Leven door Jezus, de Behouder van het leven, zoals Jozef
Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.
Lessen voor het geloofsleven uit het leven van Jozef
Jozef, de Behouder van het leven
Jozef is de behouder van het leven. Hij is door zijn eigen broers verworpen en verkocht naar Egypte. Daar deed hij als slaaf zijn best in het huis van Potifar. Hij weerstond de verleiding en het onrecht. Nadat hij vals werd beschuldigd, zat hij jarenlang onschuldig in de gevangenis. Ook daar deed hij zijn best. Kun je een zonde van hem noemen? Daarna werd hij bijzonder verhoogd als onderkoning van Egypte.
In de hongersnood kwamen zijn broers bij hem om koren. Nadat hij hen tot berouw heeft gebracht, vergaf hij hen de misdaden. Uiteindelijk liet hij ook zijn vader Jakob naar Egypte komen. Zijn leven werd toen weer aan het leven van Jakob toegevoegd. De naam Jozef betekent: ‘Hij die toegevoegd wordt.’ Jakob werd getroost na zo’n 22 jaren scheiding, rouw en depressie.
In Egypte werd Jozef de Behouder van het leven (de Zafnath Paänéah). Hij onderhield hij zijn familie en de Egyptenaren in de hongersnood. God gebruikte hem om Israël in het leven te behouden.
Hij is een type van Jezus
Jozef is een type van Jezus. Zijn levensgeschiedenis laat als in een voorafschaduwing ook het leven van Jezus zien. Jezus is door Zijn eigen volk en broeders verworpen en overgeleverd aan de Romeinen om gedood te worden. Zijn lijden en dood werd de verlossing van de gelovigen uit Zijn volk.
Jezus is de Behouder van Zijn volk. We lezen hierover het volgende in Johannes 11:49-52: ‘Maar één van hen, Kajafas, die de hogepriester van dat jaar was, zei tegen hen: U weet niets, en u overweegt niet dat het nuttig voor ons is dat één Mens sterft voor het volk, en niet heel het volk verloren gaat. Dit zei hij echter niet uit zichzelf, maar als hogepriester van dat jaar profeteerde hij dat Jezus sterven zou voor het volk, en niet alleen voor het volk, maar ook om de kinderen van God, overal verspreid, bijeen te brengen.’
Jakob en Jozef
In de levensgeschiedenis van Jakob en Jozef liggen veel geestelijke lessen. Jakob heeft pas op 130-jarige leeftijd het geluk gevonden, toen na zo’n 22 jaren van depressie Jozef weer aan zijn leven werd toegevoegd.
Teun Stortenbeker van de Hoop het boek ‘Als Jozef je zoon is…’ geschreven. Hij geeft daarin aan: ‘Jakob is de grote verliezer van het boek Genesis, de stamvader van Israël. Maar wat een zegen en een troost dat de ‘geschiedenis van Jakob’ de ‘geschiedenis van Jozef’ wordt.’
De geschiedenis van Jakob
werd de geschiedenis van Jozef
De HEERE zal toevoegen
Jozef is hierin een type of voorbeeld van Jezus. Jozef deelde als onderkoning het graan uit om mensen uit de hongersnood te redden. Hij is de ‘Behouder des levens’ (de Zafnath Paänéah). In Gen. 30:24 lezen we van Rachel na zijn geboorte: ‘En zij noemde zijn naam Jozef, zeggende: De HEERE voege mij een andere zoon daartoe.’ Het Hebreeuwse grondwoord Jozef is ‘zal toevoegen’. Dan is het een heerlijke belofte geweest, wat later in het leven van Jakob is vervuld.
Jezus moet worden toegevoegd
Zoals Jozef moest worden toegevoegd aan het leven van Jakob en zijn zonen, moet Jezus aan ons leven worden toegevoegd, om te redden en te bevrijden van zonde, ellende en depressie.
Hieronder kun je aanklikken op een opdrachtenblad voor deze sessie, die je voor jezelf kunt doornemen of in een groep kunt behandelen:
Opdrachtenblad Geestelijk herstel Dag 4 – deel 3
Leven door Jezus, de Behouder van het leven, zoals Jozef
***
Jakob, Jozef en de broers
Jakob liet zijn voorkeur voor zijn zoon Jozef duidelijk blijken. Jozef en Benjamin waren de kinderen van zijn lievelingsvrouw Rachel, die overleed bij de geboorte van Benjamin. De voorkeur werd verwennerij en verwekte jaloezie en boosheid bij de oudere zonen van Jakob, vooral bij de kinderen van Lea. In volgorde van ouderdom waren dat Ruben, Simeon, Levi, Juda, Issaschar en Zebulon. Vooral Simeon en Levi waren harde mannen, die op een gemene wijze de mannen van Sichem om het leven brachten (Gen. 34:24-27).
Het voortrekken van Jozef door Jakob kwam tot een dieptepunt in Gen. 37, door de veelkleurige mantel die hij kreeg van Jakob en door de dromen, die aangaven dat Jozef over zijn broers zou heersen. Dat is heel begrijpelijk. De broers ervoeren dat als afwijzing en een diepe vernedering. Zij waren de stoere en sterke volwassen mannen. Ze waren niet van plan om zich te laten overheersen door een 17-jarig verwend broertje.
We lezen erover in Genesis 37:1-5. Hieronder volgt het tekstgedeelte:
‘Jakob woonde in het land waar zijn vader als vreemdeling gewoond had, in het land Kanaän. Dit zijn de afstammelingen van Jakob. Jozef, zeventien jaar oud, hoedde gewoonlijk het kleinvee met zijn broers – hij was een jonge man – met de zonen van Bilha en met de zonen van Zilpa, de vrouwen van zijn vader. En Jozef bracht het kwade gerucht over hen aan zijn vader over. Israël had Jozef meer lief dan al zijn andere zonen, want hij was voor hem een zoon van zijn ouderdom. Ook liet hij een veelkleurig gewaad voor hem maken. Toen zijn broers zagen dat hun vader hem meer liefhad dan al zijn broers, haatten zij hem en konden niet vriendelijk meer tot hem spreken. Ook had Jozef een droom, die hij aan zijn broers vertelde; daarom haatten zij hem nog meer. Zijn broers waren jaloers op hem …’
Leugens, bedrog, misleiding, aanklacht en scheiding
In het voorgeslacht en de geschiedenis van Jakob zien we dat bepaalde zonden, die aan de hand worden gehouden, tot een generatievloek kunnen worden. Dat zien we in de leugens van Abraham, Izak, Laban, Jakob zelf, en ook de broers van Jozef. Steeds weer hield met een ander ‘voor het lapje’ (zelfs letterlijk, met een geitenvel, sluier, bebloede mantel, maar ook met ‘vrome woorden’ als masker).
Door leugens en bedrog, voorkeur en afwijzing kan het geestelijk klimaat in gezinnen en generaties worden verziekt en relaties worden verwoest. Daardoor komt men in het speelveld en het schaakbord van de duivel. Je speelt hem dan in de kaart, geeft hem kansen en mogelijkheden om te infiltreren met zijn demonische pionnen: de gevallen engelen. Het spreekwoord van de duivel is: ‘verdeel en heers’.
In het Nieuwe Testament wordt hij in het Grieks genoemd ‘diabolos’ (διάβολος), dat betekent letterlijk: door-elkaar-gooier, hij die uiteenwerpt. Het heeft ook in de betekenis van ‘scheidingveroorzaker, lasteraar, haatzaaier’. Satan is de misleider, maar ook de aanklager en beschuldiger van de broeders (Openb. 12:9-10). Het werk van de demonen zie je zichtbaar worden in de barsten en scheuren in gezinnen en relaties. We zien het in het gezin van Jakob. Welke lessen kunnen we eruit halen?
De gevolgen van afwijzing
Teun Stortenbeker, ex-directeur van De Hoop, geeft ons belangrijke lessen en praktijkvoorbeelden door in zijn boek ‘Als Jozef je zoon is…’. Hij geeft hierin aan: ‘Afwijzing is in ons land misschien wel volksziekte nummer één. Waardering is een schaars goed onder Nederlanders.’ Hij stelt dat zegenen begint met respect en waardering.
Bij de gasten van De Hoop heeft hij veel te maken gehad met de ernstige gevolgen van afwijzing. Het overgrote deel van geestelijke problemen, trauma’s, depressies en verslavingen heeft een ontstaansgrond in de moeilijke kinderjaren binnen een problematische gezinssituaties. Daarbij spelen afwijzing, emotionele verwaarlozing en persoonlijke voorkeur door ouders over het algemeen overheersende rol. Kinderen worden misvormd door een verkeerde opvoeding.
Generatiemisvorming en verslaving bij Astrid
Bij de geschiedenis uit Gen. 37 geeft Teun het volgende voorbeeld van generatiemisvorming door. Bij het waargebeurde verhaal is de naam Astrid een schuilnaam. Teun vertelt het ons in zijn boek op de bladzijden 90-92.
Astrid was verslaafd en kwam in De Hoop terecht. In tegenstelling tot haar broers en zusters had ze een lichte huidskleur, net al haar vader. Dat was voor hem een reden om haar extra te verwennen. Zij kreeg van hem duurdere en mooiere cadeautjes dan de andere kinderen. Op haar verjaardag waren de anderen jaloers. Astrid was altijd te netjes gekleed om mee te doen met kattenkwaad waardoor de kleren vies werden. Zij werd als kind daarom ook steeds weer geplaagd. Teun vertelt ons verder: ‘Bij haar vader kreeg ze alles voor elkaar en zo leerde ze al vroeg alles en iedereen naar haar hand te zetten. Ze werd er niet gelukkiger van, was eenzaam en voelde zich steeds meer afgewezen, niet alleen thuis, maar ook op school.
