Copyright: Jan Baaijens, jongerenpastoraat.
Een opwekkend en verhelderend artikel met liederen en opdrachten voor Bijbelstudie.
Een gelovige lijkt in een aantal opzichten op een vlinder. Hoe wonderlijk is dit mooie dier opnieuw geboren uit een vorig leven als rups. Het diertje is nuttig en maakt zich geliefd. Wat kunnen wij er op geestelijk gebied van leren? Wil je geestelijk leven als een vlinder van God? Heb je Zijn licht en liefde nodig? We gaan er in deze sessie verder op door.
Nadat mooie diertje zich uit de cocon heeft ontworsteld, wordt het volop actief. Ze klimt zo snel mogelijk naar boven, naar de bloemen, voor de nectar en het stuifmeel. Waar komt de volhardende wilskracht vandaan? De vlinder wordt aangetrokken door het licht en de warmte van de zon.
Je ziet er de activiteiten van de gelovige in, die zich op God richt.
Hij heeft geestelijke voeding, licht en liefde nodig.
Wil jij ook een hoge vlucht maken, om dicht bij God te leven? Wil je ook tot eer van je Schepper leven, en tot nut van het schepsel zijn?
In de natuur zien we bij vlinders een volledige gedaanteverwisseling. Deze vernieuwing wordt ‘metamorfose’ genoemd. Het eerste stadium van het dier is het ei, daaruit komt de rups, die zich verpopt. Uit de pop of cocon komt de vlinder tevoorschijn. Het voorbeeld van de vlinder wordt door christelijke schrijvers op verschillende manieren ingevuld voor een ontwikkeling bij een gelovige.
Ik wil het beeld van de rups en de vlinder gebruiken om er geestelijke lessen uit te halen.
De vlinder
– kent een vernieuwing, een metamorfose vanuit de rups
– moet niet blijven leven als een rups
– moet de hemel tegemoet vliegen
– mag in verwondering onbezorgd zweven
– mag stuifmeel naar andere bloemen brengen
– mag drinken van de energierijke nectar
Rupsen, vlinders en spinnen
In de vorm van personificaties laat ik verderop in de ik-vorm een rups, een vlinder en daarna ook een spin aan het woord. Er zitten ook elementen in van een gelijkenis of parabel. De rups zie ik daarbij als een zondaar, die gelukkig kan worden ontpopt als een vlinder.
In de wereldtuin van de goede Eigenaar
In het begin was de wereld een mooie hof, een prachtige tuin, waarin alles volmaakt groeide en bloeide. De flora en de fauna waren geheel in overeenstemming met het heerlijke doel van de goede Eigenaar. De dieren gingen vriendschappelijk met elkaar om. Het gewas, het kruid en de vruchten voorzagen de dieren van het nodige voedsel. De mens mocht de dieren een naam geven en identificeren.
Door de grote opstand tegen de goede Eigenaar is het kwaad in de wereldtuin gekomen. De mensen, de flora en de fauna zijn zodanig ontaard van het goede, dat het kwaad de overhand heeft gekregen. Het kwade gewas overwoekert het goede nu, terwijl de mens het wil cultiveren. Het kwade en de roofzucht bedreigt en overheerst ook de dierenwereld. En dan is er ook nog het ongemak, de ziekte en de dood. Veel zaken in de wereldtuin beantwoorden niet meer aan het doel van de Eigenaar – het is zonde…
De goede Eigenaar streeft echter naar herstel en naar een goede toekomst in een geheel vernieuwde tuin, waarin alles weer volmaakt goed zal zijn.
In de gelijkenis over de rupsen, de vlinders en de spinnen wil ik de identiteit en de activiteiten van de zondaar, de gelovige en de demonen aan het licht brengen.
(Zie hierbij ook een vervolgartikel op de website: Geestelijke strijd voor gelovigen, zoals bij vlinders en spinnen)
De rups
De zondaar is als een rups
en de rups
– leeft een egoïstisch, ijdel leven
– is een prooi
– brengt schade aan
– wil als rups blijven doorvreten
We zullen eerst kijken naar de rups. Ik laat hem aan het woord.
