Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat.
Heart Cry: Een verlangen naar opwekking
In dit artikel geef ik verderop een openhartig interview door over mijn verlangen naar opwekking binnen de reformatorische gezindte. Rond de eeuwwisseling heeft dr. ir. Johan Blaauwendraad zijn verlangen naar een terugkeer naar de leer van Schrift en belijdenis verwoord in zijn boeken ‘Het is ingewikkeld geworden’ en ‘De leer tegen het licht’.
Daarna heeft dr. K. van der Zwaag een gedegen reformatorisch boek van meer dan 1000 bladzijden geschreven over de toe-eigening van het heil: het bekende boek: ‘Afwachten of verwachten?‘ De titels verwoorden al waar de problemen en oplossingen liggen. De genoemde werken hebben de angst voor opwekking en reformatie bij behoudende kerkgangers van de rechterflank van de gereformeerde gezindte niet kunnen wegnemen.
Hoe ruim moet het Evangelie worden verkondigd?
Ik denk aan het bekende lied ‘Roept uit aan alle stranden’ (van N. Beets) Je kunt het zien op de afbeeldingen.
De volken moeten leren wat tot hun vrede dient. Spreek hun van het heil des Heeren. Ieder verloren mens heeft behoefte aan redding, of men het beseft of niet.
God kan juist een liefdevolle uitnodiging of vermaning gebruiken. We mogen komen met een welmenend aanbod van genade voor alle hoorders van het Evangelie. Allen moeten weten dat daar een Heiland is.
In de Dordtse Leerregels lezen we dat ‘door de vermaning de genade wordt meegedeeld’. God wil dat de geroepen mensen tot Hem komen. In art. 8 van H.3-4 lezen we verder: ‘Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven.’ We behoren de toehoorders daarom ook te wijzen op de rijke beloften van het Evangelie.
Angst en dwaling
Velen willen de genoemde problemen rondom het aanbod van genade, en verhinderingen door een toeleidende weg, niet onder ogen zien, terwijl ze bang zijn voor de oplossingen. Dit ziet op een geest van dwaling (1 Joh.4:6). We hebben waarheid en liefde nodig. ‘De volmaakte liefde drijft de vrees uit’ (1 Joh.5:18).
Als mensen de liefde tot de waarheid om zalig te worden niet aannemen (op welke wijze dan ook), kan God hun een krachtige dwaling zenden, omdat zij de leugen geloven (zie 2 Thess. 2:1-12). Dit kan gaan over goddeloze dwalingen en ongerechtigheid, maar ook om zogenaamde behoudende, wettische dwalingen, waardoor mensen van het heil in Jezus Christus worden afgehouden. Volgens Koos de Jong van stichting Jij daar! is de leer van de toeleidende weg een afhoudende weg.
De toeleidende weg is een afhoudende weg
Een terugkeer naar de rechtzinnige bijbelse leer, met het welmenend aanbod van genade, is een belangrijke voorwaarde voor geestelijke opwekking. Er moet daarbij een verandering komen in leer en leven, waarbij gelovigen weer zullen gaan getuigen van het heil in Jezus Christus, vanuit een persoonlijke beleving. Daarbij moeten we in liefde zoeken naar eenheid onder de gelovigen. Onenigheid en veroordeling staan een geestelijke opleving in de weg. Eenheid en liefde zijn voorwaarden voor opwekking.
Het verlangen van het hart
‘Zie, hoe goed en hoe lieflijk is het
dat broeders ook eensgezind samenwonen.’
‘Want daar gebiedt de HEERE de zegen
en het leven tot in eeuwigheid’
(Psalm 133:1, 3)
Ik wil graag de woorden van Jezus in het hogepriesterlijk gebed (in Joh.17) doorgeven. Lees het hoofdstuk nog maar eens goed door en zie wat Zijn verlangen voor de gelovigen is. Zie wat Hij voor ons heeft gedaan en wat Hij ons wil geven! Hij wil ons bewaren in de waarheid, eenheid en liefde. Laten wij ook zien bij Wie we horen? Wat is ons verlangen?
