Handboek Overwinning in de geestelijke strijd V.11

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat

11. Slangenzaad en Vrouwenzaad 

Het hart of de geest van de mens is het zaaiveld voor geestelijke invloeden. Het geestelijk zaad komt binnen via de gedachten en wordt wel of niet geaccepteerd door ons denken. Als we boze geestelijke invloeden binnenlaten, vinden ze een goede voedingbodem in ons hart. Hierna wordt duidelijk gemaakt hoe het slangenzaad communiceert met onze gedachten en invloed op ons uitoefent. De gedachten, invloeden,verleidingen en infiltraties van satan en zijn demonen zijn het slangenzaad.

Wat er ook gebeurt en op ons afkomt, één ding is zeker: Jezus Christus heeft satan en zijn demonen overwonnen en het Vrouwenzaad zal het altijd blijven winnen van het slangenzaad!

Zoals eerder aangegeven wordt ons in Openb.12 een blik achter de schermen van het wereldgebeuren gegeven. Daarin zie je duidelijk dat het ten diepste in de wereldgeschiedenis gaat over de strijd tussen het slangenzaad en het vrouwenzaad. Deze strijd is begonnen bij de zondeval in het paradijs. Ook in de hoofdstukken na Openb.12 zie je dat deze strijd zich intensiveert in de laatste periode van de eindtijd. Gezien de tekenen der tijden mogen we aannemen dat we in deze tijd leven. Ik heb deze zaken uitgebreid uiteengezet in het boek ‘Geestelijke strijd in de eindtijd’. 

11.1 Het occulte slangenzaad

We lezen in Openb.12:4 dat de draak met zijn staart het derde deel van de sterren van de hemel trok en op de aarde wierp. Dit zijn dus de met satan meegevallen engelen, die demonen zijn geworden. Het zaad van de slang kunnen niet de kinderen en het nageslacht van de slang zijn, want satan en zijn demonen hebben zich naar hun aard nooit in aantal kunnen uitbreiden.

We lezen in Gen.3:15 dat God spreekt tegen de slang: ‘En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; dat zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.’ Er zal na de val op aarde een voortdurende vijandschap zijn tussen de nakomelingen van de slang en de nakomelingen van de vrouw – het zal een geestelijke strijd zijn tussen ‘slangen’ en mensen. Vers 15 wordt wel het ‘Proto-evangelie’ of de moederbelofte genoemd. De Studiebijbel geeft aan dat in het Hebreeuws het woord ‘zaad’ in beide gevallen collectief is.

Het is bemoedigend dat er staat in Rom.16:20: ‘En de God des vredes zal de satan welhaast onder uw voeten verpletteren.’ Het blijkt hierin dus dat God zijn gemeente gebruikt om de duivel en zijn demonen te bestrijden en te overwinnen. In Christus zijn de gelovigen meer dan overwinnaars! (Rom.8:37).

 

11.2 Het zaad van verleiding

Uit het genoemde blijkt dat satan in de westerse situatie het zaad van de verleiding uitstrooit, om de mensen mee te kunnen sleuren binnen zijn machtsgebied. Hij gebruikt daartoe zijn demonen en de mensen die al door hem zijn beïnvloed. Verder zal hij op een geestelijke en vaak occulte wijze alle moderne communicatiemiddelen gebruiken. Hij communiceert via de het internet, de massamedia, de films, de shows, de computergames en de popmuziek.

Het zaad dat de slang in de harten van de mensen strooit, zijn de verleidende invloeden, de zondige gedachten, verwarde, chaotische en negatieve gevoelens en ook de wettische wereldse grondbeginselen.

Het zaad van de slang wordt op geestelijke wijze gestrooid in harten van de mensen. Satan en zijn demonen communiceren met ons via onze gedachten. Zolang onze wil niet overeenstemt met de boze influisteringen, doen wij geen zonde. Op het moment dat we instemmen met de verkeerde ingevingen, wordt het zaad ontvankelijk voor ons en ‘landt’ het in ons hart. 

