijk alle 243 landen in de wereld bezocht en er het Evangelie gepredikt.
Loren benadrukt in zijn boek, dat op het gebied van geestelijke leiding niets zo belangrijk is als de relatie met Hem, Die de leider is. Als Hij leiding geeft, doet Hij dat vaak innerlijk, door Zijn Heilige Geest, ‘met zachte stem’, zodat alleen zij Hem verstaan, die een nauwe band met Hem hebben. Er is reiniging en zuivering van het hart nodig om Gods stem beter te leren verstaan en Hem onvoorwaardelijk te gehoorzamen.
Door de leiding van zijn kerkgenootschap, waar hij predikant was, werd hem niet toegelaten om ook jongeren uit andere kerkverbanden mee te nemen op zijn zendingstochten. Hij kon niet akkoord gaan met ‘de kerkelijke spelregels’, waarin hij niet meer speelruimte kreeg dan een team van 10-20 jongeren per jaar. Directeur Zimmerman had hem hierin voor de keus gesteld. Het speet deze man oprecht dat Loren door zijn keus de staf van deze moest organisatie verlaten.
Loren wilde echter Gods leiding volgen en moest daardoor zelfs zijn predikantschap binnen zijn kerkverband opgeven. Na zijn ontslag voelde hij zich kapot en verward van binnen. Hij werd in zijn roeping afgewezen, maar wilde er geen negatieve gevoelens over hebben. Hij voegde er het zwijgen aan toe. Hij schrijft er verder over: ‘Ik was vastbesloten niet opstandig te zijn… maar toch was er al een virus van bitterheid binnengeslopen.’ Het speelde zich af in de plaats Springfield in de VS.
Tijdens zijn evangelisatiewerk in Nieuw Zeeland werd Loren echter op geestelijke wijze geblokkeerd. Hij werd door de Heere gedrongen om zich zeven dagen af te zonderen voordat hij zijn zendingswerk zou aanvangen. In het huis waar hij logeerde werd zijn hart door de God gezuiverd.
Na de derde dag van zijn vastentijd vond de doorbraak plaats. Loren geeft aan: ‘Het leek alsof ik geopereerd werd aan mijn ziel. Ik lag languit op de grond te wachten op God. Plotseling voelde ik het scherpe mesje in mijn geweten aan het werk gaan.’ Het kwam in zijn hart: ‘Herinner jij je Springfield?’
Hij verhaalt ons verder: ‘Sneller dan ik voor mogelijk had gehouden herinnerde ik me allerlei voorbeelden, waarin ik me een bepaald oordeel had gevormd of een bepaalde houding had aangenomen. Ik besefte hoe kritisch en bitter ik eigenlijk was tegenover de leiders van mijn denominatie, omdat zij de visie van JmeO niet met me deelden… met name tegenover mijn broeder Thomas Zimmerman.’
‘Al twee jaar ging ik gebukt
onder de pijn van hun afwijzing’
Loren vervolgt: ‘Al twee jaar (…) ging ik gebukt onder de pijn van hun afwijzing, en in stilte was ik mijn eigen kerkelijke achtergrond gaan ontkennen. Plotseling zag ik hoeveel tijd ik had verknoeid door te proberen mijzelf en mijn eigen ideeën te verdedigen. Die tijd was ten koste gegaan van het echte werk dat gedaan moest worden: met andere mensen over Jezus spreken.
In tranen vroeg ik God om vergeving. Van nu af aan wilde ik werkelijk positief spreken over mijn vroegere leiders. Ik kon weer dankbaar zijn, zowel voor hen als voor wat ik van hen had meegekregen. En als deze visie echt van God was, kon ik Hem die ook Zelf laten verdedigen. Terwijl ik daar op de groene vloerbedekking lag, wist ik dat God me had gehoord en vergeven.
Daarna werd Loren ontdekt aan zijn trots. Hij besefte hoeveel keer hij iets had gedaan of gezegd om erkenning van mensen te verwerven in plaats van die van God. De woorden van zijn moeder kwamen hem weer in de gedachten: ‘Zoon, als je trots wordt, kan God je niet meer gebruiken…’
‘Zoon, als je trots wordt,
kan God je niet meer gebruiken…’
Ook de zonden in zijn gedachteleven kwamen hem voor de aandacht. Wat er in hem opkwam, bekende hij, terwijl hij God hierbij vroeg om hem te vergeven en hem te helpen om deze zonden de rug toe te keren.
Daarna schreef Loren een aantal brieven naar personen waar hij nog zaken in orde moest maken. Bovenaan het stapeltje brieven lag de envelop die was geadresseerd aan Springfield, Missouri, met daarin de brief: ‘Beste broeder Zimmerman…’
Loren verklaart: Het was een bijna ondraaglijke opgave, maar die avond kroop ik onder de dekens met een gloednieuw gevoel van reinheid.
Er is reiniging nodig
om Gods stem beter te leren verstaan
Loren heeft dit zelf moeten ervaren,
om daarna een bruikbaar vat voor de Heere te kunnen zijn
Deze gebeurtenis betekende een positief keerpunt. Loren geeft ons door: ‘Het is het punt dat ieder, die de stem van de Heere wil kunnen verstaan, moet passeren. We kunnen Hem veel beter horen als we tot Hem komen met een gereinigd hart. Het proces van bekentenis is er één dat nooit eindigt, maar ik had tenminste een begin gemaakt!’