Rups:
‘Hallo, ik ben een rups. Ik zal je iets vertellen van mijn egoïstische, ijdele leven. Mijn leven is eigenlijk een hachelijke zaak. Ik heb heel wat vijanden, die van mij willen profiteren en het op mijn ondergang hebben gemunt. Dit zijn vogels, reptielen en amfibieën, andere insecten en zelfs soortgenoten. Het is moeilijk voor mij te verteren dat ze mij willen verteren. Als een voedselplant of een waardplant ons te weinig voedsel geeft, kan het noodzakelijk zijn dat ik dan maar een andere rups opeet. Je probeert deze vorm van kannibalisme te voorkomen, maar ik ben er allereerst op uit om zelf te overleven. Ik moet als potentiële prooi maar zien te overleven. Het gaat mij erom dat ik zoveel mogelijk kan genieten van het voedsel dat de natuur mij geeft.
Ik ben erop ingesteld om de schepen achter me te verbranden. Het begon er al mee toen ik het ei opat waaruit ik gekropen ben. Ik heb zodoende de sporen van mijn verleden uitgewist. Het interesseert me niet dat ik samen met andere soortgenoten hier en daar de natuur verwoest. Als het moet, vreten we een hele plant kaal, zodat deze sterft. Ik heb een goed excuus: ik moet zien te overleven…
Ik ken rupsen die als het ware een gevaarlijk leger vormen. De eikenprocessierupsen vormen colonnes, die zelfs voor mensen gevaarlijk zijn. Wij leven immers op het slagveld… en moeten voor onszelf zien op te komen. Er zijn er die doeltreffende verdedigingsmechanismen hebben, zoals brandharen en smerig stoffen. Weer anderen eten planten die gifstoffen bevatten, waardoor ze giftig zijn of heel vies smaken. Daardoor laten andere dieren ze met rust. Ik vind dat ze van ons moeten afblijven en ons onze gang moeten laten gaan.
Ik ben zo egoïstisch dat ik zoveel mogelijk voedsel naar binnen probeer te werken. Ik eet graag sappige blaadjes in de groentetuin, waar ik al heel wat heb uitgevreten. Bij veel vette rupsen krijg je een magere oogst. Daar is de eigenaar niet blij mee. Waarom laat hij ons zomaar doorgaan met dit schadelijke werk? Hoe ziet hij ons eigenlijk?
Ik ken ook rupsen uit achterbuurten, die zelfs van dood dierlijk materiaal leven. Anderen doen zich te goed aan slakjes of andere dieren. Ik weet wat het is om te vervellen, maar er zijn er die zijn gaan verpoppen. Ze zeggen dat je daar op termijn beter van wordt. Daar moet ik eigenlijk niet aan denken, dat vind ik veel te bekrompen. Ik moet de ruimte hebben. Ik hoef zo nodig niet hogerop. Laat mij nog maar een poos laag aan de grond doorvreten… ik zie wel wat er van komt.’
Van rups tot vlinder
Een rups kan een vlinder worden,
zoals een zondaar een gelovige kan worden.
Dit zien we in
– het ontpoppen en de ‘geboortestrijd’
– het komen tot een nieuw imago
– de opzienbarende veranderingen
– de nieuwe manier van leven
– het hogere streven
– het rijkere leven
Veel rupsen ontpoppen zich uiteindelijk als vlinder. Deze levensvernieuwing noemen ze dus ‘metamorfose’. Je kunt hieronder zien hoe de vlinder van de oorspronkelijke rups verschilt. Denk hierbij niet alleen aan het uiterlijk, maar ook aan het verschil in levenswijze, mogelijkheden en activiteiten. Onder de afbeelding kun je lezen hoe het onderkruipsel rups voor zichzelf leeft. Er zijn overeenkomsten met een egoïstische zondaar te noemen.
