Handboek Overwinning in de geestelijke strijd IV.8

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat

8. Houd stand in de wapenrusting!

 Lezen: Efeze 6:10-20 

Waarom moeten wij, volgens Efeze 6:10, de gehele wapenrusting van God aan doen? We worden door Paulus dringend vermaand en gewaarschuwd in Ef.6:10-13: ‘Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in de Heere, en in de sterkte van Zijn macht. Doet aan de gehele wapenrusting van God, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen van de duivel. Want wij hebbende strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers van deze eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Daarom neemt aan de gehele wapenrusting van God, opdat gij kunt weerstaan in de boze dag, en alles verricht hebbende, staande blijven.’ Je moet in de verdediging blijven staan in de positie die je als gelovige in Christus hebt ontvangen. Zorg er dan ook voor dat alle onderdelen in orde zijn gebracht. 

Wanneer is dat: ‘in de boze dag’? Volgens de Studiebijbel is dat in de tijd waarin de gelovigen nu leven, maar ook in de periode kort voor de komst van de Jezus Christus, waarin de gelovigen bijzonder zullen worden vervolgd. 

Als een gelovige in een goede geestelijke conditie is, kunnen vleselijkheid en demonische invloeden worden geweerd. We lezen hierover in 2 Kor.10:4-5: ‘Want de wapenen van onze krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping van de sterkten; dewijl wij de overleggingen ter neerwerpen, en alle hoogte, die zich verheft tegen de kennis van God, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus.’ 

In Rom.8:13-14 wordt ons geleerd: ‘Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen van het lichaam doodt, zo zult gij leven. Want zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God.’ In Rom.8 zie je dat de Heilige Geest de gelovigen bestuurt en in geestelijke vrijheid doet leven. 

De gelovigen worden opgeroepen (in vers 10) ‘om krachtig in de Heere te worden, en in de sterkte van Zijn macht’. Vanuit de grondtekst kunnen we lezen ‘sterkt uzelf, weest sterk of laat u versterken’. Het gaat hier om een blijvende opdracht (omdat het in het Grieks in de gebiedende wijs van het praesens staat). Gelovige, blijf daarom je kracht zoeken in de gemeenschap met de Heere Jezus! Aandoen en opnemen van de wapenrusting moet volgens de Griekse grondteksten (in de aoristusvorm) direct worden opgevolgd. Het is een bevel!

Het doel van de toerusting is ‘om te kunnen standhouden’ tegen de sluwe verleidingen van satan, de grote tegenstander, beschuldiger en lasteraar. De gelovigen moeten standhouden in de positie die ze in Christus hebben ontvangen.

In vers 12 lezen we: ‘Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers van deze wereld, van de duisternis van deze eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.’

Paulus noemt hier vier categorieën van geestelijke machten, die onder de leiding van satan staan. ‘De overheden en machten’ zijn gezagsdragers onder de boze geesten. ‘De wereldbeheersers’ (‘kosmokratoras’) zijn geestelijke machthebbers die in relatie staan met de overste van de wereld, de elementen van de wereld of de wereldgeesten. Verder zijn er nog ‘geestelijkheden’ of ‘geesten’, die door de boze worden bestuurd. Al deze boze machten zijn constant actief in en vanuit de ‘hemelse gewesten’. 

In Jak. 4:7 lezen we: ‘Zo onderwerpt u dan aan God, weerstaat de duivel, en hij zal van u vlieden.’ 1 Petr.5:8-9 vermaant ons: ‘Zijt nuchter, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wie hij zou kunnen verslinden; en weerstaat hem, vast zijnde in het geloof, wetende, dat hetzelfde lijden aan uw broederschap, die in de wereld is, volbracht wordt.’ 

We worden vermaand en aangespoord in Efeze 6:10-13: ‘Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in de Heere, en in de sterkte  van Zijn macht. Doet aan de gehele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. Want wij hebben de strijd niet tegen de machten, tegen de machthebbers van de wereld, van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Neemt daarom de gehele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden in de boze dag en na alle verricht te hebben, stand kunt houden.’ 

In de eindtijd blijft ‘de boze dag’ iedere eeuw uiterst actueel. Heel wat profetieën moet je vanuit een historisch perspectief beschouwen: steeds weer wordt het vervuld. Toch is op te merken dat de zaken zich concentreren en intensiveren naar de beslissende eindstrijd toe. Je kunt dit zien in Openb.12:12, waarin we lezen dat de duivel is afgekomen op aarde en grote toorn heeft, omdat hij weet dat hij (nog) een kleine tijd heeft .

In vers 17 lees je dat de draak zich vergrimde op de vrouw (op de gelovigen). In Openb.13 en 17 zien we een wereldomvattende eindtijdcrisis en eindstrijd.

Dit zijn zaken waar ook wij mee te maken hebben!

 

We moeten ons tijdig wapenen  tegen ‘de boze dag’

 

We kunnen ons geriefelijke leventje blijven leven binnen onze beschermde (reformatorische en Bijbelgetrouwe) bolwerken, zonder dat we ons tijdig wapenen tegen ‘de boze dag’ (Ef.6:13).

Let op de positie waarin een gelovige verkeert en welke opdracht hij in deze boze wereld heeft. Geef gehoor aan de opdracht van Jezus aan zijn ware discipelen en volgelingen in Matth. 10:16: ‘Ziet, Ik zend u als schapen in het midden van de wolven; wees dan voorzichtig als de slangen, en oprecht als de duiven.’ Je moet dus zo listig als een slang met het Evangelie opereren in het domein van de slang.

 

 

8.1 Verleidende machten

Anno 1667 werd het boek van John Milton, ‘Lost Paradise’ gepubliceerd. Hij schrijft daarin: ‘Terwijl wij slapen, maar ook wanneer we wakker zijn, trekken er miljoenen wezens uit het rijk der geesten over de aarde, zonder dat wij hen zien.’

De duivel is niet overal tegenwoordig en moet daarom ook een netwerk van miljoenen en miljoenen demonen hebben om het verleidend en verwoestend werk te kunnen doen bij zoveel mensen tegelijk. De duivelse invloeden strekken zich ook uit tot in de christelijke gemeenten (en wat ons betreft tot in het reformatorisch volksdeel). De demonen proberen zo snel mogelijk vat te krijgen op het maatschappelijk en kerkelijk denken, op de menselijke gevoelens en op de onderlinge verhoudingen. Wij kunnen er dus niet omheen om juist in deze tijd van hevige geestelijke beïnvloeding en strijd geestelijk gewapend te worden.

 

 ‘Verleiding’ is in het Westen een doeltreffend wapen van satan

 

Je moet weten waar de gevaren op de loer liggen. Als je niet weet wat de vijand doet en hoe hij ons aanvalt, kun je hem niet goed bestrijden. Als we daarbij opmerken dat in het Westen het belangrijkste en meest doeltreffende wapen van satan ‘verleiding’ is, moeten we beseffen dat zijn aanvallen ook op onze christelijke bolwerken volop aan de gang zijn.