Daarna is er door de jaren heen een rijke zegen gevolgd in het leven van Loren Cunnigham en de organisatie Youth With A Mission.
Loren Cunningham:
‘We kunnen Hem veel beter horen
als we tot Hem komen met een gereinigd hart.’
***
***
Heb je vijanden lief!
Als we willen leven en denken vanuit Jezus Christus behoren wij onze vijanden lief te hebben. In Matth.5:44-45a houdt Jezus ons voor: ‘Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen. Zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is.’ In de Goed Nieuws Bijbel staat er: ‘Dan pas zult u echte kinderen zijn.’
Dan mag je het werkelijk laten zien dat je Jezus navolgt
In Matth.5:23-26 gaat het erover dat je jezelf met je broeder moet verzoenen (terwijl hij wat tegen je heeft) en dat je welgezind moet zijn jegens je tegenpartij. Als iemand een ander met de rug van zijn hand op de rechterwang sloeg (Matth.5:39) werd dit door de Joden als één van de ergste beledigingen beschouwd. Toch behoor je als christen geen weerstand te bieden aan zulk een onrecht, maar de andere wang toe te keren. De Studiebijbel verklaart hierbij dat Jezus hier niet een beter rechtsprincipe eist, maar een houding… die alle rechtspraak overbodig maakt.
Vergeven betekent eigenlijk ‘ver-wèg-geven’. De zonde wordt bij vergeving weggegeven aan Jezus. Hij neemt als het Lam van God de zonde van de wereld weg. Letterlijk staat er in Joh.1:29: ‘Zie, het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt!’ Het Griekse woord ‘airō’ heeft hier de algemene strekking van ‘uit de weg ruimen’, ‘wegdoen’.
‘Zie, het Lam van God,
Dat de zonde der wereld wegneemt!’
De gelovigen behoren te leven vanuit het leven van de genade en de vergeving. Zij zijn niet onder de wet, maar onder de genade (Rom.6:14).
We lezen in Gal.5:1: ‘Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten.’
Eigenlijk staat er in Gal.5:1: ‘Je bent tot vrijheid bevrijd.’
We leren verder dat in Christus Jezus het geloof door de liefde werkzaam is (Gal.5:6). Wij zijn tot vrijheid geroepen… om elkaar door de liefde te dienen (Gal.5:13).
Als je in het geloof op Jezus ziet, wordt je hart gezuiverd van de zonde. Je mag dan leven vanuit vergeving.
Door Jezus kun je in vrijheid leven
met een zuiver hart
***
Jezus en Petrus
Wat kunnen we leren van het geloofsleven van Petrus?
Petrus is naast Johannes wel de bekendste leerling van Jezus, die als discipel het vaakst genoemd wordt. Hij leek een vurige volgeling van Jezus, maar verloochende Hem als het erop aankwam.
Petrus komt menselijk over. Hij reageerde direct en impulsief, vanuit zijn gevoel en liefde tot zijn Meester. Hij was nogal eens ‘haantje de voorste’. Maar toen de haan kraaide, huilde hij bitter (Luk. 22:62).
Petrus was de volgeling
die Jezus niet meer kon volgen
Hij speelde een grote rol tijdens het leven van Jezus, en vooral ook na zijn dood en opstanding. Hij liet zich zien als een leider in de dienst van God. Zijn brieven spreken boekdelen, zijn wijs, pastoraal en aanmoedigend. Hij kende vanuit de persoonlijke ervaring ‘schuld, vernedering, vergeving, herstel en verhoging in de dienst van God.
Petrus was, samen met zijn broer Andreas, één van de eerste leerlingen die door Jezus werd geroepen. Hij was op dat moment aan het vissen, maar liet zijn boot en netten meteen achter en ging achter Jezus aan. We lezen erover in Matth. 4:18-20: ‘En Jezus liep langs de zee van Galilea en zag twee broers, namelijk Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas, het net in de zee werpen, want zij waren vissers. En Hij zei tegen hen: Kom achter Mij aan, en Ik zal u vissers van mensen maken. Zij lieten meteen de netten achter en volgden Hem.’
En na Jezus’ opstanding bleef Petrus een belangrijk figuur. Paulus noemt hem één van de leiders van de kerk in Jeruzalem en de ‘apostel voor de Joden’ (Galaten 2). Petrus beleed Jezus als de Messias. In alle evangeliën wordt over deze ‘belijdenis van Petrus’ verteld.
In Matth.16:15 lezen dat Jezus vroeg aan Zijn discipelen: ‘Maar u, wie zegt u dat Ik ben?’ We lezen verder in de verzen 16-19: ‘Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.’
De christus is ‘de Gezalfde, de beloofde Messias’. In een vertaling lezen we bij Luk. 9:20: ‘Petrus antwoordde: ‘U bent de Messias die door God gestuurd is.’
Toen Jezus Zijn lijden en sterven voor het eerst aankondigde, ging het al mis met Petrus. We lezen een paar verzen verder na zijn mooie belijdenis, in Matth.16: 22-23: ’En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren! Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen.’
