Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.
Zonden veroorzaken problemen. Door aanhoudende problemen kunnen we depressief worden. Bevrijding van verkeerde patronen in onze gedachten kunnen nodig zijn. Heb je bevrijding van zonden, verslaving en depressie nodig?
Blijf dan niet moedeloos bij de pakken neerzitten. Zak niet verder weg in het moeras van moedeloosheid en depressie. Kom tevoorschijn met je zonden, zorgen en wonden. Erken en beken het eerlijk. Vraag om hulp en gebed.
Door Jezus Christus is er bevrijding en genezing mogelijk. Aan Zijn voeten ontvangen wij het onderwijs dat wij nodig hebben. In de liefdevolle armen van de goede Herder worden we hersteld van onze beschadigingen.
Depressiviteit bij aartsvader Jakob
Je ziet in het leven van Jakob een langdurige geestelijke belasting. Hij was teleurgesteld en diep bedroefd omdat zijn zoon Jozef er niet meer was. Hij bleef maar rouwbedrijven. Er was bij hem duidelijk sprake van een depressie, die zo’n 22 jaar heeft geduurd.
Toen Jozef op 17-jarige leeftijd is weggevoerd naar Egypte, moet Jakob ongeveer 108 jaar oud zijn geweest. Pas op 130-jarige leeftijd werd Jakob getroost doordat Jozef weer in zijn leven terugkeerde.
Waarom was Jakob vatbaar voor zo’n langdurige depressie?
Teun Stortenbeker is medeoprichter en ex-directeur van Stichting De Hoop. Hij schrijft ons in zijn leerzame boek ‘Als Jozef je zoon is…’ over bevrijding uit familiepatronen, toen en nu: ‘Bijna iedere gast die bij De Hoop verblijft vertegenwoordigt een complexe familiegeschiedenis, inclusief intriges, overspel, bedrog, afwijzing, verwennerij, ruzies, familievetes, ziekte en dood.’
Verderop in het boek vertelt hij ons: ‘Ik ken heel wat mensen die verkeerde geheimen met zich meedroegen. Langzaam vernietigde het hun leven, want een belastend geheim is als een kwaadaardig gezwel. Mensen die een geheim met zich meedragen, worden nooit gelukkig.’
Depressiviteit
Er kan innerlijke pijn zijn door geleden onrecht. Er zijn dan beschadigingen, met angsten en verdriet. Er is nogal eens sprake van langdurige depressiviteit. We willen daarom wat dieper ingaan op deze diepe innerlijke pijn, waarvoor geestelijk herstel nodig en mogelijk is.
De bekende raadgever dr. Tim LaHaye verklaart ons: ‘De fout van iemand die al te ontvankelijk is voor depressie ligt hierin, dat zijn denkpatroon teveel op zichzelf is gericht. Alles in het leven wordt kritisch bekeken van het eigen ik uit.’
Tim LaHaye geeft ons de volgende formule door:
‘Beledigd of gekwetst te zijn + toorn x zelfbeklag = depressie’.
Symptomen
Herken je jezelf in de volgende symptomen van depressiviteit: Droefgeestigheid, lusteloosheid, machteloosheid en hopeloosheid, angst en zorg, schuldgevoelens, boosheid, zelfbeklag, allerlei lichamelijke klachten. De last van het leven en de aanhoudende druk kunnen je dan te zwaar worden om te (ver)dragen.
Oorzaken en gevolgen
De oorzaken kunnen zijn: teleurstelling, afwijzing, gebrek aan zelfrespect en ontevredenheid over jezelf, het niets kunnen doen tegen een ondraaglijke situatie (waarbij je het gevoel hebt, in de val te zitten), ziekte en biologische storingen.
Het kan uitlopen in toorn en zelfbeklag. Kwaadheid en wrok veroorzaken veel spanning. Wrok is een bitter gevoel wegens geleden onrecht, waarbij je wraak wilt nemen. Wrok kan een knagende worm in je binnenste worden. Zoals LaHaye aangeeft, zit er dan ook een fout in het denkpatroon.
In Efeze 4:23 staat dat je vernieuwd moet worden in de geest van je denken. Verderop in vers 26 worden we vermaand: ‘Laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, en geef de duivel geen plaats.’
Het is duidelijk dat bij een (langdurige) depressie geestelijke hulpverlening nodig is. Deze cursus Geestelijk herstel kan helpen om de oorzaken te ontdekken, verkeerde denkpatronen te doorbreken en te komen op de weg naar herstel.
Een depressief persoon heeft meestal ook zelfmedelijden. Wanneer er door droevige omstandigheden toorn en zelfbeklag ontstaan, ligt de weg naar depressie open.
Het is duidelijk dat bij een (langdurige) depressie geestelijke hulpverlening nodig is. Deze cursus Geestelijk herstel kan helpen om de oorzaken te ontdekken, verkeerde denkpatronen te doorbreken en te komen op de weg naar herstel.
***
Liederen bij deze sessie
Gelovigen die Jezus willen volgen in het licht, willen vrij zijn van alles wat ze te veel bindt en belast op de levensweg. Je komt dit verlangen tegen in het volgende lied van Sela:
GEBED OM VRIJHEID
Maak ons vrij van de wereld Heer, van wat ons betoverd heeft.
Niet gebonden, zoals een slaaf, in de ban van geld en tijd.
Laat ons zien wat waarde heeft; een schat die niet vergaat.
Vrijheid waar Uw kind in leeft, onvoorwaardelijk aanvaard!
***
Maak ons vrij van de zorgen, Heer. van wat ons gevangen houdt.
Vreugdeloos, onder last gebukt, die ons bange hart benauwt.
Laat ons zien dat U ons kent; de zorgen, onze angst.
Dat U te vertrouwen bent: Wij zijn veilig in Uw hand!
***
Maak ons vrij van de boosheid, Heer, die het vuur van liefde dooft.
Niet verzonken in bitterheid, die van vrede ons berooft.
Laat ons zien wat liefde doet, die angst en vrees verdrijft.
Liefde die niet dwingend is, maar verzoent in kwetsbaarheid.
***
Maak ons vrij van de wereld, Heer, van wat onrust geeft, verwart.
Voortgejaagd gaan wij onze weg, zonder stilte in ons hart.
Leer ons in uw vrijheid staan, door uw Geest geleid.
Vul ons leven, vuur ons aan, tot de wereld wordt bevrijd!
***
Hieronder kun je aanklikken op het lied:
YouTube-video gebed om vrijheid – Sela
Tekst: Anneke van Dijk & Hans Maat, muziek: Anneke van Dijk.
***
Hier volgen twee liederen van Matthijn Buwalda, die ook bij de levensgeschiedenis van Jakob passen:
Sprong in het diepe
Ik kan nog jaren blijven kijken naar de brokstukken van toen.
Ze proberen weer te lijmen, er geen afstand meer van doen.
Ik kan wat fout ging overpeinzen, terwijl ik steeds iets slechter slaap.
En dan vol zelfmedelijden, hier mijn leven blijven staan.
Of ik kan gaan…
***
Dit is een sprong in het diepe, met mijn ogen open.
Een stap die me uitdaagt om weer te geloven.
‘t is spannend, het is eng
maar sinds wanneer is dat een reden om iets niet te doen?
***
Ik ben een prima zelfbeschermer, maar dat heeft niets opgelost
Nooit bracht vroeger iemand verder, dus waarom laat ik niet los?
Ik heb gebeden om verandering, terwijl ik steeds hetzelfde deed.
En dan boos dat het nooit anders ging, weer gaan zwelgen in mijn leed.
Maar dat is geweest…
***
Vaarwel aan de stemmen, die me lang regeerden
Vaarwel oude wonden, die me steeds bezeerden.
Vaarwel oude wegen, waar ik dood bleef lopen.
Zoek het lekker uit! Zoek het lekker uit!
***
Vaarwel aan het denken, dat me bleef beklemmen.
Vaarwel oude woorden, die mijn passie remmen.
Vaarwel aan het water, dat mijn vuur bleef blussen.
Zoek het lekker uit! Zoek het lekker uit!
En sinds wanneer is dat een reden om iets niet te doen?
***
Dit is een sprong in het diepe met mijn ogen open.
Een stap die me uitdaagt om weer te geloven.
‘t is spannend, het is eng,
maar sinds wanneer is dat een reden om iets niet te doen?