 

8.2 Demonische aanvallen op stad ‘Mensenziel’

De hervormde predikant dr. W.C. van Dam is ook voor het reformatorisch deel in ons land één van de pioniers geweest op het gebied van demonie en het uitoefenen van het bevrijdingspastoraat. Hij onderscheidt in zijn boek ‘Demonen, Eruit in Jezus’ Naam!’ verschillende gradaties van demonische gebodenheid. Hij gebruikt daarbij de metafoor van een stad. (Je kunt hierbij denken aan ‘stad Mensenziel’ in de Heilige oorlog van John Bunyan.)

 

Pas op voor demonische plagerijen, gebondenheid en bezetenheid

 

Dr. Van Dam noemt drie vormen van aanvallen, beïnvloeding en gebondenheid: demonische plagerijen, demonische gebondenheid en demonische bezetenheid.

Volgens dr. Van Dam is er sprake van demonische plagerijen als de vijand de stad probeert te omsingelen en van buitenaf de stad beschiet. Hij spreekt van demonische gebondenheid, wanneer de vijand een bres in de muur geslagen heeft en een paar straten of een stadsdeel heeft bezet. Deze gebondenheid kan zwaarder worden als er een groter deel van de stad door demonen wordt veroverd.

Een ware bezetting ontstaat, als de vijand de hele stad in handen heeft en als het ware op het gemeentehuis zijn bevelen uitdeelt; dan is er dus sprake van demonische bezetenheid.

 

Een slachtoffer van demonische beïnvloeding wordt dus vergeleken bij een stad. In een stad zetelt het stadsbestuur. Wij handelen vanuit ons denken en willen. Dit kan worden beïnvloed door de toestand van onze psyche en door onze emoties. Er kan ook invloed worden uitgeoefend op het geestelijk deel van ons leven. Dit kan gebeuren door de beïnvloeding of inspiratie van de Heilige Geest, maar ook door demonische infiltratie en beïnvloeding. Naast ons lichaam hebben we ook psychisch leven (onze ziel) en ons geestelijk leven.

 

 

 

Op deze afbeelding zie je het geestelijk leven of het hart van een natuurlijk, onbekeerd mens.

Hij laat zijn gevoelens en begeerten de vrije loop. De bovennatuurlijke geestelijke invloeden kunnen binnenkomen via de gedachten en beïnvloeden ook de gevoelens. Je ziet dat op de illustratie in de poorten en ronde openingen – deze ‘luchtbellen’ kunnen gezond functioneren, maar ook worden vervuild (wat je zult zien op de volgende afbeeldingen).

De geestelijke boosheden in de lucht communiceren met de gedachten van ongelovigen en gelovigen. De Heilige Geest komt ook binnen via onze gedachten, maar kan ook ons denken vernieuwen.

Het denken kan boze gedachten weigeren en verwijderen, maar ook accepteren. Bij acceptatie vindt het boze slangenzaad een voedingsbodem in het hart.

Zowel het denken als het gevoel kunnen de wil beïnvloeden. Voordat je een besluit neemt, is het goed om je eerst te bezinnen. Het is niet verstandig om op je gevoel te drijven.

 

 

Zolang iemand de vijand nog buiten de muur weet te houden, is er geen sprake van demonische belasting, gebondenheid of bezetenheid. Er kunnen wel demonische plagerijen zijn. We worden dan bestormd door vervelende, slechte gedachten. Zolang onze wil niet overeenstemt met deze influisteringen van satan, maar zijn plagerijen proberen af te weren, zondigen wij niet. Deze plagerijen kunnen soms juist tijdens onze meest heilige verrichten ons belagen. Welke geestelijke aanvallen van de vorst der duisternis kunnen wij al niet ondervinden tijdens onze eenzame gebeden, tijdens kerkdiensten of zelfs avondmaalsdiensten!

 

Boze geesten hebben geen rechtsgrond om gelovigen aan te vallen

 

Satan heeft echter geen rechtsgrond om de ware gelovigen aan te vallen. De stad van de gelovige wordt namelijk bestuurd door de Heilige Geest; God regeert daar en Jezus Christus is daar Koning. Wij dienen dit echter wel steeds weer kenbaar te maken en uit te spreken tegenover de duivel en God! Daarbij dienen we in het gelovig gebed de tegenwoordigheid van God in Jezus Christus te zoeken. We dienen present te zijn ‘in the presence of the Lord’.

 

Ik lees in mijn Engelse Bijbel (in Ps. 140:13): ‘Surely the righteous shall give thanks tot Your name; the upright shall dwell in Your presence.’ 

 

Zorg dat je absent bij de duivel bent en present bij Jezus Christus

 

Zorg dat je absent bij de duivel bent en present bij Jezus Christus! Je mag het dan zeggen: ‘Heere Jezus, ik hoor bij U… Lieve Heiland, ik hou van U! Voor Uw liefde, Heere Jezus, dank U wel…Blijf bij mij Heere; U weet toch dat ik ook bij U wil blijven. Ik vertrouw op U… Heere Jezus, U bent toch mijn Verlosser, Beschermer en Bevrijder!’

In de aanwezigheid van een genadig God is er een heerlijke blijdschap. We lezen ervan in Ps.16:11 (in het Engels): ‘In Your presence is fullnes of joy.’

 

Je mag en behoort in nederige afhankelijkheid van de Heere en in het geloof de satan zelfs te schelden en te weerstaan in de geestelijke wapenrusting (Zie: Jak.4:7 en 1 Petr.5:6-9).

Op het moment dat we ‘ja’ zeggen tegen de verleidingen en aanbiedingen van satan, verbindt onze wil zich met de wil van de duivel. Dan brengen wij ons in een moeilijke situatie.

 

 

8.3 Wees waakzaam en radicaal

We leven in een tijd van intensieve geestelijke oorlogsvoering, of we het willen geloven of niet. In de bovennatuurlijke wereld en in de geestelijke levenswereld van de mensen wordt er een machtsstrijd gestreden. De mensen zijn het doelwit en het mikpunt. Hoe kunnen wij dan geestelijk slapen? We worden vermaand in 1 Thes.5:6: ‘Zo laat ons dan niet slapen, zoals de anderen, maar laat ons waken, en nuchter zijn.’ Hoe gevaarlijk is het voor christenen om van twee walletjes te eten!

 

Wees waakzaam en radicaal op het geestelijk slagveld

 

Een gelovige dient radicaal te zijn voor zijn Meester Jezus Christus. Geef de duivel geen plaats aan je tafel! Jezus wil geen verslagen vijand aan de tafel van Zijn kinderen hebben. Het radicale geloof is een gave van God en een opgave voor ons, terwijl het ons brengt tot volledige overgave aan Hem.

Als we radicaal mogen zijn in de geestelijke strijd zullen wij mogen delen in de overwinning van Jezus Christus.

 

Ik lees in mijn Engelse Bijbel in 1 Kor.10:20-21: ‘Rather, that the things which the gentiles sacrifice they sacrifice to demons and not to God, and I do not want you to have fellowship with demons. You cannot drink the cup of the Lord and the cup of the demons; you cannot partake of the Lord’s table and of the table of demons.’