Het is mijn ‘heart cry’ dat:
– er een herleving zal komen bij de christenen
– veel jongeren in Jezus Christus zullen gaan geloven
– gelovigen de eenheid in Hem zullen ervaren
– er een nieuwe toewijding tot God zal komen
– velen zullen gaan getuigen van de liefde van Jezus
– velen God nederig en dankbaar zullen eren
Angst voor Heart Cry en Jij daar!
De laatste jaren gaat er weer een sterk appél uit van de stichtingen Heart Cry en Jij daar! Zij verlangen ook naar opwekking, liefde en eenheid in het verlangen naar Jezus Christus. Dit wordt blijkbaar niet gedeeld door hen die meer bezig zijn met een voorbereidend wetswerk en een zogenaamde toeleidende weg. Zij nodigen tot het heil die al voldoende zijn voorbewerkt in de persoonlijke kennis van hun ellende.
De stichtingen worden openlijk bekritiseerd, soms in felle bewoordingen. Weer openbaart zich de angst en de weerstand bij de hypercalvinisten van de rechterflank. Zij volgen niet meer de leer van Calvijn en bekende oudvaders als het gaat om een aanbod van genade voor alle soorten toehoorders.
Wie moeten er worden uitgenodigd tot het heil?
Thomas Boston heeft geleerd dat alle soorten dorstigen moeten worden genodigd tot de wateren van het heil (zie Jes.55). De bekende puritein J.C. Ryle geeft aan dat de liefde van God in het geven van Zijn Zoon zich ook uitstrekt tot de van Hem vervreemde, goddeloze wereld, zoals dit wordt verklaard in Joh. 3:16.
Alzo lief heeft God de wereld gehad
We lezen over de heerlijke, weergaloze liefde van God voor de wereld in Johannes 3:16: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet zal verderven, maar het eeuwige leven zal hebben.’ Het Griekse woord voor ‘wereld’ is hier ‘kosmon’. Dit komt van het begrip ‘kosmos’ en er wordt mee bedoeld ‘de zondige, van God vervreemde mensenwereld’.
Volgens de bekende Engelse prediker J.C. Ryle is ‘de liefde waarvan hier gesproken wordt niet de speciale liefde waarmee de Vader Zijn eigen uitverkorenen aanziet, maar een geweldig medelijden en het begaan zijn met het hele menselijk geslacht’.
De bekende prediker John Charles Ryle (1816-1900)
Ryle verklaart ons verder: ‘God had de wereld zo lief, dat Hij Zijn Zoon gaf om een Zaligmaker te zijn voor allen die geloven. Zijn liefde wordt aan iedereen vrijelijk, volledig, eerlijk en zonder voorbehoud aangeboden. Maar die liefde is alleen te verkrijgen via het enige kanaal van Christus’ verlossing. Degene die Christus verwerpt, snijdt zichzelf af van Gods liefde en zal eeuwig omkomen.’
‘Zijn liefde wordt aan iedereen vrijelijk, volledig,
eerlijk en zonder voorbehoud aangeboden’
De leer van de hypercalvinisten is op dit punt daarom ook een dwaling, waardoor waarschijnlijk velen zijn verhinderd om de weg tot de zaligheid te kunnen vinden. Dit is een uitermate goddeloze, ernstige en trieste zaak! Een bewogen schreeuw vanuit het hart (Heart Cry) om een geestelijk ontwaken, is daarom absoluut noodzakelijk. Het blijkt ook dat persoonlijke geloofsgetuigenissen van jongeren en ouderen niet worden overgenomen door de ingezonken hypercalvinisten. Zij houden zich meer bezig met de dogmatische leer dan met de levende Heer’: Jezus Christus, Die een geloofsrelatie van ons vraagt.
Hypercalvinisten doen aan geloofsvervolging
Het gaat al zover in bepaalde behoudende kringen, dat ‘het geloof wordt vervolgd’. Men doet dus aan geloofsvervolging binnen de rechterflank van de reformatorische gezindte.
Er is sprake van geloofsvervolging binnen de rechterflank van de gereformeerde gezindte: Het geloof wordt vervolgd, en ook zij die vanuit het geloof getuigen tot eer van God
Gelukkig is er ook een positief, liefdevol deel binnen de reformatorische gemeenten, die nog oprecht bewogen is over het zielenheil van mensen. De liefde van Christus dringt en motiveert hen om te evangeliseren onder de reformatorische jongeren en ouderen. Zij gaan gebukt onder de harde veroordelingen van de scherpslijpers onder de ‘leerstellige christenen’.