***
YouTube-video Sprong in het diepe
***
Opwekking 714
Uw liefde laat nooit los
***
Al laat de zon zich niet meer zien
Aan ‘t einde van de nacht
Al word mijn lichaam niet voorzien
Van levenslust en kracht
Al ga ik door mijn zwaarste strijd
Dan nog zing ik Uw lof
Uw trouw duurt tot in eeuwigheid
Uw liefde laat nooit los
Uw trouw duurt tot in eeuwigheid
Uw liefde laat nooit los
***
Al kom ik in gevangenschap
Omdat ‘k in U geloof
Al neemt men mij het leven af
En word mijn licht gedoofd
Al word ik dag aan dag verleid
U bent en blijft mijn God
Uw trouw duurt tot in eeuwigheid
Uw liefde laat nooit los
Uw trouw duurt tot in eeuwigheid
Uw liefde laat nooit los
***
Al is de dag gevuld met pijn
En brengt de nacht geen rust
Al is aan ‘t einde van de lijn
Mijn heilig vuur geblust
Mijn God ik ben U toegewijd
U bent mijn kracht mijn rots
Uw trouw duurt tot in eeuwigheid
Uw liefde laat nooit los
Uw trouw duurt tot in eeuwigheid
Uw liefde laat nooit los
U laat mij nooit meer los
***
Tekst en muziek: Matthijn Buwalda
Hieronder kun je aanklikken op het lied:
YouTube-video Opwekking 714 – Uw liefde laat nooit los
***
Het volgende bekende lied is van Daniël Carson, Matt Maher e.a. Het laat de genade en hulp van God zien in onze schuld, angsten en depressies. In onze nood mogen we tot God vluchten door het geloof in Jezus Christus. Dan kunnen we pas echt worden bevrijd. Het wordt verwoord in dit lied:
Opwekking 763
Ik heb U nodig
Heer, ik kom en beken, nu ik hier dicht bij U ben:
zonder U val ik uiteen; leid mijn hart door stormen heen.
***
refrein:
O mijn Heer, ik heb U nodig; elk moment, zo nodig.
U pleit voor mij, U spreekt mij vrij. O God, ‘k heb U nodig.
***
Mijn schuld zit diep; U kunt erbij. U vergeeft en reinigt mij.
Waar U bent, daar ben ik vrij; woon in mij en heilig mij.
***
Leer mijn lied de weg naar U, als verleiding mij omgeeft.
Als ik niet kan staan, leun ik op U. Jezus, hoop die in mij leeft!
***
U pleit voor mij, U spreekt mij vrij. O God, ‘k heb U nodig.
U pleit voor mij, U spreekt mij vrij. O God, ‘k heb U nodig.
***
Ned. Tekst: Gert van der Vijver
YouTube-video Opwekking 763 – Ik Heb U Nodig
CD38 (live video)
***
Het volgende lied is van Christian Verwoerd. Je ziet er het verhaal van de verloren zoon in terug. Het filmpje gaat over de terugkeer van de verloren zoon tot zijn liefhebbende vader. Je ziet daarin hoe zijn schuldgevoel, onwaardigheid en angst wordt overwonnen door uitnodigende liefde. De liefde drijft de vrees uit. Hier volgt het lied:
Ik geef mijn leven aan U over
Ik ben niet waard te komen voor Uw troon,
Heer, ik belijd het U gewoon.
Ik ben zolang mijn eigen weg gegaan,
maar al die tijd heeft U mij toch zien staan.
***
Ik wil niet meer leven zonder U.
Vul mij, verander mij nu.
Zend Uw Geest van waarheid in mij,
zodat mijn hart van U alleen zal zijn.
***
Ik geef mijn leven aan U over.
‘k Wil niet meer leven zonder doel.
Heer U alleen, U heb ik nodig,
want U kent mijn hart, U weet hoe ik mij voel.
***
Vader, ik wil dienstbaar voor U zijn,
als een vat, dat bruikbaar is en rein,
Geheiligd in U, ga ik op pad.
In elke storm houdt U mijn hand gevat.
***
Ik geef mijn leven aan U over.
‘k Wil niet meer leven zonder doel.
Heer U alleen, U heb ik nodig,
want U kent mijn hart, U weet hoe ik mij voel.
***
YouTube-video Ik geef mijn leven aan U over!
(Christian Verwoerd)
***
Lessen uit de levensloop van Jakob
In de levensgeschiedenis van Jakob liggen veel geestelijke lessen. Bij Jakob is er pas in de avond van zijn leven (op 130-jarige leeftijd) een oplossing gekomen, toen na jaren van depressie Jozef weer aan zijn leven werd toegevoegd. Toen Jozef op 17-jarige leeftijd is weggevoerd naar Egypte, moet Jakob ongeveer 108 jaar oud zijn geweest.
Nadat Jakob door zijn oudste zonen was misleid met de bebloede mantel van Jozef, werd hij in rouw gedompeld. We lezen hierover in Gen. 37:34-35: ‘Toen scheurde Jakob zijn kleren, deed een rouwgewaad om zijn middel en rouwde vele dagen om zijn zoon. Al zijn zonen en al zijn dochters stonden op om hem te troosten, maar hij weigerde zich te laten troosten en zei: Voorzeker, ik zal treurend naar mijn zoon in het graf afdalen. Zo beweende zijn vader hem.’
In de Statenvertaling lezen we: ‘Want ik zal, rouw bedrijvende, tot mijn zoon in het graf neerdalen.’ Hij zegt te zullen rouwen tot aan zijn dood. In de WV-vertaling lezen we: ‘Treurend daal ik af naar mijn zoon in het dodenrijk.’
Hier is dus duidelijk sprake van een depressie,
die zo’n 22 jaar heeft geduurd.
Toen zijn zonen naar Egypte gingen om koren te kopen, zat de angst er bij Jakob nog diep in. (Zie dit maar in Gen. 42:4, 36, 38.) Hij komt in vers 36 tot de moedeloze uitspraak: ‘Al deze dingen zijn tegen mij!’ Als Benjamin een ongeluk zou overkomen op de weg, en dus ook niet zou weerkeren, dan zou dit te veel zijn voor Jakob. Hij geeft aan (in vers 38): ‘Dan zullen jullie mijn grijze haar met verdriet in het graf laten neerdalen.’
De depressieve verliezer Jakob
Directeur Teun Stortenbeker van Stichting De Hoop schrijft ons in zijn boek ‘Als Jozef je zoon is’: Ik vind het meest triest van dit verhaal dat Jakob eigenlijk wordt teruggeworpen op zijn oude verongelijkte houding (…). Natuurlijk was hij ontroostbaar. Natuurlijk zou hij nooit meer dezelfde zijn. Maar om dan maar te zeggen: ‘Ik zal treuren om mijn zoon tot ik in het graf neerdaal,’ dat is weer zo’n uitspraak die een eigen leven gaat leiden. Daarmee sprak hij een vloek over zichzelf uit.
Als je verder leest, zie je ook dat Jakob alle hoop had verloren. Het liegen en bedriegen was afgelopen. Daarvan was hij definitief genezen, maar zijn levensvisie ging als een kaarsje uit. Jakob verwoordde het zelf toen hij jaren later in Egypte kwam en tegen farao zei: ‘Het getal der jaren mijner vreemdelingschap is honderd en dertig; weinig in getal en kwaad zijn al mijn levensjaren geweest, en zij hebben niet bereikt het getal der levensjaren van mijn vaderen in de dagen hunner vreemdelingschap’ (Gen. 47:9).
Jakob is de grote verliezer van het boek Genesis, de stamvader van Israël. Maar wat een zegen en een troost dat de ‘geschiedenis van Jakob’ de ‘geschiedenis van Jozef’ wordt.’
De geschiedenis van Jakob
werd de geschiedenis van Jozef
Een bedrieger komt bedrogen uit met zichzelf
Jakob kon zichzelf niet ontworstelen uit zijn bedrieglijke aard (zijn neiging om te bedriegen). Hij verlangde wel naar de zegen van God, maar miste vaak het vertrouwen en het geduld om ‘de weg naar deze zegen’ aan God over te laten. Zijn eigen aandeel in het oplossen van zijn problemen heeft hem alleen maar dieper in de ellende geholpen. Hij wilde zelf de controle over zijn leven en goede toekomst behouden. Dit staat juist tegenover het geloof.
Geloven betekent: ‘je doen dragen’,
je laten leiden
en God het laten doen in je leven.
Wacht dan maar gelovig en vertrouwend op de Heere… Hij zal het dan doen in je leven. Alles wat je er zelf, in eigen kracht en inzicht aan wilt doen, werkt niet goed en zelfs wel averechts. Als je vast zit in het moeras van de zonde of van de depressie, moet je niet gaan draaien en keren en worstelen in de put… je zult er zodoende nog vaste in komen te zitten.