 

Er zijn veel zaken in een wereldse samenleving die een goede voedingsbodem kunnen zijn voor demonische belasting. Hierdoor kunnen zelfs gelovigen innerlijk problemen krijgen of veroorzaken. Demonen vestigen zich als virussen en parasieten op de zwakke en zieke plekken. Een depressieve aard en een deprimerende opvoeding kunnen een plaats bieden aan een kwellende demonische belasting. Bij de mist van twijfel en moedeloosheid komen al spoedig de dreigende donkere wolken van boze geesten.  Bij teleurstelling, (emotionele) beschadigingen, wrokgevoelens en depressiviteit voegen zich gemakkelijk de kwelgeesten van satan, die zich daarin opstellen als de klankborden van ellende en bitterheid.

We kunnen ook stellen dat alles wat dwangmatig wordt, zonder dat er psychische en lichamelijke oorzaken zijn, duidt op een demonische belasting of gebondenheid.

 

Zodra de hoogmoedige oude mens de kop opsteekt, zijn er genoeg demonen voor te porren om het zondige vlees aan te porren. Een autoritaire instelling kan een deur openen voor de demon van hoogmoed. Daarom is een gezond geestelijk leven belangrijk in het bestrijden van demonische invloeden.

 

Gelovigen, geef de duivel geen plaats, weersta hem, vast zijnde in het geloof! (zie 1 Petr.8-9).

Demonische machten stromen

 een vervuild leven binnen

 

In Gal.5 lezen we ook wat er kan gebeuren als je niet wandelt door de Geest en de begeerlijkheden van het vlees volbrengt (zie Gal.5:16-26).

Door te wandelen naar het vlees en ‘vleselijk’ te zijn, lopen zelfs gelovigen het risico om occulte te worden beïnvloed. Er kan dan zelfs demonische gebondenheid plaatsvinden. Demonen zijn immers als parasieten en virussen, die zich zeker zullen vestigen op onze zondige, zwakke en zieke plekken. Zoals het vuile water de lage plekken vervult, stromen demonische machten een vervuild geestelijke leven binnen.

Als een gelovige geen gezond geestelijk leven leidt, kunnen demonische invloeden

vat op hem krijgen. Door (voortdurend) toe te geven aan bepaalde zonden in zijn leven geeft hij openingen voor occulte machten, die op dit gebied op de loer liggen. Dan worden zaken in ons leven verslavend en dwangmatig. Geestelijke depressiviteit is meestal het gevolg. Wij hebben dan gebed en hulp nodig. De zonden moeten aan het licht worden gebracht. Na belijdenis, berouw en (bevrijdend) gebed kunnen we dan door Gods genade worden ontlast.

 

 

 

 

 

Door wie worden wij geïnspireerd en bestuurd? Door wie laten we ons beïnvloeden? Hebben we ons overgegeven aan de leiding van Gods Geest, zodat we mogen leven in de vrijheid, waarmee ons Christus heeft vrijgemaakt (Gal.5:1)? Of worden wij gebonden en gevangengenomen door de werkingen van het vlees? Paulus wilde zich zelfs niet onder de macht van geoorloofde dingen laten brengen (1 Kor.6:12).

Laat je jezelf (wel eens) brengen onder de macht van een zonde of verslaving? Weet dan wel dat je jezelf dan brengt in de gevarenzone… op het terrein van demonische beïnvloeding.

 

 

 

8.4 Boosaardige aanvallen op christenen

De demonen van satan zijn uitgegaan tot in de strengste christelijke bolwerken, om de jongeren en zelfs de gelovigen te beïnvloeden.

Tijdens het onderzoek van de schrijver is gebleken dat de toestand waarin de reformatorische en Bijbelgetrouwe christenen verkeren schrikbarend gevaarlijk is!

 

De reformator Luther is voor onze kringen weer actueel geworden, wanneer hij ons leert: ‘Vandaag bedreigt de duivel de kerk met de ergste van alle denkbare vervolgingen: hij opereert namelijk zonder vervolging en biedt ontspanning en zekerheid. Wee ons, die zo door overvloed en welvaart verblind worden,

dat we bij de duivel in de val lopen.’

 

Een groot percentage van de jeugd wordt momenteel meegesleurd in de verleidende rivier van satan. De strijd om de jeugd speelt zich ook af binnen de muren van ‘Refostad’. De vijand is via internetaansluitingen en media volop actief binnen de poorten. Occulte invloeden bedreigen ook de reformatorische gezindte!

Het wordt nu hoog tijd om binnen de christelijke afbrokkelende bolwerken de strijd aan te binden tegen de occulte machten!

 

Een gelovige hoeft geen willoos slachtoffer

 te zijn van de boze machten

 

Een gelovige hoeft niet een willoos slachtoffer te zijn van de boze machten en het kwaad dat hem worden opgedrongen. Er is een geestelijke wapenrusting, die moeten aangedaan, om krachtig te kunnen zijn in de Heere en in de sterkte van Zijn macht  (Efeze 6:10-11).    

Het is duidelijk dat het in onze misleidende samenleving zeker nodig is om de identiteit en de activiteiten van satan en zijn demonen te herkennen. Zodoende kunnen we ons tijdig wapenen en goed voorbereiden in de geestelijke strijd. Satan wil verdelen en heersen… laat je niet door hem inspireren. Jezus Christus leert ons nederigheid en zachtmoedigheid. Zie op Hem! Laat je inspireren door de Heilige Geest!

 

Bij het lezen van dit boek kun je jezelf afvragen of er niet te gauw een demonologische duiding wordt gegeven aan de verschijnselen. Zouden er echt al zoveel christelijke jongeren en zelfs oudere kerkmensen occult of demonisch zijn belast? Heeft het niet veel meer te maken met karakter, eenzijdige en verkeerde geestelijke opvoeding of (boezem)zonden die aan de hand worden gehouden?

Over het algemeen kan worden gezegd dat deze zaken een goede voedingsbodem kunnen zijn voor demonische belasting. Hierdoor kunnen zelfs gelovigen innerlijk problemen krijgen of veroorzaken. Demonen vestigen zich als virussen en parasieten op de zwakke en zieke plekken. Een depressieve aard en een deprimerende opvoeding kunnen een plaats bieden aan een kwellende demonische belasting. Een autoritaire instelling kan een deur openen voor de demon van hoogmoed. Daarom is een gezond geestelijk leven belangrijk in het bestrijden van demonische invloeden.

We kunnen ook stellen dat alles wat dwangmatig wordt, zonder dat er psychische en lichamelijke oorzaken zijn, duidt op een demonische belasting of gebondenheid.

 

Een gezond geestelijk leven is belangrijk

 om de demonische invloeden te kunnen bestrijden

 

Als je de tekst van dit boek bestudeert, kan er onduidelijkheid ontstaan over het verschil tussen de invloed van ‘het vlees’ en een occulte belasting. Wanneer betreft het een zonde van ‘de oude mens’ en wanneer is het een demonische belasting?

