Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.
Welke roeping hebben we als gelovigen in deze wereld?
Dat lezen we in de zendingsopdracht van Jezus in Mark. 16:15, als Hij zijn discipelen opdraagt: ‘Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen.’ In Matth. 28:18-19 geeft Hij aan: ‘Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen (onderwijs al de volken).’
Anne van der Bijl geeft ons door op 86-jarige leeftijd: ‘Dat ik nog steeds reis, heeft alles te maken met een thema waar ik de laatste jaren op hamer: Jezus zei dat we alle volken tot Zijn discipelen moeten maken (…) Alle volken, inclusief radicale moslims, tot Jezus’ discipelen maken – dát en niets anders zou onze prioriteit moeten zijn.’
In Handelingen 8:4 zien we hoe vervolgde gelovigen hun roeping vervulden, als we lezen: ‘Zij dan die overal verspreid waren, trokken het land door en verkondigden het Woord.’ God heeft door de eeuwen heen deze verkondiging van de gewone gelovigen rijk willen zegenen, vooral in de vervolgde kerk.
Laat je inspireren door het leven en werk van Anne en andere gelovigen, die gehoor hebben gegeven roepstem van God
De roeping van Anne van der Bijl
Hij geeft aan in zijn boek ‘De roeping’: ‘Ik heb geen bijzondere gaven en ben helemaal geen bijzonder persoon. Ik heb na de middelbare school niet verder gestudeerd. Mijn enige opleiding is twee jaar bijbelschool.’ Hij heeft slechts geluisterd naar de roepstem van God en daaraan gehoor gegeven.
Als je gehoor geeft aan de roeping van God in je leven, zal het volgens Anne niet lang duren of je gaat met andere ogen kijken naar de wereld en naar je plaats daarin. Hij geeft daarbij aan: ‘Dan zult u merken dat God deuren voor u opent om Hem te dienen op een manier dat u tot dan toe nooit voor mogelijk had gehouden.’ Hij stelt: ‘Verander de wereld en begin bij jezelf.’ Anne legt uit: ‘Als we de wereld willen veranderen voor God, dan moeten we om te beginnen luisteren naar Zijn woord dat in de Bijbel tot ons komt. Het houdt in dat we doen wat Jezus ons heeft opgedragen: ‘Gaat dan heen en maakt alle volken tot Mijn discipelen (Matth. 28:19).’
***
Dit artikel is ook een recensie en aanbeveling van de boeken en het levenswerk van Anne van der Bijl en Open Doors. Het gaat daarbij vooral over zijn boeken ‘De Roeping’ en ‘Een Leger van Licht’, met de informatie vanuit Open Doors op internet. Lees het met het oog op je eigen roeping!
***
Als Brother Andrew, de smokkelaar van God
In 1967 verschijnt onder de schrijversnaam ‘brother Andrew’ zijn Engelstalige autobiografie, getiteld: ‘God’s Smuggler’, waarin hij schrijft over gevaarlijke smokkeloperaties, geheime diensten en over zijn moedige beslissing om radicaal te leven voor Jezus Christus.
Het boek werd meer dan 10 miljoen keer verkocht in meer dan 35 talen. Anne geeft nederig aan: ‘Ik hoef niet op een voetstuk te worden geplaatst, ik ben maar een gewone man.’
Laat je inspireren, zoals Anne
Anne is innerlijk geroepen en geleid vanuit het Woord van God en door de Heilige Geest. Hij is ook geïnspireerd door andere evangelisten, zendelingen en pioniers in de dienst van God. In zijn kantoor wees hij tijdens een interview op een wand met Bijbels in vele talen. In zijn boekenverzameling waren ook biografieën van groten in het Koninkrijk te zien en de werken van de Oswald Chambers en ds. C.H. Spurgeon. Verder had hij contacten met Corry ten Boom en ds. Richard Wurmbrand. Zo zien we dat een missie in de dienst van God aanstekelijk werkt en de zendingsijver en -visie zal versterken.
Iedere gelovige moet een evangelist zijn
De Russische gelovigen verstonden de voorgehouden taak en roeping van God. Zij namen hun motto serieus: ‘Iedere baptist een zendeling!’ Iedere gelovige dient een evangelist of zendeling te zijn!
Richard Wurmbrand (Boekarest, 24 maart 1909 – Glendale, 17 februari 2001) was een Roemeens Luthers predikant, schrijver en leraar. Hij heeft vanwege zijn christelijke overtuiging 14 jaar lang in zijn vaderland Roemenië gevangengezeten en was de oprichter van de christelijke organisatie The Voice of the Martyrs (De stem der martelaren).
Anne van der Bijl bezocht aanvankelijk Oost-Europese landen, waaronder Roemenië, toen ds. Richard Wurmbrand daar nog gevangen zat. Richard hoorde ervan en bad voor Anne vanuit de kerker. Ze hebben daarna nog contact gehouden. Anne had dus verbondenheid met deze bekende geloofsgetuige en martelaar uit Roemenië. Wurmbrand houdt het de gelovigen voor: ‘U moet allemaal een zendeling zijn!’ Hij verklaart ons nader: ‘De verkondiging van het Evangelie is niet de roeping van enkele individuen en organisaties, maar de vreugdevolle plicht van ons allen.’
Doen we als gelovigen maar het halve werk?
Wurmbrand geeft aan: ‘Wij moeten nooit ophouden als we eenmaal een ziel voor Christus hebben gewonnen. Want daarmee heeft men nog maar half werk gedaan. Iedere ziel, die voor Christus gewonnen is, moet zelf een zielenvanger worden.’ Volgens Wurmbrand heeft ‘de vervolging altijd een beter soort christenen voortgebracht, een getuigend christen, één die zielen wint’.
Onder politieke druk uit het buitenland ontving hij in 1964 amnestie en werd hij vrijgelaten en is hij vertrokken naar het vrije Westen.
De missie en passie van Richard Wurmbrand
Richard Wurmbrand heeft de vurigheid en bewogenheid over het heil van verloren zielen niet verloren, althans nog niet op hoge leeftijd (86 jaar), zoals we dit kunnen zien in het maandblad ‘Stem der martelaren’ van oktober 1995. Hij schrijft onder meer daarin:
“Ik las eens over een schip dat zonk in het meer van Michigan, niet ver van de kust. Enkele passagiers verdronken direct. Anderen probeerden zich te redden door naar de kust te zwemmen, maar het water was ijskoud. Een goede zwemmer zette zijn leven op het spel om mensen te redden. Toen hij zes mensen gered had, was hij uitgeput. Maar hij zag nog anderen die in gevaar waren. Hij raapte al zijn energie bij elkaar en weerstond het ijskoude water nog een keer; een zevende was gered. Inmiddels trilde hij over zijn hele lichaam van de kou. Hij kon nauwelijks nog ademhalen.