Zie daar tegenover hoe wonderlijk mooi een rups zich kan ontpoppen tot een vlinder. Zodoende maakt zijn leven een hoge vlucht. Een vlinder is een sieraad in de natuur. We genieten ervan in een bloementuin. Een gelovige kun je vergelijken met een vlinder. Hoe wonderlijk mooi is het als een ongelovige een gelovige wordt! Ken je deze geestelijke levensvernieuwing in je eigen leven?
Wetenschappers onderzoeken al jaren wat voor gebeurtenissen zich afspelen tijdens de verpopping. Het is een wonderlijk proces. Ik las eens dat iemand een poging deed om vlinders uit de cocon te helpen. Hij zag hoeveel moeite ze er voor moesten doen. Daarna bleek dat ze met moeite, of helemaal niet, konden vliegen. De dieren hadden de geboortestrijd nodig om krachtig te worden… en zodoende te kunnen vliegen. De moeizame strijd was juist nodig om hun vleugels sterk te maken.
De volwassen vlinder, die uit de pop komt, wordt ook wel ‘imago’ genoemd. Een imago of image is een volkomen ontwikkeld insect. Ik lees in mijn Engelse Bijbel in Rom.8:29 dat de gelovige voorbestemd is ‘to be conformed to the image of His Son, that He might be the firstborn among many brethren’.
In de Studiebijbel wordt verklaard bij deze tekst: ‘De gelovigen die aan het ‘beeld’ van Christus gelijkvormig zullen worden, zullen dan ook beelddragers van God zijn (Kol.3:10). Daarmee is de mens eindelijk aan zijn bestemming gekomen.’ In het stadium vlinder komt het dier tot zijn doel en bestemming.
Zolang wij nog in de fase van rups (of zondaar) verkeren, komt ons leven niet tot het doel om (weer) beelddrager van God te zijn. Een rups leeft voor zichzelf en voor het aards genot. Zondaar (of doelmisser) Rups kan zich zelfs tegoed doen aan giftige planten, smerigheid en dood materiaal. Sommige rupsen zien er prachtig uit. Om zich te beschermen imiteren bepaalde niet-giftige rupsen zelfs felgekleurde giftige rupsen. Andere kunnen stinken en zelfs schadelijk en gevaarlijk zijn voor anderen.
Zondaren zijn dus in bepaalde opzichten als rupsen. Ze imiteren en doen zich soms anders voor dan dat ze werkelijk zijn. Er zijn rupsen die zich aan hun omgeving aanpassen. Sommigen lijken daarbij op boomschors, takjes of zelfs op vogelpoep. Sommige opvallende zondaren halen smerigheid uit om maar bij de peergroep te horen.
Rupsen kunnen veel last veroorzaken in de groentetuin of boomgaard. Aan de andere kant moeten we rupsen ook zien als potentiële vlinders.
Zie de rups in de eerste plaats als een dier dat zich kan ontpoppen als een vlinder!
Zie zo ook een zondaar als een persoon die een gelovige kan worden
Het mooie van de tollenaren en zondaren in de Bijbel was, dat ze tot Jezus kwamen, om Hem te horen (Luk. 15:1).
We kunnen ons afvragen hoe het mogelijk is dat zo’n grote veelvraat van een rups kan veranderen in een tere en mooie vlinder. Een vlinder lijkt niet meer op de rups die deze vroeger was. De ogen van de vlinder zijn groter en ingewikkelder dan de kleine ogen van de rups. Deze worden bij de vlinder ‘facetogen’ genoemd. Bovendien heeft de vlinder lange antennes en tussen de twee kaken een soort opgerold rietje, waarmee de nectar uit de bloemen kan worden gezogen. Dit zijn prachtige voorbeelden van eigenschappen die gelovigen hebben boven zondaren.