Waar is het persoonlijk geloofsgetuigenis?
Het is duidelijk dat het persoonlijk getuigenis, de beleving van het geloofsleven en de zekerheid van het geloof steeds meer gaan ontbreken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte. De behoudende christenen lijken gebukt te gaan onder een deken van angst als het gaat over het persoonlijk getuigenis.
Wat hebben geestelijk bezorgde en bekommerde christenen nog te zeggen over een persoonlijk geloofsleven? Zijn de meeste behoudende christenen eigenlijk wel behouden?
Wordt de twijfel niet teveel gekoesterd
als een betrouwbaar kenmerk van het ware?
Het lijkt wel dat velen denken dat het geloofsleven bestaat uit: ‘Heel bezorgd zijn over het heil van je ziel, maar het niet kunnen en durven (aan)pakken van het heil.’
Velen wachten angstig op ervaringen die steeds maar niet komen. Zij beseffen ten diepste niet dat ongeloof zonde is, en dat het zonder geloof onmogelijk is om de Heere te behagen (zie Hebr.11:6). In Rom. 14:23 leert Paulus ons: ‘En alles wat niet uit geloof is, is zonde.’
Blijf reformeren in eenheid en liefde
Door de overdreven angst voor vernieuwingen en verbeteringen blijft er een onnodige en zondige verdeeldheid bestaan. We worden vanuit de Schrift opgeroepen tot onderlinge liefde en eenheid.
Het is de bedoeling en opzet van de reformatie geweest
‘om te blijven reformeren’
Oudvader Johannes Hoornbeeck (1617-1666) houdt ons nu nog voor: ‘De gereformeerde kerk moet zich altijd blijven reformeren.’ Ik heb dit uiteengezet in het boek ‘Opwekking tot reformatie’ (een vervolg op Ontwaakt!). Als we dit samen zullen gaan doen, zal er ook meer liefde tot de waarheid en tot elkaar komen.
Verantwoording en terugblik
Hieronder volgt mijn verantwoording in een interview over ‘Ontwaakt’. Daarbij zien we in een terugblik dat de toestand en tegenstand in de rechterflank niet veel is veranderd. Het lijkt zelfs dat men vanuit het kader de hakken in het zand heeft gezet, om genoeg weerstand te kunnen bieden tegen de oppositie.
De verstarring geeft ook verwarring
onder de eenvoudige kerkleden en jongeren
De E-boeken Ontwaakt! en Opwekking tot reformatie staan op deze website op PDF-documenten. Ze kunnen gratis worden gelezen. Je kunt ze intoetsen. Op het document kun je via de pijltje linksboven weer op de tekst van de website komen.
BOEK: ONTWAAKT!
Uitgeverij P. Boekhout, Scherpenisse 1997
Het vervolg op Ontwaakt!
Het boek Opwekking tot reformatie:
Uitgeverij Groen, Heerenveen 1999
OPWEKKING TOT REFORMATIE
Interview Koers 1997 over het boek Ontwaakt!
Een dringende oproep
tot reformatorisch Nederland
door Auke Schouwstra
in de Koers van 21 februari 1997
‘Het kan zo echt niet langer…’
Dit is het zevende boek van Jan Baaijens (40), en het zat al jaren in zijn hoofd. Deze godsdienstdocent, zelf getrouw en levend lid van een bevindelijk-gereformeerde gemeente in Zeeland, maakt zich zorgen over de ingezonkenheid in een deel van de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Een opwekking is volgens hem nodig, meer dan ooit. Baaijens weet zich gedreven door de liefde van Christus die voortvloeit uit een persoonlijke bekering. ‘Er kwam een enorme bevrijding over me. Een ongekende blijdschap vervulde mij.’
(Voor de website heb ik de tekst aangevuld met extra kopjes en afbeeldingen, J.A.B. Mijn naam heb ik in het artikel op een aantal plaatsen vervangen met ‘hem, hij’, of door andere aanduidingen.)