Toen Astrid bij De Hoop kwam, had ze vier buitenechtelijke kinderen van vier verschillende vaders. Haar leven was een puinhoop, ook al zag ze er aan de buitenkant uit om door een ringetje te halen. Maar nu het wonderlijke: één van haar kinderen, de oudste, leek als twee druppels water op haar moeder. En ook zij werd door haar moeder extreem voorgetrokken en verwend.’
Teun gaat verder: ‘Na een tijdje probeerden we haar voorzichtig een spiegel voor te houden: ‘Astrid, je hebt het wel over je eigen jeugd en de fouten van je ouders, maar kijk nu eens wat je zelf doet. Je doet precies hetzelfde met je oudste dochter.’ Verbaast zei ze dan: ‘Oh ja? Denken jullie dat echt? Ja, nu je het zegt…!’ Ze zag het wel, maar er veranderde niets. Na een tijdje ging ze weer drugs gebruiken en verdween ze met haar kinderen uit het opvangcentrum.’
Teun geeft aan dat er een knopje bij haar was omgegaan toe ze later weer terugkwam bij De Hoop. Ze was bereid om aan haar probleem te werken. Met haar moeder heeft ze het in Dordrecht uitgepraat, vergeving aan elkaar gevraagd en de fouten erkend. Haar moeder had meegedaan aan de pesterijen, omdat ze ook jaloers was op Astrid, omdat die zoveel aandacht van haar man kreeg. Astrid vroeg ook om vergeving, omdat ze er misbruik had gemaakt, en omdat ze zich als het verwende kind had gedragen en zich niet liet corrigeren.
Teun vertelt ons verder: ‘Dat was een ontroerend en belangrijk moment, maar het leed was geschied. Inmiddels heeft de oudste dochter van Astrid ook een buitenechtelijk kind. Drie generaties misvorming…’
Liederen bij de inleiding van deze sessie
God ziet het hart aan. Hij ziet je zoals je bent. Hoe is het innerlijk met je gesteld? Ben je oprecht naar God en de mensen toe? Verlang je naar uitredding en herstel? In Psalm 139 van The Psalm Project zie je dat je in afhankelijkheid en eerlijkheid tot God mag naderen in gebed en lied. Open je hart maar voor de HEERE, Die je kan helpen en leiden op de juiste weg. Hieronder kun je aanklikken op het lied:
YouTube-video Psalm 139 Heer die mij ziet zoals ik ben
Het lied ‘Zoals je bent’ uit Opwekking 779 gaat er verder op door. Kom tot God zoals je bent. Hij kan je veranderen en vernieuwen. Hij ziet in liefde op de gelovigen neer, die oprecht tot Hem komen en alles van Hem verwachten. Hieronder volgt de Nederlandse tekst van Menno van der Beek:
Zoals je bent
Kom hier met je tranen, hoe verdwaald je ook bent:
je hart is gebroken maar je redding begint.
Hier is genade, kom hier en kniel neer:
geen pijn op de aarde die de hemel niet heelt,
geen pijn op de aarde die de hemel niet heelt.
Dus kom met je zorgen en schaam je niet meer,
al ben je gebroken, kijk naar je Heer.
***
Waar jij ook geweest bent, je kunt nog terug,
dus geef Hem je hart; kom met je pijn, zoals je bent.
Hier is hoop als je hoop zoekt, verdwaald en vervreemd:
proef hier de genade, kom, eet met ons mee.
Rust is te vinden, al lijkt alles te veel:
geen pijn op de aarde die de hemel niet heelt.
***
Straks mag je weer juichen, dus stil maar,
je weet: geen pijn op de aarde die de hemel niet heelt,
geen pijn op de aarde die de hemel niet heelt.
Dus kom met je zorgen en schaam je niet meer,
al ben je gebroken, kijk naar je Heer.
Waar jij ook geweest bent, je kunt nog terug,
dus geef Hem je hart; kom met je pijn, zoals je bent.
Zoals je bent. Zoals je bent. Zoals je bent.
***
Hieronder kun je het beluisteren:
YouTube-video Opwekking 779 – Zoals je bent – CD39 (live video)
(Het lied ‘Come as you are’ is van Ben Glover/David Crowder/Matth Maher.)
***
Het volgende is Psalm 130 van de Psalmen voor nu. Het is toepasselijk voor Jakob en Jozef. De in duisternis en gevangenschap hebben verkeerd. Je ziet er ook het geloof van Jozef in terug. Herken je het ook in je eigen leven? Hieronder vind je de tekst en het lied dat je kunt aanklikken op YouTube:
Uit de diepten roep ik u
HEER, mijn God.
Ik heb u nodig, Here luister
nu ik schor gebeden fluister,
luister toch,
HEER, luister toch.
Als u niets dan zonden zag,
HEER, mijn God,
wie bleef in leven? Maar u wilt nu
juist vergeven. Dus verdient u
diep ontzag,
ons diep ontzag.
Ik blijf wachten tot u komt,
HEER, mijn God,
Ik blijf nog sterker op u wachten
dan een mens in lange nachten
wacht op licht,
het morgenlicht.
Israël, hoop op de HEER,
hoop op God,
want hij heeft zich aan jou verbonden.
Hij verlost je van je zonden.
Hij maakt vrij.
Hij maakt jou vrij!
Tekst: Rien van den Berg
Melodie: Sergej Visser
YouTube-video Uit de diepten roep ik U
Psalmen voor Nu 130 Leeuwarden ZvK
***
Als je werkelijk je vertrouwen stelt in God, mag je weten dat je het niet alleen draagt. Jezus Christus heeft de zonde en pijn weggedragen voor de gelovigen. Bij het kruis is vergeving en heling. Door Zijn striemen is er genezing gekomen (Jes. 53:5). Matthijn Buwalda wil ons bemoedigen in zijn lied ‘Je draagt het niet alleen’. Ik laat de tekst en het lied hieronder volgen:
Je draagt het niet alleen
Voor wie zoekt, maar nergens vindt.
Voor wie vecht maar zo vaak niet wint, net als ik.
Voor wie gaat, maar niet bereikt.
Voor wie liefde geeft, maar niet krijgt.
Weet dit: je draagt het niet alleen.
***
Voor wie gokt en steeds verliest.
Wie probeert maar vaak verkeerd kiest, net als ik.
Voor wie lacht maar niet geniet.
Voor wie wel gelooft, maar niet ziet.
Weet dit: je draagt het niet alleen.
***
Raak de rug je muur, sluit de nacht je in.
Kun je nergens heen, dan er tegen in.
Je draagt het niet alleen.
***
Zelfs als de hemel zwijgt, als je geloof bezwijkt,
als je me niet begrijpt.
Ik zal er altijd zijn. Je draagt het niet alleen.
***
Matthijn Buwalda
In het lied van The Psalm Project ‘God van trouw’ zie je dat Hij trouw blijft aan Zijn beloften. Hij zal Zijn volk niet verlaten. Hij houdt Zijn kinderen in het oog, ook al zitten ze in de put en voelen zij zich in een moeilijke tijd verlaten en alleen. Dat is ook een troost en bemoediging voor jou als je Hem oprecht zoekt. Laat je dan maar bemoedigen door het volgende lied van The Psalm Project:
YouTube-video The Psalm Project ‘God van liefde, God van trouw’
***
Ik ben… het Brood van het leven
Hier volgt het lied van Sela: ‘Ik ben’, waarbij het ook weer gaat over de Bron en het Brood van het leven. Door Jozef werd de honger in Egypte gestild. Jezus stilt onze geestelijke honger. Hij is het Brood van het leven.
Je ziet in de tekst van het lied hieronder dat we er een aantal zaken van terug vinden in de geschiedenis van Jakob, Jozef en de broers. Je ziet ook dat het verwijst naar de oplossingen die er zijn bij Jezus Christus, de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij is de ‘Ik ben’, Hij is erbij… Bij Hem vind je een betere toevlucht, rustplaats en thuis om geestelijk te groeien dat in het land Gosen, waar Israël een nieuw thuis ontving.
Na de tekst kun je het op het lied van Sela aanklikken op YouTube:
IK BEN
Wie zal ons voeden, het brood met ons breken?
Waar wordt de honger voor altijd gestild?
In Christus alleen is het brood van het leven;
breekt het voor ieder, deelt het om niet.
tegenstem:
Bron van leven, ons gegeven, vol van liefde en vrede:
Christus, Hij alleen!
Wie zal ons laven, de dorst van ons nemen?
Waar is geen droogte, geen pijn of verlies?
In Christus alleen is het water des levens;
reikt ons de beker, geeft het om niet.
Wie spreekt de woorden van waarheid en leven?
Waar wordt gevonden de zin van bestaan?
In Christus alleen is de Waarheid gegeven;
weg tot de Vader, weg om te gaan.
Wie zal onthullen hoe wij zijn geschonden?
Waar komt er licht in ons donker verdriet?
In Christus alleen worden harten gevonden;
Licht van de wereld, licht dat ons ziet.
Wie zal ons leven in liefde doen groeien?
Waar zijn de vruchten die nooit meer vergaan?
In Christus alleen zullen ranken volgroeien:
Vruchten van vrede, recht van bestaan.
Wie zal ons zoeken tot wij zijn gevonden?
Waar zoeken wij naar een toevlucht en thuis?