Zijn laatste woorden waren: ‘Hoe moet ik voor God verschijnen nu ik er maar zeven heb gered? Hadden het er niet acht kunnen zijn?” Wurmbrand sluit erop aan: “Dit is hoe we ons voelen als we kijken naar wat anderen zouden beschouwen als de grote vooruitgang van onze zending:
‘Hadden we er niet meer kunnen bereiken?’
Mijn lieve vrouw Sabina is 83 en ik ben 86. Op dit moment zijn we allebei ziek. Sabina is herstellende van een operatie die nodig was om de kanker, die in haar maag was, te verwijderen. We zijn God dankbaar dat de operatie geslaagd is. Ikzelf heb nogal last van mijn hart. (…) Als het volgende moment mijn laatste minuut zou zijn, zou ik mezelf afvragen: ‘Had ik er niet nog één tot Christus kunnen brengen?’ (…)”
***
Het zendingsverhaal van Anne van der Bijl
Zijn verleden, eerste bekering en evangelisatiedrang
Anne van der Bijl is in 1928 geboren. Hij groeide op te Sint Pancras in Noord-Holland. Ze hadden het in de kinderjaren van Anne thuis financieel niet breed. Het was aanvankelijk de bedoeling dat hij smid zou worden, net als zijn vader. Hij was van huis uit gereformeerd en hield zich in zijn jonge aren aan de kerkelijke voorschriften. In een interview zegt Anne: ‘Ik werd krachtdadig door de Heere gegrepen.’
Zijn eerste reactie was te gaan evangeliseren. Hij vertelt: ‘Ik ging naar Amsterdam, verkleed als bedelaar omdat ik zag dat zwervers nog geen deel hadden aan Gods liefde. Ik kon niet tegen het leed, het werd een flop. Ik droomde van een woonboot in de buurt van de Walletjes, wilde er evangeliseren en ook kinderen met Gods Woord in aanraking brengen. Ik greep zelf en daardoor greep ik te hoog.’
In de oorlog had hij het slecht, vooral ook lichamelijk, Hij werkte mee als jongetje binnen het verzet. In 1946 ging hij in het leger. Toen heeft hij zich aangemeld als vrijwilliger voor Indië. Hij werd daar door een kogel geraakt in zijn enkel en kwam in het ziekenhuis terecht. Daar kwam hij in aanraking met het geloof. Hij vroeg naar de vrolijkheid van zijn verpleegster. Ze zei: ‘Anne, dat komt door de liefde van Christus.’ Hij zegt: ‘Daar heb ik eigenlijk het begin van mijn bekering meegemaakt.’
De Bijbel moet je doen
De moeder van Anne gaf hem een Bijbel mee toen hij in 1946 naar Indonesië vertrok. Hij las er pas in toen hij daar in het ziekenhuis lag. Sindsdien is hij een fervent lezer van de Bijbel geweest. Op het schutblad van deze Bijbel staat er in zijn handschrift:
‘De Bijbel, het boek dat je moet DOEN!’
In 1953 ging hij naar de bijbelschool van de Worldwide Evangelisation Crusade (WEC) in het Schotse Glasgow. Binnen een maand na aankomst ging hij ‘door zijn rug heen’ en kreeg hij een hernia. Daarna heeft hij vele jaren gekampt met ernstige rugpijn. Bij tijden was de pijn zo erg dat nog weinig kon doen en langere tijd moest liggen. Er werd wel voor hem gebeden, maar er kwam maar geen herstel. Zo werd zijn zendingsroeping zwaar beproefd.
Het begon in Polen
Het werk van Open Doors is in 1955 begonnen als Anne van der Bijl op 27-jarige leeftijd een reis maakt door Polen. De specifieke roeping voor Anne kwam tot hem tijdens deze eerste reis naar de communistische wereld, vanuit Openb. 3:2: ‘Wees wakker en versterk het overige, dat dreigt te sterven, want ik heb geen van uw werken vol bevonden voor mijn God.’ Hij werd ook bepaald bij vers 8:
‘Ik heb een geopende deur voor uw aangezicht gegeven,
die niemand kan sluiten.’
Anne sloot zich aan bij een communistische jeugdgroep, omdat dat de enige manier was waarop hij naar Oost-Europa kon reizen. Hij wilde daar ‘hoe dan ook’ naartoe. Hij zei: ‘Ik wil zien hoe mijn broeders en zusters het maken met hun geloof’ Anne voelde een sterke roeping om zich in te gaan zetten voor vervolgde christenen, allereerst door duizenden bijbels tot achter het IJzeren Gordijn te smokkelen.
Boek ‘De Roeping’
Anne van der Bijl begon zijn dienst aan de Vervolgde Kerk in 1955. Hij zag de nood en deed er wat aan, zonder zich af te vragen of hij daarvoor een bijzondere roeping had. ‘Als ik op een roeping had gewacht,’ zegt hij, ‘zou ik nog gezeten hebben waar ik zat. Onze roeping is niet meer dan de dagelijkse gehoorzaamheid aan God.’ Anne vindt dat we als christenen allen een roeping hebben. Hij verklaart: ‘Het houdt in dat we altijd beschikbaar zijn voor anderen en ieder recht op onszelf opgeven. Het houdt in dat we God toestaan ons stap voor stap te veranderen, zodat alles wat we doen voortvloeit uit wie we zijn als christen.’
Zijn we beschikbaar?
Hij geeft erbij aan: Een formele opleiding kan deel uitmaken van onze voorbereiding, maar is niet voor iedereen noodzakelijk. Zoals voor mij. Ik had maar een paar jaar middelbare school gehad, toen ik naar de bijbelschool van de WEC ging. Na afloop daarvan omschreef de directeur mij als een zeer middelbare student.’
Anne geeft ons zijn volgende gebed door:
‘Heer, maak mij een bruikbaar werktuig in Uw hand. Laat me groeien in mijn relatie met U, zodat ik volledig voorbereid ben wanneer de kansen zich voordoen om Uw oogst binnen te halen. Amen.’
Waar anderen ondoordringbare grenzen zien, zag hij geopende deuren. En hij ging er doorheen om vervolgde christenen te bemoedigen, te helpen en Bijbels te brengen, als een vriend van de Vervolgde Kerk.