Ontwaakt! uitgeverij P. Boekhout, Scherpenisse 1997:
Aan zijn boek kun je merken dat hij het met vaart geschreven heeft.Ontwaakt!, een dringende oproep tot reformatorisch Nederland komt recht uit zijn hart. De observaties duikelen over elkaar heen. Hier is een man aan het woord die veel, heel veel wil vertellen. Aan zijn medekerkleden, aan de predikanten op bevindelijke gereformeerde kansels en aan jongeren in ‘zware’ gemeenten.
Het is hem er niet om begonnen zijn eigen kerkverband een trap te geven. Hij wil juist opbouwend bezig zijn en laat zich daarom voortdurend positief uit over bloeiende gemeenten die niet worden beheerst door dode orthodoxie en wettiscisme. Uit liefde tot alle bevindelijk-gereformeerden heeft hij zijn oproep geschreven, zoals hij hem heeft geschreven.
Hij heeft reden om zich zorgen te maken over de jongeren in bevindelijk-gereformeerde kring. Als godsdienstleraar aan een reformatorische school voor voortgezet onderwijs kent hij ze door en door. Enquêtes in zijn klassen vertellen hem dat het droevig gesteld is met de ‘toekomst’ van de kerk.
‘Tachtig procent van de jongeren begrijpt de preek niet. Dat kom niet alleen door desinteresse, het is ook de moeilijkheidsgraad. Het Evangelie kan zo moeilijk gebracht worden, dat de Waarheid verloren gaat. Thuis, in de gezinnen, wordt er bovendien bij de meesten niet over persoonlijk geloof gesproken.’
‘Tachtig procent van de jongeren begrijpt de preek niet’
‘Er worden nu dezelfde dingen gebracht, in dezelfde woorden, als in de zeventiende eeuw. Terwijl de cultuur volledig anders is. Aan de inhoud van de boodschap doe ik niets af, maar met een andere verwoording van de waarheid zou veel gewonnen zijn. Voor de geestelijke insider is het nog wel te begrijpen, maar de rest neemt het niet op. Die wacht af ‘tot het nog een keer mag gebeuren’.’
Ze wachten maar af
‘of het nog een keer mag gebeuren’
De auteur van ‘Ontwaakt!’ groeide zelf op in een bevindelijk gereformeerde gemeente die hem niet veel te zeggen had. ‘Ik hield me op zestienjarige leeftijd veel bezig met popmuziek en uitgaan. Ik was zo’n langharig type. De kerk deed me niets. Ik kende geen psalm uit mijn hoofd, was helemaal vreemd van God.’
Diep ongelukkig
‘Dat veranderde toen ik op negentienjarige leeftijd in contact kwam met een vriend die wél geloofde. God werkte een omkeer in mijn leven. Ik weet nog precies hoe het ging. Op 23 oktober 1975 kwam ik bij hem thuis. Hij sprak me toen van hart tot hart aan. ‘Je moet veranderd worden,’ zei hij tegen mij. Terwijl ik was als de rijke jongeling, die het geweldig naar z’n zin had in de wereld.’
‘Maar ik zag wel dat hij gelukkiger was. Het sloeg toen ineens om bij mij. Ik werd diep ongelukkig en ervoer emoties die ik nooit gekend had. Ik zocht naar redding en ging voor het eerst echt naar de preek luisteren in de kerk. Ik snapte nog niet zoveel van bepaalde uitdrukkingen, maar door de honger die ik had, hield ik vol.’
‘Ik zocht naar redding
en ging voor het eerst echt luisteren naar de preek’
‘Ik smeekte om redding en om genade. Er passeerde heel wat. Tot ik iets las over de droefheid nasar God. Dat herkende ik in mijn eigen hart. Op dat moment stroomde er een golf van liefde door mij heen. De Heere liet mij Zijn liefde en nabijheid ervaren. Ik werd gevuld met een volle blijdschap: de Heere weet van mij af! Dat gaf een enorme verandering. Ik ging de preek beter begrijpen, maar had wel last van inzinkingen.’
De blijdschap vond ik bij bij Spurgeon
‘Na het lezen van de oudvaders en de puriteinen ben ik veel Spurgeon en Bunyan gaan lezen. Want ik miste de blijdschap. Het was (voor mij) in de kerk, en ook door mijn eigen schuld, nogal bekommerd en droefgeestig. Ik ontdekte dat dat niet is zoals het behoort te zijn. De schrift spreekt ook van blijdschap en vrede in het geloven.’