Je hebt dan hulp nodig van buitenaf en van Bovenaf. Jezus, de grote Bevrijder is het die je verlossing en bevrijding biedt! Hij is in onze diepste ellende gekomen om ons er uit op te halen.
Je hebt hulp van Bovenaf nodig!
De HEERE zal toevoegen
Jozef is hierin een type of voorbeeld van de Heere Jezus. Jozef deelde als onderkoning het graan uit om mensen uit de hongersnood te redden. Hij is de ‘Behouder des levens’ (de Zafnath Paäneah). In Gen. 30:24 lezen we van Rachel na zijn geboorte: ‘En zij noemde zijn naam Jozef, zeggende: De HEERE voege mij een andere zoon daartoe.’ Rechtstreeks uit het Hebreeuws vertaald staat er: ‘De HEERE zal toevoegen zeggende Jozef zijn naam’. Het grondwoord Jozef is daar ‘zal toevoegen’. Dan is het een heerlijke belofte geweest, wat later in het leven van Jakob is vervuld.
Jezus moet worden toegevoegd
Zoals Jozef moest worden toegevoegd aan het leven van Jakob en zijn zonen, moet Jezus aan ons leven worden toegevoegd, om te redden en te bevrijden van zonde, ellende en depressie.
Eigenlijk dienen we ook te worden toegevoegd aan het Koninkrijk van God. Als we tot geloof en bekering zijn gekomen, zijn we binnen Zijn rijk gekomen. Ons failliete bedrijf is dan als het ware overgenomen door het wereldomvattende, grote bedrijf van God.
Is jouw failliete bedrijf al toegevoegd aan het Koninkrijk van God?
Ben je betrokken bij de de zaak van Jezus Christus?
Het is een zaak van genade, die onze verloren zaak overneemt. Jezus en de Heilige Geest zijn daarin ‘zaakwaarnemer’. Hij neemt onze zaken waar en leidt ons door de Heilige Geest. In het Grieks is dat een ‘Parakletos’. Je kunt dat vertalen met: Trooster, Helper, Advocaat, Voorspraak, Pleitbezorger, Zaakwaarnemer, Iemand die erbij geroepen is. Over zowel Jezus als de Heilige Geest (de andere Trooster) wordt gesproken in de Bijbel over een Parakleet.
Je ziet in Genesis dat Jozef hierin ook een type van Jezus is, vooral ook in het werk dat hij deed als zaakwaarnemer, helper en trooster van zijn vader en broeders.
De familie en herders van Jakob leden onder de hongersnood. Het was een aflopende zaak, met een failliete boedel op een aantal onderdelen: het ging op geestelijk, moreel, psychisch en aards welzijn niet goed met de familie van Jozef.
Is er een oplossing voor het zondeprobleem?
Door de zonde is dat ook het beeld en de toestand van de mens geworden. Als er niets veranderd, wordt het dan een aflopende zaak. Een verleid, gevallen en belast mens kan zichzelf ten diepste niet helpen, maar hij moet zich laten helpen. We zijn van nature niet in staat om onszelf te bevrijden en te herstellen.
Voor God zijn wij door de zondeval failliet verklaard, zodat wij geen eigen vermogen hebben om onze schuld te kunnen betalen. Alleen wat ons wordt toegevoegd, zal ons kunnen redden.
Gevangen door de wetmatigheid van het kwaad
We hebben te maken met de wetmatigheid van het kwaad en de geneigdheid en gevolgen van de zonde. Wetmatigheden zijn regelmatigheden in de natuur die onontkoombaar zijn. Je zou nog wel juridische wetten kunnen ontduiken, maar niet de wetmatigheden in de natuur. De zwaartekracht is zo’n wetmatigheid, maar ook de geneigdheid tot zonde van de menselijke, onvernieuwde natuur.
Een mens is door de zondeval van nature geneigd tot zonde. Daarom moet hij geestelijk worden vernieuwd. Dit gebeurt door de genade van God en het geloof in Jezus Christus. Geestelijk doden horen de levenwekkende stem door het Woord van God, waardoor zij tot geestelijk nieuw leven komen. Jezus leert ons in Joh. 5:27: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De tijd komt en is nu, dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en dat wie hem horen, zullen leven.’
Ook gelovigen hebben nog te maken met de strijd tegen de zonde en de geneigdheid tot zondigen. Je komt de wetmatigheid van het kwaad tegen in het probleem van de zonde bij Paulus, zoals hij dat beschrijft in Romeinen 7. Hij wilde goed doen, maar werd gehinderd door de zonde in hem, zoals hij aangeeft in vers 19: ‘Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik.’ Door de negatieve wetmatigheid van het kwaad werd hij tot gevangene gemaakt van de wet van de zonde in zijn leden (zie vers 23).
Bevrijding van deze wetmatigheid door de magneet van de genade
Door Jezus en de Heilige Geest kon hij er bovenuit worden getild. Door deze toegevoegde genade werd de wetmatigheid van de zonde bij hem opgeheven. Je kunt dat lezen in Rom. 7:24-25, waarin Paulus verklaard: ‘Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere.’
In Rom.8 wordt de overwinning op de zonde verder uitgelegd en bejubeld. Dit gebeurt door het werk van de Heilige Geest in de gelovigen. In Rom. 8:37 lezen we zelfs: ‘Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, Die ons heeft liefgehad.’
In Romeinen 8 zien we wat er gebeurt als de Heilige Geest aan ons leven is toegevoegd. Jezus is dan door Zijn Geest in ons aanwezig. Daardoor kan de wetmatigheid van de geneigdheid tot het kwaad en de aantrekkingskracht van de zonde in ons leven worden opgeheven. Dit gebeurt door de opheffende aantrekkingskracht van de toegebrachte genade in ons leven.
Je kunt het zien op de tekst en afbeelding hieronder:
Het zondeprobleem
Je moet de zonde zien als een blok ijzer. Het is een wetmatigheid dat het geneigd is om te vallen. Op geen enkele wijze kun je dit zondeprobleem in eigen kracht oplossen. Deze wetmatigheid kan alleen maar worden opgeheven door er iets aan toe te voegen, namelijk de magneet van de genade.
Denk hierbij aan de betekenis van de naam Jozef: ‘toevoegen’, wat de HEERE zal doen. Hij is hierin een type van Christus. Als Jezus door genade en geloof aan je wordt toegevoegd, ben je in Hem ingelijfd! En dan is ook jouw zondeprobleem in Hem opgelost.
Toch nog overwinning… door Jozef
De 130-jarige Jakob kon het eerst niet geloven dat Jozef nog leefde en regeerder in Egypte was. We lezen ervan in Gen. 45:26: ‘Toen vertelden zij hem: Jozef leeft nog! Hij is zelfs heerser over heel het land Egypte! Toen bezweek zijn hart, want hij geloofde hen niet’
Maar toen hij de wagens van Jozef zag, ‘leefde de geest van hun vader Jakob op’ (vers 27). We lezen verder in vers 28: ‘En Israël zei: Genoeg! Mijn zoon Jozef leeft nog! Ik zal gaan, ik wil hem zien voordat ik sterf.’ Hij hoefde zich vanaf dat moment maar te laten meevoeren naar Egypte, om goed verzorgd en in de nabijheid Jozef nog 17 jaren te leven.
De vernieuwde Jakob mocht als ‘Israël’
nog 17 jaren goed verzorgd
in de nabijheid van Jozef leven
Eindelijk was de oude Jakob toen uitgewerkt en mocht de nieuwe Israël ‘in de overwinning’ van Jozef delen. De is een voorbeeld van ‘het overwinningsleven’ in Jezus Christus, de eeuwige Koning! We lezen in Gen. 47:27: ‘Zo woonde Israël in het land Egypte, in de landstreek Gosen. Daar verwierven zij bezit. Zij waren vruchtbaar en werden zeer talrijk.’
Wat kunnen we ervan leren?
Het is een tragische zaak in het leven van Jakob dat hij zolang als ‘Jakob’ een moeizaam leven heeft moeten leiden. Zijn (gezins)leven was vervuld met bedrog, listigheid, wantrouwen, zonde, ondanks dat hij ook een goed Godvrezend deel in zich had. Jakob leefde regelmatig beneden de norm van een gezonde gelovige. Hoeveel angst, pijn en depressie heeft hij daardoor wel niet moeten lijden?
Waarom is zijn levensgeschiedenis zo uitgebreid beschreven? Is het voor geen waarschuwend voorbeeld, om hem maar niet in het verkeerde na te volgen. We kunnen er ook de valkuilen, die ons bedreigen, in herkennen. Aan de andere kant zien we er ook de grote liefde en lankmoedigheid van God in. Hij laat het werk van Zijn handen niet varen! Hij redt ons dwars door onze fouten heen… Hij wil de wonden, ontstaan door onze zonden, genezen.
