Copyright tekst: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.
Jezus vertelt ons de gelijkenis van de barmhartig Samaritaan in Lukas 10:30-35. Hij legt daarbij uit aan een wetgeleerde ‘wie zijn naaste is’. Welke lessen kun je halen uit dit verhaal als het gaat over je eigen roeping naar je naaste toe? God is barmhartig en wil dat wij het ook zijn. Jezus geeft aan in Matth. 5:7: ‘Zalig zijn de barmhartigen, want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden.’ Heb je ook een warm hart voor je naaste?
Het Griekse woord voor barmhartigheid is ‘eleos’. Het betekent: medelijden, medeleven, liefdevolle hulp. Dat had de barmhartige Samaritaan. Dat heeft God aan de gelovigen bewezen en Jezus heeft het laten zien in Zijn leven op aarde.
Wie is mijn naaste?
We lezen over de aanleiding va het voorbeeldverhaal van Jezus in Lukas 10:25-29: ‘En zie, een wetgeleerde stond op om Hem te verzoeken, en zei: Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? 26 En Hij zei tegen hem: Wat staat er in de Wet geschreven? Wat leest u daar?
27 Hij antwoordde en zei: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf. 28 Hij zei tegen hem: U hebt juist geantwoord. Doe dat en u zult leven. 29 Maar hij wilde zichzelf rechtvaardigen en zei tegen Jezus: Wie is mijn naaste?’
De gelijkenis van Jezus
De tekst vanaf Lukas 10:30 gaat verder: ‘Jezus antwoordde en zei: Een man ging van Jeruzalem naar Jericho en viel in de handen van rovers, die hem de kleren uittrokken, hem daarbij slagen toedienden en hem bij hun vertrek halfdood lieten liggen.
31 Toevallig kwam er een priester langs diezelfde weg, en toen hij hem zag, ging hij aan de overkant voorbij. 32 Evenzo ging ook een Leviet, toen hij op die plek kwam en hem zag, aan de overkant voorbij.’ Deze godsdienstige mannen waren bij uitstek toch wel de mensen die zouden moeten omzien naar deze hulpbehoevende, gewonde man. Zij hadden een voorbeeldfunctie, die de barmhartigheid van God zouden moeten laten zien, die je ook vindt in de tekst van het Oude Testament.
Wees barmhartig, zoals ook God barmhartig is
Barmhartigheid is Gods liefde die beweegt naar mensen toe. Hij strekt Zich in liefde en bewogenheid uit naar wie hulp nodig heeft. De Jezus Christus was met ‘ontferming bewogen’ over de mensen die dwaalden zonder herder (Mattheus 9:36). Barmhartigheid komt voort uit het liefdevolle hart van God. Het raakt Zijn diepste wezen. Hij is volgens Exodus 34:6: ‘Barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw.’ (Exodus 34:6).
Barmhartigheid is: je ontfermen, je toebuigen naar iemand die in moeilijkheden zit. Dat is precies wat de Heere Jezus deed. Hij kwam van de hemel naar de aarde om zondaren te redden. Barmhartigheid betekent dat God Zich ontfermt over zondaars. Jezus draagt ons op in Luk. 6:36: ‘Wees dan barmhartig, zoals ook uw Vader barmhartig is.’
Als je barmhartig bent, kun je jezelf inleven in de situatie van je hulpbehoevende naaste. Volgens Hebr. 2:17-18 moest Jezus ‘in alles aan Zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn in de dingen die God betreffen, om de zonden van het volk te verzoenen. Want waarin Hij Zelf geleden heeft, toen Hij verzocht werd, kan Hij hen die verzocht worden, te hulp komen.’
De barmhartig Samaritaan
In Luk 10:33 gaat de gelijkenis verder: ‘Maar een Samaritaan die op reis was, kwam in zijn buurt, en toen hij hem zag, was hij met innerlijke ontferming bewogen.’
Hoe kun je iemand liefhebben die je vijandig is? Na Zijn zaligsprekingen beveelt Jezus ons ook in in Luk. 6:27: ‘Heb uw vijanden lief; doe goed aan hen die u haten.’ (Zie verder Luk. 6:28-36.) Je ziet dat bij de barmhartige Samaritaan.
We lezen in vers 34 over het liefdevol handelen van de Samaritaan: ‘En hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden en goot er olie en wijn op. Hij tilde hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en verzorgde hem.’
Vers 35 gaat verder: ‘En toen hij de volgende dag wegging, haalde hij twee penningen tevoorschijn, en hij gaf ze aan de waard en zei tegen hem: Zorg voor hem, en wat u verder aan kosten maakt, zal ik u geven als ik terugkom.’