Geen ondoordringbare grenzen,
maar geopende deuren
In ‘De Roeping’ vertelt hij hoe hij huisgemeenten in China bezoekt, het evangelie aan Latijns-Amerikaanse guerrillastrijders brengt en over Gods liefde spreekt met moslimleiders.
In 1965 reisde Anne voor het eerst naar China. Hij kon toen nog geen contact leggen met gelovigen daar. Achter het bamboegordijn (China) hadden christenen het nog zwaarder, dan achter het IJzeren Gordijn, vooral toen in 1967 de culturele revolutie uitbrak.
Beproeving en uitredding, rugklachten en vliegangst
Anne had veel last van vliegangst, terwijl hij vaak met het vliegtuig heeft moeten reizen om zijn missie te kunnen volbrengen.
Hij werd aanvankelijk geplaagd door een zware hernia. Anne vertelt ons in zijn boek ‘De roeping’: ‘Vele jaren heb ik gekampt met ernstige rugpijn. In 1953 ging ik naar de bijbelschool van de WEC in Glasgow. Al binnen een maand na aankomst ging ik door mijn rug heen, zoals dat heet. Dan heb je een hernia, omdat een van de tussenwervelschijven uitstulpt of is losgeraakt. Maar in mijn geval zaten er meerdere tussenwervelschijven niet op hun plaats. Ik verging van de pijn. Vaak kon ik niet eens mijn haar kammen of mijn jas aandoen. Soms moest iemand me helpen m’n sokken aan te trekken. Soms was het zo erg, dat ik niet eens meer kon staan of lopen.’ Het kwam ook voor dat hij een week lang op bed lag.
Zo wist hij zich door de twee jaar studie in Schotland heen te worstelen, met corvee-taken en evangelisatie-activiteiten.
Als je die voortdurende pijn hebt, is het een zware beproeving voor de roeping in de zending. Hij vroeg zich op momenten af of God iets anders met hem voorhad, iets wat niet zo erg was voor zijn rug. Toen hij na twee jaar van de bijbelschool afging, zei de directeur tegen hem:
‘Anne, je hoeft je hier niet aan te melden als zendeling.
Je bent echt te zwak om te reizen.’
Anne geeft aan: ‘Ik ben wel eens liggend op de achterbank naar Oost-Europa gereden. Aan die hernia kwam pas veel later een eind.’
Anne vertelde, dat hij hoopte op het wonder van Naäman de Syriër. Hij ‘dompelde’ zich daartoe ook zevenmaal in het water van zijn bad, maar kwam er niet genezen uit. Zijn gebeden werden op een andere wijze verhoord. Hij had daarbij dus ook vliegangst.
Anne laat ons weten: ‘Achttien jaar lang heb ik gekampt met rugpijn, totdat de Heer me uiteindelijk genas, in 1971. Weet u hoe? Bij een vliegtuigongeval.’ Het ongeluk gebeurde in Colorado, in de VS. Op een hoogte van 150 meter begaf de motor van het toestel het plotseling. Het vliegtuigje daalden neer als een baksteen.
Anne vertelt: ‘Het vliegtuig kwam met een oorverdovende klap op de grond terecht. Een ondraaglijke pijnscheut ging door mijn rug, maar ik bleef wel bij bewustzijn.’ Hij had twee wervels in zijn onderrug gebroken en moest voorlopig op bed blijven liggen. Hij bleef dertien dagen in het ziekenhuis. Daarna werd er weer een röntgenfoto gemaakt. De chirurg merkte tot zijn verbazing, dat de gebroken wervels zo goed al genezen waren, dat er nauwelijks nog een spoor van de fracturen waren te zien. Anne geeft aan: ‘Dat was de eerste aanwijzing dat God me aan het genezen was.’ Hij zei tegen de geneesheer: ‘Dat komt omdat veel mensen hebben gebeden.’
Het gipskorset ging er na nog eens twee maanden af en ook zijn hernia bleek te zijn verdwenen. Anne merkt op: ‘De Heere werkte boven bidden en vragen, al bleef mijn rug een zorgenkind.’
Hij is wonderlijk genezen van een jarenlange hernia
na een vliegtuigongeluk
Van de hernia heeft hij geen last meer gehad, al bleef zijn rug later nog wel een zwak punt om op te letten. Anne heeft desondanks vele reizen door de lucht en over land kunnen maken tot op hoge leeftijd. Op 90-jarige leeftijd ging hij nog naar Pakistan, om zijn vrienden daar te ontmoeten: christenen en radicale moslims van de Taliban.
In Glasgow evangeliseerde hij in arme buurten. Hij vertelt erbij: ‘Door mijn eenvoudige afkomst voelde ik me er thuis.’ Daar kwam ook de zending achter het IJzeren Gordijn in Oost-Europa in zicht. Anne verhaalt: ‘Op de Schotse bijbelschool lag een tijdschrift waarin gesproken werd over een wereldwijde jeugdbeweging die wel 93 miljoen leden telde. Ze zou een conferentie in Warschau houden. Ik informeerde en was welkom. Het bleek dat ik op die communistische bijeenkomst de enige was die openlijk voor zijn christen-zijn uitkwam. Van de Scripture Gift Mission kreeg ik boekjes mee en Johannes-evangeliën. Ik ging met de trein, in mijn nieuwe Manchesterse broek.’
***
Missie voor Oost-Europa
Bijbelsmokkel naar communistische landen
Toen de Russen in 1968 vanwege de Praagse lente Tsjecho-Slowakije binnenvielen, ging Anne met de auto er heen. Hij laadde zijn Citroën stationcar vol met Russische Bijbels en christelijke boeken in het Tsjechisch. Duizenden Tsjechen waren op de vlucht geslagen. Hij kwam ze in een onafzienbare rij auto’s tegen bij de grens. Hij werd doorgelaten, zonder visum, en vertrok in de tegenovergestelde richting naar Praag.
Anne kwam tot stilstand voor de Russische tanks, waar hij werd gecontroleerd door militairen met machinegeweren in de aanslag. Hij bad zijn korte smokkelaarsgebed:
‘Heer Jezus, ik wil Bijbels naar Uw volgelingen in dit land brengen. Toen U op aarde was, hebt U veel blinden ziende gemaakt. Wilt U deze zienden blind maken?’
Hij mocht doorrijden.
Anne ontmoette in Praag de christenen en preekte er op zondag. Er werden in die tijd heel wat Russische Bijbels uitgedeeld.