Nochtans… en toch, ondanks alles heeft Hij Jakob liefgehad (Rom. 9:13). Ondanks Jakob heeft Hij Jakob liefgehad! Kun je dat ook zeggen: ondanks mijzelf heeft Hij mij liefgehad…
Een hemelse ladder voor Jakob
Lezen: Genesis 28:10-22
Jakob moet op ongeveer 76-jarige leeftijd vluchten voor Ezau, van Berseba naar Haran. Het is voor een eenzame vluchteling een lange en gevaarlijke reis van ruim 850 kilometer. Jakob overnachtte op deze reis ongeveer 90 km van Berseba, omdat de zon was ondergegaan. Hij moest de droevige gevolgen van zijn zonden ervaren en zal in een moedeloze toestand daar zijn gaan slapen, met een steen als hoofdkussen. Dat kwam allemaal hard aan, tot diep in zijn binnenste.
Het kan zijn dat Jakob toch al zwaarmoedig van aard was, gezien zijn langdurige depressieve toestand op latere leeftijd. Hij had weliswaar een diep verlangen naar de beste zegen van God, maar probeerde die op zijn eigen verkeerde manier te bemachtigen. Zelfredzaamheid en eigenzinnigheid staan het geloof en vertrouwend wachten in de weg.
Een geestelijke ‘doe-het-zelver’
is een ‘onderspit-delver’.
Jakob moest door zijn bedriegerijen het onderspit delven. Hij had zijn verdiende loon ontvangen en kon slechts nog op genade hopen. En God is zeer genadig! Op de dieptepunten van Jakobs leven kwam Hij hem opzoeken. In zijn geval door middel van een visioen of droom.
We lezen in Gen. 28:12-15: ‘Toen droomde hij, en zie, op de aarde was een ladder geplaatst, waarvan de top de hemel raakte, en zie, de engelen van God klommen daarlangs omhoog en omlaag. 13. En zie, de HEERE stond boven aan die ladder en zei: Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven. 14. Uw nageslacht zal talrijk zijn als het stof van de aarde en u zult zich uitbreiden naar het westen, het oosten, het noorden en het zuiden. In u en uw nageslacht zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. 15. En zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen overal waar u heen zult gaan, en Ik zal u terugbrengen in dít land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik tot u gesproken heb!’
Een bemoediging van God
Symbolisch en geestelijk gezien is zo’n ladder Jakobs een bemoediging van God, om het geloofsleven te versterken. Ken je die momenten van bemoediging in je leven? Heb je van die heerlijke momenten gehad, dat je besefte ‘dat God van je afwist’, dat Hij liet merken jouw zoekende situatie te kennen. Het is als een geestelijke toeknik van Boven, om je te bemoedigen en aan te sporen om door te gaan in het zoeken van de Zaligmaker.
De vlieger achter de wolken
Je kunt het vergelijken met een vlieger, die in de wolken is verdwenen. Je houdt het touw nog wel vast, maar je kunt de vlieger niet meer zien. Zou de vlieger niet van het touw zijn afgewaaid door de windvlagen? Ben je door de stormen in je leven de vlieger kwijtgeraakt. Ben je voor je gevoel je geloof kwijtgeraakt – gaat die vlieger niet meer op? Dan kun je met het touw nog in je handen staan, terwijl je het contact van jouw kant hebt verloren.
En ineens voel je weer enkele schokjes aan het vliegertouw! De vlieger is er nog… er is weer contact. Zo kun je op geestelijk gebied worden bemoedigd door het gevoel van de aanwezigheid van God.
Hoe gaat het verder bij Jakob te Beth-El (want zo heeft hij deze plaats genoemd)? Hij ontvangt in het visioen ook geweldige beloften voor de toekomst van God. Beloften die zelfs nog gelden voor ons, omdat in Jakobs zaad alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. Hij zou vanaf dat moment vertrouwend kunnen gaan op de beloften van God. Hij zou moeten kunnen zingen:
‘Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heeren hand.
Moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land.
Waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand,
Loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land.’
Deze regels zijn gedicht door Jacqueline van der Waals, toen ze wist dat ze kanker had.
Geloof en twijfel
Geloven is een eenvoudige zaak, maar de gelovige is vaak het probleem. Ik heb gezien hou een student met het geloof worstelde. Hij wilde wel geloven, maar zei: ‘Mijn verstand zit in de weg.’ Daarna zonderde hij zich af in de natuur om te bidden tot God.
Jezus staan in het Evangelie nodigend voor ons, maar een zondaar zit zichzelf vaak in de weg. Jezus is de Weg en wijst ons de weg. Als wij Hem hebben, hebben wij ook toekomst. Als de Heere Zich in Zijn liefde aan ons geopenbaard heeft, waarom kunnen wij dan nog twijfelen? Zien wij niet te veel op de omstandigheden, zoals ook Jakob dit keer op keer deed.
Twijfel kijkt steeds weer om zich heen,
geloof hoeft het niet te zien.
Ik vernam eens het volgende voorbeeld, waarbij geloof en twijfel worden gepersonifieerd:
Geloof is binnen in het huis. Twijfel klopte aan de deur. Geloof deed open… en zag niemand. Daarna wordt er weer door Twijfel aangeklopt. Snel opent Geloof de deur… weer niemand te zien! Hoe snel geloof de deur ook opent, hij kan Twijfel maar niet ontdekken. Begrijp je het voorbeeld? Je kunt het ook zeggen van Licht en Donker.
Donker klopt op de deur. Licht doet open en kijkt…. en donker is nergens te zien. Licht is namelijk sterker dan Donker. Door Licht verdwijnt Donker. Zo is het ook met Geloof en Twijfel. Door Geloof verdwijnt Twijfel. Twijfel verdwijnt als Geloof verschijnt.
Een gelovige heeft eigenlijk twee ogen: een oog naar binnen en een oog naar boven. Als het oog naar boven open is, kan het oog naar binnen niet zien, en zo is het ook andersom. Als het zicht om je heen en naar binnen toe angstig en duister is, zeggen ze in het Engels: ‘Try the uplook!’
Jakob bij de Jabbok
Lees: Genesis 32
De oudere Jakob is op ca. 96-jarige leeftijd vastgelopen bij het riviertje de Jabbok. Zijn angst voor Ezau bereikte toen een hoogtepunt. Ezau kwam hem met 400 man tegemoet. Van Rebekka had Jakob 20 jaar eerder gehoord dat Ezau hem wilde doden (Gen. 27:41).
De bedrieger Jakob bedacht, dat hij nu met zijn listen wel eens bedrogen zou kunnen uitkomen. Hij stuurt, om Ezau gunstig te stemmen, 550 stuks vee in gedeelten vooruit. Er moest bij worden gezegd ‘Jakob, uw knecht’ en ‘mijn heer Ezau’, terwijl Jakob onder meer was gezegend met de woorden: ‘Wees heerser over je broers.’ (St, vert.: ’Wees heer over uw broederen’, Gen. 27:29).
De angst van Jakob was echter ongegrond. Ezau was niet boos meer. Ik denk dat hij ook rijk geworden is van het bezit van Izak. De jager Ezau had zijn gewenste buit binnen en was tevreden. Hij zei niet voor niets tegen Jakob: ‘Ik heb veel, mijn broer.’ (Gen. 33:9). Jakob mocht echter dankbaar reageren naar Ezau toe: ‘Aanvaard toch mijn geschenk, dat u gebracht is, omdat God dit mij in Zijn genade geschonken heeft, en omdat ik alles heb…’
De ongegronde angst is een gevolg van Jakobs zonden.
Bezorgdheid, angst en depressie horen bij een mens
die niet uit het geloof alleen kan leven!
Jakob werd door angst (in het nauw) gedreven. We lezen in Gen. 32:7: ‘Toen vreesde Jakob zeer, en het was hem bang…’ Vanuit de nood kwam het geloof van Jakob toch nog tevoorschijn in Gen. 32:9-12. Hij strekte zich uit naar de God van het verbond, pleitend op zijn beloften. In vers 9 lezen we: ‘Verder zei Jakob: O, God van mijn vader Abraham, en God van mijn vader Izak, o HEERE…’ Hij mocht zich zijn plaats en positie in Gods verbond realiseren.
Dit is een belangrijk facet in het geloofsleven. Om sterk te kunnen staan tegen dreigende aanvallen, moeten we onze positie in Christus terdege beseffen! Vanuit deze vaste thuisbasis kan er ook een goede uitvalsbasis zijn.