Met Christus alleen, zijn wij eeuwig verbonden;
weidt ons in vrede, leidt ons naar huis.
Een lied van Sela. Tekst: Hans Maat, muziek: Adrian Roest
YouTube-video Ik ben – gezongen door Sela
***
Een nieuwe weg voor de gelovigen
Op Zijn tijd opent God een nieuwe weg voor de gelovigen, die in moeite zijn en zelf daarin geen zien. Het komt naar voren in het volgende lied van Christian Verwoerd, dat hij samen zingt met Erica de With. Op de nieuwe weg van God weg kun je bemoediging en troost, genezing en herstel vinden. Je vindt dat in Jezus Christus, de Weg, de Waarheid en het Leven. Hieronder volgt het lied:
Een nieuwe weg
Wat God zo mooi gemaakt had, ligt er gebroken bij
Het verleden heeft veel schade aangebracht.
Mijn adem lijkt gestopt door de wonden diep in mij.
Het doet pijn vanbinnen, het ontneemt me alle kracht.
***
Een kostbare relatie is voorgoed kapot gegaan.
Wat nog over is, is schaamte en verdriet.
Ik zoek naar nieuwe hoop, maar waar haal ik het vandaan?
Is er iemand die de weg naar boven ziet?
O, ik verlang naar rust, naar vrede voor mijn ziel.
***
Refrein:
Bij Jezus ligt genezing. Geen probleem is Hem te groot.
Zelfs de diepste nood is Hem niet onbekend.
Als je alles bij Hem neerlegt, wordt een nieuwe weg geopend
Er komt ruimte voor vernieuwing en herstel.
Dus geef het maar aan Hem, geef het maar aan Hem!
***
Mijn hoofd zit vol met vragen, maar ik ga er mee naar God.
Ik zal eerlijk zijn als ik alles Hem vertel.
Want Hij alleen kan zorgen dat mijn hart weer zachter wordt.
Ik vertrouw op Hem voor vernieuwing en herstel.
***
Refrein (2x):
Bij Jezus ligt genezing. Geen probleem is Hem te groot.
Zelfs de diepste nood is Hem niet onbekend.
Als je alles bij Hem neerlegt, wordt een nieuwe weg geopend.
Er komt ruimte voor vernieuwing en herstel…
Dus geef het maar aan Hem, ja, geef het maar aan Hem.
Dus geef het maar aan Hem, geef je hart aan Hem!
***
Geef je hart aan Hem: Ik geef mijn hart aan Hem. (2x)
Samen: Ik geef mijn hart aan Hem!
Een lied van Christian Verwoerd door hem gezongen met Erika de With
***
***
Jozef zocht zijn broers
We gaan kijken hoe het heeft uitgepakt in het leven van Jakob en zijn zonen. Jakob stuurde Jozef eens naar zijn broers om te kijken hoe het met hen en de kudde ging. We lezen in Gen. 37:15-20: ‘Een man trof hem aan, want zie, hij was aan het ronddwalen op het veld, en de man vroeg hem: Wat zoek je? Hij zei: Ik ben op zoek naar mijn broers; vertel mij toch waar zij aan het weiden zijn. Toen zei die man: Zij zijn van hier opgebroken, want ik hoorde hen zeggen: Laten we naar Dothan gaan.
Jozef ging zijn broers achterna en trof hen aan bij Dothan. Zij zagen hem al van ver; en nog voor hij in hun nabijheid gekomen was, beraamden zij een listig plan tegen hem om hem te doden. Zij zeiden tegen elkaar: Zie, daar komt die meesterdromer aan. Nu dan, kom, laten we hem doodslaan en hem in een van deze putten gooien, en wij zullen zeggen: Een wild dier heeft hem opgegeten. Dan zullen we eens zien wat er van zijn dromen terechtkomt.’
Zijn broers verkochten hem en bedrogen Jakob
We lezen in Gen. 37:28: ‘Toen er Midianitische kooplieden voorbijkwamen, trokken en tilden zij Jozef uit de put en verkochten zij Jozef voor twintig zilverstukken aan de Ismaëlieten. Die brachten Jozef naar Egypte.’ In vers 36 lezen we het vervolg: ‘De Midianieten verkochten hem in Egypte aan Potifar, een hoveling van de farao en het hoofd van de lijfwacht.’
In Gen.37:31-35 zien we het bedrog, de hardheid, maar ook de angst van de oudste zonen van Lea, namelijk Ruben, Simeon, Levi en Juda. We lezen in deze verzen: ‘Toen namen zij het gewaad van Jozef, slachtten een geitenbok en dompelden het gewaad in het bloed. Zij stuurden het veelkleurige gewaad naar hun vader en zeiden: Dit hebben wij gevonden. Kijk toch eens of dit het gewaad van uw zoon is of niet. Hij herkende het en zei: Het is het gewaad van mijn zoon. Een wild dier heeft hem opgegeten. Jozef is ongetwijfeld verscheurd. Toen scheurde Jakob zijn kleren, deed een rouwgewaad om zijn middel en rouwde vele dagen om zijn zoon. Al zijn zonen en al zijn dochters stonden op om hem te troosten, maar hij weigerde zich te laten troosten en zei: Voorzeker, ik zal treurend naar mijn zoon in het graf afdalen. Zo beweende zijn vader hem.’
Toen zijn zonen naar Egypte gingen om koren te kopen, zat de angst er bij Jakob nog diep in. (Zie dit maar in Gen. 42:4, 36, 38.) Hij komt in vers 36 tot de moedeloze uitspraak: ‘Al deze dingen zijn tegen mij!’ Als Benjamin een ongeluk zou overkomen op de weg, en dus ook niet zou weerkeren, dan zou dit te veel zijn voor Jakob. Hij geeft aan (in vers 38): ‘Dan zullen jullie mijn grijze haar met verdriet in het graf laten neerdalen.’
Mis je doel niet door je over te geven aan zelfbeklag
Jakob is daarna waarschijnlijk zo’n 22 jaar in een depressieve, rouwende toestand gebleven. Je kunt dat ook opmaken uit latere uitspraken van hem.
Zonde betekent letterlijk:
‘je doel missen’
Je komt niet tot een positieve bestemming en mist het doel van een gelukkig geloofsleven als je bij de gevolgen van zonden van jezelf of van anderen blijft vastzitten. Het zit in de zondige aard van een mens om anderen af te wijzen, te kleineren of niet te accepteren. Veel mensen voelen zich afgewezen, afgezet en weggezet. Je komt dat veel bij verslaafde en depressieve mensen tegen. Zij komen maar niet los van de pijn van het verleden. Ze kunnen zelfbeklag zelfs omarmen als een grote steen van de klaagmuur. Ze komen daar steeds weer terug om te klagen, en raken maar niet uitgehuild.
Omhels de steen ‘zelfbeklag’ niet
Je kunt ontsnappen door de poort van ‘belijden, loslaten, vergeven’. Je mag je last bij Jezus neerleggen, Die buiten de poort heeft geleden (Hebr. 13:12).
Teun Stortenbeker geeft aan in zijn boek: ‘Een zonde uit het verleden blijft altijd aanwezig zolang we hem niet openlijk hebben beleden. Ik verbaas me er soms over hoe mensen de meest vreemde omwegen bewandelen om maar niet geconfronteerd te hoeven worden met hun zonden. Eén van de manieren is om je te verschuilen achter de dingen die jou zijn aangedaan.’
Pas op voor het koesteren van afwijzing
Hij vertelt ons verder over afwijzing: ‘Vooral mensen die zich afgewezen voelen, hebben er een handje van om de persoon die volgens hen de oorzaak is van alle ellende, onder een geestelijke microscoop duizendmaal uit te vergroten.’ Hij vraagt aan deze mensen: ‘Wil je accepteren dat je van de afwijzing in je leven een obsessie hebt gemaakt, die niet meer in verhouding staat tot de werkelijkheid?’ Teun gaat verder: ‘Het gevoel van afwijzing kan je vriend worden. Je gaat het prettig vinden om het slachtoffer te zijn. Je zegt dat je niets waard bent en spreekt daarmee een vloek uit over je leven.’
Het gevoel van afwijzing kan je vriend worden
Samen met anderen met dezelfde ervaringen en problemen kun je jezelf in een cocon van zelfbeklag gaan inwikkelen, waar je niet meer uitkomt. De broers van Jozef hadden zich ook vastgedraaid in een cocon van leugens en bedrog. Daarbij moesten ze toezien dat hun oude vader verstrikt zat in een cocon van verdriet. De waarheid konden ze niet aan het licht brengen. Wie kon daar nog een verlossend woord brengen?
De Behouder van het leven
Intussen was de Behouder van het leven (Zafnath Paänéah) al volop aan het werk in Egypte om ook voor hen een voorraad aan te leggen. Hij kon hun bevrijden uit de cocon. God gebruikte hem om een groot volk in het leven te behouden.
Jozef is hierin een type van Jezus, Die voor de gelovigen de Behouder van het leven is. Hij kan je bevrijden uit de cocon van de zonde, je emotionele gevangenis, geestelijke honger en andere problemen waarin je verstrikt kunt zijn.
Laat je bevrijden uit je cocon
We hebben te maken met de wetmatigheid van het kwaad en de geneigdheid en gevolgen van de zonde. Ook gelovigen hebben nog te maken met de strijd tegen de zonde. Paulus beschrijft het in Romeinen 7. Hij wilde goed doen, maar werd gehinderd door de zonde in hem, zoals hij aangeeft in vers 19: ‘Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik.’ Door de negatieve wetmatigheid van het kwaad werd hij tot gevangene gemaakt van de wet van de zonde in zijn leden (zie vers 23).
