Geestelijke strijd om Heart Cry

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat

Het verlangen van het hart

   

‘Zie, hoe goed en hoe lieflijk is het

dat broeders ook eensgezind samenwonen.’  

‘Want daar gebiedt de HEERE de zegen

 en het leven tot in eeuwigheid’

 

(Psalm 133:1, 3)

 

 Is er strijd tussen broeders van hetzelfde huis? 

Het is opmerkelijk hoe behoudende christenen met andersdenkende gelovigen omgaan. Soms zijn de onderlinge verschillen nauwelijks uit te leggen. Er blijkt een angst te zijn voor ‘geestelijke besmetting’ binnen de eigen bolwerken. Broeders van hetzelfde huis hebben elkaar in de geestelijke strijd hard nodig! Ze behoren te strijden voor de zaak van Jezus Christus en Zijn huis te bewaken. In Hebr.3:6 lezen we immers: ‘Zijn huis zijn wij’. Volgens Luk.17:21 geldt het voor de gelovigen: ’Het Koninkrijk van God is binnen in u.’ Jezus leert ons in Luk.11:17: ‘Ieder koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en een huis dat tegen zichzelf verdeeld is, valt.’ 

           

Ik wil als buitenstaander kijken naar wat ons onderling kan verbinden en hoe we samen sterker uit de strijd kunnen komen. Moet een buitenstaander partij kiezen? Ik wil graag de woorden van Jezus in het hogepriesterlijk gebed (in Joh.17) doorgeven. Lees het hoofdstuk nog maar eens goed door en zie wat Zijn verlangen voor de gelovigen is. Zie wat Hij voor ons heeft gedaan en wat Hij ons wil geven! Hij wil ons bewaren in de waarheid, eenheid en liefde. Laten wij ook zien bij Wie we horen? Wat is ons verlangen? 

 

Het is mijn ‘heart cry’ dat:

 

er een herleving zal komen bij de christenen

veel jongeren in Jezus Christus zullen gaan geloven

gelovigen de eenheid in Hem zullen ervaren

er een nieuwe toewijding tot God zal komen

velen zullen gaan getuigen van de liefde van Jezus

velen God nederig en dankbaar zullen eren

 

Zijn we eigenlijk wel goed bezig?

Kunnen we iets van elkaar leren

of moeten we elkaar verteren?

Hebben we elkaar nodig

of maken we elkaar overbodig?

Kunnen we samen strijden

of moeten we samen lijden?

Kunnen we samen door een deur

of blijft het steeds weer gezeur?

Wat kan ons verbinden

en wat zal ons verslinden?

Werken we de misverstanden

of de gevaren uit de weg?

Hebben we meningsverschillen

of leerverschillen?

Worden jongeren verleid

of door het Evangelie bevrijd?

Wat leren we onszelf

en wat leert de Bijbel ons?

 

Wat leren we van elkaar?

Persoonlijk ben ik ervoor dat alles dient tot geestelijke opbouw en stichting van de jongeren en kerkelijke gemeenten. Ik denk dat internationale opwekkingsbewegingen zoals Heart Cry moeten dienen tot het stimuleren van een gezond geestelijk leven in de verschillende kerkelijke gemeenten. We moeten van elkaar willen leren en goede aanwijzingen overnemen. Dit geldt voor alle partijen. Op deze wijze kunnen we elkaar corrigeren en in evenwicht houden.

                                   

We hebben maar al te veel te maken met reactietheologie en het zich afzetten tegen elkaar. Opwekkingsbewegingen leggen vaak de vinger bij zwakke plekken in bestaande gemeenten. Het is goed als men hierdoor tot beter inzicht komt en er biddend mee werkzaam wordt. Dan is er winst te behalen. We kunnen dit duidelijk terugvinden in de kerkgeschiedenis. Er verlies voor alle partijen als we niet willen leren van elkaar en tegen elkaar verbitterd raken. 

Hoe is onze geestelijke houding? 

Bij meningsverschillen en onderlinge strijd wordt onze geestelijke houding uitgetest. Kunnen we het hebben dat er naast onze belangrijke boom zich een nieuw boompje ontwikkelt? Er Zijn bomen die zoveel voeding voor zichzelf nodig hebben, dat er niets in de buurt kan groeien. Kleine gelovigen kunnen niet eens in de schaduw van deze geestelijke reuzen staan. Zwakke gelovigen kunnen geestelijk worden opgevoed tot hulpeloosheid en afhankelijk blijven van grote leiders. Wie wil er nog de kleinste zijn en zich dienend opstellen? Kunnen we de voeten van de andere discipelen nog wassen?  