 

8.5 Laat je inspireren door de Heilige Geest!

Bij een gelovige is Jezus Christus Koning in het hart en de Heilige Geest inspireert hem, zodat de wil, het verstand en de gevoelens worden gereguleerd naar de zin en mening van de Geest van God. Alles is dan onderworpen aan de gehoorzaamheid van Christus. De gezonde gelovigen wandelen niet naar het vlees, maar naar Geest (Rom.8:1).

Als een gelovige in een goede geestelijke conditie is, kunnen vleselijkheid en demonische invloeden worden geweerd. We lezen hierover in 2 Kor.10:4-5: ‘Want de wapenen van onze krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping van de sterkten; dewijl wij de overleggingen ter neerwerpen, en alle hoogte, die zich verheft tegen de kennis van God, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus.’ 

In Rom.8:13-14 wordt ons geleerd: ‘Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen van het lichaam doodt, zo zult gij leven. Want zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God.’ In Rom.8 zie je dat de Heilige Geest de gelovigen bestuurt en in geestelijke vrijheid doet leven.

 

Door wie worden wij geïnspireerd en bestuurd? Door wie laten we ons beïnvloeden? Hebben we ons overgegeven aan de leiding van Gods Geest, zodat we mogen leven in de vrijheid, waarmee ons Christus heeft vrijgemaakt (Gal.5:1)? Of worden wij gebonden en gevangengenomen door de werkingen van het vlees? Paulus wilde zich zelfs niet onder de macht van geoorloofde dingen laten brengen (1 Kor.6:12).

Laat je jezelf (wel eens) brengen onder de macht van een zonde of verslaving? Weet dan wel dat je jezelf dan brengt in de gevarenzone… op het terrein van demonische beïnvloeding en belasting.

In Gal.5 lezen we ook wat er kan gebeuren als je niet wandelt door de Geest en de begeerlijkheden van het vlees volbrengt (zie Gal.5:16-26).

Door te wandelen naar het vlees en ‘vleselijk’ te zijn, lopen zelfs gelovigen het risico om occulte te worden beïnvloed en belast. Demonen zijn immers als parasieten en virussen, die zich zeker zullen vestigen op onze zondige, zwakke en zieke plekken. Zoals het vuile water de lage plekken vervult, stromen demonische invloeden binnen in een vervuild geestelijke leven.

 

Bij de mist van twijfel en moedeloosheid komen al spoedig de dreigende donkere wolken van boze geesten. Bij teleurstelling, (emotionele) beschadigingen, wrokgevoelens en depressiviteit voegen zich gemakkelijk de kwelgeesten van satan, die zich daarin opstellen als de klankborden van ellende en bitterheid. Zodra de hoogmoedige oude mens de kop opsteekt, zijn er genoeg demonen voor te porren om het zondige vlees aan te porren. Gelovigen, geef de duivel geen plaats, weersta hem, vast zijnde in het geloof! (zie 1 Petr.8-9).

 

Als een gelovige geen gezond geestelijk leven leidt, kunnen demonische invloeden vat op hem krijgen. Door (voortdurend) toe te geven aan bepaalde zonden in zijn leven geeft hij openingen voor occulte machten, die op dit gebied op de loer liggen. Dan worden zaken in ons leven verslavend en dwangmatig. Geestelijke depressiviteit is meestal het gevolg. Wij hebben dan gebed en hulp nodig. De zonden moeten aan het licht worden gebracht. Na belijdenis, berouw en (bevrijdend) gebed kunnen we dan door Gods genade worden ontlast.

Zie maar hoe dit zich heeft afgespeeld in het leven van bepaalde gelovigen uit de Bijbel. Denk hierbij aan Jakob, David en Petrus. De oude bedrieger Jakob moest steeds weer ‘Israël’ worden. De gelovige Jakob kon niet op de tweede plaats leven en heeft na zijn dubbelhartige bedoelingen en eigenzinnigheid wel zo’n 22 jaar in depressiviteit en gemis geleefd, omdat hij ‘zijn Jozef’ kwijt was. Hij zocht de eerste zegen van God niet op de juiste afhankelijke wijze. Een zware geestelijke belasting bleef jarenlang zijn deel, totdat Jozef (als een voorbeeld van Jezus) weer aan zijn leven werd toegevoegd.

Na de zonde met Bathseba wilde David zijn zonde verborgen (= occult) houden en bleef er een geestelijk depressieve David over (Ps. 32: 3-4). Bij het plan tot een zondige, hoogmoedige volkstelling staat er zelfs in 1 Kron.21:1: ‘Toen stond de satan op tegen Israël, en porde David aan, dat hij Israël telde.’

 

De satan begeerde zeer om de discipelen te ziften als de tarwe, (Luk.22:31). We lezen verder dat de Jezus sprak tot Petrus  ‘Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet zal ophouden; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders.’

Het blijkt ook uit andere voorbeelden in de Bijbel dat afwijzing, zonde, eigenzinnigheid, zelfzucht, hoogmoed, teleurstelling, pijnplekken, twijfel en  moedeloosheid zelfs gelovigen vatbaar maken voor occulte belastingen.

Er komen dan gaten in de verdedigingsmuur van de stad mensenziel, waardoor boze, kwellende machten heerschappij gaan uitoefenen.

 

8.6 Demonische infiltratie in christenen

Dr. Neil Anderson is counselor en schrijver van het boek ‘De Bevrijder’. Hij heeft veel ervaring opgedaan met evangelische christenen in de Verenigde Staten van Amerika. Hij denkt dat in zijn omgeving maar 15 procent van deze christenen innerlijk vrij zijn van demonische invloeden, omdat ze zich door de Heilige Geest laten leiden en vruchten voortbrengen. Hij heeft bemerkt dat de andere 85 procent ‘met moeite vooruitkomt, zonder vrucht voort te brengen’. Het is, denk ik, hierbij belangrijk wat Anderson onder vrucht dragen verstaat. Het is namelijk niet altijd even zichtbaar aan de buitenkant.

 

Door boze infiltratie gaat een christen met moeite door het leven

 

Bij die 85 procent onderscheidt hij nog eens drie niveaus van demonische gebondenheid: Er zijn ten eerste christenen, die aan de buitenkant een normaal leven leiden, terwijl ze innerlijk worstelen met zondige gedachten, begeerten, jaloezie, hebzucht, wrokgevoelens, haat, lusteloosheid, enzovoort. Zij ondervinden teleurstellingen in hun godsdienstige plichten.

Al gauw komt er dan twijfel om de hoek kijken in hun leven. Zij veroordelen zichzelf, vanwege de slechte gedachten en zondige gevoelens waarmee ze worden aangevallen. Anderson schat hun aantal op 65 procent. Er zijn wereldwijd veel christenen die worden belast met schuldgevoelens, teleurstellingen, twijfels en ontevredenheid over hun geestelijke toestand.

 

Daarbij doen velen van hen op een wettische wijze pogingen om een geestelijk leven weer in orde te krijgen. Zij komen daarbij onder het juk der dienstbaarheid terecht. 