Het is voor een gelovige belangrijk
om zijn veilige positie in het verbond van God te realiseren
We weten dan ook dat de belovende God in Christus het voor ons zal doen! We mogen het Hem dan laten regelen.
God zal doen, wat Hij heeft beloofd.
Mozes mocht dit geloof voor de Rode Zee wel beoefenen. Het volk vreesde zeer voor de naderende Egyptenaren, maar Mozes mocht in het geloof zien wat God zou doen. We lezen in Ex. 14:13-14: ‘Doch Mozes zei tot het volk: Vreest niet, staat vast, en ziet het heil van de HEERE, dat Hij heden aan u doen zal, want de Egyptenaren, die gij heden gezien hebt, zult gij niet weer zien in eeuwigheid. De HEERE zal voor u strijden, en gij zult stil zijn.’ In de volgende verzen zien we het wonderlijke werk van God.
Vertrouwen op God en/of op eigen listigheid?
Jakob gaf aan de ene kant wel God de eer in wat Hij had beloofd en gedaan, maar aan de andere kant gaat hij toch ook door met het listig regelen, om Ezau maar gunstig te stemmen. Hij gelooft in ‘de belovende God’, Die Zijn beloften al heeft waargemaakt, maar waarom kan hij dan niet vertrouwend volgen in de verdere weg? Hij denkt zozeer aan zijn eigen veiligheid, dat hij zelfs zijn vrouwen en kinderen voor laat gaan, het ‘dreigende gevaar’ tegemoet. Als hij maar een beetje heldhaftig was had hij dit toch zeker niet zo gedaan.
Uiteindelijk loopt Jakob gelukkig vast
aan de oever van de Jabbok.
Verlies jezelf in de overgave aan Jezus
Het is een goede zaak als we vastlopen met ons zondige leven, met onze verkeerde eigen ‘ik’. Als we ons leven (onze ‘psuche’) in het geestelijk leven zullen verliezen, zullen wij het vinden. In het verliezen van onze eigen ik kan juist grote winst liggen. De Heere Jezus leert ons dit in Luk. 9:24: ‘Want zo wie zijn leven behouden wil, die zal het verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal het behouden.’ In Matth. 10:39 lezen we: ‘Die zijn ziel vindt, zal dezelve verliezen; en die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil, zal dezelve vinden.’ Het Griekse woord ‘psuche’ in Matth. 10:39 kan ‘ziel’ of ‘leven’ betekenen.
Het gaat hier om zelfverloochening en overgave aan de heerschappij van Jezus.
Navolging van Jezus vereist een volstrekte overgave
van jezelf en je eigen ‘ik’
Je volgt je eigen zin dan niet meer na,
maar bent dan gericht op de wil van je hemelse Koning
Jakob volgde zijn eigen zin en inzichten lange tijd nog na. Dit heeft hem juist zoveel problemen gegeven in zijn leven. Dit was zijn zwakke plek.
Op een zwakke plek in een boom, struik of organisme kunnen zich snel schimmels en parasieten vestigen. Boze geesten komen ook via de zwakke plekken van iemands innerlijk binnen. In het pastoraat is het belangrijk om ook aandacht te besteden aan deze zwakke plekken, zodat ernstige besmettingen kunnen worden voorkomen. We moeten zien te voorkomen, wat ons anders zal kunnen ‘overkomen’.
Houd elkaar niet ‘voor het lapje’
Er kunnen zwakke plekken zijn in familiepatronen en -gewoonten, in karakters, in de psyche, in het gevoelsleven of in een combinatie van (enkele) genoemde zaken. Het bedriegen of een ander ‘voor het lapje’ houden zat duidelijk in de familie van Jakkob, in zijn voorgeslacht en nageslacht, maar het was ook aanwezig bij Rebekka, Laban en Rachel. Het karakter van Jakob werkte zijn geloofsleven tegen.
Teun Stortenbeker schrijft als directeur van St. De Hoop in zijn leerzame boek ‘Als Jozef je zoon is…’over bevrijding uit familiepatronen, toen en nu’. Hij verklaart ons al in de inleiding, dat ‘verslaving niet meer is dan een uiterlijk verschijnsel. Een brutale uiting van het kwade dat mensen innerlijk verscheurt sinds de eerste zonde in het paradijs’.
Het leven van Jakob is daarom ook actueel voor ons onderwerp. Stortenbeker hoopt ‘dat veel mensen door het lezen van zijn boek ervoor zullen kiezen om de strijd uit handen te geven aan het supersterke leger van God, net als Jakob en David dat uiteindelijk deden’.
Geef de strijd uit handen aan God
Zondige zaken uit het verleden dienen te worden opgespoord, beleden en opgeruimd. In het boek van Teun worden hier goede actuele voorbeelden van genoemd. Hij schrijft over de aartsvader: ‘Jakob is een volhouder als het gaat om (…) zelfwerkzaamheid. Je ziet hoe God hem zegende, maar je ziet tegelijkertijd hoe Jakob tot het uiterste bleef berekenen, wikken en wegen en iedereen te slim af wilde zijn. Telkens bedacht hij weer een systeem om z’n hoofd boven water te houden. Maar het was allemaal mensenwerk.’
Directeur Stortenbeker geeft ons te kennen: ‘Bijna iedere gast die bij De Hoop verblijft vertegenwoordigt een complexe familiegeschiedenis, inclusief intriges, overspel, bedrog, afwijzing, verwennerij, ruzies, familievetes, ziekte en dood. Geen verslaafde die bij ons komt, staat los van z’n familie-erfenis.
Niet zelden is behandeling in de Hoop de aanleiding dat familieproblemen bespreekbaar worden. Dat kan een geweldige zegen en bevrijding betekenen voor de familie en een doorbraak in een probleem dat soms generaties oud is. Incest, onreinheid, criminaliteit, vrome schijn, het zijn slechts enkele van de vele familieziektes die de ontwikkeling van individuele familieleden kunnen stagneren.’
Spoor de zwakke en zieke plekken op
Als we de zwakke en zieke plekken op gaan sporen en aan de orde willen en stellen, kunnen we niet om deze ontdekking van oorzaken heen. Je ziet dit probleem dus ook in de familie van Jakob. Dat er boze geestelijke parasieten aan het werk zijn in families is inmiddels wel duidelijk.
De familiebeerput moet worden opengemaakt,
voordat er weer een kalf in de put verdrinkt!
Als er zonden voortwoekeren in het hart, dient dit hart op geestelijke wijze te worden opengesneden; daarna moeten de zonden berouwvol worden beleden.
Belijden is ‘aan het licht brengen’.
Het licht van de Heilige Geest is hiervoor nodig.
We zingen in het lied van Graham Kendrick:
‘Heer, Uw licht en Uw liefde schijnen,
waar U bent zal de nacht verdwijnen
Jezus, Licht van de wereld, vernieuw ons,
levend Woord, ja, Uw waarheid bevrijd’ ons.
Schijn in mij, schijn door mij.’
Teun Stortenbeker leert ons:
‘Belijden, vergeving ontvangen en anderen vergeving schenken zijn net zo belangrijk als ademhalen, eten en drinken.
Een mens wordt pas mens als de geestelijke versperringen zijn opgeruimd, die een vrije doorgang op de levensweg belemmeren.’
Verderop in het boek vertelt hij ons: ‘Ik ken heel wat mensen die verkeerde geheimen met zich meedroegen. Langzaam vernietigde het hun leven, want een belastend geheim is als een kwaadaardig gezwel. Mensen die een geheim met zich meedragen, worden nooit gelukkig. Het is een loodzwaar verbond dat, in tegenstelling tot het verbond met de Here en het geheimenis van de omgang met God, mensen gevangen houdt in slavernij.’
Een slecht huwelijk door een verborgen geheim
Teun verhaalt van een man, die na vijfentwintig jaar huwelijk klaagde dat zijn huwelijk zo slecht was. Teun vroeg hem of hij ‘vergelijkingsmateriaal’ had. Uiteindelijk kwam het geheim naar buiten: hij was nog steeds verliefd op het meisje van vijftien jaar, waar hij vroeger verkering mee had gehad. Hij haalde daarna een klein, vergeeld pasfotootje van haar uit zijn portemonnee. Het meisje van toen zou, als ze nog leefde, toen ongeveer veertig jaar moeten zijn. Hij moest het daarna zijn echte vrouw gaan belijden en het fotootje ‘ritueel’ verbranden, omdat het een afgod voor hem was. Teun zei hem verder: ‘Het belemmert niet alleen je huwelijksleven, maar ook je geestelijk leven.’ Hoewel het de man grote moeite koste om het te doen, heeft hij het gedaan en heeft hij zijn huwelijk ‘gered’.