Gelovigen zijn ‘ziende’ gemaakt, om heerlijkheid in de Zon der gerechtigheid te kunnen zien. Gods liefde is als het zonlicht. De vleugels zijn de radiators van de vlinders. Hierdoor nemen ze de energie van de zon op, waardoor ze actief kunnen zijn. Vlinders kunnen hun lichaamstemperatuur zelf niet op peil houden. Ze zijn, net als alle insecten, van zichzelf koudbloedig. Hun vleugels werken als een soort zonnepanelen, waardoor ze de warmte van de zon in zich opnemen, zodat ze genoeg energie krijgen om te kunnen vliegen.
We weten vanuit Openb.12:14 dat de gelovigen twee vleugels hebben gekregen, om buiten het gezicht van de slang te kunnen komen, om gevoed te worden. Gelovigen worden gevoed door de liefde en de onderhoudende genade van God in Jezus Christus.
Vlinders hebben in hun lange tong (het rietje) een vermogen ontvangen om zelfs bij moeilijke bloemen goed te kunnen zuigen. De nectar geeft hun de nodige energie om te kunnen vliegen.
In Gods Woord zijn veel voedzame bloemen te vinden in de woorden en beloften van God. Gods Woord is als honing voor de gelovige ziel.
We hebben de nectar van Gods Woord nodig om goed te kunnen vliegen voor het aangezicht van God. Ons geloofsleven zal groeien en bloeien als we ons veelvuldig voeden door de krachtige woorden van God. Het is de moeite van de heerlijke inspanningen waard! De vlinder mag genieten van het zoete voedsel van de bloem en van de heerlijke warmte van de zon. Zo is het geestelijk gezien ook bij de gelovige. Daarbij is het heerlijk voldoende kracht te ontvangen om ontspannen te vliegen boven al de mooie bloemen van God.
Ons geloof mag een hoge vlucht maken als we verlangend gebruikmaken van Gods heerlijke voorzieningen voor Zijn kinderen.
Er zijn ook nachtvlinders die het niet lang volhouden; zij leven slechts een paar dagen. Enkele nachtvlinderfamilies, zoals de nachtpauwogigen hebben helemaal geen tong en nemen als vlinder geen voedsel meer op. Ze leven eigenlijk alleen maar uit de als rups opgebouwde reserves – daar halen ze hun energie uit. Dat is eigenlijk een trieste zaak.
Je zou het kunnen vergelijken met zondaren die slechts vanuit hun oude leven zich voor een tijd als vlinder voordoen. Deze vergelijking gaat op andere facetten niet op. Het is triest dat zo’n persoon, die maar een tijdje als gelovige leeft, geen mogelijkheden heeft om ‘de nectar’ uit het Woord van God voor zichzelf te halen. Hij kan er zodoende geen kracht uit putten. Het betreft een nachtvlinder.
De vergelijking gaat het beste op met dagvlinders, die hun energie ook uit het zonlicht halen. Zo’n dagvlinder wil ik nu aan het woord laten:
Vlinder:
‘Hallo, ik ben een vlinder. Ik weet nog goed met hoeveel moeite ik uit de pop kwam. Het was een wonderlijk gebeuren. In dit proces was er geen weg terug. Ik moest alles op alles zetten. Mijn vleugels zagen er aanvankelijk verfrommeld en gekreukt uit. Ik kon er niet mee uit de voeten. Het enige wat ik noodgedwongen kon doen, was kruipen naar een hoger deel van de plant waar ik was ‘geboren’. Toen kwam ik onder de invloed van de warme zonnestralen. Ik werd hierdoor in staat gesteld om bloed in de aderen van mijn vleugels te pompen. Mijn vleugels konden zich oppompen en ontvingen het warme zonlicht. Wat een heerlijke energie kwam er toen in mijn leven!
Ik voel me afhankelijk van de warmte en het licht van de zon. Als het wat warmer is, zo rond de 25 graden, heb ik meer energie. Ik wil ontspannen vliegen in het zonlicht en bloemen opzoeken waarin de heerlijke energiedrank nectar zit. In mijn twee antennes heb ik een goed ontwikkeld reukorgaan, waardoor ik de geurige bloemen goed weet te vinden. Voor voedingrijke bloemen moet je een goede reuk hebben. Ik heb oog voor het schone dat de wereldtuin mij als vlinder heeft te bieden.