Laat het slangenzaad niet ontkiemen

 in het zaaiveld van je hart 

Stel je voor dat er wordt ingefluisterd, dat je weinig of niets waard bent en dat de mensen je uiteindelijk niet mogen. Als je er geen gehoor aan geeft is er niets aan de hand, maar als je het over neemt en gaat denken dat dit inderdaad zo wel zal zijn, zal het verkeerde zaad bij je opkomen en gaan voortwoekeren in je leven. 

11.3 De geestelijke toestand in het zaaiveld

De zaad wordt gestrooid op de bodem van het hart. Het is daarbij belangrijk dat we weten hoe de geestelijke staat en gesteldheid van het menselijk hart is. Ik denk dat in heel wat gevallen met hart en geest in de Bijbel hetzelfde wordt bedoeld. Het is goed om te weten hoe een mens in elkaar zit. We lezen in 1 Thess.5:23: ‘En de God des vredes heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onze Heere Jezus Christus.’ In deze tekst wordt de gehele mens getekend. In de Studiebijbel wordt hierbij uitgelegd dat ‘geest, ziel en lichaam’ een omschrijving is voor de gehele mens. Na wat nadere toelichting wordt verder verklaard: ‘Resumerend kunnen we zeggen, dat de geest dat deel van de mens is, waarmee Gods Geest Zich verbindt (Rom.8:16). We zouden dus kunnen zeggen dat ‘geest’ het God-bewustzijn, ‘ziel’ het zelfbewustzijn en ‘lichaam’ het wereld-bewustzijn is.’ In de geest of in je hart kun je dus (de aanwezigheid van) God en Jezus Christus ervaren, maar ook andere geesten of geestelijke invloeden uit de paranormale of bovennatuurlijke wereld. Het psychische deel heeft te maken met het zelfbewustzijn. De natuurlijke, zichtbare en voelbare wereld ervaar je met je lichaam. 

Vanwege het grote belang van dit onderwerp is het goed om er dieper op in te gaan.

In de val in het Paradijs is de mens het beeld van God verloren. Dit beeld wordt door levensvernieuwing weer hersteld in de gelovige. Wat wordt er nu in de mens hersteld? Je kunt in een mens onderscheiden: zijn Godbewustzijn (zijn geest), zijn zelfbewustzijn (zijn ik, ego, ziel of psyche) en het stoffelijk deel, namelijk zijn lichaam (het bewustzijn van zijn omgeving). De geest en de ziel zijn onstoffelijk. De zielsuitingen zijn: verstand, gevoel en wil.

Vóór de val was de mens geestelijk: Hij was op God gericht en de geest overheerste de ziel en het lichaam. Hij herkende God in de wind des daags: de merkbare blazende wind (ruach) van God. In Joh. 3 heeft de Heere Jezus het bij de wedergeboorte ook over de blazende wind. Het Griekse woord ‘pneuma’ betekent zoals het Hebreeuwse ‘ruach’: geest of wind. In Zijn werking lijkt de Heilige Geest op de (blazende) wind. 

Nu proberen we het helder te krijgen door afbeeldingen:

In de eerste symbolische afbeelding gaat het over de situatie van de mens in het Paradijs. Je ziet dat zijn geest overheerst in het contact naar buiten toe, maar ook in de invloed op de ziel en het lichaam. 

 

 

geest

ziel

 

lichaam

1. Vóór de val had de mens

    een open geestelijk contact

    met God. 

 

 

 

 

 

                                                                                                           

 

 

 

 

 

 

 

In de tweede afbeelding gaat het over de situatie waarin de gevallen mens verkeerd.

Je ziet dat het lichamelijke en psychische, oftewel vleselijke leven het geestelijke, verduisterde leven nu geheel overheerst.

 

 

 

 

 

lichaam

ziel

 

geest

2. Na de val heeft de mens

    het geestelijk contact met

    God verloren.           

    Hij is van nature los van

    God (God-loos).

    Hij is ‘ik-gericht’ of egoïstich

    geworden.