Je kunt gevangen zitten in een metalen cocon
door de wetmatigheid van het kwaad
Bevrijding door de magneet van de genade
Door Jezus en de Heilige Geest kon Paulus er bovenuit worden getild. Door deze toegevoegde genade werd de wetmatigheid van de zonde bij hem opgeheven. Je kunt dat lezen in Rom. 7:24-25 en Rom. 8.
Het zondeprobleem
Je moet de zonde zien als een blok ijzer. Het is een wetmatigheid dat het geneigd is om te vallen. Op geen enkele wijze kun je dit zondeprobleem in eigen kracht oplossen. Deze wetmatigheid kan alleen maar worden opgeheven door er iets aan toe te voegen, namelijk de magneet van de genade.
Denk hierbij aan de betekenis van de naam Jozef: ‘toevoegen’, wat de HEERE zal doen. Hij is hierin een type van Christus. Als Jezus door genade en geloof aan je wordt toegevoegd, ben je in Hem ingelijfd! En dan is ook jouw zondeprobleem in Hem opgelost.
In de behandeling door Jozef van zijn broers in Egypte drong hij eerst door in de gesloten cocons van zijn broers. Het kwaad moest aan het licht komen, de weerstanden gebroken en het berouw tevoorschijn komen. Jozef begon streng. De noten moesten worden gekraakt, om de bruikbare inhoud eruit te kunnen halen.
Het kwaad uit het verleden kan ons achtervolgen, zoals in het leven van Jakob en de broers van Jozef. We hebben Jezus, de Behouder van het leven nodig. Hij is de Heiland: de Bevrijder en Heler.
Zit je nog vast in een cocon
van zonden of vroomheid?
Kun je niet tot overgave komen, om je oude leven te verliezen, en een nieuw leven met Jezus te winnen? Kom maar tevoorschijn…. Laat je redden!
Valse vroomheid ontmaskerd
De broers kwamen tijdens de hongersnood naar Egypte om koren te kopen. Deze geschiedenis lezen we in Gen. 42:6-11: ‘En Jozef, hij was de machthebber over dat land; hij verkocht koren aan de hele bevolking van het land. De broers van Jozef kwamen en bogen zich voor hem neer met het gezicht ter aarde. Toen Jozef zijn broers zag, herkende hij hen, maar hij deed zich tegenover hen voor als een vreemde en sprak harde woorden tot hen. Hij zei tegen hen: Waar komt u vandaan? Zij zeiden: Uit het land Kanaän, om voedsel te kopen. Jozef herkende zijn broers, maar zij herkenden hem niet. Toen dacht Jozef aan de dromen die hij over hen gekregen had, en hij zei tegen hen: U bent spionnen, u bent gekomen om de onbeschermde plekken van het land te bekijken. Zij zeiden tegen hem: Nee, mijn heer, uw dienaren zijn gekomen om voedsel te kopen. Wij zijn allemaal zonen van één man; wij zijn eerlijke mensen, uw dienaren zijn geen spionnen.’ (In de Statenvertaling ‘Wij zijn vroom’.)
Waarom handelde Jozef zo hard met hen? Hij beproefde hen, om te kijken of ze nog zo hard en afwijzend waren naar hem en Benjamin. Hij wilde waarschijnlijk ook ontdekken hoe het met zijn vader was, of ze nog aan hem dachten en berouw hadden van hun misdaad.
Jozef beproefde hen
om de zonde in herinnering te brengen
Hij ging met hen terug naar het verleden, om het kwaad op te halen en weg te kunnen nemen (te vergeven). Zij deden zich wel voor als eerlijke mannen, door te zeggen: ‘Wij zijn vroom’. Zij deden ook voorkomen alsof ze uit een degelijke gezinssituatie kwamen, met een oude vader, een jongste broer en een zoon die helaas wordt gemist. Het is duidelijk dat Jozef dit aan de kaak stelde. Hij hield niet van vrome smoesjes, maar wilde de waarheid en het berouw boven water krijgen. Bij de eerste ontmoeting kwam Ruben al tot de eerlijke uitspraak in de kerker, toen hij bekende naar zijn broers toe: ‘Wij zijn schuldig.’ Jozef hoorde en het ontroerde hem diep.
We lezen erover in Gen. 42:17-24: ‘En hij hield hen gezamenlijk drie dagen in hechtenis. Op de derde dag zei Jozef tegen hen: Doe dit, zodat u in leven blijft, want ik vrees God. Als u eerlijke mensen bent, laat dan een van uw broers gevangen blijven in het huis waar u in hechtenis bent. U echter, ga koren brengen om de honger van uw gezinnen te stillen. En breng uw jongste broer naar mij toe; dan zullen uw woorden bewaarheid worden, en zult u niet sterven. En zij deden zo. Toen zeiden zij tegen elkaar: Werkelijk, wij zijn schuldig vanwege onze broer. Wij zagen zijn zielsbenauwdheid toen hij ons om genade smeekte, maar wij luisterden niet! Daarom komt deze benauwdheid over ons. Ruben antwoordde hun: Heb ik het jullie niet gezegd: Bezondig je niet aan deze jongen! Maar jullie luisterden niet; zie, nu wordt er vergelding geëist voor zijn bloed! Zij wisten echter niet dat Jozef het verstond, want er was een tolk tussen hen. Toen wendde hij zich van hen af en huilde.’
Zoals je tot geloof en bekering komt…
Ik zie in het behandelen van Jozef van zijn schuldige broers een overeenkomst met de behandeling die je kunt krijgen als je tot geloof en bekering komt. Het werk van God, Jezus en de Heilige Geest wordt nogal eens uitgebeeld in de verhalen van het Oude Testament.
Je ziet dat al bij de roeping van Abraham, de vader van de gelovigen. Hij leerde te gaan op de beloften van God. In de geschiedenis van Jakob en Jozef kun je leren hoe het kwaad kan worden overwonnen en breuken worden herstel. Je ziet daarin ook hoe er aan een verloren leven met mislukkingen een nieuwe toekomst kan worden toegevoegd. Door Jozef wordt Jakob hersteld en Israël behouden. Aan het leven van Jakob werd door de genade van God een gelukkig hoofdstuk toegevoegd. De geschiedenis van Jakob werd daardoor de geschiedenis van Jozef.
Dat kan ook bij jou gebeuren, ook al lijkt je leven tot hiertoe mislukt. Het vuil uit je vorige leven moet echter wel aan het licht komen en worden opgeruimd. Dat hoort bij de waarheid, die je vrijmaakt. Je ziet dat ook bij Jozef en zijn broers.
Het vuil mag niet
onder het vloerkleed worden geveegd
De kamer moet worden gereinigd en vernieuwd voor een nieuwe bewoner. Zo gaat het ook als je tot geloof en bekering komt, als Jezus bij je binnenkomt.
Jezus staat aan de deur van je hart
We lezen de volgende opmerkelijke woorden van Jezus in Openbaring 3:19-20: ‘Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u. Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.’
Als je dit betrekt op de behandeling van Jozef met zijn schuldige broers, kun je wel begrijpen dat zijn strengheid terecht was. Als er nog onopgeloste onenigheid, bedrog, onrecht en onoprechtheid is, kun je niet gelukkig bij elkaar zijn aan een feestmaaltijd. Daarom moet je eerst alles uitpraten, eerlijk belijden, vergeven en goedmaken. Tegenstanders en rivalen kunnen dan vrienden worden.
Jaloezie, angst en boosheid
kunnen worden overwonnen door vergevende liefde.
We gaan kijken hoe Jozef het verder aanpakte met zijn broers.
Nadat Jozef zich ontroerd had afgewend, herstelde hij zich in zijn strenge behandeling. We lezen erover in Gen. 42:24: ‘Daarna keerde hij naar hen terug en sprak met hen; hij nam Simeon uit hun midden en liet hem voor hun ogen vastbinden.’
In het handelen van Jozef met de broers zie je, dat hij ze in soortgelijke moeilijke omstandigheden brengt als waarin zij hem vroeger hadden gebracht. Ze herinnerden zich daarom ook de angst en het geroep van Jozef in de put. Jozef zat in Egypte ook in een kerkerhol, waarschijnlijk ook een grote ronde put met traliewerk aan de bovenkant. In Gen. 40:15 noemt Jozef zijn kerkerhol een put (in het Hebreeuws: ‘babbor’ = ‘in de put’).
Wie was de hoofdschuldige in het proces?
Je ziet ook in Gen. 42:24) dat hij Simeon zwaarder aanpakt. Dat zal Jozef niet zonder reden hebben gedaan. Als er een rechtszaak tegen de vier broers zou worden gehouden, zou Jozef de beste getuige kunnen zijn. Hij was het levende bewijs. De oudste broer Ruben was wel verantwoordelijk, maar zal niet hebben kunnen opgebokst tegen de harde mannen Simeon en Levi, die daarvoor al de mannen van Sichem op een gemene wijze hadden gedood (Gen. 34:24-26).
Ruben wilde Jozef nog wel redden van de dood en uit de put (Gen. 37:21-22, 29-30). Juda stelde voor om Jozef te verkopen, waardoor hij ook voorkwam dat hij werd gedood (Gen. 37:26-27). Simeon kan dus goed de hoofdschuldige zijn geweest.
De andere broers gingen na deze eerste ontmoeting met onderkoning Jozef terug naar vader Jakob in Kanaän (Gen. 42:25-26).