De ware gelovigen onder hen wil ik Gal. 5:1 doorgeven, waar we lezen: ‘Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen.’ Paulus schrijft dit tot ‘uitzinnige Galaten’, waarvan hij zich afvraagt wie ze betoverd heeft (Gal. 3:1). Let er wel op dat bepaalde demonen bij godsdienstige mensen een wettisch leven bevorderen. Satan heeft geen hekel aan godsdienst, maar wel aan het bevrijdend geloof in Christus. De duivel wil zoveel mogelijk vleselijke christenen kweken. Paulus voegt het vleselijke, wettische christenen toe: ‘Bent u zo uitzinnig? Daar u met de Geest begonnen bent, voleindigt u nu met het vlees?’

 

Word geen slaaf van de natuurkrachten?

 

In Gal. 4:3 en 9 heeft Paulus het over de eerste (zwakke en arme) beginselen, waar de Galaten zich weer toe hadden gekeerd, om die te gaan onderhouden. De heidense en Joodse ‘beginselen’ zijn in wezen gelijk: het is een pogen om via eigen (be)vindingen of wetbetrachting tot God op te klimmen. Je komt dan onder de beheersing van wettische regels te liggen. Je staat dan in feite weer onder de macht en heerschappij van de ‘stoicheia’. In vers 3 gaat het over ‘de stoicheia van de kosmos’, waaronder de onmondige kinderen waren. De NBG vertaalt: ‘Zo waren ook wij tijdens onze minderjarigheid slaven van de natuurkrachten.’

Stoicheia betekent eigenlijk ‘rij’. Het kan daarbij het ‘abc’, het alfabet, het eerste onderricht betekenen (zoals het is vertaald in Hebr. 5:12). Door het onderhouden van wettische regels trachten velen een ‘voor God aangenaam leven’ te leven. Dit onderwerpt mensen aan hun eigen zondige zelfhandhaving, waaruit ze zichzelf niet kunnen bevrijden. Het zal nu duidelijk zijn waarom de duivel de christelijke kerkgangers graag in zo’n toestand wil krijgen en houden.

Dit boek is pastoraal bedoeld, om satans listen te ontdekken en de weg te wijzen naar de grote Bevrijder, de Heere Jezus Christus!

 

8.7 Boze infiltratie leidt tot geestelijke depressie

Dr. Anderson heeft ontdekt dat ongeveer 15 procent van alle christenen zich op een nog lager niveau bevindt. Zij kunnen nog wel onderscheid maken tussen hun eigen gedachten en vreemde, boze ‘stemmen’ of influisteringen, die hen lijken te overweldigen. Ze worden (regelmatig) teveel overstelpt door zondige ideeën, gedachten en fantasieën. Het uitzicht dat de demonische invloeden nog meer de overhand zullen krijgen, beangst hen. Ze proberen hen gedachten onder controle te houden, maar boeken echter weinig of geen voortgang om hun geestelijk leven in orde te krijgen. Soms zoeken ze pastorale hulp. In deze categorie zijn er heel wat die neerslachtig, bang, depressief paranoïde, verbitterd of boos zijn. Zelfbeklag en wrokgevoelens kunnen de overhand krijgen, zodat blijvende depressiviteit in hun leven een plaats kan krijgen. Omdat deze groep ook in onze kringen zo groot is, wil ik in dit boek extra aandacht geven aan demonische invloeden en geestelijke depressiviteit.

 

 

Dr. Martyn Lloyd Jones geeft ons hierin inzicht in zijn boek ‘Oorzaken en genezing van geestelijke depressiviteit’. Hij schrijft ons in hoofdstuk 4: ‘We hebben de strijd des geloofs te strijden, en die gericht tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. En daarom moeten wij voortdurend voorbereid zijn op aanvallen vanuit die hoek; en veel van die aanvallen zijn gericht op het tot stand brengen van geestelijke depressiviteit.’ 

Hij verklaart ons dat satan listig te werk gaan, als een engel des lichts. Hij is er op uit om het werk van God te vernietigen. Hij vervolgt: ‘Vanaf het ogenblik dat we christen worden, krijgt satan speciale belangstelling voor ons en stelt hij alles in het werk om ons er onder te krijgen, en hij weet daar vaak geen betere weg voor dan ons ongelukkig te maken.’

 

8.8 Boze en goede ingevingen

Selwyn Hughes heeft een boekje geschreven, getiteld: ‘Depressiviteit, hoe dat overwonnen kan worden’. Hij schrijft daarin, dat de duivel in een directe aanval mensen in een geestelijke depressie kan storten. Hij haalt bij een persoonlijk getuigenis 1 Petr. 5:8 aan: ‘Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.’

Selwyn verhaalt ons: Ik herinner me dat ik in de eerste jaren van mijn bediening een periode van depressie meemaakte die me zeer verontrustte. Ik onderging een grondig medisch onderzoek, maar er werd niets gevonden. Vervolgens onderzocht ik mijn gedachten en mijn innerlijke gesteldheid, om te zien of er binnen in mij iets aan de gang was dat tot het probleem kon bijdragen. Ik vond niets.

Op een dag, toen ik in gebed was, kwam de gedachte tot me, dat dit misschien wel een aanval van de duivel was. De duivel vindt niets prettiger dan het vruchteloos maken van christenen, op elke manier die hem mogelijk is; en één manier is: door depressie. Hoe meer ik erover bad, hoe meer ik ervan overtuigd raakte, dat de duivel probeerde mij en mijn bediening door dit middel moeilijk te maken. Ik ging over tot de tegenaanval en zei: ‘Satan, ik bestraf je in de naam van Jezus. Ga weg van mij. Verdwijn en kom nooit meer terug.’ Binnen een paar minuten ervoer ik de bevrijding, en prijs God, nadien ben ik nooit meer op een dergelijke manier aangevallen.’

 

De duivel wil gelovigen op geestelijk gebied vruchteloos maken

 

Het kan dus zijn dat je wordt aangevallen door een demon, met de bedoeling om je op geestelijk gebied vruchteloos te maken. Selwyn adviseert: ‘Als je, terwijl je voor Gods aangezicht wacht, zekerheid hierover ontvangt, doe dan wat de Bijbel zegt: ‘Bied weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden’(Jak. 4:7).

 

 ‘Onderwerp je aan God, weersta de duivel, en hij zal van je vlieden’

 

De duivel is de leugenaar van de beginne. Zijn boze influisteringen berusten op list en bedrog. Hij is er in gespecialiseerd om vooral de gelovigen angstig, vertwijfelt, bang en kleinmoedig te maken. Hij wil ons zo ontmoedigen, dat wij de moed zullen opgeven. Hij tracht ons diep in de put te krijgen, zodat wij weinig durven en kunnen uitrichten in de dienst van koning Jezus.