Wat een verschil met mijn oude leven als rups! Nu zie ik pas goed wat ik heb gemist in mijn voortijds. Eigenlijk vind ik het ook wel een droevige zaak dat ik als rups nogal wat heb uitgevreten. Ik heb verschillende jonge groenteplanten verwoest. We waren met heel wat rupsen verkeerd bezig… maar je wist toen niet beter. Ik moest in mijn levensonderhoud voorzien door planten kapot te maken. Gelukkig had de eigenaar geduld met ons en liet hij ons onze gang gaan. Ik denk dat hij ons toen al zag als de vlinders van vandaag. Hij is heel aardig voor ons. Je kunt zien dat hij zichtbaar van ons geniet. Je kunt zomaar op zijn hand gaan zitten. Hij bestudeert me dan goed. Ik denk dat hij tevreden met me is.
Daarna zoek ik weer een bloem op, om weer wat energie op te doen. Het is een heerlijk iets om te weten dat ik geliefd ben en gewaardeerd wordt.
Ik heb begrepen dat ik als vlinder tot nut ben door stuifmeel van de ene naar de andere bloem te brengen. Door deze bestuiving kunnen er nog meer bloemen komen, wat de eigenaar natuurlijk ook wil. Al met al is het een goede zaak geweest om van een onnuttige rups een nuttige vlinder te worden.
Ik ben eigenlijk ook wel kwetsbaar. Ik kan spoedig worden gepakt door een vogel, een spin of een ander dier. Door slechte weersomstandigheden kunnen mijn vleugels beschadigen of kan ik te weinig energie opdoen.
De laatste tijd zijn de spinnen bijzonder actief in de tuin. Ze plaatsen overal webben, vooral op voor mij aantrekkelijke plaatsen. Ze houden goed in de gaten waar wij als vlinders graag komen. Ze zijn lichtvoetig en snel om je te verstrikken in hun web.
Het lijkt wel alsof ze onze gangen nagaan, terwijl ze ons op de meest listige en gemene wijze willen vangen. Als je eenmaal in een web vastzit, kun je er zelfstandig niet meer uit. De eigenaar heeft me gelukkig al een keer uit een web bevrijd. Mijn sterkste wapens zijn mijn beide vleugels. Voor de rest moet ik goed uitkijken waar ik vlieg. Je moet als vlinder weten waar de spinnen zitten en hoe ze je te pakken kunnen nemen. Het is belangrijk dat ik zoveel mogelijk in het licht blijf vliegen. Er moet genoeg licht op mijn pad zijn, zodat ik kan zien waar het gevaar op mij loert. Door licht en ervaring heb ik een scherp onderscheidingsvermogen gekregen.
Als ze een vlinder echt te pakken krijgen, wordt deze volledig ingepakt en leeggezogen. Je kunt het bijna niet aanzien… ik word er spinnijdig van.
Ik weet nu wat mij te doen staat: ik moet uit de buurt van de spinnen blijven en wegvluchten als ze eraan komen. Dus: opletten geblazen… en wegwezen!
En als ik bang word, vlieg ik maar weer omhoog naar het zonlicht…. Dan voel ik me weer vrij en blij; dan zet ik ongestoord mijn weg voort… naar een bloem, die me met een wijd geopend hart staat op te wachten!’
Wees als een vlinder van God!