De beproeving met de beker van Jozef
De broers namen op hun tweede reis naar Egypte Benjamin mee. Jozef wilde toen ook hun houding ten opzicht van Benjamin onderzoeken. Wat zouden ze met Benjamin doen als er problemen zouden komen? Waren ze veranderd ten opzichte van een jongere broer, ook een zoon van Rachel?
Jozef ging weer met hen terug naar het verleden, om het recht te zetten, in de weg van ontdekking, belijdenis en vergeving. Hij beproefde hen door zijn zilveren beker in de korenzak van Benjamin te laten verstoppen. Je kunt het lezen in Gen. 44. Ze werden op de terugweg achterhaald door de knechten van Jozef. Niet lang daarna stonden ze weer als ‘schuldigen’ voor Jozef.
Juda stelde zich borg voor Benjamin
Juda gaf zich als borg over in de plaats van Benjamin. Hij zei tegen Jozef in Gen. 44:32-34: ‘Uw dienaar heeft zich namelijk bij mijn vader borg gesteld voor de jongen, door te zeggen: Als ik hem niet bij u terugbreng, dan sta ik alle dagen bij mijn vader in de schuld. En nu, laat uw dienaar toch in plaats van deze jongen de slaaf van mijn heer blijven, en laat de jongen met zijn broers gaan. Hoe zou ik immers bij mijn vader terug kunnen keren, als de jongen niet bij mij is? Anders zou ik de ellende moeten zien die mijn vader zal treffen.’
Hiermee was het bewijs van berouw, de positieve verandering en de belijdenis voor Jozef voldoende. De broers hadden de les begrepen. De zonden van het verleden waren daarmee rechtgezet. Juda gaf zichzelf daarbij over als borg voor Benjamin. Er was toen ook ruimte voor genade, vergeving en verzoening. Het werd Jozef zelfs teveel om zich nog verborgen te houden. We lezen het vervolg in de ontroerende geschiedenis uit Gen. 45:1-28.
Jozef maakte zich bekend
We lezen in Genesis 45:15: ‘Toen kon Jozef zich niet meer bedwingen voor allen die bij hem stonden, en hij riep: Laat iedereen van mij weggaan. Er stond niemand bij hem, toen Jozef zich aan zijn broers bekendmaakte. Hij huilde zo luid dat de Egyptenaren en het huis van de farao het hoorden. Jozef zei tegen zijn broers: Ik ben Jozef! Leeft mijn vader nog? Maar zijn broers waren niet in staat om hem antwoord te geven, want zij waren door schrik voor hem overmand. Jozef zei tegen zijn broers: Kom toch dichter bij me! En zij kwamen dichterbij. Toen zei hij: Ik ben Jozef, jullie broer, die jullie naar Egypte verkocht hebben. Maar nu, wees niet bedroefd en laat jullie ogen niet in toorn ontvlammen omdat jullie mij hiernaartoe hebben verkocht, want God heeft mij vóór jullie uit gezonden tot behoud van jullie leven.’
Jozef verklaart verder in Gen. 45:6-13: ‘Deze twee jaren is er immers honger geweest in het midden van het land, en er komen nog vijf jaren waarin er geen ploegen of oogsten zal zijn. God heeft mij vóór jullie uit gezonden, om voor jullie een overblijfsel veilig te stellen op aarde, en jullie door een grote uitredding in leven te houden. Nu dan, niet jullie hebben mij hiernaartoe gestuurd, maar God. Hij heeft mij aangesteld als een vader voor de farao, als heer over heel zijn huis en als heerser over heel het land Egypte. Maak haast, ga naar mijn vader en zeg tegen hem: Dit zegt uw zoon Jozef: God heeft mij tot heer over heel Egypte aangesteld; kom naar mij toe, wacht er niet mee. U kunt in het land Gosen wonen. Dan zult u dicht bij mij zijn, u, uw kinderen en kleinkinderen, uw kleinvee, uw runderen en alles wat u hebt. Ik zal u daar onderhouden – want er zal nog vijf jaar honger zijn – zodat u niet verarmt, u, uw huis en alles wat u hebt. Zie, jullie ogen zien het, en de ogen van mijn broer Benjamin zien het, dat mijn mond tot jullie spreekt. Vertel mijn vader over al mijn eer in Egypte en over alles wat jullie gezien hebben. Haast je en breng mijn vader hierheen.’
In Gen. 45:24-28 gaat de geschiedenis verder: ‘En hij stuurde zijn broers op weg, en zij gingen; en hij zei tegen hen: Maak onderweg geen ruzie. Zij trokken weg uit Egypte en kwamen weer bij hun vader Jakob in het land Kanaän. Toen vertelden zij hem: Jozef leeft nog! Hij is zelfs heerser over heel het land Egypte! Toen bezweek zijn hart, want hij geloofde hen niet. Maar toen zij hem alle woorden overgebracht hadden die Jozef tot hen gesproken had, en toen hij de wagens zag die Jozef gestuurd had om hem te vervoeren, leefde de geest van hun vader Jakob op. En Israël zei: Genoeg! Mijn zoon Jozef leeft nog! Ik zal gaan, ik wil hem zien voordat ik sterf.’
Jakob zag Jozef terug
In Gen. 46:28-30 zien we dat Jozef daadwerkelijk aan het leven van Jakob wordt toegevoegd. We lezen in deze verzen: ‘Jakob stuurde Juda vóór zich uit naar Jozef om hem de weg te laten wijzen naar Gosen. Toen zij in het land Gosen aangekomen waren, spande Jozef zijn wagen in en ging naar Gosen, zijn vader Israël tegemoet. Toen hij voor hem verscheen, viel hij hem om de hals en huilde hij lange tijd aan zijn hals. Toen zei Israël tegen Jozef: Nu kan ik sterven, nu ik jouw gezicht weer gezien heb, want je leeft nog.’
Toch nog overwinning… door Jozef
De 130-jarige Jakob kon het eerst niet geloven dat Jozef nog leefde en regeerder in Egypte was. We lezen ervan in Gen. 45:26: ‘Toen vertelden zij hem: Jozef leeft nog! Hij is zelfs heerser over heel het land Egypte! Toen bezweek zijn hart, want hij geloofde hen niet’
Maar toen hij de wagens van Jozef zag, ‘leefde de geest van hun vader Jakob op’ (vers 27). We lezen verder in vers 28: ‘En Israël zei: Genoeg! Mijn zoon Jozef leeft nog! Ik zal gaan, ik wil hem zien voordat ik sterf.’ Hij hoefde zich vanaf dat moment maar te laten meevoeren naar Egypte, om goed verzorgd en in de nabijheid Jozef nog 17 jaren te leven.
De vernieuwde Jakob mocht als ‘Israël’
nog 17 jaren goed verzorgd
in de nabijheid van Jozef leven
Eindelijk was de oude Jakob toen uitgewerkt en mocht de nieuwe Israël ‘in de overwinning’ van Jozef delen. De is een voorbeeld van ‘het overwinningsleven’ in Jezus Christus, de eeuwige Koning! We lezen in Gen. 47:27: ‘Zo woonde Israël in het land Egypte, in de landstreek Gosen. Daar verwierven zij bezit. Zij waren vruchtbaar en werden zeer talrijk.’
Jakob kwam tot rust in het doel van God voor zijn leven
Er was rivaliteit, jaloersheid en strijd tussen de vrouwen Lea en Rachel en hun kinderen, vooral ook omdat Jakob meer gesteld was op Rachel. Na het overlijden van Rachel trok hij Jozef voor. Jakob beschermde na het verdwijnen van Jozef angstvallig Benjamin. Aan het eind van zijn leven gaf hij aan dat hij bij zijn familie en Lea begraven wilde worden in de grot van Machpela in het beloofde land Kanaän. Lea was de moeder van Juda, waar uiteindelijk de Messias uit zou voortkomen. Lea loofde God in de naamgeving van Juda.
Juda heeft zich op de cruciale momenten bij Jakob en Jozef borg gesteld voor Benjamin. Hij heeft uiteindelijk de eerste zegen ontvangen. Uit zijn nageslacht is Jezus Christus voortgekomen. Jakob gaf over hem door bij het zegenen van zijn zonen, in Gen. 49:8:
‘Juda, jij bent het, jou zullen je broers loven!’
Hij mocht verder de Messias aankondigen, zoals we lezen in vers 10:
‘De scepter zal van Juda niet wijken en evenmin de heersersstaf van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Hem zullen de volken gehoorzamen.’
Zo is Jakob tot rust gekomen in de wil van God voor zijn Lea en Juda.
Jozef onderhield hen in het land Gosen
In Gen. 47:11-12 zie je hoe goed Jozef hen voorzag van het nodige: ‘Jozef zorgde voor woonplaatsen voor zijn vader en zijn broers en gaf hun grondbezit in het land Egypte, in het beste deel van het land, namelijk in de landstreek Rameses, zoals de farao geboden had. Jozef onderhield zijn vader, zijn broers en heel het huis van zijn vader met voedsel, tot de mond van de kleine kinderen toe.’
Jozef hield het volk van Egypte in leven
We lezen in Gen. 47:13-14: ‘Er was in heel het land geen brood meer, want de honger was zeer zwaar, en het land Egypte en het land Kanaän raakten uitgeput door de honger. In ruil voor het koren dat men kocht, zamelde Jozef al het geld in dat in het land Egypte en in het land Kanaän te vinden was. Jozef bracht dat geld naar het huis van de farao.’