 

8.9 Laat je niet bang maken

Vooral jonge, onervaren christenen kunnen gemakkelijk prooi worden van zijn bangmakerijen. Ik herinner me nog goed dat ik niet lang na mijn eerste bekering werd overvallen door de wanhopige gedachte dat ik de zonde tegen de Heilige Geest had gedaan. Ik had nogal indringend iemand vermaand over iets, waarvan ik dacht dat hij verkeerd in was. Ik denk achteraf dat ik door mijn gebrek aan inzicht zelf daarin onjuist handelde. Ik weet nog niet wat ik daarin goed of verkeerd deed. In ieder geval bestormde mij, direct nadat ik bij hem wegging, de gedachte dat ik hem met gebruik van bijbelse woorden niet op deze manier had mogen aanspreken. Hij vroeg mij namelijk bij mijn vertrek over mijn vermanende woorden, of God dat tegen mij gezegd had. Ik antwoordde hem bevestigend, omdat ik het met zoveel geestelijke aandrang had gezegd. Daarna kwam dus die vreselijke geachte met kracht bij mij binnen.

Ik was zeer bang, dat ik door deze onvergefelijke zonde niet meer gered zou kunnen worden. Ik heb thuis nog haastig onderzocht wat het was om deze zonde te doen. Ik kwam bij Ananias en Saffira terecht. Dit maakte het nog erger voor me. De vreselijke gedachte overstelpte me. Ik smeekte om verlossing. De volgende dag ben ik toch naar mijn werk op een kantoor in Middelburg gegaan. Ik bad en hoopte dat God mij genadig zou willen zijn en deze vreselijke wanhopige gedachte van mij weg zou willen nemen.

Toen bedacht ik dat er een al wat oudere man op het kantoor werkte, waar ik goed mee kon praten over het geloof. Hij werkte alleen in een klein kamertje. Ik vroeg hem wat het was als iemand de zonde tegen de Heilige Geest heeft gedaan. Hij legde dit duidelijk voor me uit… en voegde er aan toe, dat de duivel juist pasbekeerden daarmee kan aanvallen. Door dit gesprek nam de Heere die vreselijke gedachte en de angst van me weg. Ik was ervan bevrijd en werd gelijk ook bemoedigd, omdat dit een kenmerk van genade was. Ik denk dat God mij heeft willen corrigeren en onderwijzen.

 

Wij moeten leren nederig en afhankelijk te zijn en te blijven. Wij moeten zeer voorzichtig zijn om van die grote woorden te gebruiken, al kunnen onze bedoelingen goed zijn. Ik weet nog niet waar ik goed aan heb gedaan, maar ik ben de Heere dankbaar dat Hij er voor mij uit genade iets goeds van heeft gemaakt. Hij heeft mijn gebeden willen verhoren en mij weer moed gegeven.

Laten we er van leren om ootmoedig te wandelen voor de Heere. Wij moeten steeds weer leren om Zijn stem te verstaan en te gehoorzamen.

 

Leer ootmoedig te wandelen met de God!

 

 

8.10 Ernstige onderdrukking door demonische machten

Onderzoeker en counselor Anderson komt uiteindelijk tot het derde niveau christenen, ongeveer 5 procent van hen, die werkelijk slachtoffer zijn van ernstige onderdrukking door demonische machten. Deze mensen hebben de controle over hun gedachteleven verloren. Anderson geeft ons over hen te kennen: ‘Ze horen stemmen in hun hoofd, die zeggen wat ze moeten denken, zeggen en doen. Deze mensen blijven thuis, lopen op straat te praten met denkbeeldige mensen, of worden opgenomen in tehuizen voor geestelijk gestoorden. Jammer genoeg wordt ongeveer 5 procent van de christelijke gemeenschap het slachtoffer van bedrog en overheersingen op dit niveau. Als iemand lang genoeg toegeeft aan de stemmen die hij in zijn hoofd hoort, is hij slachtoffer van ernstige onderdrukking door demonische machten.’

Ga voorzichtig om met de oorzaken van een depressie

 

We dienen voorzichtig om te gaan met conclusies op dit gebied. Er zijn fysiologische oorzaken van een depressie. Een depressie kan ‘endogeen’ van aard zijn. Endogeen betekent ‘van binnen uit ontstaan’. Dan is er op de een of andere manier een storing opgetreden in de hersenen en het zenuwstelsel, die dan niet meer zo functioneren als ze zouden moeten. Hier is dus een medische behandeling (en zijn medicijnen) voor nodig. Er kunnen ook psychische oorzaken zijn voor een depressie, door problemen die optreden in het rijk van de ziel. In de genoemde gevallen zijn dus artsen, psychologen en psychiaters nodig. Ik wil het in dit boek echter meer hebben over geestelijke depressie, die niet zozeer is ontstaan door lichamelijke en psychische oorzaken, maar de derde dimensie van het wezen van de mensen bekijken, namelijk de geest.

Samengevat kunnen we zeggen dat alle soorten depressie te maken hebben met ‘derving’. Op fysiologische gebied: derving van fysieke vermogen. Op psychisch gebied: derving van de persoonlijke identiteit. Op geestelijk gebied: derving van het contact met God. Over dit laatste gebied handelt ook het boek van dr. Martyn Lloyd-Jones, ‘Oorzaken en genezing van geestelijke depressiviteit’.

In dit boek wil ik zoeken naar bevrijding van geestelijke depressiviteit vanuit demonische beïnvloeding, om te mogen komen tot de vrijheid waarmee Christus vrijmaakt! Wij weten dat de kracht van het Evangelie veel sterker is dan de machten van de duisternis.

 

 

 

8.11 Demonische bezetting van stad Mensenziel

Een ware bezetting ontstaat, als de vijand de hele stad in handen heeft en als het ware op het gemeentehuis zijn bevelen uitdeelt; dan is er dus sprake van demonische bezetenheid.

Je ziet in de volgende afbeelding dat de regering en besturing van de stad is overgenomen.

 

 

 

 

 

Het denken wordt bepaald en omsingeld door de boze machten, die dus ook de dienst uitmaken in de stad. Het hart is bezet gebied. De vijand heeft het voor het zeggen en de stad is onderhorig geworden. Deze stad Mensenziel kan niet meer zelfstandig en objectief denken. De wil is een willoos slachtoffer geworden van de boze overheersing van de bezetter. Het gevoel is angstig, benard en bij tijden wanhopig. Er heerst alom verwarring en depressie. Deze stad is patiënt geworden. Alleen zal men het binnen de poorten niet meer redden. Er is hulp van buitenaf nodig! Het is zaak dat men in de gekwelde stad deze hulp zal accepteren.

Het bevrijdingspastoraat zal moeten worden toegepast. Door bevrijdend gebed in de Naam van Jezus Christus kunnen de boze geesten worden bestraft en verdreven.

Het is belangrijk dat hierbij ook zal worden gekeken naar het psychische en fysiologische aspect. Het kan een combinatie van factoren zijn. Er zal kennis van zaken moeten zijn. In een team hulpverleners dient men hiermee rekening te houden!

 

 

8.12 Geloofsgroei en geloofszekerheid zijn nodig

Er zijn geestelijke principes die steeds actueel blijven. In dit boek worden ze aan het licht gebracht, zodat we ons er vanuit Gods Woord tegen kunnen wapenen.

Het doel is om te komen tot de geestelijke vrijheid in Jezus Christus, Die ook ons  welmenend nodigt in Matth.11:28: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.’ Gelovigen, houdt vast aan wat er staat in Gal.5:1: ‘Staat dan in de vrijheid, waarmee ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen’.