Daarna volgde er nog een belijdenis van Petrus, toen het geloof van de toehoorder door Jezus werd beproefd en getest. Velen wilden Jezus daarbij niet meer volgen. We lezen verder in Joh. 6:67-69: ‘Jezus dan zei tegen de twaalf: Wilt u ook niet weggaan? Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, naar wie zullen wij heen gaan? U hebt woorden van eeuwig leven. En wij hebben geloofd en erkend dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God.’
Petrus heeft de heerlijkheid van Jezus mogen zien op de berg der verheerlijking. We lezen erover in Mark. 9:2-4: ‘En na zes dagen nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes met Zich mee en bracht hen apart op een hoge berg, alleen hen; en Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd. En Zijn kleren werden blinkend, zeer wit, als sneeuw, zo wit als geen wolbewerker op aarde ze kan maken. En aan hen verscheen Elia met Mozes en zij spraken met Jezus.’
Let op de reactie van Petrus in de verzen 5-6: ‘En Petrus antwoordde en zei tegen Jezus: Rabbi, het is goed dat wij hier zijn; en laten wij drie tenten maken, voor U één en voor Mozes één en voor Elia één. Hij wist namelijk niet wat hij zei, want zij waren zeer bevreesd.’
In Mark. 9:7-8 wordt ons verder verhaald: ‘En er kwam een wolk, die hen overschaduwde, en uit de wolk kwam een stem, die zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, luister naar Hem! En plotseling, terwijl zij om zich heen keken, zagen zij niemand meer bij zich dan Jezus alleen.’
In 2 Petr.16-19 zien we hoe het Petrus een krachtige getuige heeft gemaakt in de dienst van God. Hij schrijft ons daar met zekerheid: ‘Want wij zijn geen kunstig bedachte verzinsels gevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Heere Jezus Christus bekendmaakten, maar wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit. Want Hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid ontvangen, toen een stem als deze van de verheven heerlijkheid tot Hem kwam: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb. En deze stem hebben wij gehoord, toen deze vanuit de hemel kwam, terwijl wij met Hem op de heilige berg waren. En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart.’
Hoe kon het na al deze bijzondere ervaringen en openbaringen van Jezus nog zo misgaan met het geloof van Petrus?
Was hij te ondoordacht impulsief en te emotioneel ingesteld? Moest hij worden afgeremd in zijn voorop willen gaan en in zijn ijver voor Jezus? Was het jeugdige vurigheid met te weinig levenservaring en geloofsbeproevingen? We zien het allemaal wel terugkomen in de levens van heel wat gelovigen, die uiteindelijk door de leiding van God veel hebben mogen betekenen in de dienst van Zijn Koninkrijk.
We kunnen van Petrus leren om de valkuilen van het vroege enthousiasme te ontwijken. De jeugdige ijver is wel goed, maar de geestelijke groei is ook nodig om een volwassen gelovige te kunnen zijn in de dienst van God.
Petrus liep niet alleen voorop als het goed ging, hij had ook snel verkeerde gedachten over de weg die Jezus moest gaan om de zonden te kunnen vergeven en verloren mensen te redden. Hij wilde Jezus wel kronen, maar zag niet in dat daartoe eerst het kruis nodig was. Petrus kwam wel overmoedig over, maar kon ook snel ontmoedigd raken.
De overmoed van Petrus is gelukkig veranderd in geloofsmoed
We leren Petrus in de Bijbel kennen in zijn sterke en zwakke kanten. We zien hem in zijn schuld, ontreddering en berouw. We zien daar tegenover de opzoekende liefde van Jezus. Daarbij komt de vergeving en het herstel van Petrus in de dienst van God. Dat is bemoedigend voor ons.
Petrus heeft de lessen geleerd
die wij ook kunnen leren in het dienen van God
en het blijven volgen van Jezus
Lessen van Jezus voor een overmoedige Petrus
We zien in Luk. 22:31-34 dat Petrus door Jezus is gewaarschuwd en dat Hij zijn verloochening heeft voorzegd. We lezen daar: ‘En de Heere zei: Simon, Simon, zie, de satan heeft u allen opgeëist om te ziften als de tarwe. Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt. En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders. En hij zei tegen Hem: Heere, met U ben ik bereid om zelfs de gevangenis en de dood in te gaan. Maar Hij zei: Ik zeg u, Petrus, de haan zal vandaag beslist niet kraaien, voordat u driemaal geloochend zult hebben dat u Mij kent.’
Jezus heeft ook de andere discipelen voorbereid, zoals we lezen in Mark. 14:27-28: ‘En Jezus zei tegen hen: U zult in deze nacht allen aanstoot aan Mij nemen, want er is geschreven: Ik zal de Herder slaan en de schapen zullen uiteengedreven worden. Maar nadat Ik opgewekt zal zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.’ Let op de volgende overmoedige woorden van Petrus en de voorzegging van Jezus in Mark. 14:29-31: ‘En Petrus zei tegen Hem: Ook al zullen allen aanstoot aan U nemen, ik echter niet. En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, Ik zeg u dat u vandaag, in deze nacht, voordat de haan twee keer gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult verloochenen. Maar hij zei nog krachtiger: Al moest ik met U sterven, ik zal U beslist niet verloochenen! En evenzo spraken zij ook allen.’ Je ziet in vers 31 dat ook de andere discipelen de woorden van Petrus hebben overgenomen.