Vastlopen en leegmaken bij de Jabbok
Het woordje Jabbok betekent ‘leegmaken’. Dat is opmerkelijk, en het past bij de situatie en het proces dat daar heeft plaatsgevonden, met en in Jakob. De zondige oude Jakob moest daar vastlopen in het zand van de Jabbok. Jakob moest geestelijk worden leeggespoeld door het water van de Jabbok. Het bedrog moest er door de worsteling worden uitgeschud.
Jakob voerde een wanhopige strijd bij de Jabbok. Waarom hield hij het zolang vol? Hij moest zijn zondige leven leegmaken en zichzelf uitleveren aan God. Weet je wat dit is? Hij moest God als God erkennen, en ophouden om steeds weer zelf te vechten.
De ware Jakob moest tevoorschijn komen
De aan zichzelf vastklampende Jakob moest zijn eigen identiteit bekendmaken. Hij moet eerst worden losgemaakt van al zijn bedrieglijke trucjes. Zie hoe de bekende schilder Rembrandt van Rijn de gebeurtenis heeft geschilderd:
Deze strijd om je eigen oude ‘ik’ te verliezen is belangrijk om met God te kunnen overwinnen en dan ook een ‘Israël’ te worden. Dit geestelijk reinigingsproces is nodig en nuttig voor ons allemaal! Dit zal herhaaldelijk kunnen en moeten plaatsvinden. Iedere keer als er weer te veel vuil in ons zit, moeten we geestelijk worden gespoeld.
Hoeveel christenen worstelen er niet met boze gedachten en kwade invloeden? Counselor dr. Niel Anderson kwam er in een onderzoek op uit dat dat maar vijftien procent van de christenen vrij is van kwade, zondige en demonische invloeden, waardoor ze zich niet gebonden weten. Zij mogen staan in de vrijheid van de kinderen van God (Gal. 5:1). Niettemin kunnen zij weer met het juk van slavernij worden bevangen. Zij worden niet voor niets opgeroepen om staande te blijven. Dat heeft dus te maken met de geestelijke wapenrusting, die ze steeds weer moeten aandoen (Efeze 6:11).
Buigen voor God
We geen verder bij Gen. 32:24, waar we lezen: ‘Maar Jakob bleef alleen achter, en een Man worstelde met hem, totdat de dageraad aanbrak. ‘
Let er op:
‘Jakob bleef alleen over’
Dit zal een ieder van ons overkomen, vroeger of later. Op een gegeven moment sta je alleen tegenover God. Hij roept tot verantwoording. Beantwoord ons leven aan Zijn wil? Antwoorden wij in geloof. Heb je Jezus nodig? Hebben wij Zijn liefde beantwoord? Als we nu geen antwoord willen geven, moeten wij het later doen. Alle knie zal zich tot eenmaal voor Hem buigen! Buig je nu al aan de voet van het kruis voor Jezus?
Opwekking in Wales
Buigen is ook nodig voor een geestelijke opwekking. In 1903 was er een begin van opwekking in Zuid-Wales. Er ontstonden daar 300 gebedskringen, die om een opwekking baden. Evan Robberts had toen al tien, elf jaar om een opwekking gebeden. Hij kwam uit een gelovig gezin, dat tot de Calvinistisch- Methodistische kerk behoorde.
Als jongen was hij diep onder de indruk geraakt door de woorden van een ouderling, die sprak: ‘Denk eraan, trouw blijven. Hoe zou het zijn als de Geest zou neerdalen en jij zou er niet bij zijn…’ Toen Evan Roberts hoorde dat iemand van een groep jongelui bad ‘Heer, buig ons’, zei de Heilige Geest in het hart van Evan: ‘Dat is wat jij nodig hebt.’
Later op die conferentie kwam de Geest steeds sterker op hem. Hij viel op zijn knieën, met zijn armen over de stoel, terwijl de tranen hem over het gezicht stroomden. Hij riep het uit: ‘Buig me, buig me!’ Hij vertelt ons verder: ‘Gods liefde boog me. Daarop sloeg een golf van vrede door me heen. Daarna moest ik denken aan het laatste oordeel en ik werd vol van mededogen voor hen, die daarvoor zouden moeten verschijnen. Daarop werd de redding van zielen op mijn hart gedrukt. Ik stond in vuur en vlam met een verlangen om heel Wales te doorkruisen, om te vertellen van de Verlosser.’
Roberts kreeg ingegeven, dat er vier stappen moesten worden gezet, als voorbereiding op een opwekking, namelijk:
‘belijden van alle zonden uit het verleden,
bekering en rechtzetting,
overgave aan de Heilige Geest en gehoorzaamheid,
openbare belijdenis van Christus’.
De grote opwekking vond in Wales in 1904 en 1905 plaats. Er was een ware uitstorting van de Heilige Geest. In massa’s stroomden de mensen naar de kerken. Als er geen preek was, zongen, baden en getuigden de mensen, al naar de Heilige Geest hen leidde. Het heilige vuur ging van dorp naar dorp en van stad naar stad. In die tijd kregen de kerken er 185.000 leden bij.
Als we nu mogen buigen, worden we leeggemaakt van onze zonden. Dan gaat de oude bedrieger er aan. Iemand die niet wil buigen voor God, bedriegt zichzelf, wil anderen bedriegen, en wil eigenlijk ook God bedriegen. Wat een dwaasheid! God ziet tot in het diepste van ons hart… Hem kun je nooit bedriegen!
Als je oprecht buigt voor God,
word je leeggemaakt van je zonden
Mozes heeft het al verkondigd in Deut. 30:19-20: ‘Ik roep heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u: het leven en de dood heb ik u voorgehouden, de zegen en de vloek! Kies dan het leven, opdat u leeft, u en uw nageslacht, door de HEERE, uw God, lief te hebben, Zijn stem te gehoorzamen en u aan Hem vast te houden – want Hij is uw leven en de verlenging van uw dagen…’
Jakob bij de Jabbok
Verliezen en overwinnen
We keren terug naar de Jabbok. Een man worstelde met Jakob, totdat de dageraad opging. Het kan zijn dat ze aan de oever of zelfs in het water streden. Stel je voor dat Jakob regelmatig achterover in het water zou zijn geduwd. Wat een enorme strijd voor zijn behoud moet hij dan wel op ca. 96-jarige leeftijd hebben gestreden. Zou hij zich in angst hebben vastgeklampt aan zijn tegenstander?
In Gen. 32:26 zei Jakob: ‘Ik zal U niet laten gaan, tenzij U mij zegent.’ Hij kon zich niet meer aan zichzelf vastklampen.
Hij streed als het ware met zijn Rechter,
Die zijn Redder werd
God riep Adam (in Gen. 3:9), toen hij zich in de hof voor Hem verborg, en zei tot hem: ‘Waar bent u?’ Hij deed dit als Rechter en als Redder. We lezen hiervan in art. 17 van de Nederlandse geloofsbelijdenis, dat onze goede God Adam zocht, ‘toen hij al bevende voor hem vlood, en heeft hem getroost, belovende hem Zijn Zoon te geven, ‘die worden zou uit een vrouw, om de kop van de slang te vermorzelen’, (Gen. 3:15), en hem gelukzalig te maken’.
Een examen zonder bedrog
Je kunt de gebeurtenis bij de Jabbok ook zien als een soort examen voor Jakob. Stel je voor dat een leerling kans heeft gezien om door 3 jaar te spieken iedere keer over te gaan. Hij is gespecialiseerd in het spieken. Als hij zodoende in het examenjaar is aangeland, lijkt het wel of hij het toch maar goed voor elkaar heeft gekregen. En zo is Jakob met zijn bedriegerijen schijnbaar ver gekomen. Echter, schijn bedriegt…
Tijdens het examen kan de leerling absoluut niet meer spieken. Dan valt hij door de mand en komt de werkelijke kwaliteit aan het licht. Het is nog maar de vraag of hij het examen later nog zal kunnen halen. In het onderzoek van God in ons leven geldt alleen het geloof in Jezus Christus. Zijn bloed moet verzoenend in ons aanwezig zijn, zoals het bloed aan de deurposten van de Israëlieten in Egypte.
Ook aan het leven van Jakob moest Jozef worden toegevoegd, zodat hij in zijn laatste jaren in vrede mocht wonen in het land Gosen, in de nabijheid van Jozef.
Leegmaken en loslaten
Jakob voerde een wanhopige strijd bij de Jabbok. Waarom hield hij het zolang vol? Hij moest zijn zondige leven leegmaken en zichzelf uitleveren aan God. Alle houvasten in zichzelf moest hij opgeven. Weet je persoonlijk wat dit is? Hij moest God als God erkennen en ophouden om steeds weer zelf te vechten.