 

Volgens Petrus is het de roeping van de gelovigen om te streven naar geloofszekerheid. We lezen in 2 Petr.1:10-11: ‘Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen. Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onze Heere en Zaligmaker, Jezus Christus.’

 

Om niet van hun vastigheid uit te vallen, dienen de gelovigen op te wassen in Zijn genade en kennis (2 Petr.3:17-18). Zie ook Judas:20-21.

 

 Principe:

Een gelovige dient te komen tot de geestelijke vrijheid

in Jezus Christus

 

Dit boek is vooral tot de gelovigen, opvoeders en christelijke jongeren gericht. Het gaat erom dat we dienen stand te houden in de positie waarin God ons als gelovigen of bevoorrechte christenen heeft geplaatst.

Vooral ook gezien de tekenen van de tijden dienen wij opmerkzaam en waakzaam te zijn. We worden hiertoe opgewekt in Luk.22:36 met de volgende indringende woorden: ‘Waakt dan te aller tijd, biddende, dat gij moogt waardig geacht worden te ontvlieden al deze dingen, die geschieden zullen, en te staan voor de Zoon des mensen.’ 

De christelijke geleerde dr. Francis Schaeffer heeft het in de jaren zeventig al gezegd: ‘Dit is geen tijdperk om een slap christen te zijn.’

 

‘Dit is geen tijdperk om een slap christen te zijn’

 

Wij hopen dat we door Gods genade een krachtig gelovige mogen zijn in de Overwinnaar Jezus Christus! Wij worden in Efeze 6:10-11 opgeroepen: ‘Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in de Heere, en in de sterkte van Zijn macht. Doet aan de gehele wapenrusting van God, opdat u kunt staan tegen de listige omleidingen van de duivel.’

Gelovigen, we staan er gelukkig niet alleen voor. We mogen door het geloof weten (wat we lezen in Rom.8:37): ‘Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars,

door Hem, Die ons liefgehad heeft.’

Laat je bemoedigen door de aansporende en bemoedigende woorden van Paulus in 1 Kor.15:58 en 57: ‘Daarom dan, mijn geliefde broeders, Wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, daar u weet, dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere. Maar dank aan God, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.’

 

 

 

 

 

Op de afbeelding zie je het geestelijk leven van een gelovige. Hij mag door genade delen in de overwinning van Jezus Christus. Zijn denken en zijn wil zijn vernieuwd (Rom.12:2, Dordtse leerregels. H.3+4, art.11-13). Hij weet en gevoelt, dat hij door Gods genade met het hart gelooft en zijn Zaligmaker liefheeft (art.13). Zijn gedachten zijn gevangen geleid door de gehoorzaamheid van Christus (2 kor.10:5). Hij is verlangend en begerig naar het geestelijk contact met zijn Heiland en Meester (Ps.119:174 en 1 Petr.2:2-3). Zijn denken is verlicht, hij wil door de werking van de Heilige Geest geloven en zijn gevoelens worden door genade en liefde gereguleerd. Hij wil en mag het ook uitstralen naar buiten toe.

Ik hoop dat je mag komen tot deze heerlijke vrijheid in de Overwinnaar Jezus Christus!

 

 

8.13 Sterker dan de demonen

 

Leerzame geschiedenis

 

Jan Pit is directeur van ‘Kruistochten’ in Afrika geweest. Hij was ook acht jaar zendeling  in Laos. In het boek ‘Nooit keer ik terug’ beschrijft hij het dramatische levensverhaal van Loen Sieng. Hij evangeliseerde met Sieng, die jarenlang medium was geweest, en veel kon vertellen over de demonenwereld. Jan Pit vertelt ons in het hoofdstuk ‘Sterker dan de demonen’ over zijn eerste confrontatie met demonen in het dorp Tjoet Song. De zendeling Pit wist toen nog weinig over demonen en zeker niet over het uitdrijven van boze geesten. Hij ging samen met zijn vrouw Lies in 1965 naar het zendingsveld in Laos. De provincie waar hij werkte bestond uit zo’n duizend dorpen, waarvan er meer dan 950 nooit met het Evangelie waren bereikt. Hij kwam wel flessen Coca-Cola en whisky tegen. De fabrikanten van deze drank hadden toen betere vertegenwoordigers dan de christenen.

 

Jan Pit voelde zich aanvankelijk machteloos toen hij met de machten van de duisternis te maken kreeg.

Toen ze het dorp Tjoet Song naderden, kwam een vrouw, een occult medium aanrennen. Jan Pit verhaalt: ‘Ze schreeuwde ons toe: ‘Ga weg, ga weg, jullie mogen hier niet blijven!’ Sieng vroeg: ‘Waarom moeten we weggaan?’ Het medium reageerde: ‘Toen jullie het dorp inkwamen, had ik contact met de geesten, maar toen vluchtten de geesten weg, terwijl ze zeiden: ‘daar komen ze aan.’ De vrouw vervolgde: ‘Ik was net bezig om een bezeten vrouw te helpen. Jullie hebben de geesten weggejaagd. Nu kan ik niet meer voor haar doen.’ Sieng begreep het. Met de zendelingen was de goede Geest meegekomen, zodat de boze geesten op de vlucht gingen. Hij liet haar weten: ‘Onze God en de goede Geest zullen haar wel helpen. Waar is ze?’

Het medium huiverde. Pit vertelt ons verder: ‘Even later kwamen we bij het huis van de bezeten vrouw. Het was vol mensen. Vier sterke mannen hielden de vrouw vast.

Ze schreeuwde en spuugde naar de mannen. Toen ze ons zag, gilde ze en viel op de grond. Ik was doodsbang. Venijnig keek zij mij aan en spuugde midden in mijn gezicht. Ik werd misselijk en kwaad tegelijk.’

Sieng zag dat de vrouw overweldigd was door boze geesten. Hij vroeg de Nederlandse zendeling haar te vertellen wie ze waren en wie Jezus is. Hij zou haar helpen. Jan gaat verder: ‘Ik keek naar de vrouw. Het schuim stond op haar mond. De vier mannen hadden de grootste moeite om haar in bedwang te houden. Hoewel ik geen idee had wat ik moest doen, besloot ik toch om naast haar te gaan zitten. Ik huiverde, bang dat zij mij weer zou spugen, wat dan ook onmiddellijk gebeurde! Ik werd kotsmisselijk en wilde naar buiten gaan om te braken.

De dorpsbewoners keken mij uitdagend aan: ‘Toe dan,’ riep het medium, ‘help haar als je kan. Anders moet je maar weggaan, dan zal ik haar wel helpen.’ Meteen besefte ik dat ik niet uitgedaagd werd, maar God Zelf.’ Na allerlei innerlijke overleggingen en pogingen vroeg de zendeling wanhopig: ‘Wat… wat moeten we nu doen Sieng?’

‘Doe wat,’schreeuwde het medium, ‘of verdwijn!’