                         

Kan er in het Koninkrijk van God sprake zijn van rivaliteit? Kunnen we wel met andersdenkenden samenkomen in de Naam van Jezus? Is onze kerk beter? Zijn wij belangrijker? In het geloof moeten we worden als een kind.

In Luk.9 waarschuwt Jezus tegen eerzucht. Toen er onder de discipelen een meningsverschil was over wie de belangrijkste was, stelde Jezus: ‘Wie de minste onder u allen is, die zal belangrijk zijn’ (Luk.9:48).  Johannes zei daarop tot Jezus: ‘Meester, wij hebben iemand gezien die in Uw Naam demonen uitdreef, en wij hebben het hem verboden, omdat hij U niet samen met ons volgt.’ Jezus zei tegen hem (in vers 50): ‘Verbied het niet, want wie niet tegen ons is, die is voor ons.’

                             

Als we dit lezen van de Meester, kunnen we dan kritisch en negatief over anderen spreken, die naast ons een Evangelie uitdragen naar jongeren toe? Kan er sprake zijn van concurrentie in de oogst van Jezus Christus? Kunnen we negatief zijn naar iemand die in de Naam van Jezus heeft gebeden voor onze jongeren? Mag deze persoon het ons verbieden als wij deze jongeren ook onderwijzen? 

Wees mild, ruimhartig en liefdevol

Weinig mildheid, eerzucht, kerkelijke angst en afgunst zijn bewijzen van geestelijke onvolwassenheid. Paulus heeft het bij het schrijven aan de Filippenzen over zijn gevangenschap, verdrukking en heengaan. Hij wilde in alles dat Christus ‘grootgemaakt zal worden’ (Fil.1:20). Zie bij hem de geestelijke houding van een volwassen gelovige. Paulus heeft het over sommigen die Christus ‘uit afgunst, ruzie, eigenbelang en  onzuiver prediken’ (1:15, 16). Niet hun boodschap, maar hun houding naar Paulus was onzuiver. Anderen verkondigden Jezus Christus gelukkig uit welwillendheid en liefde (1:15, 17). Zie zijn ruimhartige mildheid in vers 18, als hij met het oog op Zijn Meester getuigt: ‘Maar wat dan nog? Toch wordt Christus op allerlei wijze verkondigd.’ Hij kon zich erover verblijden.

Hebben wij deze volwassen geestelijke houding? 

Word je ook warm van binnen als Jezus Christus wordt verkondigd, door wie dan ook? Als iemand het beperkt of gebrekvol doet, vul dan aan wat ontbreekt! De vurige Apollos werd door Aquilla en Priscilla apart genomen, en ze legden hem de weg van God nauwkeuriger uit (Hand.18:26). Vanuit de Griekse grondtekst kunnen we opmaken dat de kennis die Apollos van het Evangelie had wel juist was, maar nog onvolledig. Een aanvulling was nodig. Zo kan het goed zijn dat bepaalde predikers elkaar apart nemen, om van elkaar te leren en met elkaar te bidden. Aquila en Priscilla vielen de vurige Apollos daarbij niet publiekelijk af. Dit is een wijze les voor ons!

                                  

Dus vanaf nu plaatsen we geen vurige predikers via de media aan de schandpaal, maar vinden we elkaar biddend aan de voet van het kruis!

Plaats geen broeders aan de schandpaal

We vinden elkaar aan de voet van het kruis!

In Hand.18:27 zien we het resultaat van het juiste handelen: Apollos heeft daarna in Achaje ‘veel toegebracht aan hen, die geloofden door de genade’. Hij was daar tot grote steun voor de gelovigen. Paulus had geplant en Apollos nat gemaakt (in de nazorg die hij heeft gedaan). Zo zie je maar wat een goede geestelijke houding en samenwerking, onder de zegen van God, kunnen opleveren.