Jezus leed ook voor hen in de hof
In de geestelijke strijd en het lijden van Jezus in de hof kon ook Petrus de test niet doorstaan, om met zijn Meester te waken. Toen het erop aankwam bleek zijn vlees te zwak en viel ook Petrus in slaap. De geschiedenis wordt beschreven in Markus 14:32-42. Omdat Markus later met Petrus optrok, kunnen we aannemen dat hij het van Petrus zelf heeft gehoord.
We lezen in deze teksten in Markus 14: 32. ‘En zij kwamen op een plaats waarvan de naam Gethsémané was, en Hij zei tegen Zijn discipelen: Ga hier zitten totdat Ik gebeden zal hebben. 33. En Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met Zich mee en begon ontdaan en zeer angstig te worden; 34. en Hij zei tegen hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot de dood toe; blijf hier en waak. 35. En toen Hij iets verder gegaan was, wierp Hij Zich ter aarde en bad dat, als het mogelijk was, dat uur aan Hem voorbij zou gaan. 36. En Hij zei: Abba, Vader, alle dingen zijn mogelijk voor U; neem deze drinkbeker van Mij weg, maar niet wat Ik wil, maar wat U wilt. 37. En Hij kwam en trof hen slapend aan en Hij zei tegen Petrus: Simon, slaapt u? Was u niet in staat één uur te waken? 38. Waak allen en bid, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. 39. En toen Hij weer weggegaan was, bad Hij en sprak dezelfde woorden. 40. En toen Hij terugkwam, trof Hij hen opnieuw slapend aan, want hun ogen waren zwaar geworden; en zij wisten niet wat zij Hem moesten antwoorden. 41. En Hij kwam voor de derde keer en zei tegen hen: Slaap nu maar verder en rust; het is genoeg, het uur is gekomen; zie, de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen van de zondaars. 42. Sta op, laten wij gaan; zie, hij die Mij verraadt, is dichtbij.’
Toen het erop aankwam, konden de discipelen niet met Jezus waken en niet voor Hem strijden. Hij heeft het verlossende werk alleen gedaan. Dat is de kern van het Evangelie. Jezus is een volkomen Zaligmaker. Onze werken om te helpen schieten te kort. Hij heeft alles voor ons geleden. We moeten in Hem geloven, Zijn offer aanvaarden, Hem bewonderen, aanbidden en danken voor Zijn onuitsprekelijk grote liefde. Het Evangelie in het kort luidt in Joh. 3:16: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’
De discipelen dienden slechts de roeping door Jezus op te volgen, die we lezen in Matth. 4:19: ‘Kom achter Mij aan, en Ik zal u vissers van mensen maken.’ Zij behoorden ook Zijn belofte te geloven.
Petrus had zijn belijdenis in Matth. 16:16 vast moeten houden, namelijk: ‘U bent de Christus, de Zoon van de levende God.’ Hij had moeten blijven doen was hij God de Vader hoorde zeggen over Jezus op de berg van de verheerlijking, namelijk in Mark. 9:7: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!’ Dan was het resultaat van zijn pogingen geweest, dat hij nog alleen nog maar op Jezus zou hebben gezien.
Dit is ook de les voor ons
als wij in de dienst van God voorspoedig willen zijn:
Jezus belijden, naar Hem luisteren en Hem volgen
Bij de gevangenneming van Jezus in de hof wilde Petrus zijn Meester nog verdedigen. Maar hij stond daarmee het werk van zijn Heiland in de weg. Jezus zei tegen de soldaten en dienaars dat Hij Jezus de Nazarener was. Zij deinsden toen terug en vielen op de grond. Jezus toonde daarbij Zijn macht. Hij gaf zich echter vrijwillig aan hen over. Hij beschermde ook zijn discipelen, toen hij sprak (in Joh. 18:7): ‘Als u dan Mij zoekt, laat dezen weggaan.’ Daarmee gaf Hij ook aan dat Hij het verlossend werk alleen zou verrichten.
Toch zien we dat de fanatieke Petrus met zijn zwaard Jezus nog een handje wilde helpen. We lezen in Joh. 18:10: ‘Simon Petrus dan, die een zwaard had, trok dat, trof de dienaar van de hogepriester en sloeg zijn rechteroor af. En de naam van de dienaar was Malchus.’ Het scherpe antwoord van Jezus had Petrus toen toch wel moeten treffen, als we lezen in vers 11: ‘Steek uw zwaard in de schede. De drinkbeker die de Vader Mij gegeven heeft, zal Ik die niet drinken?’
De verloochening van Petrus
De ontmoedigde, ontredderde en terneergeslagen Petrus kon alleen nog maar op afstand aanzien wat er met Jezus gebeurde. Helaas nam hij met zijn verloochening ook afstand van zijn leermeester. Gelukkig deed Jezus geen afstand van Zijn ontrouwe discipel. Hij keek Petrus na zijn verloochening aan.