In Gen. 47:23-27 zien we hoe Jozef met de Egyptenaren en Israëlieten handelde: ‘Toen zei Jozef tegen het volk: Zie, ik heb heden u en uw grond voor de farao gekocht. Zie, hier is zaad voor u, zodat u de grond kunt bezaaien. Maar met de opbrengsten zal het zo zijn, dat u het vijfde deel aan de farao zult geven, en dat de vier andere delen voor u zullen dienen tot zaad voor de akker, tot voedsel voor u en voor hen die in uw huizen zijn, en tot voedsel voor uw kleine kinderen. Zij zeiden toen: U hebt ons in leven gehouden. Laat ons genade vinden in de ogen van mijn heer, en wij zullen slaven van de farao zijn. En Jozef maakte dit tot een verordening ten aanzien van de grond in Egypte, tot op deze dag, dat de farao een vijfde deel van de opbrengst kreeg; behalve dat alleen de grond van de priesters niet aan de farao toebehoorde.
Zo woonde Israël in het land Egypte, in de landstreek Gosen. Daar verwierven zij bezit. Zij waren vruchtbaar en werden zeer talrijk. 28. Jakob leefde nog zeventien jaar in het land Egypte, zodat de dagen van Jakob, de jaren van zijn leven, honderdzevenenveertig jaar waren.’
Jozef bemoedigde zijn broers na de dood van Jakob
We zien in Gen. 50:15-18 wat er gebeurde na de dood van Jakob: ‘Toen de broers van Jozef zagen dat hun vader dood was, zeiden ze: Als Jozef ons haat, zal hij ons zeker al het kwaad dat wij hem aangedaan hebben, vergelden. Daarom lieten zij tegen Jozef zeggen: Uw vader heeft voor zijn dood deze opdracht gegeven: Dit moeten jullie tegen Jozef zeggen: Och, vergeef toch de overtreding van uw broers en hun zonde, want zij hebben u kwaad gedaan. Maar nu, vergeef toch de overtreding van de dienaren van de God van uw vader. Jozef huilde toen zij zo tot hem spraken. Daarna gingen ook zijn broers naar hem toe. Zij vielen voor hem neer en zeiden: Zie, wij zullen u tot slaven zijn.’
In Gen. 50:19-21 laat Jozef zich zien als de Behouder van het leven. We lezen in deze teksten: ‘Jozef zei daarop tegen hen: Wees niet bevreesd, want sta ik soms op de plaats van God? Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden. Nu dan, wees niet bevreesd. Ikzelf zal jullie en jullie kleine kinderen onderhouden. Zo troostte hij hen en sprak hij naar hun hart.’
In Gen. 50:22 wordt over hem vermeld: ‘Jozef bleef in Egypte wonen, hij en het huis van zijn vader; Jozef leefde honderdtien jaar.’
***
Hieronder volgen nog speciale geloofslessen die we kunnen halen uit de geschiedenis van Jozef en het geestelijk leven.
Ben je al toegevoegd aan het Koninkrijk van God?
Eigenlijk dienen we ook te worden toegevoegd aan het Koninkrijk van God. Als we tot geloof en bekering zijn gekomen, zijn we binnen Zijn rijk gekomen. Ons failliete bedrijf is dan als het ware overgenomen door het wereldomvattende, grote bedrijf van God.
Is jouw failliete bedrijf al toegevoegd aan het Koninkrijk van God?
Ben je betrokken bij de zaak van Jezus Christus?
Het is een zaak van genade, dat onze verloren zaak wordt overgenomen. Jezus en de Heilige Geest zijn daarin ‘zaakwaarnemer’. Hij neemt onze zaken waar en leidt ons door de Heilige Geest. In het Grieks is dat een ‘Parakletos’. Je kunt dat vertalen met: Trooster, Helper, Advocaat, Voorspraak, Pleitbezorger, Zaakwaarnemer, Iemand die erbij geroepen is. Over zowel Jezus als de Heilige Geest (de andere Trooster) wordt gesproken in de Bijbel over een Parakleet.
Je ziet in Genesis dat Jozef hierin ook een type van Jezus is, vooral ook in het werk dat hij deed als zaakwaarnemer, helper en trooster van zijn vader en broeders.
De familie en herders van Jakob leden onder de hongersnood. Het was een aflopende zaak, met een failliete boedel op een aantal onderdelen: het ging op geestelijk, moreel, psychisch en aards welzijn niet goed met de familie van Jozef.
Door de zonde is dat ook het beeld en de toestand van de mens geworden. Als er niets veranderd, wordt het dan een aflopende zaak. Een verleid, gevallen en belast mens kan zichzelf ten diepste niet helpen, maar hij moet zich laten helpen. We zijn van nature niet in staat om onszelf te bevrijden en te herstellen.
Voor God zijn wij door de zondeval failliet verklaard, zodat wij geen eigen vermogen hebben om onze schuld te kunnen betalen. Alleen wat ons wordt toegevoegd, zal ons kunnen redden.
Hij neemt ons failliete bedrijf over
God is zo genadig dat Hij het failliete bedrijf van ons wil overnemen. Het is zoals bij een fietsenzaak die door wanbeleid failliet gaat. De fabriekseigenaar neemt deze zaak over. De oude eigenaar komt daarbij in dienst bij de nieuwe eigenaar als een soort afdelingsmanager van het onderdeel reparatie fietsen. Hij mag ook fietsen verkopen, maar moet alles opgeven aan zijn baas. De nieuwe eigenaar regelt het verdere zakelijke gedeelte, terwijl de ondergeschikte oude eigenaar verantwoording moet afleggen van het werk dat hij doet. Het gaat goed zolang hij zich houdt aan de nieuwe afspraken. Als hij stiekem weer andere zaakjes gaat regelen, zoals vroeger, dan kan het weer mis gaan. Als hij de instructies van zijn baas goed opvolgt, gaat het goed met de zaak.
Zo nam dus Jozef tijdens de hongersnood het werkvolk en de Israëlieten in Egypte over, om ze te behouden en te onderhouden in vanuit zijn voorraadschuren. Hij nam het gewone volk, hun land en dieren over. Zijn onderdanen werken voor hem en de farao, terwijl Jozef hen onderhield.
Ben je een spiegelmens of een venstermens?
Toegevoegd kort artikel met opdrachten
Wat leren we van Jakob?
Jakob was naar zijn aard en in zijn karakter eigenlijk een spiegelmens. Hij keek steeds maar weer naar zichzelf, naar zijn belangen, perspectieven en gevoelens. Hij was weliswaar een gelovig man, maar zijn denkpatronen, karakter en gevoelens stonden zijn geloofsgroei en geluk in de weg. Hij wilde de controle steeds weer zelf in handen te houden en zijn toekomst veilig stellen. Dan kom je moeilijk tot geloofsovergave en een stil vertrouwen dat God er naar Zijn beloften in zal voorzien.
Toen Jakob tot overgave kwam en God gehoorzaamde, kwam deze zegen van God over hem. We lezen in Genesis 35 dat hij zich bij Bethel ontdeed van de vreemde goden en onreine, zondige dingen in zijn huisgezin. Toen beschermde God hem tegen de heidense stammen in de omgeving.
In zijn boek over Jakob en Jozef schrijft Teun Stortenbeker erover: ‘Jakob hoefde niet meer zelf te strijden, God streed voor hem. Hij leert ons verder: ‘Als wij bereid zijn alle dingen waar wij aan vast houden, tot en met onze verslavingen, op te geven, dan kan God ons een totaal ander leven schenken, een leven in vrijheid en in de volle overtuiging dat Hij alles in handen heeft. Dat is heel wat anders dan een vrijgevochten leven waarin je doet wat jij prettig vindt. Nee, de vrijheid van God is een innerlijke bevrijding die je verlost van dwangmatig gedrag en zelfhandhaving.’
Hij gaat verder: ‘Jakob werd verlost van de slavernij, waarin hij door zijn opvoeding en door zijn persoonlijke keuzes terecht was gekomen, en die hem negentig jaar had geknecht. Bij de Jabbok was de vloek die op zijn naam rustte, gebroken. Jakob werd Israël en besloot God de eer te geven.’
Opdracht 1
a. Wat leer je van Jakob als ‘spiegelmens’?
b. Hoe kon hij worden verlost van zijn problemen?
c. Wat staat jouw geestelijke vrijheid in de weg?
d.Denk samen na over de tekst en de uitleg van Teun.
Wat leren we van Jozef?
Jozef was naar zijn aard en karakter meer een venstermens. Hij keek steeds weer naar buiten om te zien hoe hij anderen kon helpen.
Je ziet het bij Jozef in zijn levensgeschiedenis. Hij werd afgewezen, door zijn broers in een put gegooid en verkocht als slaaf naar Egypte. Daar werd hij door de vrouw van Potifar vals beschuldigd. Hij verbleef jarenlang onschuldig in de gevangenis. Dertien jaar nadat hij in de put was gegooid, kwam hij voor de farao… en hij was geen verbitterd mens!
Teun Stortenbeker geeft aan in zijn boek ‘Als Jozef je zoon is…’ dat Jozef een trendsetter, een smaakmaker werd in een zouteloze wereld. Hij paste zijn gedrag niet aan bij de bestaande cultuur en denkwereld, maar bepaalde de leefwereld om hem heen. Hij beïnvloedde die positief vanuit zijn volhardend geloof en liefde tot God. Teun verklaart erbij over Jozef: ‘Het huisgezin van Potifar veranderde, de bedompte, vijandige sfeer van de gevangenis veranderde en zelfs een natuurramp veranderde in een zegen voor Egypte en het Midden-Oosten.’