Als een vlinder van God
– ben je bevoorrecht met een hoge positie
– moet je standhouden in de vrijheid
– mag je kracht ontvangen vanuit Gods Woord
– mag je licht en liefde ontvangen
– mag je dankbaar leven tot eer van God
We moeten ervan uitgaan dat spinnen zijn waar vlinders zijn. De meest veilige plaats voor vlinders is het heldere zonlicht. Ze zijn bevoorrecht boven de rups om te kunnen vliegen in het zonlicht. Zij moeten van dit vermogen gebruikmaken! Ga daarom ook niet als een angstig opgerolde rups in een hoekje zitten. In een bekrompen isolement kunnen juist veel demonen zijn, die je het leven zuur maken. De demonen van twijfel, geestelijke duisternis en geloofsangst tieren welig in bekrompen ruimtes. In het juk van de dienstbaarheid krioelt het van boze invloeden – dit stoffige juk is een broeinest van ellendige geesten.
We lezen niet voor niets in Gal.5:1: ‘Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met het juk van slavernij belasten.’ Het is het slavenjuk van satan. Letterlijk staat er, dat Christus ons ‘tot vrijheid heeft bevrijd’. Een vlinder is tot vrijheid bevrijd uit de cocon… en zo is het ook met een gelovige gesteld. De nieuwe taak en positie van de gelovige is ‘standhouden in de vrijheid’.
Een vlinder moet standhouden in de positie van vlinder
Een angstige onderkruiper zal nooit een hoogvlieger worden. Een onderkruiper is volgens het woordenboek ‘een wezen dat niet groeit, dat klein en achterlijk blijft’. Een onderkruiper is ook iemand die een ander in zaken afbreuk doet. Dat ziet op rupsachtige praktijken.
Blijf geen geestelijk onderkruipsel, maar wordt een volwassen geestelijke vlinder. Dat is een imago, een vernieuwde beelddrager, die een nieuwe identiteit in Jezus uitstraalt. Als het licht van Jezus ons bestraalt (2 Kor. 4:4), kunnen we ook het licht van de wereld zijn. Dan lijken we hierin op Jezus, en willen we Zijn liefde doorgeven.
Je bent tot een hoger doel wedergeboren dan om verstrikt te raken in het web van satan. Je hebt leren leven en bewegen door het heldere licht van God en in de liefde van Jezus Christus – waarom zou je dan jezelf in de duisternis terugtrekken?
Je bent ontpopt als een geestelijke vlinder uit het vleselijke leven als rups. Leef dan ook als geestelijke vlinder van God… en niet als een vleselijke rups van satan. Haal geen voedsel meer uit je oude rups. Er is genoeg geestelijke energie te vinden in de nectar van het Woord van God en in het liefelijk licht van de Zon der gerechtigheid.
Wees dankbaar, kleine vlinder van God,
en leef tot eer van je Maker!
We lezen van de kracht die God uitdeelt in Jes.40:29-31: ‘Hij geeft de vermoeide kracht en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft. Jongeren zullen moe en afgemat worden, jonge mannen zullen zeker struikelen; maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen, zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden, zij zullen snel lopen en niet afgemat worden, zij zullen lopen en niet moe worden.’
Wandel in het licht met Jezus!
Laat er altijd hemels licht op je pad zijn.
Ken je verheven positie als vlinder van God.
Jezus leert ons in Joh.8:12: ‘Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’
Ben je geestelijk opnieuw geboren?
Lezen Johannes 3:1-21
Jezus leert ons in Joh. 3:5: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan.’ We hebben een geestelijke vernieuwing nodig vanuit de Geest van God. Vanuit het Grieks kun je ‘opnieuw geboren worden’ ook vertalen als ‘van boven geboren worden’. In Joh. 1:13 zie je dat een gelovige uit God geboren is. Een belangrijke belofte van God hierover vinden we in Ezechiël 36:25-27. God geeft een nieuw hart en een nieuwe geest in het binnenste van ons als we opnieuw geboren worden.
Je kunt het dus vergelijken met de metamorfose van rups naar vlinder. Het is moeilijk of niet te ontdekken hoe het wonderlijke proces verloopt. Er komt een vlinder uit de cocon tevoorschijn, en er komt een gelovige uit een ongelovige tevoorschijn. Het is een geestelijke verandering, die je kunt zien aan de verandering van denken en leven. Een uit de Geest geboren mens gaat de vrucht van de Geest voortbrengen.