Je leest de geschiedenis in Luk. 22:54-62: ‘En zij namen Hem gevangen en voerden Hem weg en brachten Hem in het huis van de hogepriester. En Petrus volgde op een afstand. 55. En toen zij een vuur aangestoken hadden midden op de binnenplaats, en zij samen daaromheen waren gaan zitten, ging Petrus in hun midden zitten. 56. En een zeker dienstmeisje zag hem bij het vuur zitten en zei, met haar ogen op hem gericht: Ook hij was bij Hem. 57. Maar hij verloochende Hem en zei: Vrouw, ik ken Hem niet.’
58. ‘En kort daarna zag een ander hem en zei: Ook u bent een van hen. Maar Petrus zei: Mens, dat ben ik niet. 59. En ongeveer een uur later bevestigde een ander met stelligheid: Het is werkelijk waar, ook hij was bij Hem, want hij is ook een Galileeër. 60. Maar Petrus zei: Mens, ik weet niet wat u zegt. En onmiddellijk, terwijl hij nog sprak, kraaide de haan.’
61. ‘En de Heere keerde Zich om en keek Petrus aan. En Petrus herinnerde zich het woord van de Heere, hoe Hij tegen hem gezegd had: Voordat de haan gekraaid zal hebben, zult u Mij driemaal verloochend hebben. 62. En Petrus ging naar buiten en huilde bitter.’
***
Jezus en Petrus bij de zee van Tiberias
De geschiedenis van de verschijning van Jezus aan de zeven discipelen en zijn gesprek met Petrus wordt beschreven in Johannes 21. Je ziet het verhaal en tekst op de afbeeldingen die zijn opgenomen in dit artikel. In verzen 2-3 lezen we: ‘Er waren bijeen Simon Petrus en Thomas, ook Didymus genoemd, en Nathanaël, die uit Kana in Galilea afkomstig was, en de zonen van Zebedeüs, en twee anderen van Zijn discipelen. 3. Simon Petrus zei tegen hen: Ik ga vissen. Zij zeiden tegen hem: Wij gaan met u mee. Zij gingen naar buiten, en gingen meteen aan boord van het schip; en in die nacht vingen zij niets.’
Joh. 21:4-6 gaat verder: ‘En toen het al ochtend geworden was, stond Jezus aan de oever, maar de discipelen wisten niet dat het Jezus was. 5. Jezus dan zei tegen hen: Kinderen, hebt u niet iets voor bij het eten? Zij antwoordden Hem: Nee. 6. En Hij zei tegen hen: Werp het net uit aan de rechterkant van het schip en u zult vinden. Dus wierpen zij het uit en zij konden het niet meer trekken vanwege de grote hoeveelheid vissen.’
In Joh. 21:7 zien we de spontane reactie van Petrus op het wonder: ‘De discipel dan die Jezus liefhad, zei tegen Petrus: Het is de Heere! Toen Simon Petrus dan hoorde dat het de Heere was, sloeg hij het bovenkleed om, want hij was ongekleed, en wierp zich in de zee.’
We lezen verder in Joh. 21:8-11: ‘En de andere discipelen kwamen met het scheepje, want zij waren niet ver, slechts ongeveer tweehonderd el, van het land verwijderd, en sleepten het net met de vissen. 9. Toen zij nu aan land gegaan waren, zagen zij een kolenvuur met vis daarop liggen, en brood. 10. Jezus zei tegen hen: Breng wat van de vissen die u nu gevangen hebt. 11. Simon Petrus ging ernaartoe en trok het net op het land, vol grote vissen, honderddrieënvijftig, en hoewel het er zoveel waren, scheurde het net niet.’
Wat een wonder dat Jezus ze uitnodigde tot Zijn maaltijd. Hij liet zien dat Hij zorgt voor de wonderen en de oogst van Zijn volgelingen: ‘de vissers van mensen’. In Joh. 21:12-14 wordt ons doorgegeven: ‘Jezus zei tegen hen: Kom, gebruik de maaltijd. En niemand van de discipelen durfde Hem te vragen: Wie bent U? want zij wisten dat het de Heere was. 13. Jezus dan kwam en nam het brood en gaf het hun, en de vis eveneens. 14. Dit nu was de derde keer dat Jezus Zich aan Zijn discipelen openbaarde, nadat Hij uit de doden opgewekt was.’
Jezus heeft Zijn discipel Petrus met liefde hersteld
Daarna gaat het over het herstel van Petrus in zijn bediening. Het ‘helende gesprek’ van Jezus met Petrus staat in Joh. 21:15-19, waar we lezen: ‘Toen zij dan de maaltijd gebruikt hadden, zei Jezus tegen Simon Petrus: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij meer lief dan dezen? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem: Weid Mijn lammeren. 16. Hij zei opnieuw tegen hem, voor de tweede keer: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij lief? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem: Hoed Mijn schapen.
17. Hij zei voor de derde keer tegen hem: Simon, zoon van Jona, houdt u van Mij? Petrus werd bedroefd, omdat Hij voor de derde keer tegen hem zei: Houdt u van Mij? En hij zei tegen Hem: Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik van U houd. Jezus zei tegen hem: Weid Mijn schapen.
18. Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen u jonger was, omgordde u uzelf en liep u waar u wilde; maar als u oud geworden bent, zult u uw handen uitstrekken, en een ander zal u omgorden en u brengen waar u niet heen wilt. 19. En dit zei Hij om aan te duiden met wat voor dood hij God verheerlijken zou. En nadat Hij dit gezegd had, zei Hij tegen hem: Volg Mij!’
Bij de opdrachten hieronder wordt uitgebreid ingegaan op de ontmoeting van Jezus met Zijn zeven discipelen bij het meer. Je leest daar ook meer over de diepere betekenis van de genoemde vormen van liefde, namelijk:’agape’ en ‘Phileo’. Het gaat er voor ons ook om welke liefde wij tot Jezus hebben. De opdrachten hieronder zijn toepasbaar op ons geloofsleven.
Verlang je ook naar meer liefde en leiding van Jezus in je leven?
Blijf dan op Jezus zien, verwacht het van Hem
en volg Hem!
***
Opdrachten met tekst en uitleg over Jezus en Petrus
Dit onderdeel is als opdrachtenblad gebruikt bij de Sta op cursus Geestelijk herstel. Hiermee kun je in groepsverband een Bijbelstudie houden.
Het gaat over Jezus, Petrus en wij.
Wat kunnen we leren van het geloofsleven van Petrus?
Petrus is een bekendste leerling van Jezus. Hij leek een vurige volgeling van Jezus, maar verloochende Hem toen het erop aankwam.
Petrus is de volgeling die Jezus niet meer kon volgen
Petrus komt menselijk over. Hij reageerde direct en impulsief, vanuit zijn gevoel en liefde tot zijn Meester. Hij was nogal eens ‘haantje de voorste’. Maar toen de haan kraaide, huilde hij bitter (Luk. 22:62).
Toen Petrus Jezus losliet, hield Jezus hem vast
Hij speelde een grote rol tijdens het leven van Jezus, en vooral ook na zijn dood en opstanding. Hij liet zich zien als een leider in de dienst van God. Zijn brieven spreken boekdelen, zijn wijs, pastoraal en aanmoedigend. Hij kende vanuit de persoonlijke ervaring ‘schuld, vernedering, vergeving, herstel en verhoging in de dienst van God’.
Petrus moest zich aan de roeping en beloften van Jezus houden
Petrus werd door Jezus werd geroepen om zijn discipel (volgeling en leerling) te worden. We lezen erover in Matth. 4:18-20: ‘En Jezus liep langs de zee van Galilea en zag twee broers, namelijk Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas, het net in de zee werpen, want zij waren vissers. En Hij zei tegen hen: Kom achter Mij aan, en Ik zal u vissers van mensen maken. Zij lieten meteen de netten achter en volgden Hem.’
Opdrachten
1. Heb je een tijd gehad dat je Jezus niet meer kon volgen? Waardoor kwam dat?
2. Kun je vertellen dat Jezus je toen niet heeft losgelaten? Hoe kwam het weer goed?
3. Hoe weet je dat je door God geroepen bent om Jezus te volgen?
Petrus heeft Jezus als de Christus (de beloofde Messias) beleden
Op deze belijdenis (deze petra) heeft Jezus Zijn gemeente gebouwd. Lees Matth. 16:15-19. In vers 18 staat er: ‘Ik zeg u dat u Petrus (Petros) bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen.’ Petros betekent rots(steen).
De steenrots Petrus was ook een struikelblok
Toen Jezus Zijn lijden en sterven voor het eerst aankondigde, ging het al mis met Petrus. We lezen een paar verzen verder na zijn mooie belijdenis, in Matth.16: 22-23: ’En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren! Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen.’
Hij wilde Jezus blijven volgen
Nadat velen Jezus niet meer wilden volgen, lezen we in Joh. 6:67-69: ‘Jezus dan zei tegen de twaalf: Wilt u ook niet weggaan? Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, naar wie zullen wij heen gaan? U hebt woorden van eeuwig leven. En wij hebben geloofd en erkend dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God.’
Petrus zag de heerlijkheid van Jezus
Petrus heeft de heerlijkheid van Jezus mogen zien op de berg der verheerlijking. We lezen erover in Mark. 9:2-8. Uit een wolk sprak toen de stem van God: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!’ (vers 7). Zie ook Petrus in 2 Petr.16-19.
Opdrachten
4. Wat vind je positief aan Petrus? Waarin zou je ook willen zijn als hem?
5. Hoe zou je reageren als Jezus tegen je zou zeggen: ‘Wil je ook niet weggaan?’
Hoe kon het nog zo misgaan met het geloof van Petrus?
Was hij te ondoordacht impulsief en te emotioneel ingesteld? Wilde hij voorop lopen, terwijl hij Jezus moest volgen? Begreep hij de missie van Jezus niet? Wilde hij Hem dienen in een aards koninkrijk?
Petrus wilde Jezus kronen, maar zag niet de noodzaak het kruis
Petrus kwam wel overmoedig over, maar kon ook snel ontmoedigd raken. We leren Petrus in de Bijbel kennen in zijn sterke en zwakke kanten. We zien hem in zijn schuld, ontreddering en berouw. We zien ook de opzoekende liefde van Jezus.