De bekende Engelse puritein ds.C.H.Spurgeon (1834-1892):
‘Bij Spurgeon vond ik ‘de blijdschap voor de rechtvaardigen’. Er groeide een sterke hunkering in mij naar meer vervulling. Toen ik 26 jaar was, hoorde ik Psalm 73: ‘’k Zal dan gedurig bij U zijn.’ Toen kwam er een grote bevrijding over me. Een bijzondere blijdschap vervulde mij. Ik heb gedoold in Gods liefde, volkomen hopend op de genade van onze Heere Jezus Christus. God heeft mij vervuld met volle blijdschap. Er was zo’n sterke zekerheid, dat vergeet ik nooit (zolang mijn herinnering blijft, J.A.B.). Het is alles onverdiende genade!’
’Ik heb gedoold in Gods liefde,
volkomen hopend op de genade van onze Heere Jezus Christus’
Evangeliseren
‘Die blijdschap verandert je geestelijke leven. Ik ben gaan evangeliseren, want ik moest het uitdragen. Ik kon het niet meer voor mezelf houden. Ik ging gewoon de stad in. Dat stimuleerde mij ook enorm. Want als je uitdraagt, ontvang je nog meer. Ik leefde bij het: ‘Zie op Mij, en wordt behouden. Let op de koperen slang’. De grond ligt dan volledig buiten jezelf.
‘Ik kon het niet meer voor mezelf houden’
We hebben steeds weer de vervulling van de Heilige Geest nodig, opdat de oude mens in ons het zal verliezen en opdat we veel vrucht kunnen dragen tot eer van God. Mijn bekommering werd steeds meer dat ik vond dat ik zo weinig vrucht droeg. Daarvóór was ik veel meer met mezelf bezig.’
Verlangen naar opwekking
In die tijd bestudeerde ik ook de kerkgeschiedenis. Voor mezelf schreef ik een boek van 300 pagina’s over de begintijd van de christelijke kerk. Want ik voelde heel goed dat er iets ontbrak in de kerk van nu. Ik verlangde naar het geestelijke leven in de begintijd van de christelijke kerk. Ik ben toen meer boeken gaan schrijven. De nood werd mij opgelegd om uit te dragen wat ik ervoer.’
‘De nood werd mij opgelegd’
Hij onderzoekt vervolgens de opwekkingsgeschiedenis. Wat hij daarin aantrof, wilde hij delen met zijn omgeving. Zijn verandering werd niet door iedereen begrepen. Het werd aangezien voor activisme. Maar om zijn oproep tot bekering en vrucht dragen kon men niet heen.
Hij richtte zich vooral op de jongeren die hij als docent onderwees. Jongeren waarvan hem desgevraagd bleek dat zestig procent niet persoonlijk bidt of in de Bijbel leest. ‘Ze voldoen alleen aan de uiterlijke verplichtingen, maar ze zijn er innerlijk niet bij betrokken.’
Jongeren moet je persoonlijk aanspreken
Het moet anders, meent hij. ‘Jongeren hebben het persoonlijke, pastorale contact hard nodig. Ze willen individueel benaderd worden.
In de kerk worden ze vaak te weinig aangesproken. De jongeren blijven wel naar de kerk gaan, omdat het moet en ook wel omdat ze voelen dat het goed is. Maar ze voelen zich niet betrokken bij de kerkdienst, ze ervaren die als saai en onaantrekkelijk. Ook daarom moet de blijdschap in het geloven meer aan de orde komen, zodat ze heilig jaloers kunnen worden op de gelovigen.’
Angst
Auke: ‘U vreest de gevolgen van de verstandelijke manier van geloven in de bevindelijk-gereformeerde gemeenten. Maar onlangs trok hoofdredacteur C.S.L. Janse van het Reformatorisch Dagblad een parallel tussen de Amish-people en de bevindelijk gereformeerden. Hij schreef: ‘Hoewel er onder de Amish sprake is van geloofsafval, is deze qua omvang beperkt, waarbij we ook hier zien dat de strengste richtingen er het beste in slagen hun jongeren vast te houden.’