Hoe Bijbels over de grens werden gesmokkeld
In 1955 begon Anne van der Bijl met het bemoedigen van de kerk in Oost-Europa en Rusland. 65 jaar later is de organisatie werkzaam in meer dan zestig landen wereldwijd om op de bres te staan voor vervolgde christenen. Het smokkelen van Bijbels nam een grote vlucht. Honderden koeriers uit vele landen kwamen naar Ermelo voor instructies. Bijbelsmokkelaars kregen een omgebouwde camper of caravan mee, waarin soms wel 1.100 Bijbels verstopt zaten. Verdrukte gelovigen kregen eindelijk de Bijbels waar ze jarenlang voor hadden gebeden.
Vanuit Open Doors zijn miljoenen Bijbels achter het IJzeren Gordijn in de Oostblok landen en het Bamboe Gordijn in China gesmokkeld door koeriers en toeristen. Op opmerkelijke wijze kwamen ze er doorheen, terwijl ze niet gecontroleerd of ontdekt werden. Er waren veel bijzondere gebedsverhoringen. Soms werden enkele auto’s in een rij niet gecontroleerd.
Hieronder zie je afbeeldingen van een stripverhaal over het boek van Anne in het Engels. Daarop zie je de tekst van het verhaal van een bijbelkoerier bij de grens:
Iemand kwam eens met een kofferbak vol Bijbels bij grensovergang naar communisme in Oost-Europa. Hij hoopte er ongecontroleerd over te kunnen.
Toen de kofferbak open moest, werden ze ontdekt. De douanebeambte vroeg wat voor boeken dat waren. De koerier reageerde: ‘Daarin wordt geschreven door een zekere Habakuk.’ Omdat men deze schrijver niet kende als verdacht, mochten ze doorgaan met de Bijbels.
Aan de dood ontsnapt in Oeganda
In het Afrikaanse land Oeganda was er een terreurbewind van dictator Idi Amin, een militante moslim. Het land was voor 60% christelijk, maar Amin probeerde er met geweld en massale executies een moslimstaat van te maken. In 1976 konden er nog 50.000 Bijbels worden verscheept door Open Doors op aanvraag van aartsbisschop Luwum. Deze vriend van Anne werd in 1977 volgens berichten persoonlijk door Amin vermoord.
Met zijn collega’s Jan en Johan vloog Anne dat jaar naar Kampala in Oeganda. Ze konden net op tijd uit het hotel daar ontkomen en vertrekken vanaf de luchthaven Entebbe. Er wordt geschat dat er tijdens het bewind van Amin tussen de 500.000 en 800.000 mensen om het leven zijn gebracht.
Ze stonden op de dodenlijst van Idi Amin
Enkele jaren later zag Jan Pit zijn eigen naam en die van Anne staan op de dodenlijst van Amin. Hij vond het in het beruchte hoofdkwartier waar duizenden executies hadden plaatsgevonden. Het gebouw lag in puin. Jan heeft de bladzijde uit het notitieblok gescheurd en meegenomen.
Bijbels voor China
In 1965 reisde Anne van der Bijl voor het eerst naar China. Achter het bamboegordijn in China hadden christenen het nog zwaarder dan in Oost-Europa, vooral toen in 1967 de culturele revolutie uitbrak. Hij kon toen nog geen contact te leggen met Chinese christenen. Hij maakte daarna met Corrie ten Boom nog een reis door Zuidoost-Azië. Daar spraken ze met zendelingen en leiders over de nood in China. Halverwege de jaren ’70 werd het aantal gelovigen in China geschat op enkele tientallen miljoenen. Er was daar dringend behoefte aan Bijbels.
Na de dood van de Chinese partijleider Mao in september 1976 kwamen er meer mogelijkheden. Begin 1977 reisde Anne met broeder David mee naar China. David was een Amerikaanse ex-marinier, die God had gebeden om 10 miljoen Bijbels voor China. Hij vertrouwde erop dat God ze zou geven. Hij had contacten met gelovigen in China en heeft het nodige gedaan om zoveel mogelijk Bijbels naar China te laten smokkelen.
Wonderlijke leiding bij de smokkel van Bijbels
Tienduizenden Bijbels konden via koeriers ongemerkt en verstopt in bagage over de grens worden gebracht. In Hong Kong gebeurde dat ook via een groot grenskantoor. Ik heb vernomen, dat daar eens een dikkere Amerikaan kwam met een grote koffer vol Bijbels. De Chinese douanebeambten zagen hoe hij de zware koffer meezeulde en wilden een grap met hem uithalen. Hij werd in de grote zaal van de ene naar de andere loket verwezen. Zo werd hij belachelijk gemaakt en hadden de beambten volop plezier.
Op den duur ging hij vermoeid in het midden van de zaal op de koffer zitten en vroeg wat hij moest doen. Hij werd met de nodige hilariteit door de beambten naar de goede uitgang verwezen. Het was daarbij bijzondere leiding van God dat hij uiteindelijk niet gecontroleerd werd. Zo kwamen op allerlei wonderlijk manieren duizenden Bijbels in het communistische China terecht.
Project Parel: één miljoen wonderen
Chinese christenen deden een dringend beroep op Open Doors: ‘We hebben een miljoen Bijbels nodig!’ Na een lange voorbereiding van gelovigen binnen en buiten China kwam het ‘Project Parel’ tot stand, waarbij er in 1981 een miljoen Bijbels naar China zijn gesmokkeld over de zee. Ze werden afgeleverd bij de plaats Swatow in Fujian (op de zuidwestkust van China).
De enorme lading moest in één nacht ongezien aan land worden gesmokkeld. Ze hadden de sleepboot Michaël genoemd en de trekschuit (een ponton) Gabriëlla. Duizenden Chinese christenen zouden voor het vervoer vanaf het strand zorgen, met gevaar van eigen vrijheid. Op het strand is een klein deel onderschept door een groep Chinese militairen, maar men schat dat er uiteindelijk toch 98% van is terecht gekomen bij de Chinese Christenen.
De volgende afbeeldingen komen uit het boekje ‘Het Evangelie in China’, 4 verhalen van Open Doors. Het is uitgegeven door Open Doors en de internationale Bijbelbond (in 2001). De illustraties zijn van Jacques Defosse. (Je ziet het kaft hierboven.)
De Amerikaan broeder David was bij de organisatie en uitvoering betrokken. Hij kwam als eerste op 18 juni 1981 met twee bemanningsleden op het strand, om daar de Chinese leiders van de actie te ontmoeten.
Na gebed werd er overgegaan tot het ontschepen van de lading. Ze lieten de ponton zakken door extra water in een zijkant te pompen.