Na de zondeval is de levensverbinding en het nauwe contact met God doorgesneden, zodat de zondaar God-loos is geworden. Je kunt deze situatie vergelijken met het kind, dat met pijn geboren is en los van de moeder is geraakt (moeder-loos). Waar zal dit kind nu deze meeste moeite mee hebben? Waar liggen zijn problemen nu: op geestelijk, psychisch of lichamelijk gebied? Wanneer gaat de baby huilen? En waarom ervaart deze baby geen probleem op geestelijk gebied? (Let hierbij op het verduisterde deel van afbeelding 2.) Juist, de baby zal op lichamelijke en psychische pijnen en ongemakken reageren en niet actief zijn op geestelijk gebied.

Volgens de Dordtse Leerregels, H. 3 en 4, art. 1,  is er juist ook op psychisch en emotioneel gebied veel veranderd. We moeten hierbij bedenken dat ‘het dood zijn in zonden en misdaden’ duidelijk ook te maken heeft met de wil. (Betrek hierbij D. Leerr., H. 3 en 4, art. 3.)

Let er op dat volgens de Bijbel een zondaar ‘dood is in de misdaden’, in Ef. 2:1, 5 en Kol. 2:13 (Zie ook Jes. 64:6). De Studiebijbel verklaart bij Efeze 2:1, dat het geestelijk dood zijn ‘niet een passief, maar juist een zeer actief leven in overtredingen en zonden’ is. Je kunt geestelijk dood of geestelijk levend zijn. In Rom. 6:11 lezen we dat een gelovige dood moet zijn voor de zonde, ‘maar  levend voor God in Christus Jezus’.

Ga in de blazende wind (Ruach) staan

 

Als je gered wilt worden, moet je ‘in de blazende wind’ (‘Ruach’) gaan staan? (Zie wat er gebeurde tijdens de Pinksterdag.)

Je kunt ook het geluid (the sound) van de blazende wind horen (Joh. 3:8, Hand. 2:2). We lezen in Rom. 10:18 dat het stemgeluid van de Evangeliepredikers over de gehele aarde is uitgegaan. (In het Engels: ‘Their sound has gone out to all the earth…’) Zorg dat je ‘het geklank van de Koning’ leert kennen! (Ps. 89:16).

           

Wedergeboorte en levensvernieuwing worden door Gods onweerstaanbare liefde en genade gewerkt. Door het Woord en de Geest van God dringt dan het Licht en het Leven het verduisterde hart binnen! Eigenlijk wordt er dan nieuw leven ingeblazen in het geestelijk leven van de mens. Op dat moment is er weer een geopende toegang van het geestelijk leven naar God en Jezus Christus toe. Het verbroken contact is dan weer hersteld. Door het geloof wordt dit Licht ontvangen in het hart. En dan komt de Heere Jezus Christus op de troon van het hart als de nieuwe Koning. Je kunt hierover lezen in Joh. 1:1-18.

 

De Heilige Geest kan dus doordringen in de geest van de mens, door er geestelijk leven in te blazen. In de geest van de mens kunnen echter ook demonische invloeden binnendringen. Door de zondeval is de natuurlijke mens de duivel zelfs ‘toegevallen’. Hij is bijzonder vatbaar geworden voor de negatieve beïnvloeding van satan en zijn demonen. Daarbij is hij ook geneigd tot het kwade. Zodra de gelegenheid zich voegt bij de genegenheid, is hij zo verkocht… en komt hij tot dwaze en boze gedachten, woorden en daden. Het gaat hierbij vaak van kwaad tot erger.

Volgens dr. W.C. van Dam heeft de geest van een mens het ingeschapen vermogen om relaties te hebben met geestelijke, onzichtbare realiteiten, zowel met het rijk van God als met het rijk van de boze. Lichaam en ziel bieden de mens de mogelijkheid om te communiceren met de natuurlijke wereld, maar de geest kan contact onderhouden met de geesten van de paranormale wereld.

 

We moeten er dus alert op zijn, welke geestelijke invloeden afkomen op ons denken, willen en voelen. Er wordt ook heel veel opgeslagen in de kelder van ons onderbewustzijn, wat een ook grote invloed kan uitoefenen op ons denken, onze emoties, ons verlangen en het willen ervaren van geestelijke zaken.