Volgens Stortenbeker is leegmaken en loslaten één van de moeilijkste dingen voor een mens. Hij stelt verder: ‘Het volgen van Jezus is zelfs onmogelijk voor een doe-het-zelver. Zo iemand heeft enorm veel moeite om de leiding van zijn leven in Gods handen over te geven.’
Toch is er nog hoop voor zulke hopeloze vechters. De directeur van De Hoop heeft ontdekt: ‘Gelukkig worden de meeste mensen die zich krampachtig vasthouden aan hun eigenwaarde, op den duur te moe om door te vechten. Dat is het heilige moment waarop ze God kunnen ontmoeten.’
Bij st. De Hoop is dit inderdaad nogal eens het geval, maar hoe zal het zijn bij mensen die het Evangelie niet vernemen? Waar moet je jezelf dan aan vastklampen? Aan een duistere macht? Aan een fles drank? Aan de rand van de afgrond? Laten we daarom uitgaan tot hen die aan de rand van de afgrond zijn genaderd.
Toepasselijk bij deze geschiedenis is het lied ‘Staak de strijd’ van Matthijn Buwalda. Ik denk dat het herkenbaar is voor elke strijder die met zichzelf in de clinch ligt. Het vechten tegen jezelf in eigen kracht zal wanhopig mislukken. Een hogere kracht kan uitkomst bieden. Jezus is de Overwinnaar van het kwaad. Door het geloof wordt Hij toegevoegd aan je leven. Als je jezelf aan Hem overgeeft, kan Hij de strijd in je overwinnen.
Heb je jouw strijd al naar een hoger plan gebracht? Heeft je eigen ‘ik’ het al verloren tijdens een persoonlijk ‘Pniël’, toen je alleen overbleef… en God je krachtig aangreep. Het is heilzaam om je eigenzinnige leven te verliezen voor een nieuw begin met God. Laat Jezus Overwinnaar zijn in je leven!
Hieronder volgt het aangrijpende lied van Matthijn Bulwalda:
Staak de strijd
Sterke held, ik kijk naar jouw gevecht.
Je sterke rug lijkt elke dag een beetje minder recht.
Geef je hand, en geen gebalde vuist.
Ik kan niets geven, zo lang jij voor Mij je handen sluit.
Je kunt de strijd tegen jezelf niet winnen,
al vecht je door tot aan de dood.
Je kunt er niets tegen beginnen,
dus waarom houd jij je groot?
Staak de strijd. Dit is niet langer jouw gevecht.
Verlies jezelf, dan win je echt.
Geef het aan Mij. Stop je verzet.
Staak de strijd, Die Ik gewonnen heb voor jou,
omdat je die nooit winnen zou.
Geef het aan Mij… en word gered.
Sterke held, geef Mij je woede maar.
Als jij je over geeft, ligt hier de overwinning klaar.
Laat het los, en geef je last aan Mij.
Ik heb gevochten aan een kruis, zodat je vrij kunt zijn.
Als je uitgeput bent, kom tot Mij.
Als je moe gestreden bent, Ik sta aan jouw kant:
Als je stil kunt zijn en je Mij als God erkent.
YouTube-video Matthijn Buwalda – Staak de strijd
***
Nadat de sterke Held Jakobs gewricht had verwrongen en zei: ‘Laat mij gaan, want de dageraad is aangebroken,’ reageerde Jakob: ‘Ik zal U niet laten gaan, tenzij U mij zegent’ (vers 26). Jakob heeft de kracht van God gevoeld. Hij heeft het in deze worsteling met God beseft, dat hij Hem echt nodig had. De Heere was hem te sterk geworden en had hem innerlijk en uiterlijk overwonnen. Jakob was ingewonnen en gaf zich gewonnen.
Hij was overmeesterd en erkende God als zijn Meester, Die nu alles voor het zeggen kreeg in het leven van Jakob. In werkelijkheid was dit natuurlijk al zo, maar Jakob moest het persoonlijk (bevindelijk) ook ervaren.
Jakob werd overmeesterd
en erkende God als zijn HEERE en Meester
Is dat ook zo bij ons?
De jonge indiaan en de wilde mustang
Hoe wordt je overmeesterd? Ik zal het uitleggen met het voorbeeld van de jonge indiaan en de wilde mustang. Hij is de zoon van de hoofdman van een strijdbare indianenstam. De jonge indiaan heeft een snel en sterk paard nodig. Zijn vader vindt het tijd om er één uit te zoeken op de prairie. Ze drijven eerst met een groep indianen op hun paarden een wilde kudde mustangs op.
Ze ontdekken een snelle zwarte wilde mustang de andere vluchtende paarden. Het dier valt op door zijn grote kracht en felheid. Dat kan het paard worden voor de zoon van de hoofdman. Na een lange drijfjacht wordt het dier geïsoleerd van de kudde wilde paarden. Uiteindelijk hebben ze hem met een aantal lasso’s gevangen. Dan wordt het wilde dier naar een omheining gevoerd in het dorp. Het is een kraal voor een paard die ze willen temmen. De jonge indiaan probeert daarna het wilde dier aan zich te laten wennen. Dat kan lange tijd duren. Hij voert het paard.
Op den duur probeert hij op het paard te komen, maar de zwarte mustang laat dat absoluut niet toe. Je ziet dat het trotse paard een leider is, die deze positie niet wil opgegeven. Het dier heeft een ijzeren wil en verlang naar de vrijheid van de prairie. Hij lijkt onmogelijk om het paard te temmen. Andere indianen blijven liever uit de buurt.
Na enkele maanden van contact met het paard denkt de indiaan dat de tijd rijp is om op het paard te gaan rijden. Deze lijkt nog ongetemd en ongeremd. In de kraal is het gevaarlijk, omdat de indiaan dan in de knel kan komen tegen de houten omheining.
Ineens springt hij op de indiaan, terwijl het hek van de kraal wordt opengegooid. De mustang rent met een enorme vaart de kraal uit, de vrijheid tegemoet. Hij gaat rechtstreeks terug naar de prairie. Intussen probeert hij zijn jonge berijder van zich af te werpen. De indiaan lijkt wil verkleefd aan het paard, stevig vastgeklemd op zijn rug. Het dier blijft urenlang rennen, en doet allerlei pogingen om de indiaan van zich af te krijgen. Het wordt een uitputtingsslag… Wie zal het winnen? Het kan zelf een gevecht op leven en dood worden.
De indiaan kent het gevaar. Hij heeft al vaker geoefend op minder wilde paarden. Maar deze keer wordt het wel erg spannend! Zelfs in het donker blijft de mustang doorrennen, terwijl hij de lenige indiaan van zich probeert af te schudden.
De nieuwe dag breek aan. Nog steeds gaat het gevecht door tussen het paard en de berijder. De schuimvlokken en het zweet van het paard vermengen zich met het zweet van de indiaan in deze uitputtingsslag. Na enkele uren raken het paard en zijn berijder uitgeput. De mustang wankelt, de indiaan drijft zijn bewustzijn te verliezen. Ze happen naar adem. Het paard begint hevig te trillen… en valt neer. Het dier is knock-out. De indiaan is nog nauwelijks bij bewustzijn.
Na enige tijd gaat de dappere zoon van de indianenhoofdman naast de kop van het paard zitten. Het paard komt bij… en ziet de indiaan zijn meester.
Het dier geeft zich innerlijk ook gewonnen.
Samen staan ze op. Het uitgeputte dier krijgt dringen en eten. Hij laat zich gewoon voeren en toont geen weerstand of agressie. Hij is overmeesterd en ziet in de indiaan zijn nieuwe meester. Hij heeft zijn wil overgegeven aan zijn heer, om deze te voorgoed te dienen.
De indiaan klimt weer op het paard. In alle rust komen ze samen in het indianendorp terug. De indiaan en het paard blijven aan elkaar verbonden. Een ander moet het niet wagen om op de zwarte mustang te klimmen; die wordt er zo snel mogelijk afgeworpen. Het sterke paard heeft de indiaan vele jaren trouw gediend. Door zijn grote snelheid en felheid konden zij samen winnen in de strijd en veilig terugkeren naar het dorp.
In dit voorbeeldverhaal zitten mooie lessen
voor het geestelijk leven
Een gelovige is, als het goed is, door zijn nieuwe Meester innerlijk overmeesterd. Zijn eigen wil is gebroken en overgegeven aan de wil en leiding van zijn Heer. Dan kan hij samen met zijn Meester overwinnaar zijn in de geestelijke strijd.