Alle 232 grote pakken met Bijbels waren met touwen aan elkaar verbonden en werden in een lange keten naar het strand getrokken. In ieder verpakt pakket van een ton zaten 48 dozen, gevuld met 90 Bijbels (die zo waren gemaakt dat ze ook bleven drijven). De 11.136 dozen waren binnen twee uur op het strand gelost.
Ongeveer 2000 Chinese gelovigen waren op het strand om de dozen mee te nemen, lopend, met de fiets, of met een (vracht)auto.
Om 3 uur ’s nachts was twee-derde van de één miljoen Bijbels veilig op weg naar Christenen in het zuiden van China. Toen verscheen er een legerpatrouille op het strand. Van de overgebleven christenen zijn de meesten gearresteerd (en kort daarna weer vrijgelaten). De soldaten probeerden eerst Bijbels te verbranden, wat niet goed lukt. Daarna gooiden ze in zee.
De volgende morgen dreven ze op het water en werden ze er door plaatselijke vissers uitgehaald. Ze werden gedroogd en uiteindelijk ook doorverkocht aan christenen. Zodoende zijn er maar enkele procenten van de lading Bijbel verloren gegaan (de later werden aangevuld door Open Doors). Verschillende gelovige Chinezen, die leiding hebben gegeven aan de actie in hun land, zijn gevangen genomen, onderdrukt of gemarteld. Ook leiders van huisgemeenten werden verdacht.
De marteling van John Chow
Dat gebeurde ook met John Chow, een 72-jarige leider van een huisgemeente in Swatow. Hij zag voor zijn arrestatie kans om 10.000 Bijbels in veiligheid te brengen. Hij moest zeggen waar hij was in de nacht van 18 juni en de namen van anderen doorgeven die hadden meegewerkt. Hij wilde niemand verraden, koos ervoor om er verder over te zwijgen, zijn ogen te sluiten en te bidden.
De ondervragers besloten John naar de binnenplaats van de gevangenis te brengen. Daar werden zijn handen op de rug gebonden en moest hij blijven staan op een houten kist van anderhalve meter hoog en nog geen dertig centimeter breed. Vervolgens deden ze hem een lus van een strop om zijn nek en bonden het touw vast aan een balk boven zijn hoofd. Als hij van vermoeidheid zou inzakken of vallen, zou hij zichzelf dus ophanden.
Ze hebben hem daar dagenlang laten staan,
zonder rust, drinken of eten.
John zag de politiemannen die hem bewaakten beneden hem zitten dobbelen. Hij zag zichzelf in deze situatie als Jezus Christus aan het kruis. John voelde een krachtstroom door zijn lichaam gaan en vertelde zijn bewakers over Jezus, over Zijn leven, Zijn dood voor onze zonden en Zijn opstanding.. Hij zei hen dat hij niet bang was voor de dood, omdat Jezus de dood voor hem had overwonnen.
Eén van de bewakers reageerde: ‘Oude man, als ik zeventig ben en er net zo ongezond uitzie als jij, dan ben ik ook niet bang voor de dood.’ Er werd door hen om gelachen.
In de loop van de volgende dagen werd het erg zwaar voor John om staande te blijven. Hij kreeg vreselijke krampen in zijn benen. Het bloed zakte naar beneden, zodat zijn benen en voeten opzwollen tot wel tweemaal in omvang. Tenslotte werden ze gevoelloos. Op de achtste dag was er verlichting door de regendruppels die op hem vielen. Na twaalf dagen was de 72-jarige John nog wakker en stond hij nog overeind. Hoe was dit mogelijk zonder voedsel, bijna zonder water en zonder rust! Normaal gesproken zou niemand deze marteling niet kunnen overleven. Het bericht van dit wonder ging al een aantal dagen door de gevangenis. Op het laatste ijlde John en voelde hij niets meer.
Hij stond op het punt om te bezwijken
Op de dertiende dag werd aardedonker, kwam er een hevig onweer met een zware slagregen. John stond op het punt om te bezwijken. Er kwam een bliksemschicht met een enorme donderslag, waardoor hij voorover viel en bewusteloos neerviel.
Toen hij bijkwam, had hij ondraaglijke pijn. De twee politiemannen hadden zijn benen omhoog gelegd, zodat het bloed kon terugstromen naar zijn bovenlichaam. Ze riepen tegen John: ‘Alsjeblieft, ga niet dood!’ Toen John vroeg over het waarom daarvan, antwoordden ze trillend: ‘Omdat wij uw redder willen leren kennen: Jezus.’ John reageerde: ‘Maar waarom dan?’ Ze gaven aan: ‘Omdat Hij u gered heeft! Precies op het moment dat u voorover viel, heeft de bliksem het touw gespleten. Dat kan geen toeval zijn!’ De twee politiemannen die hem hadden bewaakt, kwamen tot geloof. Het verhaal raakte veel mensen binnen en buiten de gevangenis. De gevangenisdirecteur liet hem maar vrij.
John kon de verborgen Bijbelvoorraad pas in 1985 tevoorschijn halen en ze zonder problemen verspreiden. Ze waren bijzonder welkom, omdat er juist toen een sterkere behoefte aan Bijbels was.
***
Het verhaal van het project Parel en John Chow is opgenomen in een geïllustreerde uitgave van Open Doors en de internationale Bijbelbond (in 2001), waarin vier verhalen over het Evangelie in China zijn opgenomen. (John wordt daarin dominee Cheng genoemd.) De tekst daarvan is van Kristina en de illustraties zijn van Jacques Defosse.
***
De zegen van de ‘Parel-Bijbels’
De zegen van de ‘Parel-Bijbels’ is erg groot geweest, wat jaren later aan het licht is gekomen. Broeder Lee ontving een Parel-Bijbel en las die in drie weken driemaal uit. Hij nam vervolgens ontslag op zijn werk en werd een rondreizend evangelist over het platteland in de provincie Henan in Centraal-China. Vijftien jaar na Project Parel heeft een medewerkster van Open Doors hem ontmoet. Ze kwam er achter dat evangelist Lee, die er in zijn eentje op uit was gegaan, toen voorganger was van een netwerk van huiskerken dat was uitgegroeid tot ruim 400.000 leden. Hij had nog steeds zijn eerste eigen Bijbel van Project Parel. Wat een enorm grote oogst na het lezen van een Parel-Bijbel! Wat zullen de andere Parel-Bijbels hebben uitgewerkt door de leiding van God, het werk van Jezus en de toepassing door de Heilige Geest?