 

Dr. W.J. Ouweneel verklaart ons het zijn boek ‘Het domein van de slang’, ‘dat de mens vóór de zondeval een veel directer contact met God kon hebben dan daarna, en dat het erop lijkt dat God doelbewust het bewustzijnsspectrum van de mens sterk heeft ingeperkt’. Alleen sterke geestelijke signalen kunnen soms nog doordringen tot het bewustzijn. Door de gevolgen van de zondeval zou de mens in ernstige mate kunnen worden beheerst door demonische signalen, wat je in heidense culturen en bij demonisch bezetenen tegenkomt.

 

De mens kan kunstmatig zijn bewustzijnsspectrum verruimen

 

Ouweneel geeft ons te kennen: ‘Het is een bewijs van Gods genade, ook jegens de ongelovige mens, dat Hij diens bewustzijn normaliter voor zulke invloeden afschermt.’ Hij voegt eraan toe: ‘De mens kan echter wel proberen kunstmatig zijn bewustzijnsspectrum te verruimen.’

Bewustzijnsverruiming is mogelijk door middel van chemicaliën, met name door het gebruik van drugs. Druggebruik is echter ook slopend voor het lichamelijke, psychische en geestelijke leven (en in veel gevallen ook levensbedreigend!). Door het gebruik van bijvoorbeeld LSD gaat men hallucineren. Ouweneel legt ons uit: ‘Een hallucinatie is een soort droom, een voorstelling in de geest die in de buitenwereld geprojecteerd wordt. Dit kan een waanvoorstelling zijn, dat wil zeggen, dat er niets in de buitenwereld is dat met de inhoud van de hallucinatie correspondeert; maar het kan ook een regelrechte invalspoort voor demonische beïnvloeding zijn.’

 

Een hallucinatie kan een invalspoort

 voor demonische beïnvloeding zijn

 

Psychedelische drugs kunnen onder bepaalde omstandigheden de deur tot de ‘hogere wereld’ openzetten (psychedelisch betekent: het bewustzijn verruimend, verhelderend). Je begrijp wel met welke paranormale wereld de druggebruiker in contact zal komen. Wat zijn de gevolgen van een ‘trip’ en van het ‘high’ worden? Ik heb de gevolgen in mijn jeugd gezien bij de jongeren, die ik van dichtbij heb meegemaakt. Ik ken er die aan de gevolgen van druggebruik zijn overleden.

In mijn puberjaren werden er tripfestivals gehouden, onder invloed van LSD en andere drugsoorten. In 1969 kwamen er tijdens het Woodstock popfestival ruim 400.000 mensen samen. In 1973 bij de “Summer Jam’ in de staat New York waren het er zelfs 600.000. Je had toen psychedelische popgroepen, zoals Deep Purple, Pink Floyd en Greatful Dead (weldadige dood). De laatste popgroep leefde in een ‘Dead-commune’ in San Francisco. Ze hielden ‘love-ins’ in de parken, waarbij ze gratis met LSD verrijkte limonade uitdeelden. Dat vond indertijd weer navolging, zodat er een hippiewereld ontstond.

      

Oosterse mystici gebruikten al vanaf antieke tijden hasjiesj ter ondersteuning van hun meditatie, om zodoende sneller in een toestand van trance en extase te kunnen komen. Ouweneel vervolgt: ‘Vandaar dat in de strategie van satan de Westerse jeugd eerst met de drugs werd vertrouwd gemaakt, om zich vervolgens open te stellen voor de niet-chemische methoden van de Oosterse mystici, zoals die in de laatste tijd op grote schaal in het Westen zijn gepropageerd.’

 

Het is bekend dat met name de popmusici zowel de drugs als de Oosterse mystiek in het Westen hebben ingebracht. Denk maar aan de popgroep The Beatles, die er zelfs voor naar India gingen, om zich te laten beïnvloeden door de goeroes (de verlichte meesters). Denk hierbij aan de Hare-Krishna-beweging en de Trancendente Meditatie van goeroe Maharishi Mahesh Yogi, die tot in Nederland zijn binnengedrongen.