Sieng keek Jan aan en antwoordde kalm: ‘We moeten die boze geest uitdrijven, Adjaan (zendeling), in de Naam van Jezus.’ Jan Pit dacht ineens aan Paulus te Filippi. Deze sprak tot de boze geest in de vrouw, die hem achterna liep, terwijl hij de geest beval om haar te verlaten. Jan voelde zich toen plotseling een ander mens en hoorde het zichzelf zeggen: ‘Ja, dit zullen wij doen, in de naam van Jezus.’

Pit verhaalt ons verder: ‘Sieng en ik gingen vlak voor de vrouw staan. Het leek alsof de boze geesten beseften dat dit hun einde was, want ze begonnen door de mond van de vrouw op ons te schelden: ‘Ga weg, we willen niets met jullie te maken hebben!’

Ik besefte dat het de vrouw zelf niet was, die gesproeken had. Toen was ik niet bang meer. ‘In de naam van Jezus gebieden wij jullie om die vrouw te verlaten.’

Alles ging nu bliksemsnel. De vrouw gaf een gil en zakte vlak voor mijn voeten in elkaar. ‘Laat haar maar los,’zei Sieng. ‘Ze zal geen kwaad meer doen.’ Voorzichtig lieden de mannen, die haar vasthielden, haar los. Ze bleef doodstil liggen. Sieng greep haar hand en zei: ‘In Jezus’ naam, sta op!’ De vrouw gehoorzaamde als een klein kind. Na het verkondigen van het Evangelie gaf de bevrijde vrouw te kennen: ‘Ik wil Jezus volgen. Hij heeft mij verlost.’

Ze lieten een groepje christenen achter in die plaats. Voor het eerst hadden ze niet alleen het Evangelie gehoord, maar ook de kracht ervan gezien en ervaren. Zendeling Jan Pit heeft toen ervaren dat Gods macht toen nog net zo groot was als 2000 jaar geleden. En we weten ook nu dat Gods macht nimmer zal vergaan.

 

 

De aangehaalde geschiedenis is naar het woord en de belofte van Christus in Mark. 16:17: ‘En degenen, die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen… Zie verder: Mark. 16:17-20, Luk.10:17-20, Hand.5:16, Hand. 8:7, Hand.16:18, Hand.19:11-12.          

 

 

8.14 De bevrijding van Diana

 

Leerzame geschiedenis

 

In het boek ‘Frisse wind, nieuw vuur’ gaat het over de enorme groei van de Brooklyn Tabernacle in de beruchte binnenstad van New York en de voorganger Jim Cymbala. Het boek is in 2000 uitgekomen in het Nederlands. De gemeente was toen gegroeid naar meer dan 6000 leden. Zo’n 25 jaar daarvoor zaten er ’s zondags nog geen 20 mensen in de kerk. Het boek laat zien wat God kan en wil doen als een handjevol mensen zich biddend verootmoedigt en het Evangelie serieus neemt. Wat een machtig werk heeft de Heilige Geest daar gedaan! In zo’n evangeliserende gemeente komen mensen van allerlei culturen en vanuit diverse achtergronden binnen. Daar zijn ook occult belaste personen bij.

Op een dinsdagavond brachten twee gemeenteleden een tiener mee naar de bidstond. Ze dachten dat ze was verslaafd aan drugs en dat ze daarvan bevrijd moest worden.

 

Diana was een klein Latijns-Amerikaans meisje. Op het moment dat er voor haar gebeden zou worden, voelde voorganger Jim Cymbala een enorme spanning opkomen; het leek alsof er in zijn geest een alarmbel afging, die aangaf dat er iets mis was, dat er iets zou gaan gebeuren. Jim vroeg een evangeliste Amy hem bij te staan om mee te bidden. Die kreeg hetzelfde voorgevoel als Jim. Er kwam ook nog een andere voorganger bij staan. Ze legden samen Diana de handen op en begonnen te bidden. Jim bad zachtjes: ‘O, Jezus, help ons’

 

Hij vertelt ons zelf: ‘De naam van Jezus bracht een plotselinge explosie van woede en geschreeuw teweeg.  Het niet meer dan1,50 meterlange meisje duwde de twee vrienden met wie ze was meegekomen weg en vloog me naar de keel. Voordat ik wist wat er gebeurde, had ze mij al tegen het podium aangegooid. Diana scheurde de kraag van mijn witte overhemd alsof het een stuk keukenpapier was. Een afgrijselijke stem diep binnen in haar begon te schreeuwen: ‘Je krijgt haar niet! Ze is van ons! Laat haar met rust!’ Toen begon de stem obscene taal uit te slaan. Verschillende gemeenteleden gingen staan en begonnen hardop te bidden. Anderen hapten naar adem of bedekten hun ogen. Ondertussen waren er verschillende diakenen opgestaan die probeerden Diana van me af te trekken. Ze verweerde zich met een enorme kracht, ook al was ze maar klein.

 

Uiteindelijk slaagden we erin om haar in bedwang te houden. Amy, de evangeliste, begon vurig te bidden. Ik boog me over het meisje heen om de geesten te bestraffen. ‘Wees stil! In de naam van Jezus, kom naar buiten!’ beval ik.

Diana’s ogen rolden door haar hoofd en twee keer spuugde ze me recht in mijn gezicht, op nog geen30 centimeterafstand. De gemeente bleef aanhoudend tot God om hulp roepen. (…) Dit was een klassiek geval van demonische bezetenheid.’

Jim Cymbala verhaalt ons verder: ‘Een paar minuten later was het meisje helemaal bevrijd. Ze hield op met vloeken en haar lichaam ontspande zich. We lieten onze greep op haar verslappen, waarna ze voorzichtig opstond en haar handen ophief om de Heer te prijzen. Niet lang daarna stond ze samen met ons te zingen: ‘Heer, Uw bloed dat reinigt mij… U wast mij witter dan de sneeuw.’ De tranen stroomden haar over de wangen en verknoeiden haar make-up.

 

Diana dient de Heer nu al tien jaar in de Brooklyn Tabernacle. Kortgeleden is ze getrouwd met een jonge man en beiden hebben een krachtig getuigenis van hun geloof afgelegd tegenover hun ongelovige familieleden. Ze is nu een prachtige christin die de Heer oprecht liefheeft en Hem alleen wil dienen.’

 

 

8.15 Overwinning door de kracht van het Evangelie

Er is dus gelukkig ook overwinning mogelijk door de kracht van het Evangelie van Jezus Christus op de demonische gebondenheid en bezetenheid!

 

Als je aan Gods kant mag staan, is de overwinning zeker! Al is de listige leugenachtige slang nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel. Johannes heeft de overwinning al mogen zien en geeft ons door in Openb.12:10-11: ‘En ik hoorde een grote stem, zeggende in de hemel: Nu is de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk geworden van onze God; en de macht van Zijn Christus; want de aanklager van onze broederen, die hen aanklaagde voor onze God dag en nacht is neergeworpen. En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam, en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot de dood toe.’

Je moet niet alleen waakzaam en actief blijven op het geestelijk slagveld, maar ook op het geestelijk zaaiveld. Daarover gaat het in het volgende hoofdstuk.