Peter Xu van de ‘Born-Again Movement stuurde iedere maand drie mannen met de bus naar de geheime opslagplaatsen van Parel-Bijbels. Ze moesten per keer 1000 Bijbelsmee terugbrengen. Toen ze op een gegeven moment werden ontdekt, gooide de politie de 1000 Parel-Bijbels in de beerput van het openbare toilet.
De mannen werden ondervraagd en enkele dagen vastgezet. Daarna kregen ze het bevel rechtstreeks naar huis te gaan en nooit meer terug te komen.
We lezen verder in het boek ‘Eén miljoen wonderen van Paul Estabrooks: ‘In plaats daarvan wachtten ze in het toilet tot het donker werd. Toen daalden ze af in de beerput met menselijke uitwerpselen en visten er voorzichtig alle stinkende boeken uit op. Ze spoelden ze af onder de plaatselijke waterkraan en namen ze in hun tassen mee naar huis. Daar lieten ze de Bijbels opdrogen, waarna zij ze bestoven met parfum en verspreidden via het netwerk. Deze Bijbels kwamen bekend te staan als de ‘Parfum-Bijbels’en werden dankbaar in ontvangst genomen. Zo groot was het verlangen naar hen het belang van ieder exemplaar van Gods Woord!’
Smokkel van Bijbels via de bus
Bijbel-koeriers werken in de gevarenzone. Ze riskeren veel met geloofsmoed. Vaak hebben ze de wonderlijke leiding en bescherming van God op het gebed ervaren. Je ziet dat ook in het volgende verhaal:
Eens wilde een ‘Tao’, een broeder in Vietnam een doos met Bijbels naar een afgelegen dorp te brengen. Als hij samen met zijn lading gevonden zou worden, zou gevangenisstraf en misschien wel martelingen moeten ondervinden.
Tao bad tot God en verzamelde al zijn moed en nam de bus, het voor hem mogelijke vervoersmiddel. Hij wist dat er onderweg controles waren, maar hij hoopte dat de Bijbels niet opgemerkt zouden worden.
Terwijl hij bad voor een goede reis, schrok hij toen een man in uniform de bus in stapte. De soldaat liep op hem af en ging op de lege stoel naast hem zitten. Vlak voordat de soldaat even later in slaap viel, legde hij diens uniformpet op de doos met Bijbels.
De eerste controle kwam. Passagiers moesten zich identificeren en hun bagage openen. De slapende soldaat werd overgeslagen, net als de doos met Bijbels. En steeds weer, vlak voor elke controle, dommelde de soldaat in, met zijn pet nog steeds op de kostbare doos. Zo kwamen de Bijbels veilig op de plaats van bestemming.
Een bijzondere smokkelaar
Het aantal jaren geleden waren er veel nieuwe gelovigen in Syrië bijgekomen. De vraag naar Bijbels voor deze jonge gelovigen was daarom ook groot. De grenswachter hielden de invoer van Bijbels tegen.
Een lokale christen zag echter kans om samen met zijn bepakte ezel de controle door te komen met vijftig Bijbels. Daarna probeerde hij nog eens tweehonderd exemplaren over de grens te krijgen, maar dit lukte niet.
De christen gaf zich echter niet gewonnen. Hij liep een stuk verder langs de grens voor een nieuwe poging. Toen niemand hem in de gaten had, gaf hij zijn ezel een tik. Gehoorzaam stak het dier de grens over en begon hij aan de tocht naar het adres waar ze eerder waren geweest. De eigenaar vertrouwen erop dat zijn ezel weer naar het afleveradres zou lopen. Het dier kende de weg en werd de vorige keer goed beloond bij aankomst. Dat zou het lastdier ongetwijfeld motiveren. Even later kreeg de eigenaar van de ezel inderdaad het berichtje: ‘lading aangekomen’.
***
Geestelijke strijd in Latijns-Amerika
Anne heeft ook Latijns-Amerika in de beginjaren tachtig bezocht. Daar was een marxistische revolutie gaande. Het verspreidde zich vanuit Cuba. Er was een strijd gaande tussen linkse guerrillastrijders en rechts-extremisten. Anne sprak met hen. Hij ontmoette ook volop christenen. Er was een enorm groeiende evangelische (Pinkster)beweging gaande, die toen al uit enkele tientallen miljoenen leden bestond. Ze voerden ‘een oorlog van liefde’ tegen de guerrilla’s, die ook christenen terroriseerden en ombrachten. Alleen al in de burgeroorlog van Peru zijn er tussen de 20.000 en 30.000 mensen om het leven gekomen, waaronder 700 evangelische leiders. De gelovigen zaten ook midden in het kruisvuur.
In 1884 heeft Open Doors het ‘Project Kruisvuur’ opgestart, met als doel een christelijke beweging op gang te brengen over heel Latijns-Amerika. Daarbij wilden ze de jongeren voorzien van Nieuwe Testamenten en christelijke lectuur.
Anne reisde door El Salvador tijdens een burgeroorlog. Hij wilde persoonlijk met linkse guerrillero’s spreken. Hij sprak met jonge gewapende soldaten over het Evangelie en heeft ook met hen gebeden.
Hij zei tegen één van hen: ‘Toen ik eenentwintig was, werd ik christen en begon ik Jezus Christus te volgen. Jezus wil ons soldaten in Zijn leger maken. We moeten namelijk vechten tegen de zonde. Jezus is gekomen om de zonde weg te nemen, niet alleen uit de wereld, maar ook uit ons hart. Weet je, de Bijbel is een veel beter wapen om de wereld te winnen dan het wapen dat jij bij je hebt. De Bijbel verandert mensen en als mensen veranderen zijn, dan zal de wereld veranderen.’
***
In het Midden-Oosten
Anne van der Bijl heeft na zeventigste jaar heel wat reizen gemaakt naar het Midden-Oosten, om daar te werken en te getuigen onder de christenen en moslims. Via Open Doors zijn veel Bijbels naar het Midden-Oosten gebracht en ook ondersteunend lesmateriaal.
Anne heeft opgemerkt dat het christelijk bevolkingsdeel in het Midden-Oosten sterkt is gedaald in de vorige eeuw. Velen zijn daar vertrokken en geëmigreerd. In Syrië en Irak was aan het begin van de twintigste eeuw tussen de 30 en 40 procent van de bevolking christen. Aan het eind nog maar 3 tot 4 procent, in diezelfde periode daalde het percentage christenen in Palestina en Jordanië van 32 naar 4 procent. De christelijke kerk in Israël in de tweede helft van de twintigste eeuw voor 85 procent uit Arabieren.