‘Het is de angst die de mensen vasthoudt’
Baaijens: ‘Maar men wordt vastgehouden door schuldgevoelens en wettische vrees. Het zit in het natuurlijke godsdienstige gevoel van de mens om daaraan toe te geven. Men voelt zich veilig als men de vormen vasthoudt, in de verwachting dat de Heere God in deze weg nog genadig zal zijn. Als men weggaat, is men er zeker van dat men verloren gaat. Het is de angst die de mensen vasthoudt.’
Velen wachten maar af in een dubbelleven
Auke: ‘Ze zitten toch maar in de kerk. Dat is toch beter dan niets.’
‘Ze weten dat God door de middelen werkt. Er zijn natuurlijk ook kerkgangers die daar biddend mee bezig zijn. Maar velen wachten af tot er ‘iets’ gebeurt. Verder is er geen activiteit. Ze gaan niet in op Gods geopenbaarde vraag en eis. Heel wat lijdelijke mensen zeggen aan het eind van hun leven: Ik heb mijn plicht gedaan, het ligt niet aan mijn als ik nu verloren ga, want God heeft mij het geestelijke leven niet gegeven. Zo geven ze heimelijk God de schuld van hun onbekeerd-zijn.’
‘Zo geven ze heimelijk God de schuld van hun onbekeerd-zijn’
Auke: ‘Heeft zo’n opmerking van Janse misschien een hoog ‘peace in our time’-gehalte Vrede, vrede, geen gevaar?’
‘Er is een enorme angst voor activisme. Men ziet hoe het de gereformeerde kerken vergaan is. Men houdt het isolement hoog. Maar de cultuur van de wereld krijgt een steeds grotere greep op de mensen. Kijk bijvoorbeeld naar internet. De zondag groeit bij velen steeds verder los van de week. Op zondag bevredigt men zijn geweten in de kerk, men doet deemoedig mee en zit zijn tijd uit. Zo krijg je een leven in tweespalt, dualisme. Het isolement mag er wel zijn, maar men moet ook dienstbaar zijn. Een christen moet getuigend in de wereld staan.’
Ingezonken gelovigen
Niet allen bij jongeren, ook bij veel volwassenen in de bevindelijk-gereformeerde kerken is er sprake van een ‘verstandelijk christendom’. De auteur van ‘Ontwaakt!’ ziet het met zorg aan. Hij erkent dat er wel kerkleden zijn die uit liefde voor de Heere streven naar geestelijk vrucht dragen, maar voor velen geldt: men accepteert de leer wel, maar van een echt geestelijk leven is geen sprake.
Vleselijke en geestelijke christenen
In ‘Ontwaakt’ worden systematisch de oorzaken en de gevolgen hiervan op een ritje gezet. Het boek bevat een schets van ingezonken en wakkere gelovigen. Van vleselijke christenen die in ongeloof slapen’, die ‘met het verstand de overgeleverde waarheden consumeren’, en zich daardoor op een goede weg wanen. En van ‘geestelijke christenen’, die naast de ‘reinigende werking van de noordenwind’ ook de vruchtbare, vervullende en troostrijke werking van de zuidenwind’ ervaren hebben. Zij kunnen getuigen zijn van Christus. De Heilige Geest werkt niet alleen in hen, maar woont ook in hen.
’Geestelijke christenen’
kunnen getuigen zijn van Christus
Aan de hand van talloze citaten uit de Bijbel en de Dordtse Leerregels bouwt de schrijver aan zijn these, waarna hij de lezer concrete handreikingen doet om in de weg van de Heere te geraken en tot verandering te komen.
Zijn boek is de weerslag van een jarenlange zoektocht naar verdieping van het geloofsleven, naar de concretisering van de opdracht tot vrucht dragen.
Zondige twijfel mag niet worden gekoesterd
Hij is zich ervan bewust dat in bevindelijk-gereformeerde kerken twijfel teveel als kenmerk van het ware geloof gezien wordt. ‘Zondige twijfel mag niet zó worden gekoesterd,’ zegt hij. Volgens hem komen velen aan het vrucht dragen niet toe. Zijn boek legt daar getuigenis van af. ‘We moeten vasthouden dat geestelijke onzekerheid een onvolwassen toestand in het geloofsleven is. Een rokende vlaswiek moet een rijkelijk door de Heilige Geest gevoede heldere vlam worden, want het is de bedoeling dat de gelovige een helder licht zal verspreiden, schrijft hij.