Leef je als opnieuw geboren?
Zie in Galaten 5:19-22 het verschil tussen mensen die uit het vlees leven en uit de Geest. Dat is een levensgroot verschil! Het is als het verschil tussen nacht en dag, en tussen duisternis en licht. De gelovigen worden daarom ook opgeroepen in Gal. 5:25: ‘Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen.’ Net als een vlinder in vrijheid vliegt, moeten wij onze bestemming volgen. Gelovigen zijn tot vrijheid geroepen en bevrijd. Zij moeten in het licht wandelen en elkaar door de liefde te dienen. Zie Gal. 5:1 en 13.
We kunnen als gelovigen in zonden vallen, zoals David. Een vlinder kan ook in vuil water vallen, en een tijdje niet meer vliegen. Dan kan ze het beste zich laten opdragen en verwarmen door het zonlicht, en opnieuw naar nectar gaan zoeken. Daardoor zal ze weer in staat zijn om te vliegen en te genieten.
We moeten bij misstappen ook niet moedwillig of moedeloos in de zonde blijven liggen. David bleef wel een poos in zonde en ellende leven, maar kwam tot berouw en herstel, zoals we lezen in de Psalmen 51 en 32. We dienen ons als een gevallen vlinder weer op te richten uit de modder van zonde, en ons berouwvol te richten tot onze God. Omdat het oog van God in liefde rust op Zijn kinderen, zal Hij Zich ook ontfermen over zijn gevallen kinderen, die tot Hem terugkeren. Je kunt het lezen en horen in Psalm 32, dat prachtig wordt vertolkt door The Psalm Project:
Psalm 32 – The Psalm Project
Als nieuw geboren
Zo liefdevol, Heer, rust op mij Uw oog.
U leidt mij uit de diepte weer omhoog.
Mijn schuld en ontrouw hebt U weggedaan.
Als nieuwgeboren ziet U mij nu aan.
U zult mij voortaan door Uw trouw bewaken.
U zult mijn leven vol van vreugde maken.
Zo zal Uw weg mij wijzen waar te gaan.
U gaat mij voor, U maakt voor mij ruim baan.
Zolang ik zweeg verdorde mijn bestaan.
Ik was bezwaard zo greep de schuld mij aan.
Zwaar woog Uw hand op mij, Heer, dag en nacht.
In zelfbeklag verdween mijn levenskracht.
Mijn ontrouw, Heer, heb ik aan U beleden;
U die vergeeft, tot U heb ik gebeden.
Ben ik om omringd door storm en watervloed,
op U vertrouw ik, Heer, U die mij hoedt.
U zult mij voortaan door Uw trouw bewaken,
U zult mijn leven vol van vreugde maken.
Zo zal Uw weg mij wijzen waar te gaan.
U gaat mij voor, U maakt voor mij ruim baan.
Bemoedigende woorden
In de tekst van het lied zie je de geestelijke vlinder voor je. Je ziet wat er gebeurt als deze vlinder door eigen schuld verkeerd terecht komt. Je ziet ook het herstel van de ‘verdorde vlinder’.
Weet je dat het oog van God liefdevol op je rust? Weet je ook dat Hij je uit de diepte weer omhoog heeft geleid? Heeft Hij je uit de storm gered?
Wat een mooie bemoedigende woorden lezen we in het laatste couplet: over trouw, vreugde en een ruime baan om over te gaan. We lezen in Psalm 32:8 het geïnspireerde Woord van de HEERE: ‘Ik onderwijs en leer u de weg die u moet gaan; Ik geef raad, Mijn oog is op u.’
Opdrachten voor in de discussiegroepjes
Over geestelijke vernieuwing en leven in het licht
Lezen Johannes 3:1-21
1. Waarom is het nodig om geestelijk opnieuw geboren te worden? (Zie Joh. 3:3 en 5.)
2. Wat is de geestelijke toestand van een mens die geestelijk nog niet is vernieuwd? (Je kunt erbij betrekken: Joh. 3:17-21, Efeze 4:17-19 en 5:1.)
