Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat
11. Slangenzaad en Vrouwenzaad
Het hart of de geest van de mens is het zaaiveld voor geestelijke invloeden. Het geestelijk zaad komt binnen via de gedachten en wordt wel of niet geaccepteerd door ons denken. Als we boze geestelijke invloeden binnenlaten, vinden ze een goede voedingbodem in ons hart. Hierna wordt duidelijk gemaakt hoe het slangenzaad communiceert met onze gedachten en invloed op ons uitoefent. De gedachten, invloeden,verleidingen en infiltraties van satan en zijn demonen zijn het slangenzaad.
Wat er ook gebeurt en op ons afkomt, één ding is zeker: Jezus Christus heeft satan en zijn demonen overwonnen en het Vrouwenzaad zal het altijd blijven winnen van het slangenzaad!
Zoals eerder aangegeven wordt ons in Openb.12 een blik achter de schermen van het wereldgebeuren gegeven. Daarin zie je duidelijk dat het ten diepste in de wereldgeschiedenis gaat over de strijd tussen het slangenzaad en het vrouwenzaad. Deze strijd is begonnen bij de zondeval in het paradijs. Ook in de hoofdstukken na Openb.12 zie je dat deze strijd zich intensiveert in de laatste periode van de eindtijd. Gezien de tekenen der tijden mogen we aannemen dat we in deze tijd leven. Ik heb deze zaken uitgebreid uiteengezet in het boek ‘Geestelijke strijd in de eindtijd’.
11.1 Het occulte slangenzaad
We lezen in Openb.12:4 dat de draak met zijn staart het derde deel van de sterren van de hemel trok en op de aarde wierp. Dit zijn dus de met satan meegevallen engelen, die demonen zijn geworden. Het zaad van de slang kunnen niet de kinderen en het nageslacht van de slang zijn, want satan en zijn demonen hebben zich naar hun aard nooit in aantal kunnen uitbreiden.
We lezen in Gen.3:15 dat God spreekt tegen de slang: ‘En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; dat zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.’ Er zal na de val op aarde een voortdurende vijandschap zijn tussen de nakomelingen van de slang en de nakomelingen van de vrouw – het zal een geestelijke strijd zijn tussen ‘slangen’ en mensen. Vers 15 wordt wel het ‘Proto-evangelie’ of de moederbelofte genoemd. De Studiebijbel geeft aan dat in het Hebreeuws het woord ‘zaad’ in beide gevallen collectief is.
Het is bemoedigend dat er staat in Rom.16:20: ‘En de God des vredes zal de satan welhaast onder uw voeten verpletteren.’ Het blijkt hierin dus dat God zijn gemeente gebruikt om de duivel en zijn demonen te bestrijden en te overwinnen. In Christus zijn de gelovigen meer dan overwinnaars! (Rom.8:37).
11.2 Het zaad van verleiding
Uit het genoemde blijkt dat satan in de westerse situatie het zaad van de verleiding uitstrooit, om de mensen mee te kunnen sleuren binnen zijn machtsgebied. Hij gebruikt daartoe zijn demonen en de mensen die al door hem zijn beïnvloed. Verder zal hij op een geestelijke en vaak occulte wijze alle moderne communicatiemiddelen gebruiken. Hij communiceert via de het internet, de massamedia, de films, de shows, de computergames en de popmuziek.
Het zaad dat de slang in de harten van de mensen strooit, zijn de verleidende invloeden, de zondige gedachten, verwarde, chaotische en negatieve gevoelens en ook de wettische wereldse grondbeginselen.
Het zaad van de slang wordt op geestelijke wijze gestrooid in harten van de mensen. Satan en zijn demonen communiceren met ons via onze gedachten. Zolang onze wil niet overeenstemt met de boze influisteringen, doen wij geen zonde. Op het moment dat we instemmen met de verkeerde ingevingen, wordt het zaad ontvankelijk voor ons en ‘landt’ het in ons hart.