Dr. M.J. Paul vermeldt ons in zijn boek ‘Occulte machten en bevrijding’: ‘In het najaar van 2004 heeft de goeroe Maharishi Mahesh Yogi, oprichter van de Trancendente Meditatie, de Vaalserberg opgekocht, het hoogste punt van Nederland, inclusief het drielandenpunt met Duitsland en België. Zijn beweging is gebaseerd op de veda’s, de oudste hindoegeschriften.’ Hij laat ons ook weten dat Tibetaanse monniken in april2005 inde Onze-Lieve-Vrouwetoren van Amersfoort een zandmandala aanlegden. Hij vervolgt: ‘Die toren is het hoogste punt van Amersfoort en het kadastrale middelpunt van Nederland. Het gaat hier om een occult ritueel van het Tibetaanse Boeddhisme, de meest occulte en agressieve vorm van godsdienst. Deze activiteiten lijken deel uit te maken van een strategisch offensief, gericht op controle over de hoogten van ons land. Zo kan over het gebied een demonische invloed worden uitgeoefend.’

 

 

11.4 Let op de gehele mens

Ik heb het (gehad) over de invalspoorten die satan en zijn demonen gebruiken om in de geest van de mens binnen te dringen. Zij proberen te infiltreren op rationeel en emotioneel gebied. Ze proberen invloed uit te oefenen op het denken, het voelen en de wil. Ze zijn erop om op zoveel mogelijk terreinen te beschadigen en te verwoesten. Uiteindelijk willen ze de gehele mens kapotmaken en meeslepen in het verderf..  

 

Jezus is gekomen om de gehele mens te verlossen en te herstellen. Op godsdienstig en kerkelijk gebied is men nogal eens eenzijdig bezig op rationeel (verstandelijk en leerstellig) gebied, of meer op emotioneel (menselijk en herstellend) gebied. Jezus heeft ons het goede, evenwichtige voorbeeld gegeven, door te leren, te genezen en te herstellen, maar ook geestelijk op te voeden. Het is niet goed om ons af te zetten tegen andere stromingen en daardoor de insteek van onze theologie te bepalen. Laten we van elkaar leren en zoeken naar een goed, bijbels evenwicht!

 

Ik denk dat bijbelgetrouwe christenen alle elementen van het christelijk geloof mee moeten nemen in het christelijk leven. Wij dienen hierbij te letten op het positief omgaan met ‘de orthodoxie’ (de gezonde leer), ‘de orthopraxis’ (het juiste leven) en ‘de orthocardia’ (dat je het christelijk hart op de juiste plaats hebt). Zorg dat je in en boven alles de liefde tot God en de naaste op het oog hebt. Jaag naar eenheid en vrede. Wees barmhartig (‘warmhartig’) en vol bewogenheid voor het behoud en het welzijn van anderen.

 

11.5 Geestelijke communicatie

We gaan weer terug naar de beïnvloeding van de geest of het hart van de mens. Paulus verklaart in Rom.8:16 dat ‘de Geest met onze geest getuigt, dat wij kinderen van God zijn’. De Heilige Geest maakt dus contact met onze menselijke geest en bevestigt aan ons dat wij kinderen van God zijn. Hij getuigt samen met onze geest. Er is dus een onderlinge communicatie met onze gedachten.

Satan en zijn demonen communiceren in de geestelijke wereld ook met onze gedachten.

Er wordt vanuit de geestelijke wereld

 gecommuniceerd met onze gedachten

 

Op de afbeelding hieronder zie je hoe het op geestelijk gebied werkt in je hart. Je ziet dat de verleidingen in de gedachten zijn binnengedrongen. Het kunnen gedachten aan verkeerde filmbeelden of gesprekken zijn. Het kunnen ook ingevingen van demonen zijn, die verkeerde gedachten opwekken en aanwakkeren.

 

 

 

 

Het is logisch dat demonen steeds weer opnieuw proberen in te dringen in de gedachten van de mens. Het zijn boze geesten. Ze kunnen niet anders dan op een geestelijke en occulte wijze binnenkomen. Ze strooien de satanische gedachten, het slangenzaad, op deze wijze in de geest of het hart van de mens. Het verkeerde geestelijke zaad, dat via de gedachten binnenkomt, hoeft nog geen goede voedingsbodem te vinden in je hart.