Gevaren en kansen bij de moslims
Eind jaren zeventig geeft Anne aan dat de islam een grotere bedreiging voor de kerk zou worden dan het communisme ooit was geweest. Begin jaren negentig tijdens een gebedscampagne voor de kerk in de moslimwereld bleken die woorden waar te zijn. Iran veranderde in een islamitische republiek en de kerk in de Arabische wereld kreeg te maken met zware vervolging.
Radicale, fanatieke moslims kwamen met aanslagen, waarbij zelfs jongeren zich met bomgordels lieten opblazen. We kennen inmiddels ook de strijd tegen IS en de aanslagen in een aantal landen.
Palestijnen en radicale Islam
Anne kreeg contacten met de Palestijnse christenen en bezocht ook leidinggevenden bij de moslims. Anne vertelt erover: ‘Ik kreeg contacten met de nu radicale Hamas-beweging.’
Anne verhaalt verder: ‘Ik ben uitgenodigd over het christendom te vertellen op de radicale Hamas-universiteit. Ik zwijg niet over verzoening en vergeving, ook niet jegens Israël.’ Hij vroeg ook aan Hamas-jongens of ze Israël wilden vergeven.
Ik herinner me dat Anne zei tijdens een dag van Open Doors, dat hij een gezin had bezocht waarin feestvreugde heerste. Het leek wel een bruiloftsfeest. Ze vierden echter feest omdat een zoon een terroristische aanslag had gepleegd met een bomaanslag. Hij was daarbij was omgekomen en werd daarom vereerd als held.
Jongeren bij de Palestijnen wilden dolgraag sterven voor de zaak van de Islam. Ze waren zelfs in tranen als ze nog niet aan de beurt waren. Kinderen in de tienerleeftijd kregen ook al een bomgordel aan. Het gebeurde dat een kind niet durfde en door Israëlische soldaten werd gered.
Gelovigen in de moslimwereld leefden soms geïsoleerd van andere christenen, omdat er in hun omgeving zo weinig waren. Ze kunnen zo uit het zicht zijn, dat ze te lang worden vergeten. Anne vertelde op de samenkomst over een man die in een afgelegen plaats christen was. Hij werd vele jaren niet bezocht door gelovigen. Na misschien wel 20 jaar hadden ze hem gevonden. Hij was gedeeltelijk verlamd en werd door zijn moslimbuurman vanuit zijn bed in rolstoel gedragen en andersom. De gelovige man is daarom maar (weer) moslim geworden.
In Israël is er steeds maar weer de dreiging van aanslagen door fundamentalistische moslimgroepen, zoals de radicale Hamas-beweging. Een leider daarvan eiste de verantwoordelijkheid van een bomontploffing in een bus in Tel Aviv op. Hij verklaarde bij deze zelfmoordaanslag: ‘Deze strijder heeft aan de wereld verkondig dat onze liefde voor de dood groter is dan jullie liefde voor het leven.’
Kansen bij de moslims
Anne van der Bijl heeft ook door zijn contacten met moslims in het Midden-Oosten gezien dat er een groot verschil is in de opvattingen tussen de verschillende groeperingen en stromingen. Hij schrijft ons: ‘Ik heb geleerd dat er onder sommige moslimgroepen een oprechte openheid voor Jezus bestaat. Zij erkennen de wetten van Mozes, de Thora en ook de profeten uit het Oude Testament, en de openbaringen die zij van God hebben gekregen. Dat geldt bij hen ook voor Jezus. Je kunt het in hun Koran terugvinden. Zij zien echter wel de Koran, met de nadruk op de leringen van hun profeet Mohammed als de laatste en hoogste openbaring van God (die zij Allah noemen).
Anne geeft aan: ‘Er zijn kansen om bruggen te slaan, als we maar bereid zijn naar hen toe te gaan in liefde.’ Dat laatste heeft hij op oudere leeftijd volop gedaan in zijn contacten met hen.
Hij kreeg kansen bij de Palestijnen in de beginjaren ’80. Zo kreeg hij de gelegenheid om Jasser Arafat te bezoeken. Hij heeft hem een Bijbel gegeven en met hem over Jezus gesproken. Kort daarna las hij in een Engelse krant, die hem had geïnterviewd, dat Arafat elke dag in zijn Bijbel las (misschien de Bijbel die hij van Anna kreeg).
In 1988 had Anne gesprekken met de grootmoefti (geestelijk leider van de soennieten in Libanon). Anne had hem zijn boek ‘God’s Smuggler’ gegeven. In het kleine paleis van de grootmoefti in het centrum van West-Beiroet, zei hij: ‘Anne, dat boek dat je me gaf. Elke dag lees ik het aan tafel voor aan mijn kinderen.’ Na een goed gesprek over hoop en vrede, bood Anne hem een Bijbel aan. De moslimleider reageerde: ‘Anne, die Jezus van jou, wij kennen Hem beter dan jij, want Hij was één van ons. Hij woonde onder ons, kende onze cultuur, sprak onze taal. Hij voelde onze pijn.’
Zes weken daarna kwamen de moslimleider en zijn lijfwachten om door een autobom.
Mogelijkheden voor het Evangelie in Pakistan
Anne heeft eens verteld in een interview, toen hij 71 jaar was: ‘ In Pakistan mocht ik enkele weken geleden evangelisatietoespraken houden. Ik sprak in stadions. In Nederland, waar ik toch al nooit spreek, zou het me niet lukken volle stadions te krijgen. Wat is nu het voor het Evangelie gesloten land? Nederland of Pakistan? Met de minister van Justitie en met militairen ben ik in Pakistan naar een dorp geweest waar de huizen van 15.000 christenen verwoest werden en velen het leven lieten. Ook daar heb ik publiek gesproken over het kruis, over vergeving.”
Hij reisde naar Pakistan en het grensgebied met Afghanistan, waar hij contact zocht met hoge leiders binnen de Taliban en aanverwante radicaalislamitische groeperingen. Hij geeft daarbij aan: ‘We delen bijbels uit; dat kan ik wel zeggen. En ze vragen steeds weer of ik wil terugkomen, terwijl ze weten over Wie ik hun kom vertellen: Jezus Christus.’
Hij geeft ons verder door over zijn contacten in Pakistan: ‘Dit land is voor mij bijzonder omdat ik er nog heel veel contacten heb met militante moslims. Ik ga er mede op hun verzoek telkens weer heen.’ Ze hebben hem herhaaldelijk gevraagd: ‘Anne, kom terug en vertel ons meer over Jezus.’ Hij werd daar onder meer gevraagd door de leiding van Koranscholen en ook door de Taliban. Anne gaat verder: ‘En we verspreiden er Gods Woord; daar vragen ze naar. Zulke openingen blijf ik zoeken, zolang God me het leven geeft.’