Onder de zegen van God

kunnen een goede geestelijke houding

en samenwerking  veel opleveren  

Ik wil het in dit artikel hebben over onze geestelijke houding ten opzichte van andere gelovigen, die niet helemaal in onze lijn liggen, maar wel de Zaligmaker willen volgen. Hopelijk wil je me volgen op mijn zoektocht, om samen te komen op de hoofdweg van liefde en eenheid achter Jezus aan! 

                             

                  Hebben we de gezindheid van Jezus?

Leer van Jezus de liefde, bewogenheid, mildheid, barmhartigheid en zachtmoedigheid. Laten we streven naar ‘eensgezindheid’. Daarbij moeten we ‘dezelfde liefde hebben, van één gemoed en van één gevoelen zijn’ (zie in Filip.2:2). Paulus leert ons verder in de verzen 3-5: ‘Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was.’

Wil je het persoonlijk en samen goed hebben in het voetspoor van Jezus? Ben je vermoeid van de wettische strijd en de onenigheid? Laat jezelf bemoedigen door de Heiland. Zijn juk (of leer) zal je vooruit helpen en Zijn last zal jouw last verlichten. Geef elkaar dan de hand en gehoorzaam de nodigende woorden van Jezus in Matth.11:28-30: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mij juk is zacht en Mijn last is licht.’ 

 

Verlangen we naar eenheid en liefde?

We moeten waken over de liefde onder christenen. Jezus heeft ons in Matth.24:12  voorzegd: ‘En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden.’ Matthew Henry tekent onder meer aan bij deze tekst: ‘De Christenen beginnen elkander te wantrouwen, de genegenheid wordt ver­vreemd, afstand in het leven geroepen, partijen geformeerd, en zo gaat dan de liefde verloren.’ De duivel is de beschuldiger der broederen, die ook de gelovigen probeert te verbitteren tegen elkaar. 

Verlangen wij soms naar een gebroken hart? 

 

Onderlinge verdeeldheid

Veel Nederlanders zijn goed in het bekritiseren en het beoordelen van anderen. ‘Verdeel en heers’ mogen we wel het spreekwoord van de duivel noemen. Vleselijke christenen die verdeeldheid teweeg willen brengen, worden hierin dus voor het karretje van satan gespan­nen. Laten we daarom streven naar “eensgezindheid”. We moeten volgens Filip.2:2 immers ‘eensgezind zijn, dezelfde liefde hebben, van één gemoed en van één gevoelen zijn’.

                                        

Zijn we verdeeld of eensgezind? 

Het moet ons duidelijk zijn dat eerge­voe­lens, zelf­zucht en hoog­moed zaken zijn die eensgezindheid in de weg staan en gemakkelijk ver­deeldheid in de hand werken. Als we onze eigen belangen en onze kerkelijke belangen op de voorgrond plaatsen, raken gezamenlijke belan­gen meer op de ach­tergrond. De ver­deeld­heid onder kerkmensen zal ophouden als ze eensgezind zullen gaan verlangen naar de verlos­sing en gemeenschap van de Heere Jezus Christus.

Verlangen we naar eenheid in Jezus?

We lezen in Rom.15:5: ‘En de God van de volharding en van de vertroosting moge u geven onderling eensgezind te zijn in overeenstemming met Christus Jezus.’ 

Een geordend, afgeschermd kerkelijk leven hoeft nog geen goed teken te zijn! In de behoudende godsdienst zijn oprechte gelovigen, maar kunnen ook wettische geesten volop actief zijn. Een wettische, rechtlijnige manier van denken brengt ook vaak een kritische geest voort. 

Er kan een geest van kerkelijke hoogmoed binnen komen,

om de muren van de eigen kerk hoog op te trekken 

Satan heeft echter ook op dit gebied de nodige pijlen op zijn boog. Er kan een geest van kerkelijke hoogmoed binnen komen, om de muren van de eigen kerk hoog op te trekken. Kerkelijke verdeeldheid is duidelijk van de duivel.

Jezus heeft tot Zijn Vader in het hogepriesterlijk gebed om eenheid gebeden voor de gelovigen. Hij leert ons biddend tot Zijn Vader in Joh. 17:20-22: ‘En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven zullen. Opdat zij allen één zijn, zoals Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn; opdat de wereld zal geloven, dat Gij Mij gezonden hebt. En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij één zijn, gelijk als Wij Eén zijn.’