 

11.6 De functie van het denken

Gelukkig is het denken er ook nog. Er kunnen goede of boze bedenkingen zijn. Het moeten geen boze bedenkingen worden, die uit het hart van de mens voortkomen. In Matth.15 19-20 leert Jezus ons, dat uit het hart boze bedenkingen voortkomen, die de mens ontreinigen. In Rom.8:5 merkt Paulus op, dat ‘die naar het vlees zijn, bedenken wat van het vlees is; maar die naar de Geest zijn, bedenken, wat van de Geest is’. Het gebruikte Griekse woord ‘phronousin’ betekent ‘bedenken of bedacht zijn op’. Het geeft een partijkeuze, een gezindheid en een streven aan. In het denken streven vleselijke mensen naar de richting van de zonde en geestelijke mensen naar wat de Heilige Geest door hen en met hen wil doen.

We lezen in Rom.1:28 dat, omdat het de zondige mensen ‘niet goed gedacht heeft God in erkentenis te houden, God hen overgegeven heeft in een verkeerd denken, om te doen dingen, die niet betamen’.

Na de zondeval hebben mensen hun gedachten en verlangens afgestemd op het verkeerde denken en willen van de vorst der duisternis. Het gevolg hiervan lezen we in Gen.6:5-6: ‘En de HEERE zag, dat de boosheid van de mensen menigvuldig was op de aarde, en al het overdenken (de overleggingen) van de gedachten van zijn hart ten alle dagen alleen boos was.’ In Gen.8:21 wordt ook gezegd dat het overdenken van het hart van de mens vanaf zijn jeugd boos is. Het komt erop neer dat het kwaad huist in het hart van de mens, terwijl er een open communicatielijn is naar de demonische geestenwereld.

 

Ik heb vernomen dat de officiële radio’s in Noord-Korea door de communistische overheid zijn afgestemd op de staatszender(s). Ze kunnen daardoor in dat land niet afstemmen op westerse zenders, die ‘christelijke gedachten’ uitzenden. Op deze wijze wil ook satan zijn duistere heerschappij bewaren over de gedachten van de mensen. Bij gelovigen, die al tot andere gedachten zijn gekomen, is hij met zijn onderdanen als stoorzender bezig om een goede geestelijke communicatie te verhinderen of te verstoren. Hij is daarbij vaak op religieus en godsdienstige en wettisch gebied bezig.  Hij wil daardoor christenen in verwarring, twijfel of starheid brengen. Hij wil ze laten dwalen in leer of leven.

De gave van de onderscheidingen van de geesten is daarom van groot belang! Dat is een speciaal charisma van de Heilige Geest (zoals je dit leest in 1 Kor.12:10). Hierdoor kunnen we de werking van de boze geesten ontmaskeren en de geesten beproeven of ze uit God zijn of niet (1 Joh.4:1). 

 

Met je denken kun je de verkeerde gedachten beoordelen en wel of niet accepteren. Als je zondige gedachten verwerpt en uitbant, is er niets aan de hand; als je ze accepteert, gaat het innerlijk verkeerd.

 

Je gevoel hoort bij het automatische zenuwstelsel. Je gevoel of je emoties kunnen een willoos slachtoffer worden van zondige begeerten. Verleidingen wekken begeerten op. Je kunt dit zien in de afbeelding. Het denken speelt dus een belangrijke rol in het in goede banen leiden van het gevoel en de begeerten. Je moet je eerst bezinnen, voordat je iets gaat beminnen. Denk eerst goed na, en laat je niet door je gevoel leiden. Het denken kan goed samenwerken met de wil. Een gelovige heeft een vernieuwd en verlicht denken ontvangen en ook een vernieuwde wil gekregen. Een standvastige, vernieuwde wil heeft de wil om te geloven en Jezus te volgen. Ik ga verderop in het boek uitvoerig in op de functie van het vernieuwde denken.

 

         Samenvattend kunnen we het volgende zeggen:

 

–         Wij dienen terdege rekening te houden op de onzichtbare geestelijke zaken, die op ons afkomen en ons beïnvloeden.

–         Er zijn dus zowel goede geestelijke invloeden als kwade, demonische invloeden.