De ex-directeur van De Hoop leert ons verder: ‘Mensen die Jezus volgen, stellen zich beschikbaar om Gods liefde en genade uit te delen aan iedereen die daar behoefte aan heeft. Ze zijn ‘toevoeging’, die het leven opfleurt en smaak geeft. ‘Het zout der wereld’, noemt Jezus hen.’
Opdracht 2
a. Wat leer je van Jozef als ‘venstermens’?
b. Hoe kon hij zo zijn onder de moeilijke omstandigheden in zijn leven?
Wat een verschil tussen Jozef en Jakob! Wat was het geheim bij Jozef? Zie wat het geloof uitwerkt. Het vertrouwen in God kan ons sterk, geduldig, vriendelijk en zacht maken. Wij kunnen dan als een venstermens veel voor anderen gaan betekenen. Je kunt ook als spiegelmens veranderen, en steeds meer een venstermens worden.
Door bewogen te zijn over anderen kunnen we ons egoïsme verliezen. Onze eigen zorgen komen dan in een beter perspectief. Innerlijke pijn, problemen en lijden gaan dan over in medelijden. De pijn vloeit naar buiten en wordt tot heling van anderen. Hierin word je een navolger van Jezus. Door Zijn striemen is er voor ons genezing. Door Zijn lijden is er voor ons bevrijding.
Teun geef in zijn boek aan dat het een zegen en troost is dat de geschiedenis van Jakob de geschiedenis van Jozef wordt. De naam Jozef betekent ‘de Heere heeft toegevoegd’. God kan aan ons leven toevoegen, wat ons heeft ontbroken. Als Jezus aan ons leven wordt toegevoegd, komt (uiteindelijk) alles weer goed. Hij heeft de zonden van de gelovigen weggedragen aan het kruis. Door Zijn striemen is er voor ons genezing (zie verder Jes. 53).
Hij herstelt wat ons heeft beschadigd als gevolg van verkeerde keuzes en fouten, die door ons en anderen zijn gemaakt. Hij herstel de eer, door ons in Zijn Koninkrijk op te nemen. Hij zorgt voor ons (zoals wij dan zien bij Jozef en het gezin van Jakob in Egypte). Door Jezus gaan we God eren, en willen we ons door Hem laten leiden.
Opdracht 3
a. Hoe kun je van een spiegelmens steeds meer een venstermens worden?
b. Waarom is het goed voor ons eigen herstel als we anderen gaan helpen?
c. Hoe kunnen we hierin Jezus navolgen?
d. Waardoor kan een ongelukkig en verkeerd leven toch nog een gelukkig leven worden?
***
Toepasselijke liederen bij het onderwerp:
We zien in de geschiedenis van deze sessie dat de broers vol ontzag tot de onderkoning opzagen. Het was de heerser in Egypte die macht over hen had. Ze hadden hem nodig om in leven te kunnen blijven in de hongersnood. Jozef gebruikte zijn gezag over zijn broers om hen tot inkeer te brengen. Hierin is Hij ook een type van Jezus, ‘de meerdere Jozef’, waaraan wij ons dienen te ontwerpen. Als we ons onderwerpen aan de wil van God en geloven in Jezus, worden wij behouden.
Ben je ook al vol ontzag voor God genaderd? Zijn toen ook je zonden aan het licht gekomen? Heeft Hij deze zonden ook van je weggenomen en je schuld vergeven. Jozef gaf uiteindelijk ook vergeving aan zijn schuldige broers. Hij heeft zich met hen verbroederd. In Hebr.2:11 lezen we dat Jezus Zich er niet voor schaamt om de kinderen van God broeders te noemen. Jezus noemt Zijn volgelingen en leerlingen zelfs Zijn vrienden, en geen slaven (Joh. 15:15).
Je mag vol ontzag tot God naderen. Hij is almachtig, rechtvaardig en barmhartig. Je kunt het beluisteren in het indrukwekkende lied van Christian Verwoerd:
YouTube-video Vol ontzag
Christian Verwoerd (met Erika de With)
***
Jozef bleef geloven in de beloften van God, die hij via de dromen ontving. Hij liet zich niet verleiden door de vrouw van Potifar. Hij leed onrecht en werd diep vernederd. Hij bleef zijn best doen in de verdrukking. Hij mocht het volhouden… en werd uiteindelijk verhoogd. Hij wist dat God trouw is in het houden van Zijn Woord en beloften.
Houd daarom de moed er ook in. Houd vol! Laat je bemoedigen en aanmoedigen door het volgende lied van Kees Kraayenoord:
We zien in de geschiedenis van Jozef dat God het gezin van Jakob weer bij elkaar heeft gebracht. Hij bracht Israël bijeen. Hij wil dat wij als Zijn kinderen één zullen zijn in Jezus Christus. Het is genade dat Hij ons één maakt. Bij het kruis komen we bij elkaar om Zijn wil te doen. Laten wij deze eenheid steeds weer opnieuw zoeken! Hieronder volgt Opwekking 194. Is dit ook jouw verlangen?
Deze eenheid van verlangen wordt ook vertolkt in het volgende lied van C.A.E. Groot:
Samen in de Naam van Jezus, heffen wij een loflied aan.
Want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan.
***
Samen bidden, samen zoeken naar het plan van onze Heer.
Samen zingen en getuigen, samen leven tot Zijn eer.
***
Heel de wereld moet het weten, dat God niet verandert is.
En Zijn liefde als een lichtstraal doordringt in de duisternis.
***
‘t Werk van God is niet te keren, omdat Hij erover waakt.
En de Geest doorbreekt de grenzen, die door mensen zijn gemaakt.
***
In Opwekking 249 zie je wat een voorrecht het is om daarbij ook samen te werken in de wijngaard van God. Jezus leert ons in Joh. 13:34-35: ‘Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.’ De eenheid en liefde behoren zichtbaar te zijn om geloofwaardig te zijn in de wereld (zie Joh. 17:18-23). Hieronder volgt het bekende lied van Bill Gaither. De Nederlandse tekst is van Hans Lieberton:
Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan,
schouder aan schouder in uw wijngaard te staan,
samen te dienen, te zien wie U bent,
want uw woord maakt uw wegen bekend.
Refrein:
Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet.
Vol van uw liefde, genade en kracht,
als een lamp, die nog schijnt in de nacht.
***
Samen te strijden in woord en in werk.
Eén zijn in U, dat alleen maakt ons sterk.
Delen in vreugde, in zorgen, in pijn,
als uw kerk, die waarachtig wil zijn.
***
YouTube-video Samen op weg gaan
Interne Alpha-Cursus 2015
***
Jozef zoekt zijn grote broers
Hieronder volgt een korte samenvatting van het leven van Jozef in de liedtekst van Hanna Lam ‘Jozef zoekt zijn grote broers’. Hierin zie je dat God alles ten goede kan keren. Dat is ook een bemoedigende les voor ons, als we oprecht vertrouwen en hopen op God.
1.
Jozef zoekt zijn grote broers, alle tien zijn ze jaloers,
op zijn jas en op zijn dromen, als ze Jozef aan zien komen,
wordt zijn mantel afgerukt. Diep zit Jozef in de put.
2.
Met een slavenkaravaan moet hij naar Egypte gaan.
Alle dromen zijn vergeten, heel veel kwaad wordt hem verweten.
Jozef die onschuldig is komt in de gevangenis.
3.
Lange jaren gaan voorbij, maar de Heer is hem nabij.
Nieuwe dromen worden wakker door de schenker en de bakker.
Maar de schenker, hij vergeet al wat Jozef voor hem deed.
4.
Farao hoog op zijn troon droomt een wonderlijke droom.
Daarom laat hij Jozef komen en dan worden alle dromen
van de koe en korenaar en de maan en sterren waar.
5.
God heeft alles omgekeerd, Jozef wordt als vorst vereerd,
en het kwade valt in duigen en de broers ze moeten buigen:
zo houdt God door Jozefs hand ‘t volk van Israël in stand.
***
Tekst: Hanna Lam. Muziek: Wim ter Burg
***
Opdrachten bij ‘Leven door Jezus,
de Behouder van het leven, zoals Jozef’
Lezen: Genesis 45:1-5, Gen. 50:15-21 en Johannes 11:49-52
1. Hoe zie je in de Bijbel dat de levensgeschiedenis van Jozef een voorafschaduwing is van het leven van Jezus. Hij is een type van Jezus.
a. Hoe werd hij een behouder van het leven in Egypte? (Zijn nieuwe naam ‘Zafnath Paänéah’ betekent ‘behouder van het leven’.)
b. En hoe is Jezus de Behouder van het leven geworden? Betrek bij je antwoord de Bijbelteksten hierboven.
2. Teun Stortenbeker van de Hoop het boek ‘Als Jozef je zoon is…’ geschreven. Hij geeft daarin aan: ‘Jakob is de grote verliezer van het boek Genesis, de stamvader van Israël. Maar wat een zegen en een troost dat de ‘geschiedenis van Jakob’ de ‘geschiedenis van Jozef’ wordt.’ De geschiedenis van Jakob werd de geschiedenis van Jozef, toen zijn geliefde zoon weer in zijn leven kwam.
a. De naam Jozef betekent ‘hij die toegevoegd wordt’. Wat gebeurde er met Jakob en zijn innerlijk leven toen Jozef weer aan zijn leven werd toegevoegd?
b. Je kunt jezelf ook als verliezer gaan zien door het onrecht, de afwijzing, de rouw en het verdriet waaronder je gebukt gaat. Herken je dat? Je kunt je overgeven aan zelfbeklag en wrok? Hoe probeer je dat te verwerken?
c. Hoe kom je er vanaf? Hoe kun je deze ellende te boven komen?