Laat het slangenzaad niet ontkiemen
in het zaaiveld van je hart
Stel je voor dat er wordt ingefluisterd, dat je weinig of niets waard bent en dat de mensen je uiteindelijk niet mogen. Als je er geen gehoor aan geeft is er niets aan de hand, maar als je het over neemt en gaat denken dat dit inderdaad zo wel zal zijn, zal het verkeerde zaad bij je opkomen en gaan voortwoekeren in je leven.
11.3 De geestelijke toestand in het zaaiveld
De zaad wordt gestrooid op de bodem van het hart. Het is daarbij belangrijk dat we weten hoe de geestelijke staat en gesteldheid van het menselijk hart is. Ik denk dat in heel wat gevallen met hart en geest in de Bijbel hetzelfde wordt bedoeld. Het is goed om te weten hoe een mens in elkaar zit. We lezen in 1 Thess.5:23: ‘En de God des vredes heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onze Heere Jezus Christus.’ In deze tekst wordt de gehele mens getekend. In de Studiebijbel wordt hierbij uitgelegd dat ‘geest, ziel en lichaam’ een omschrijving is voor de gehele mens. Na wat nadere toelichting wordt verder verklaard: ‘Resumerend kunnen we zeggen, dat de geest dat deel van de mens is, waarmee Gods Geest Zich verbindt (Rom.8:16). We zouden dus kunnen zeggen dat ‘geest’ het God-bewustzijn, ‘ziel’ het zelfbewustzijn en ‘lichaam’ het wereld-bewustzijn is.’ In de geest of in je hart kun je dus (de aanwezigheid van) God en Jezus Christus ervaren, maar ook andere geesten of geestelijke invloeden uit de paranormale of bovennatuurlijke wereld. Het psychische deel heeft te maken met het zelfbewustzijn. De natuurlijke, zichtbare en voelbare wereld ervaar je met je lichaam.
Vanwege het grote belang van dit onderwerp is het goed om er dieper op in te gaan.
In de val in het Paradijs is de mens het beeld van God verloren. Dit beeld wordt door levensvernieuwing weer hersteld in de gelovige. Wat wordt er nu in de mens hersteld? Je kunt in een mens onderscheiden: zijn Godbewustzijn (zijn geest), zijn zelfbewustzijn (zijn ik, ego, ziel of psyche) en het stoffelijk deel, namelijk zijn lichaam (het bewustzijn van zijn omgeving). De geest en de ziel zijn onstoffelijk. De zielsuitingen zijn: verstand, gevoel en wil.
Vóór de val was de mens geestelijk: Hij was op God gericht en de geest overheerste de ziel en het lichaam. Hij herkende God in de wind des daags: de merkbare blazende wind (ruach) van God. In Joh. 3 heeft de Heere Jezus het bij de wedergeboorte ook over de blazende wind. Het Griekse woord ‘pneuma’ betekent zoals het Hebreeuwse ‘ruach’: geest of wind. In Zijn werking lijkt de Heilige Geest op de (blazende) wind.
Nu proberen we het helder te krijgen door afbeeldingen:
In de eerste symbolische afbeelding gaat het over de situatie van de mens in het Paradijs. Je ziet dat zijn geest overheerst in het contact naar buiten toe, maar ook in de invloed op de ziel en het lichaam.
|
geest |
ziel |
lichaam |
1. Vóór de val had de menseen open geestelijk contactmet God. |
In de tweede afbeelding gaat het over de situatie waarin de gevallen mens verkeerd.
Je ziet dat het lichamelijke en psychische, oftewel vleselijke leven het geestelijke, verduisterde leven nu geheel overheerst.
|
lichaam |
ziel |
geest |
2. Na de val heeft de menshet geestelijk contact metGod verloren.Hij is van nature los vanGod (God-loos).Hij is ‘ik-gericht’ of egoïstichgeworden. |