Wij dienen dus naar de wereld toe geloofwaardig over te komen, door een hechte eenheid te vormen. Eenheid en onderlinge liefde zijn belangrijke evangelisatiemiddelen naar buiten toe, opdat ook anderen tot het geloof in Christus zullen mogen komen. 

De puriteinse prediker Thomas Boston waarschuwt in zijn boekje “de gemeenschap der heiligen” (blz.110-111) tegen verdeeldheid onder christenen. Hij stelt: “Verdeeldheid toch baant de weg tot verwoesting en ondergang (Hos.10:2). Want een huis dat tegen zichzelf verdeeld is, kan niet bestaan (Matth.12:25).’ Hij waarschuwt verder, dat de verderfelijke invloed dan zichtbaar wordt in de gemeente: De liefde verkoelt. Men sticht en bouwt elkaar niet meer op in het goede, de lust en de kracht tot het bidden verflauwt en de Geest van de liefde en de vrede wordt bedroefd. Boston concludeert: ‘Want als men elkaar bijt en vereet, is men op weg om ook door elkaar verteerd te worden.’     

Helaas is kwaadsprekerij een kwaad dat behoorlijk veel voor­komt onder christenen. Veel van onze kerkmen­sen doen mee met het negatief bekritiseren en beoordelen van andere kerkgangers, christenen en ambtsdragers. Ik heb het nu niet over opbouwende, op de Bijbel gefundeerde kritiek, waarin men het herstel en het welzijn van onze gemeenten op het oog heeft. 

Wees niet te kritisch

Ken jezelf en blijf positief! 

Van de puriteinse prediker Thomas Brooks (1608-1680) is het boek ‘kostbare middelen tegen satans listen’. Hij leert ons: “De satan heeft zijn listen om de heiligen te verwoesten, en een zeer grote list, die hij daartoe heeft is, dat hij hen bewerkt, om zich eerst van elkaar te vervreemden, dan om bitter en jaloers op elkaar te worden en daarna om elkander te bijten en te vereten (Gal.5:15). Het is droevig te bedenken, dat de heiligen veel ogen hebben om op elkanders gebreken te letten en geen oog te hebben om elkanders genaden te zien. De onenigheid der christenen is de triomf van de duivel.’

                                  

Een oprecht (gemaakt) christen kijkt ten opzichte van de zonden met een vergrootglas naar zichzelf en heeft de neiging om daarbij met een verkleinglas naar een ander te kijken. Door zelfkennis worden gelovi­gen vanzelf zachter voor een ander. Volgens bisschop Basilius de Grote is ‘zachtmoedigheid een onuitwisselijk teken van een begenadigde ziel’. Een oprechte gelovige kent daarom geen zucht naar twist en veroordeling van anderen. Toen keizer Alexander Severus twee christenen zag twisten, beval hij hun, dat ze de naam van christenen niet langer meer zouden voeren, ‘want,’ zo sprak hij, ‘gij onteert uw Meester Christus’. Het behoort zo te zijn, wat Gregorius Nazianzenus (329-390) ver­klaart: ‘Het christendom is een navolging van Christus.’ 

‘Het christendom is een navolging van Christus’ 

Zie dan hoe Christus op aarde heeft geleefd en gesproken!

Hij is ons grote Voorbeeld om na te volgen

Het hoogmoedig veroordelen behoort abso­luut niet voor te komen bij christenen! 

De puritein Thomas Brooks vermaant ons: ‘O! waren de harten der christenen maar meer bezet in het oordelen en veroordelen van zichzelf; dan zouden ze niet zo sterk geneigd zijn om anderen te oordelen en te veroordelen en om zich zo nors en bitter te gedragen tegen­over degenen, die van hen verschillen.’ 

Brooks onderwijst ons verder: ‘O! werd er in de christenen meer overvloed aan ootmoed (nederigheid) gevonden; ze zouden minder bitter, nors en bars zijn; en ze zouden teerder, zacht­moediger en liefelijker in hun geest en praktijk zijn. De ootmoed doet een mens hoge gedachten van anderen en lage gedachten van zichzelf hebben. Ze zal een mens meer heerlijk­heid en uitnemendheid in anderen en veel geringheid en zondig­heid in zichzelf doen zien. De ootmoed zal een mens uitnemend maken in het bedekken van de gebreken van anderen; in het vermelden van hun goede daden en in het zich verblijden in hun genaden. Ze maakt een mens blij met ieder licht, dat sterker straalt dan het zijne en met iedere wind, die waait ten goede van anderen. De ootmoed gelooft eerder de genade in anderen, dan dat ze die in twijfel trekt.’ 