Anne verhaalt ons er over: ‘Op hun Koranscholen of universiteiten roepen ze eigenlijk altijd hun studenten of hun complete staf bijeen om mee te luisteren naar wat ik te vertellen heb. Vaak beginnen ze, als ik ben uitgesproken, natuurlijk over Bush en Obama, en ‘al die christelijke Amerikanen die hier met hun drones dood en verderf zaaien’. En dan is hun vraag: ‘Waarom zouden we in vredesnaam christen worden?’ Ik heb geen weerwoord, maar wel hét Woord. Dus dat geef ik ze. En keer op keer proef ik bij hen toch altijd weer een geestelijke honger. Bijvoorbeeld als ze, vaak een beetje heimelijk, om een exemplaar van de Bijbel in hun taal vragen.’
Er hebben zich ook diep ingrijpende gebeurtenissen voorgedaan in Pakistan en Afghanistan. Anne geeft ons door: ‘Eind 2013 was daar een vreselijke moordpartij in een kerk die ik goed ken. Daar heb ik de afgelopen jaren meer dan eens gepreekt en ik ken de leiders. De laatste keer dat ik er was, zie een van hen tegen me: ‘Ik heb de laatste weken 114 van mijn gemeenteleden begraven.’ Nou, zo’n boodschap hakt er bij mij diep in, kan ik je vertellen. Van mijn vrienden in Afghanistan die ik gedoopt en soms ook persoonlijk begeleid heb, zijn er nu inmiddels al veertien vermoord. Haat en nijd jegens christenen is al jaren schering en inslag in dit soort landen.’
Anne van der Bijl heeft op 86-jarige leeftijd aangegeven tijdens een interview in de EO-view (bij Geloven): ‘Ik hoop in het harnas te sterven’ Intussen probeerde hij het zolang mogelijk vol te houden om te reizen naar zijn vrienden in het Midden-Oosten.
Hij had toen wel al te kampen met verschillende lichamelijke (ouderdoms)gebreken. Hij gaf aan: ‘Ik merk dat het reizen me zwaarder begint te vallen. Lange vluchten, in- en uitstappen, inchecken, koffers sjouwen… Dat vind ik bezwaarlijk worden. Ik word toch een beetje ouder, merk ik. Een beetje. Eind vorig jaar heb ik vrij veel gereisd, onder andere naar Pakistan. Daarna moest ik echt aansterken. Daarom ben ik op zwemles gegaan. Ik kon wel zwemmen, maar als je 86 bent en het jaren niet hebt gedaan… Haha, het was een flop: de eerste les ben ik bijna drie keer verdronken!’
In 2018 is de dan 90-jarige Anne nog naar zijn geliefde land Pakistan gereisd, om daar de gelovigen op te zoeken. Hij vertelt erover: ‘We willen weten wat God aan het doen is in Pakistan. We weten dat de duivel veel doet, maar daar blijven we niet bij stilstaan. We willen vieren wat God onder ons doet.’
Zending onder radicale Moslims
Hij geeft aan dat zending onder radicale moslims onze prioriteit zou moeten zijn. Anne heeft de genade en kracht ontvangen om als bejaarde vrijwilliger nog zolang in de dienst van God te kunnen staan en gaan. Hij heeft voor de EO-visie zijn visie erover verklaard: ‘Dat ik nog steeds reis, heeft alles te maken met een thema waar ik de laatste jaren op hamer. Jezus zei dat we alle volken tot Zijn discipelen moeten maken, ‘dán zal het einde komen’. Eerder niet!’
Anne doelde daarbij vooral ook op radicale moslims. Hij heeft zelfs jarenlang tevergeefs geprobeerd door te dringen tot Osama Bin Laden, de beruchte leider van al-Qaida, om hem over Jezus te vertellen.
Anne verklaart verder: ‘Alle volken, inclusief radicale moslims, tot Jezus’ discipelen maken – dát en niets anders zou onze prioriteit moeten zijn.’ Daarbij haalt hij de uitspraak van Jezus aan: ‘Zalig de vredemakers.’ Hij voegt eraan toe: ‘Je moet naar het gebied van de oorlog gaan, anders kun je geen vrede maken. anders kun je geen vrede maken.’
Een aanbeveling zijn boeken en het werk van Open Doors
Je kunt meer lezen over de ervaringen van Anne van der Bijl in het boek ‘Een leger van licht’, met als ondertitel: “Hoop op vrede in het Midden-Oosten. Hij heeft het geschreven met Al Janssen. Anne is in 1995 vrijgesteld bij Open Doors om zich richten op het Midden-Oosten. Johan Companjen is toen directeur van Open Doors geworden. In het boek ‘Een leger van licht’ beschrijft hij wat hij vanaf die tijd daarin heeft meegemaakt.
Over zijn arbeidzame leven en zendingsactiviteiten vóór die tijd kun je lezen in zijn boek “De Roeping’.
Een uitgebreid verslag van de bijbelverspreiding in China rondom het Project Parel is te vinden in het boek ‘Eén miljoen wonderen’ van Paul Estabrooks. Dat gaat dus vooral over het transport van één miljoen Bijbels naar een strand in China.
Je kunt erover lezen in dit artikel, waarin ik dus ook een recensie en aanbeveling geeft van deze boeken en het levenswerk van Anne van der Bijl en Open Doors.
Spijt naar kinderen thuis… maar toch gezegend
Een nadeel van zendingsmensen die veel reizen is dat ze thuis vaak afwezig zijn. Dat was in het bijzonder ook het offer bij Anne en de gezinsleden, met de vijf kinderen. Zijn zoontje stond eens naast zijn bed, terwijl hij bad: ‘Lieve Heere Jezus, dank U dat papa ziek is.’ Daardoor was hij dus (langer) thuis.
Jaren geleden heeft Anne zijn kinderen bijeengeroepen en spijt betuigd omdat hij zo vaak weg was vanwege het vervullen van zijn missie en roeping. Hij zegt erover: ‘Met tranen in mijn ogen heb ik hun vergeving gevraagd. En ontvangen, ja. We zijn altijd dikke vrienden gebleven. Goddank. En stuk voor stuk werken ze, op allerlei plekken, in Gods Koninkrijk.’ Hij was vanaf 1958 gehuwd met Corrie, die op 86-jarige leeftijd is overleden in 2018. In 2021 is Anne 92 jaar oud.
***