Voor alles is nodig dat de bevindelijk-gereformeerde erkennen dat er een probleem is in hun kerken, stelt hij. ‘Naast de zuivere leer is er ook het leven. Er moet meer openheid, verootmoediging en schuldbelijdenis komen. Het kan zo echt niet langer.’
‘Is de situatie nu echt zo kritiek?’
Auke: ‘Maar zullen de leiders uit de bevindelijk-gereformeerde gemeenten niet zeggen: Onze kerken zitten ’s zondags toch nog vol? Is de situatie nu echt zo kritiek? Zeker, we hebben wel zorgen, maar mijnheer Baaijens schetst toch wel een erg somber beeld.’
‘Uitwendig gaat het nog wel goed, maar dat is dus vooral dankzij gewetensvorming. Tot 1962 werd er in de Rooms-Katholieke Kerk in het Latijn gepreekt. De mensen bleven naar de kerk komen, al verstonden ze er niets van. Het is ingegrift bij de mensen dat ze er behoren te zijn, maar de kerkgang zegt niets over de kwaliteit van het geestelijk leven.’
Auke: ‘Toch krijg je sterk de indruk dat bevindelijk-gereformeerde jongeren ook door de week wel bezig willen zijn met het geloof. De bondsdagen puilen uit, de avonden van de Stichting Reformatorische Bezinning zijn een doorslaand succes en de SGP heeft de grootste politiek jongerenorganisatie!’
‘Er zitten veel contactzoekers bij. Je kunt daar verkering krijgen. Voor oudgereformeerde en uitgetreden gereformeerde gemeenten jongeren is dit prachtig. Zij hebben zelf geen eigen jeugdwerk. Het wij-gevoel speelt ook mee. Hoewel ik denk dat er onder jongeren een positieve ontwikkeling is. Er is bij hen vraag naar echtheid.’
Slaapneigingen
‘Veel gelovigen in de bevindelijk-gereformeerde gemeenten zijn als planten die teveel in de schaduw staan en weinig voedsel krijgen,’ aldus de schrijver. ‘Daardoor groeien ze langzaam en blijven ze klein.’ Dat komt naar zijn mening onder andere door de manier van preken.
Veel gelovigen staan in de schaduw
en krijgen te weinig voedsel
‘In de reformatorische hoek komen we in preken helaas teveel onduidelijkheden tegen,’ schrijft hij. ‘Het is daarom ook begrijpelijk dat deze preken zo weinig positieve uitwerking hebben. Als bij saaie, moeilijke en onduidelijke preken zelfs ontwaakte mensen slaapneigingen krijgen, hoe zullen dan dode zondaren hierdoor worden opgewekt?!’ Dit alles neemt niet weg dat er volgens hem ook nog heel wat ‘heldere, opwekkende verkondiging’ is.
Sta naar een radicale, appellerende prediking
De hoeveelheid dogmatische en leerstellige uiteenzettingen over geloof en bekering moet afnemen ten gunste van een meer radicale, appellerende prediking, aldus Baaijens. ‘Welk recht hebben we eigenlijk om de Heere, met eerbied gesproken, ‘de weg voor te stellen’, hoe Hij met ons moet handelen om ons te behouden? Laten we slechts om genade smeken.’
Breng een onvoorwaardelijk Evangelie
Vruchten van het geloof worden veel te vaak als voorwaarden voor het geloof aangemerkt, aldus de auteur. ‘Weg met al die toegevoegde geestelijke stelsels en voorwaarden in onbekeerde of half-ontwaakte mensen! Weg met dat geklassificeer van al-een-eindje-op-weg-zijnde dode zondaren, die al wat meer vatbaar zouden zijn voor de toepassing van het Evangelie! Dit klinkt misschien wel hard, maar ik zeg het uit bewogenheid!’
Als iemand de nodiging laat beheersen door de uitverkiezing, dan werpt hij onnodige blokkades op voor de genodigden. Wanneer een prediker eerst bepaalde hoedanigheden en ‘geschiktheden’ gaat noemen die een zondaar moet bezitten om in het huis genodigd te kunnen worden, dan gaan onbekeerde genodigden in zichzelf naar die zaken zoeken. Dat is rechts-remonstrantisme.’
Wijs ze zonder omwegen de weg!