De ootmoed maakt een mens blij met ieder licht,

 dat sterker straalt dan het zijne 

Thomas à Kempis (1379-1471) laat ons weten: ‘In het oordelen over anderen doet de mens een onvruchtbaar werk.’ 

Dr. W.C. van Dam vraagt zich af, dat ‘waar groepen of gemeenten zich hoogmoedig tegen anderen afzetten, en intern voortdurend scheuringen zich voordoen, of ook niet ‘vrome geesten het vuurtje van verdeeldheid hebben opgestookt. De apostel Paulus signaleert binnen de gemeente achter dwaalleer dwaalgeesten (1 Tim. 4:1), die vooral in de eindtijd actief zullen zijn.’ 

 ‘Zijn er zaken waardoor Gods Geest bedroefd is

 en Zich teruggetrokken heeft?’ 

Dr. M.J. Paul roept ons op tot bezinning en tot zelfonderzoek, als hij schrijft: ‘Zijn er zaken waardoor Gods Geest bedroefd is en Zich teruggetrokken heeft? Is er ruzie en verdeeldheid, zoals in de gemeente van Korinthe? Is er te weinig verwachting over wat de Heere doen wil? Kennen wij de gave van de onderscheiding van geesten, zoals genoemd in 1 Kor. 12:10? Is bij ons de gave van genezing aanwezig (vs. 9)? In de gemeente zelf kunnen ook verkeerde gewoonten en structuren zijn: zowel een harde, wettische heerschappij als een te grote tolerantie in leer en leven zijn funest. Satan vindt dat alles goed en oefent graag heerschappij om te voorkomen dat Christus centraal staat.’

Volgens antwoord 112 van de Heidelbergse Catechismus mag het niet gebeuren dat ik iemand ‘lichtelijk en onverhoord veroordeel of help veroordelen’ en moet ik ‘de eer en het goede gerucht van mijn naaste naar mijn vermogen voorstaan en bevorderen’. We hebben ook in dit opzicht veel genade en verzoening nodig!

 

Wat is onze geestelijke strijd? 

In de geestelijke strijd kunnen zich in ons denken door onkunde en angst bolwerken vormen. Als we krampachtig ons kerkelijk bolwerk willen bewaken en bewaren bieden wij mogelijkheden voor wettische geesten om in onze gedachten te infiltreren. Als er los van het geloof wordt gewerkt, kunnen we vervallen tot wettische kramp. Angstig proberen we dan alles wat niet vertrouwd is te weren. 

Maar de tijden veranderen, en wij met hen. Nieuwe moeilijkheden en verleidingen dienen zich aan. Hoe zullen we in de veranderde digitale tijd staande kunnen blijven? We worden overspoeld met veranderingen. Onze jongeren zijn volop online en worden geïnfiltreerd door aantrekkelijke informatie. Zodoende worden ze ook verleid op geestelijk gebied. Behoudende christenen klampen zich dan vast aan veilige overleveringen en proberen met oude wapens hun bolwerken te verdedigen. 

Hoe kunnen we onze jongeren nog beschermen tegen de occulte invloeden in het digitale tijdperk? Hoe moeten we door het geloof leren strijden in de geestelijke wapenrusting? Het wordt uitgebreid behandeld op de website www.pastoralehulpverleningjongeren.nl .

Jezus Christus is de grote Overwinnaar! Door het geloof in Hem kunnen we door de genade van God staande blijven en overwinnen in de geestelijke strijd.  

Wettische wapens zijn vleselijke wapens. Deze kunnen in de geestelijke wapenrusting niet effectief worden gebruikt. Paulus leert ons in 2 Kor.10:4-5: ‘De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus.’

Kunnen we de wereld in ons en buiten ons kunnen overwinnen zonder geloof? Zullen de angst en twijfel ons helpen? We weten wel beter. 1 Joh.5:4 leert ons: ‘Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning die de wereld overwonnen heeft: ons geloof.’ 

Door het geloof in Jezus Christus  

kunnen we staande blijven en overwinnen