3. Hoe kun je dat leven ‘in duisternis en kwade praktijken’ vergelijken met het leven van een rups? (Zie hierbij wat de rups over zichzelf vertelt.)
4. Gelovigen wandelen als kinderen van het licht in de liefde. Lees hierbij Efeze 5:1-2 en 8. Hoe kun je hun geestelijk leven vergelijken met het leven en de activiteiten van een vlinder? (Betrek bij de discussie wat de vlinder over zichzelf vertelt.)
5. Wat vind je van de volgende stellingen:
– Een negatief duister leven kenmerkt zich door egoïsme, bedrog, onreinheid en zinloosheid, onrecht en leugens. Het is een leven laag aan de grond, zoals de rups, die nog een betrekkelijk onnuttig leven leidt.
– Een positief verlicht leven kenmerkt zich door liefde, oprechtheid, goedheid, rechtvaardigheid en waarheid. Het is een nuttig leven in het licht, zoals een vlinder. Er is nog meer over te zeggen.
6. Bij geestelijke vernieuwing hoort een leven in het licht. Hoe komt dit naar voren in Efeze 5:8-21 en Galaten 5:22? Wat kun je daarvan leren?
7. Het lijkt wel dat een slapende vlinder in de cocon ontwaakt, terwijl ze zich vervolgens uit deze kleine, duistere slaapkamer worstelt. Dat is voor de vlinder een beslissend tijdstip om tevoorschijn te komen in het licht. Verder laat ‘het opnieuw geboren diertje’ zich zien in een prachtig ‘kleed’, met nieuwe vleugels, waardoor ze in het licht kan gaan vliegen.
Vergelijk deze tekst over de vlinder eens met Romeinen 13:11-14. Praat er eens over door met betrekking tot je eigen geestelijk leven. Hoe kun je ook in het licht (gaan) leven en wandelen?
8. Leef je nog in de duisternis of in het licht? Hoe weet je dat? Wat wil je graag?
9a. Wat herken je bij jezelf in de volgende twee coupletten uit Psalm 32 door The Psalmproject:
Zolang ik zweeg verdorde mijn bestaan.
Ik was bezwaard zo greep de schuld mij aan.
Zwaar woog Uw hand op mij, Heer, dag en nacht.
In zelfbeklag verdween mijn levenskracht.
Mijn ontrouw, Heer, heb ik aan U beleden;
U die vergeeft, tot U heb ik gebeden.
Ben ik om omringd door storm en watervloed,
op U vertrouw ik, Heer, U die mij hoedt.
9b. Wil je een verkeerde manier van denken en leven in je leven voor God belijden (dat is: aan het licht brengen) en ook loslaten? Je kunt een gebedsronde houden. Wie dit wil, mag dit hardop belijden. Je kunt ook in stilte bidden.
10. Kun je geloven wat ze zingen in de volgende zinnen vanuit deze psalm? Wil je dat graag voor jezelf geloven? Kom maar tot het Licht van de wereld, Jezus Christus! Hij leidt ons uit de diepte weer omhoog.
Zo liefdevol, Heer, rust op mij Uw oog.
U leidt mij uit de diepte weer omhoog.
Mijn schuld en ontrouw hebt U weggedaan.
Als nieuwgeboren ziet U mij nu aan.
U zult mij voortaan door Uw trouw bewaken.
U zult mijn leven vol van vreugde maken.
Zo zal Uw weg mij wijzen waar te gaan.
U gaat mij voor, U maakt voor mij ruim baan.
Laten we samen bidden, voor onszelf en voor elkaar.
Afsluiten in de hele groep met een lied, gezamenlijk gebed en proclamatie
Dat kunnen we doen met Psalm 32, dat prachtig wordt vertolkt door The Psalm Project. Ze hebben het lied genoemd: Als nieuw geboren. De tekst vind je boven de opdrachten:
The Psalm Project – Psalm 32: Als nieuw geboren