Dan kan de oude, eigenzinnige Jakob vernieuwd worden tot ‘Israël’, dat is ‘strijder met God’. Dan kan hij de voorvader van het volk van Israël worden.
Overwinning voor een verliezer
God schakelt onze wil bij zijn reddend handelen niet uit, maar juist in. Wij moeten het eens worden met God! Geloven is ‘amen zeggen’ op Gods Woord en wil in ons leven. Hij heeft een gewillig volk tijdens Zijn heerkracht. De oude Jakob geeft nu eerlijk zijn naam op (in vers 27), daarmee brengt hij zijn ware identiteit aan het licht voor God: hij is de bedrieger, de zondaar…
En dan komt het wonderlijke! We lezen in vers 28: ‘Toen zei Hij: ‘Uw naam zal voortaan niet meer Jakob luiden, maar Israël, want u hebt met God en met mensen gestreden, en hebt overwonnen.’ God is genadig!
Hij heeft van Jakob ‘Israël’ willen maken! Israel betekent ‘God strijdt’. Mijn Engelse Bijbel geeft de betekenis: ‘Prince with God’. In het verband van de tekst kun je wellicht ook zeggen: ‘Strijders Gods’ of ‘Overwinnaar Gods’. Ik denk dat het betekent: ‘Strijder met God’.
Jakob werd een ‘overwinnaar met God’
in zijn nieuwe naam ‘Israël’
De Studiebijbel verklaart: ‘God zegt dat Jakob gewonnen heeft, maar geeft hem een naam die betekent dat God wint. Zo kan Jakob verdergaan, als iemand die wint, omdat God met hem is en hem laat winnen. ‘God strijdt’ en ‘u overwon’ houden een belofte in… De naamsverandering houdt ook in een verandering in positie of karakter. Het is merkwaardig dat de oude naam blijft functioneren…’
Een prijs van overwinning voor de verliezer in de boksring
Hoe kan nu iemand die verloren heeft toch overwinnaar zijn? Laat ik een voorbeeld noemen. Stel je voor dat een wereldkampioen boksen voor het nieuwe wereldkampioenschap in de ring staat tegenover een jonger iemand. Hij is al vijf jaar kampioen. Hij kan er weer 10 miljoen dollar mee winnen.
Tijdens de wedstrijd besluit hij dat het jonge talent van hem mag winnen. Hij geniet van de goede wedstrijd. Maar plotseling haalt hij te hard uit en de jonge bokser gaat knock-out. Ze proberen hem nog bij te brengen, maar uiteindelijk blijft hij uitgeteld liggen. De kampioen vindt het jammer, dat was niet de bedoeling! Nu ja, wat dan?
Dan roept de kampioen naar het publiek en de jury: ‘Hij heeft uitstekend gespeeld, volgens mij heeft hij gewonnen. Ik verklaar, dat hij de nieuwe wereldkampioen is!’ Mag hij dat officieel wel zeggen? Nee, natuurlijk niet. De jury beslist dat hijzelf weer wereldkampioen is geworden!
Wat kan de wereldkampioen nu nog voor de ander doen? Ik denk dat je het al weet… Hij mag hem wel de prijs geven! Hij geeft de prijs van 10 miljoen dollar. Dat is onverdiend, maar hij mag doen met zijn eigen geld wat hij wil.
Gelovigen ontvangen onverdiend de prijs.
Zij mogen onverdiend ‘overwinnaar’ zijn.
Oude en nieuwe mens
Nu zit er eigenlijk nog een andere les in verborgen. Jakob en Israël zijn verenigd in één persoon. Jakob is ‘de oude mens’ in de gelovige en Israël ‘de nieuwe mens’. Nu wordt het verhaal duidelijker. De oude mens moet bestreden en ten onder gebracht worden en de nieuwe mens moet steeds meer opstaan in ons leven. Het gaat dus over ‘de afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuw mens’, zoals we dat lezen in de Heidelberger Catechismus, antw. 88.
De kostbare sierstruik
Laat ik dit verduidelijken met een voorbeeld:
Het kan zijn dat iemand een dure sierstruik heeft gekocht in Japan. Hij heeft er 4000 euro voor betaald. De struik plaatst hij voor zijn raam in de voortuin. Er komen geweldige, mooie bloemen aan. Ze ruiken heerlijk. Vol verbazing blijven de voorbijgangers stilstaan bij het huis. De geur is op grotere afstand al te ruiken. De eigenaar is eigenlijk wel trots op de unieke struik.
In de loop van de herfst verdorren en verrotten de bloemen en bladeren. Na de eerste vorst verspreiden de rotte bloemen een onaangename geur. De voorbijgangers werpen afkeurende blikken en halen hun neus op voor zo’n struik. Ze zeggen tegen de eigenaar, dat hij de struik beter maar kan opruimen. ‘O nee,‘ reageert hij, ‘dit is een dure en goede struik… let maar op, straks in het voorjaar zul je wat zien!’
Hij verwacht er weer veel van, maar in het voorjaar wacht hem een teleurstelling: de nieuwe bloemen, in combinatie met het verwelkte gedeelte, geven een mistroostig aanblik; het is geen gezicht! Daarbij staat ook de geur de voorbijgangers tegen. Wat is er misgegaan? Dat is duidelijk. De eigenaar had de struik goed moeten snoeien. Hij wilde de grote plant zoveel mogelijk bewaren; hij dacht hem daardoor te sparen, maar dat pakte helemaal verkeerd uit.
Het voorbeeld van de sierstruik kun je toepassen
op het leven van Jakob en de gelovigen
Overwinnaar na de radicale snoeibeurt
Bij de Jabbok werd het verkeerde en het in eigen kracht uitgegroeide gedeelte weggesnoeid. Daardoor kon het nieuwe gedeelte ‘Israël’ juist goed en onbelemmerd uitgroeien. Je ziet ook bij de gelijkenis van de Wijnstok (in Joh. 15) dat de goede ranken moeten worden gesnoeid.
Samen met God mag Jakob overwinnaar zijn. Zo mag hij het ‘overwinningsleven’ in het geloof leven. Het was eigenlijk een goede, radicale snoeibeurt. Je leest in Gen. 35:10 dat hij weer de naam Israël krijgt. We lezen daar letterlijk: ‘God zei toen tegen hem: Uw naam is Jakob, uw naam zal voortaan niet Jakob luiden, maar Israël zal uw naam zijn; en Hij gaf hem de naam Israël.’
Een schoonmaakbeurt bij Beth-El
Dit gebeurde nadat Jakob een goed schoonmaakbeurt gehouden had in zijn huisgezin en bij zijn mensen. Hij sprak tot hen (in Gen. 35:2-3): ‘Toen zei Jakob tegen zijn huisgezin en tegen allen die bij hem waren: Doe de vreemde goden die in uw midden zijn, van u weg. Reinig u en verwissel uw kleren. 3. Laten wij opstaan en naar Bethel gaan. Ik zal daar een altaar maken voor de God Die mij antwoordde op de dag toen ik in nood was, en Die met mij geweest is op de weg die ik gegaan ben.’
In de verzen 4-5 lezen we verder: ‘Toen gaven zij Jakob al de vreemde goden die ze bij zich hadden, en de ringen die ze in de oren droegen. En Jakob verborg ze onder de eik die bij Sichem staat. 5. Daarop braken zij op. Gods verschrikking lag over de steden die hen omringden, zodat zij de zonen van Jakob niet achtervolgden.’
Je ziet hierin dat Jakob de zonden in zijn huis bestreed en verwijderde, en dat God daarna voor Israël streed tegen de vijanden, die te sterk waren voor Jakob en zijn mensen.
Reiniging en overwinning
Hierin ligt een les voor de gelovigen, die in het overwinningsleven willen leven. Wij hebben onze taak in deze zaak, hoe moeilijk de hardnekkige zonden in ons leven dan ook mogen zijn. Wij dienen ons te reinigen voor de openbaring van de heerlijkheid en het werk van God in ons leven. We zien dit ook in Exodus 19 en 20, bij de wetgeving. Ze moesten zich ook heiligen voor God en daarbij hun kleren wassen.
Zo kan ook de oude Jakob in ons worden overwonnen, en de nieuwe Israël in ons opstaan en overwinnen. De nieuwe mens in ons kan dan overwinnen door de geloofsovergave aan Jezus. Dan kunnen wij door het geloof ook zeggen, wat we lezen in Rom. 8:37:
‘Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars
door Hem, Die ons heeft liefgehad.’
Lees Rom. 8 maar eens aandachtig door. In vers 31-32 komen we dan tot de heerlijke conclusie: ‘Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?’