Petrus is door Jezus geleerd en in zijn geloof getest (beproefd)
Lessen voor Petrus Jezus heeft Petrus gewaarschuwd en zijn verloochening voorzegd. We lezen in Luk. 22:31-34: ‘En de Heere zei: Simon, Simon, zie, de satan heeft u allen opgeëist om te ziften als de tarwe. Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt. En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders. En hij zei tegen Hem: Heere, met U ben ik bereid om zelfs de gevangenis en de dood in te gaan. Maar Hij zei: Ik zeg u, Petrus, de haan zal vandaag beslist niet kraaien, voordat u driemaal geloochend zult hebben dat u Mij kent.’ Zie ook Mark. 14:27-31.
Jezus leed en streed alleen
om ook falende gelovigen te redden
In de geestelijke strijd en het lijden van Jezus in de hof kon ook Petrus de test niet doorstaan, om met zijn Meester te waken. Toen het erop aankwam bleek zijn vlees te zwak en viel ook Petrus in slaap. Zie deze geschiedenis in Markus 14:32-42.
Bij de gevangenneming van Jezus in de hof (Joh. 18:1-11) wilde Petrus zijn Meester nog verdedigen. We zien dat de fanatieke Petrus met zijn zwaard Jezus nog een handje wilde helpen.
Petrus heeft Jezus verloochend
Je leest de geschiedenis in Luk. 22:54-62. De ontmoedigde, ontredderde en terneergeslagen Petrus kon alleen nog maar op afstand aanzien wat er met Jezus gebeurde. Helaas nam hij met zijn verloochening ook afstand van zijn leermeester. Gelukkig deed Jezus nam geen afstand van hem. We lezen in Luk. 22:61-62: ‘En de Heere keerde Zich om en keek Petrus aan. En Petrus herinnerde zich het woord van de Heere, hoe Hij tegen hem gezegd had: Voordat de haan gekraaid zal hebben, zult u Mij driemaal verloochend hebben. En Petrus ging naar buiten en huilde bitter.’
Markus, die later met Petrus optrok en hem zelf hoorde, geeft de gebeurtenis door in Mark. 14, waar we vanaf vers 66 lezen: ‘En toen Petrus beneden op de binnenplaats was, kwam een van de dienstmeisjes van de hogepriester; 67. en toen zij Petrus zich zag warmen, keek zij hem aan en zei: Ook u was bij Jezus de Nazarener. 68. Maar hij ontkende het en zei: Ik ken Hem niet, en ik weet niet wat u zegt. En hij ging naar buiten, naar het voorportaal, en de haan kraaide.’
We lezen in Joh. 18:26 ook nog een reactie van een dienaar van de hogepriester, zoals we lezen op de tekst naast afbeelding hieronder:
Vanaf Mark. 14:69 wordt verhaald: ‘En toen het dienstmeisje hem opnieuw zag, begon zij te zeggen tegen hen die daarbij stonden: Hij is een van hen. 70. Maar hij ontkende het opnieuw. En kort daarna zeiden zij die daarbij stonden, opnieuw tegen Petrus: Werkelijk, u bent een van hen, want u bent ook een Galileeër en uw spraak vertoont overeenkomst. 71. En hij begon zichzelf te vervloeken en te zweren: Ik ken deze Mens niet over Wie u spreekt. 72. En de haan kraaide voor de tweede keer; en Petrus herinnerde zich het woord dat Jezus tegen hem gezegd had: Voordat de haan twee keer gekraaid zal hebben, zult u Mij driemaal verloochenen. En toen dat tot hem doordrong, begon hij te huilen.’
Opdrachten
6. Waarom ging het zo mis met Petrus, zodat hij Jezus zelfs verloochende?
7. Wat denk je van het berouw van Petrus? Herken je dat bij jezelf? Hoe dan wel?
Zonder Jezus wordt er niets gevangen in Zijn dienst
Na de opstanding van Jezus stelde Petrus voor aan zes andere discipelen om te gaan vissen in de zee van Tiberias (het meer van Galilea). Het staat in Johannes 21.
In die nacht vingen zij echter niets.
We lezen in Joh. 21:4-5: ‘En toen het al ochtend geworden was, stond Jezus aan de oever, maar de discipelen wisten niet dat het Jezus was. Jezus dan zei tegen hen: Kinderen, hebt u niet iets voor bij het eten? Zij antwoordden Hem: Nee.’
Als je in de nacht van je leven niets vangt,
gooi het dan over een andere boeg:
Werp het net van het geloof uit op het woord van Jezus!
In Joh. 21:6-7 wordt verhaald: ‘ En Hij (Jezus) zei tegen hen: Werp het net uit aan de rechterkant van het schip en u zult vinden. Dus wierpen zij het uit en zij konden het niet meer trekken vanwege de grote hoeveelheid vissen (153 grote vissen).
De discipel dan die Jezus liefhad (Johannes), zei tegen Petrus: Het is de Heere!’
Het bootje was nog ca. 100 meter van de wal verwijderd. Petrus wierp zich echter in de zee, om zo snel mogelijk bij Jezus te kunnen komen. Waarom?
Jezus had al een maaltijd gereed voor de discipelen. Op een kolenvuur zagen ze vis liggen en er was brood. Zo voorziet Jezus in alles wat wij nodig hebben. Hij deelde het brood en de vis uit aan de discipelen. Zij wisten dat het Jezus was. Hij nodigt ons om Zijn gaven te gebruiken.