3. Jozef is ook hierin een type van Jezus. Als we behouden willen zijn, moet Jezus aan ons leven worden toegevoegd.
a. Hoe kan dat gebeuren? (Betrek hierbij Johannes 3:16-17, Joh. 1:11-12.)
b. Hoe is Jezus in je leven gekomen?
4. In de geschiedenis van Jakob, Jozef en zijn broers zie je ze allemaal wel eens in de put terechtkomen, langere of kortere tijd, lijfelijk en geestelijk. De gevangenis in Egypte kun zo ook beschouwen. In Gen. 40:15 noemt Jozef zijn kerkerhol een put (in het Hebreeuws: ‘babbor’ = ‘in de put’).
a. Wat gebeurt er met Jakob in de put?
b. Wat doet Jozef in de gevangenis (Gen. 39:20-23, Gen. 40:12-15 en 23), waarin hij wel 10 jaar kan hebben gezeten? Waarom blijft hij goed doen, ondanks onrecht en afwijzing?
c. Wat gebeurt er met de broers van Jozef als ze in de kerker zitten? (volgens Gen. 42:17-24)?
5. Jozef zocht zijn broers. We lezen in Gen. 37:16 dat hij zegt: ‘Ik ben op zoek naar mijn broers’. Zijn broers waren jaloers en wilden hem doden. Uiteindelijk hebben ze hem maar verkocht naar Egypte. Dan waren ze ook van hem af. Jozef wilde echter geen kwaad voor kwaad vergelden, maar zocht hun inkeer en behoud. Daartoe stelde hen later in Egypte op een bijzondere manier op de proef. Toen waren de rollen omgekeerd en had hij zijn broers in zijn macht.
Na zo’n 22 jaar doodverklaard te zijn door zijn broers wilde hij hen tot berouw en inkeer brengen, om ze te kunnen vergeven. Hij wilde ook weten of ze met zijn eigen broer Benjamin zouden handelen in de beproeving die hij over hen bracht.
Ze zeiden wel schijnheilig dat ze vroom waren, maar hij wilden hen hierin ontmaskeren, dat ze zouden zeggen: ‘Wij zijn schuldig.’ We gaan zijn bijzondere wijze van handelen in het herstel van zijn broers onderzoeken.
5a. Jozef deed zijn broers beleven wat hij heeft doormaakt in het kwaad dat ze hem hebben aangedaan. Lees dat maar in Gen. 42:6-11 en 17-26. Wat wilde hij daarmee bereiken bij zijn broers? Wat lees je in de verzen over hun reactie?
5b. De broers hielden zich staan met leugens tegenover hun vader en Jozef. Zij waren in een moeilijke situatie terechtgekomen. Herken je uit je leven dat je dat dit ook bij jou het geval was? Als dit zo was, waarom deed je dat dan?
5c. Waarom is het belangrijk dat je de gemaakte problemen weer herbeleeft en onder ogen krijgt voor het herstel van jezelf en de relatie met anderen?
6b. Jozef ging zijn broers verder beproeven, door zijn zilveren beker in de korenzak van Benjamin te laten verstoppen? Wat wilde hij aan het licht brengen bij zijn broers?
6c. Met welke reden ging Jozef zolang door met het op de proef stellen en het bang maken van zijn broers? Waarom heeft hij zich niet gelijk al in het begin aan zijn broers bekendgemaakt?
7. Soms moeten we terug gebracht worden naar het verleden, om iets recht te kunnen zetten. We zien dat Jozef dit deed met zijn broers.
a. Wat wil jij nog rechtzetten uit het verleden en belijden?
b. Je kunt samen bidden voor ontdekking, belijdenis, bevrijding en vergeving voor wat ons nog belast vanuit het verleden.
8a. Waarom huilde Jozef in Gen. 42:24, in Gen. 45:2 en in Gen. 50:17?
Wat zegt dat van Jozef en zijn geestelijke instelling?
8b. Waarom weende Jezus in Lukas 19:41? Wat zegt dat over Zijn verlangen en Zijn hart voor verloren mensen?
9. Denk samen eens verder na over het volgende tekstgedeelte:
Eigenlijk dienen we door het geloof te worden toegevoegd aan het Koninkrijk van God. Ons failliete bedrijf is dan als het ware overgenomen door het wereldomvattende, grote bedrijf van God. Jezus en de Heilige Geest zijn daarin ‘zaakwaarnemer’. In het Grieks is dat een ‘Parakletos’. Je kunt dat vertalen met: Trooster, Helper, Advocaat, Voorspraak, Pleitbezorger, Zaakwaarnemer, Iemand die erbij geroepen is. Over zowel Jezus als de Heilige Geest (de andere Trooster) wordt gesproken in de Bijbel over een Parakleet.
Je ziet in Genesis dat Jozef hierin ook een type van Jezus is, vooral ook in het werk dat hij deed als zaakwaarnemer, helper en trooster van zijn vader en broeders.
a. Wat vind je van deze geestelijke overname van jouw bedrijf?
b. Door de genade van God wordt onze zaak overgenomen door Jezus Christus. We verliezen dan onze zelfstandigheid en komen dan bij Hem in dienst. Waarom is dat goed voor ons?
10. In Gen. 47 lees je dat het gewone volk hun bezit en ook zichzelf uitleveren aan Jozef, om door hem onderhouden te worden. Daardoor konden ze overleven.
a. Hoe is Jozef hierin het type van Jezus?
b. Wat behoren wij in te leveren om vanuit Jezus te kunnen leven?
We lezen in Lukas 9:23-24: ‘Hij zei tegen allen: Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis dagelijks opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven wil behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven verliezen zal omwille van Mij, die zal het behouden.’
In de Studiebijbel wordt gesteld: ‘Navolging van Jezus is echter onmogelijk zonder een volstrekte overgave van zichzelf.’ Het Griekse woord ‘psuche’ wordt hier (zoals het Hebreeuwse nefesj) opgevat als ‘leven’. Het gaat hierbij over ‘jezelf redden’, je eigen ‘ik’. Het gaat erom dat je ook je eigen zin, werk of inzichten opgeeft omwille van Jezus en het behoud door genade en geloof alleen. Zo moesten ze in Egypte tijdens de hongersnood alles van zichzelf inleveren om door Jozef onderhouden te worden. Ze vertrouwden zichzelf toe aan Jozef.
c. Wat kunnen wij van de tekst hierboven leren als het gaat om het geloofsvertrouwen in Jezus en onze afhankelijkheid van God?
d. Laten we onszelf dan maar (weer) toewijden aan God en komen tot een geloofsovergave aan Jezus en Zijn werk als de Behouder van ons leven. We kunnen dat uitspreken, proclameren in bidden en danken.
Eindigen in de groep met gezamenlijk gebed
***
Afsluitende liederen
Hieronder volgden liederen die je bij de afsluiting van de sessie kunt gebruiken voor lofprijzing en proclamatie.
In Psalm 72 van The Psalm Project wordt God geloofd voor Zijn trouw en hulp. Je mag ook de Naam bezingen van Hem Die Israël heeft geleid. We behoren Hem ook nu nog te loven om hoe Hij is en handelt met ons. Besef hoe groot en barmhartig Hij is!
Psalm 72 van The Psalm Project
Zolang de zon nog steeds zal rijzen,
de maan schijnt in de nacht,
moet al het volk hem eer bewijzen,
hem loven elk geslacht.
Hij is mild zoals de regen,
het land tot zegen is,
vrede zal bloeien op alle wegen,
totdat geen maan meer is.
Hij is de redder van de armen,
Hij hoort hun hulpgeschrei,
Hij is met koninklijk erbarmen,
hun eenzaamheid nabij.
Hij helpt met hun bestaan bewogen,
die zijn in angst verward,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen,
Hij draagt hen in zijn hart.
Kom laten wij de naam bezingen,
van Hem die Israël leidt,
want Hij alleen doet grote dingen,
zijn roem vervult de tijd.
Loof God de Heer, Hij openbaarde,
zijn wonderen zijn eer,
zijn heerlijkheid vervult de aarde,
ja amen, looft de Heer.
Loof God de Heer, Hij openbaarde,
zijn wonderen zijn eer,
zijn heerlijkheid vervult de aarde,
ja amen, looft de Heer.
Ja amen, looft de Heer.
Ja amen, looft de Heer.
(Psalm 72: The Psalm Project, Wolter van der Kamp en Eelco Vos.)
YouTube-video The Psalm Project – Psalm 72
***
De tekst van het volgende lied van Sela is van Matthijn Bulwalda:
GOD ZAL VOOR ONS ZORGEN
Voor de wezen is Hij een vader,
voor de weduwe een hoofd van het gezin.
Wie eenzaam is, neemt Hij op in zijn huis.
Wie verdwaald is onderweg, brengt Hij weer thuis.
God zal voor ons zorgen.
Hij zal voor ons zorgen.
Voor eeuwig leeft die hoop in ons.
God zal voor ons zorgen.
Hij zal voor ons zorgen.
Voor eeuwig leeft die hoop in ons.
Voor de bange is Hij een schuilplaats,
voor de vreemdeling een deur die zich niet sluit.
Wie wankel staat, vindt in hem vaste grond.
Wie vermoeid raakt onderweg, richt Hij weer op.
Hij zal over ons waken
ieder uur van de nacht.
Onze God gaat niet slapen.
Hij houdt de wacht.
***
YouTube-video God zal voor ons zorgen | Sela
***
Tekst: Matthijn Buwalda, Adrian Roest muziek: Matthijn Buwalda, Adrian Roest