In Luk. 10:36-37 volgt het afrondende gesprek van Jezus met de wetgeleerde, als Hij hem vraagt: ‘Wie van deze drie denkt u dat de naaste geweest is van hem die in handen van de rovers gevallen was?’ ‘De wetgeleerde zei: Degene die hem barmhartigheid bewezen heeft. Jezus zei tegen hem: Ga heen en doet u evenzo.’
Jezus werd door de Joden uitgemaakt voor een Samaritaan (Joh.8:48). Hij laat Zich inderdaad in het Evangelie zien als de Barmhartige. Hij kijkt niet weg, maar ziet om naar zieke, ellendige en verachte mensen en naar de vreemdelingen. Jezus, de Heiland, helpt hen die gewond aan de kant van de weg zijn geworpen of in de goot liggen.
Jezus komt in het Evangelie bij je langs, buigt Zich over je neer en helpt je overeind. Laat je helpen en dragen: vertrouw Hem in het geloof. Jezus tilt je op en blijft dan naast je lopen zoals de Barmhartige Samaritaan. Hij brengt je in veiligheid, waar je tot rust komt en kunt helen.
Jezus en de Samaritaanse vrouw
In Johannes 4 lezen we over Jezus en de Samaritaanse vrouw bij de waterput te Sichar. Joden wezen Samaritanen af. De vrouw kende door verlating en zonde ook afwijzing van haar volk. Jezus vraagt in Johannes 4:7 aan de Samaritaanse vrouw: ‘Geef Mij te drinken.’
Waarom kwam zij helemaal alleen water putten op dit ongebruikelijke (warme) middaguur? Schaamde zij zich door de schande en veroordeling die ze meedroeg? Het water uit de put kon haar voortdurende geestelijke dorst niet blijvend lessen. Jezus bracht de waarheid in haar leven aan het licht (over de mannen die ze had gehad). Hij haalde de zonde en pijn van haar leven boven water.
Hoe heb jij Jezus ontmoet? Het water uit onze eigen put kan onze dorst niet blijvend lessen. Jezus brengt de waarheid aan het licht en haalt de kwellende nood boven water. Ook ons verhaal moet bij Jezus uit de put tevoorschijn komen.
Jezus zei tegen de Samaritaanse vrouw in Johannes 4:13-14: ‘Ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst krijgen, maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen.’ Jezus geeft verder aan in Johannes 4:14: ‘Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven.’
In Openbaring 22:17 komt ook tot ons de uitnodiging: ‘laat hij die dorst heeft, komen. Laat hij die wil, het Water des levens nemen, voor niets.’
De Samaritaanse vrouw zei daarna in Sichar : ‘Kom, zie Iemand Die mij alles gezegd heeft wat ik gedaan heb; zou deze niet de Christus zijn?’ Ze was haar schaamte voorbij. Haar getuigenis maakte diepe indruk. Haar redding was voor hen ook een wonder. Ze gingen gelijk met haar mee naar Jezus bij de bron.
Veel Samaritanen geloofden in Jezus om wat de vrouw over Hem zei. En er kwamen nog veel meer mensen tot geloof door wat Jezus tot hen sprak. Jezus bleef twee dagen bij hen. De Samaritanen zeiden tegen de vrouw (in vers 42): ‘Wij geloven niet meer om wat u zegt; want wijzelf hebben Hem gehoord en weten dat Deze werkelijk de Zaligmaker van de wereld is, de Christus.’
Lees de hele geschiedenis in Johannes 4:1-30 en 4:39-42.
***
Het Evangelie in Samaria
Hoe kun je geestelijk een barmhartige Samaritaan zijn?
Jezus geeft aan in Hand. 1:8: ‘Maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem
als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.’
Dan mag je ook het werk van de barmhartige Samaritaan doen!
***
Hij kan zomaar naast je lopen
YouTube-video Hij kan zomaar naast je lopen – Nederland Zingt
Hij kan zomaar naast je lopen op een onverwacht moment
Hij kan zomaar naast je lopen en je had Hem niet herkend.
Hij kan zomaar naast je lopen en vertellen wie je bent.
***
Er liepen eens twee mannen vlakbij Jeruzalem.
Hun vriend was net gestorven; ze treurden over hem.
Opeens was daar een vreemde, die met hen mee wou gaan
Ze wisten niet dat Hij het was, dat Hij was opgestaan.
Refrein: Hij kan zomaar …
***