Jezus is het Brood van het leven voor een hongerig hart.
Opdracht
8. Hoe kun je geestelijk (ont)vangen van door het net aan de andere zijde te werpen
(tegen je gevoel en kunde in)? Denk daarbij aan wat hierboven wordt verhaald.
Hoe is Petrus door Jezus hersteld in Zijn dienst?
Het verslag van het gesprek staat in Joh. 21:15-17. We lezen vanaf vers 15: ‘Toen zij dan de maaltijd gebruikt hadden, zei Jezus tegen Simon Petrus: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij meer lief dan dezen? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem: Weid Mijn lammeren. 16. Hij zei opnieuw tegen hem, voor de tweede keer: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij lief? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem: Hoed Mijn schapen.
17. Hij zei voor de derde keer tegen hem: Simon, zoon van Jona, houdt u van Mij? Petrus werd bedroefd, omdat Hij voor de derde keer tegen hem zei: Houdt u van Mij? En hij zei tegen Hem: Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik van U houd. Jezus zei tegen hem: Weid Mijn schapen.’
Jezus heeft de drievoudige verloochening van Petrus vergeven en herstelde hem met drie vragen en opdrachten. Bij hun eerste ontmoeting keek Jezus Petrus aan en zei: ‘U bent Simon, de zoon van Jona; u zult Cefas genoemd worden’ (wat vertaald wordt met Petrus). Bij zijn herstel spreekt Jezus hem weer aan met zijn geboortenaam ‘Simon’. Hij wordt weer bepaald bij zijn eerste roeping en ‘eerste liefde’.
Met welke liefde houd je van Jezus?
De eerste twee keer gebruikt Jezus ‘agapais me’ (hebt u lief Mij?). Bij de laatste vraag is het ‘phileis me’ (houd u van Mij?). Agape (charity) is in het NT een gave van God, en is niet gebaseerd op de eigen behoeften. Agape kiest ervoor de ander te beschouwen zoals in 1 Korintiërs 13 gebeurt. Agape is ‘eenrichtingsverkeerliefde’.
De Bijbel zegt dat we elkaar moeten liefhebben met Gods vorm van liefde, die de Agape-liefde is. Dat is de enige soort liefde die niet gebaseerd is op gevoelens.
Het Griekse ‘phileo’ of ‘philia’ betreft vriendschap (friendship). De Bijbel spreekt over ‘philadelphia’ als het gaat over liefde als broeders en zusters onderling. ‘phileo’ is echter tweerichtingsverkeer in de liefde.
Jezus daalt voor Petrus dus de derde maal af naar de lagere vorm van liefde, waarmee Petrus driemaal antwoordde (namelijk met ‘phileo’), met de woorden: ‘U weet dat ik van U houd.’ Jezus roept in Joh. 21:19 Petrus opnieuw op met de woorden: ‘Volg Mij!’
De discipelen dienden slechts de roeping door Jezus op te volgen, die we lezen in Matth. 4:19: ‘Kom achter Mij aan, en Ik zal u vissers van mensen maken.’ Zij behoorden ook Zijn belofte te geloven. Dit is ook de les voor ons:
Volg de roeping van Jezus, belijd Hem,
luister naar Hem, vertrouw Hem,
blijf in Zijn woord en beloften geloven,
ontvang Zijn liefde en leef van Zijn gaven
Opdrachten
9a. Wat vind je van het herstel van Petrus door Jezus en hoe Hij omgaat met liefde?
9b. Waarvoor is er ook bij jou nog herstel nodig?
9c. Wat wil je belijden en voor straks voor laten bidden?
10. Hoe groot is jouw liefde voor Jezus? Waar wil je God voor danken?
Samen bidden en danken
***
Laat het lied ‘Herstel mijn eerste liefde’ van Marcel en Lydia Zimmer
je aansporen tot geestelijk herstel. Het is een belijdenis en een gebed:
***
Vader in de hemel, Die zoveel om mij geeft,
dat U in Uw genade Uw Zoon gegeven heeft.
Dank U voor Uw liefde, Uw eindeloze trouw,
dat ondanks al mijn falen, U zegt: ‘Ik hou van jou’.
***
Refrein:
Herstel mijn eerste liefde, die ik ooit had voor U,
want ik wil van U houden, nog zoveel meer dan nu.
Mijn hart moet weer gaan branden, zoals het heeft gedaan,
vol vuur en vol van hartstocht, die nooit meer weg zal gaan.
***
De drukte van het leven trok mij met zich mee.
De liefde die vervaagde, de passie die verdween.
Ik was U niet vergeten, maar nam de tijd niet meer,
om in Uw Woord te lezen, bij U te zijn, o Heer.
***
Vader in de hemel, met eerbied vraag ik nu,
of U mij wilt vergeven. Ik kan niet zonder U.
Dank U voor Uw liefde, Uw eindeloze trouw.
En Vader, Ik wil zeggen, dat ik zoveel van U hou.
***
Hieronder kun je aanklikken om het lied te beluisteren:
https://www.youtube.com/watch?v=1ZU-cadjIq4
YouTube-video Herstel mijn eerste liefde
***