–         Je moet ze beide leren onderscheiden, om er goed mee om te kunnen gaan.

–         De onzichtbare geestelijke zaken bepalen uiteindelijk ons leven en de gang die we maken naar het eeuwige leven.

–         Er wordt gecommuniceerd via onze gedachten

–         Er wordt op een geestelijke wijze gezaaid in de akker van ons hart.

 

In de illustratie die volgt is het innerlijk proces uitgebeeld. Hierna gaat het in de tekst over de programmering van ons het denken. Het geestelijke leven, de gedachten en het denken worden hierbij vergeleken met de software van een computer. In dit onderdeel van het boek wordt uitgelegd hoe het innerlijk werkt met betrekking tot het historisch record, het juridische en medische veld.   

 

 

 

 

 

 

Je ziet in de afbeelding hoe de geestelijke invloeden vanuit de bovennatuurlijke, onzichtbare wereld met ons communiceren via onze gedachten. Ons denken gaat er mee aan het werk. Er wordt nagedacht over wat er in je gedachten komt.

 

Als je bijvoorbeeld een zondige ingeving accepteert met je denken, krijgt het een plaats in je denken en in je innerlijk leven. Met het denken wordt het vervolgens ook geplaatst in je historisch record. Waar dit kan worden geplaatst kun je verderop in de tekst en afbeeldingen zien. Hieraan kunnen ook vergaande consequenties zijn verbonden. Het heeft dus gevolgen voor je verdere geestelijk leven wat je met ingevingen en geestelijke invloeden doet.

 

11.7 Het positieve denken

Je kunt door je denken de kwade of goede ingevingen en invloeden ook weigeren. Door positief denken kun je boze en occulte invloeden weigeren en weren uit je gedachten. Dit helpt je om er vrij van te blijven. Positief denken kan ook helend werken als je al negatief bent beïnvloed of innerlijk beschadigingen hebt opgelopen.

Positief denken helpt en heelt.

 

Positief denken helpt en heelt

 

Het helpt je weer te glimlachen, het heelt bepaalde wonden en het droogt je tranen. Door positief denken kunnen gevoelens van liefde, acceptatie, veiligheid en hoop toenemen in je leven. Door een gezonde kennis van zaken zul je beter kunnen relativeren. Er kan dan weer een bepaald geloof in jezelf of in een hoopvolle toekomst ontstaan.

 

In de psychiatrie wordt veel gewerkt met het positief leren denken. Hiervoor zijn speciale gesprekstherapieën opgezet. Zulke gesprekken met een psycholoog of in gespreksgroepen kunnen op langere termijn in veel gevallen zelfs beter werken dan medicijngebruik. Helaas worden in de seculiere psychiatrie de geestelijke invloeden vanuit de bovennatuurlijke wereld veelal veronachtzaamd of zelfs ontkend. Je kunt hierover meer lezen in boeken van christelijke counselors, zoals de bekende dr. Neil T. Anderson. (Ik denk hierbij aan zijn boek ‘Hoe overwin ik mijn… depressie’.)

 

Ik heb het bij dit positieve denken nog niet over de onweerstaanbare werking van de Heilige Geest op het hart van de mens. Door de geestelijke communicatie van de Heilige Geest via onze gedachten kan er zelfs een vernieuwing en herprogrammering van ons denken tot stand worden gebracht. Hier ga ik verderop uitgebreid op in.

 

11.8 Het negatieve denken

Het negatieve denken opereert vanuit het kritische juridische veld in ons hart. Er wordt dan gedacht vanuit termen als ‘recht’ en ‘vergelding’. Het is individualistisch, rechthebbend en egocentrisch getint. Een individualist stelt zijn eigen rechten boven die van een ander. Bij een egocentrisch iemand is ‘het eigen ik’ steeds in het middelpunt van zijn gedachten.

Het negatieve denken kan goede geestelijke ingevingen en invloeden wantrouwen en afwijzen. Juiste, opvoedkundige en wijze adviezen kunnen door negatief denken van de hand worden gewezen. In dit eigenzinnige denken zal eigenbelang het algemene belang in de weg staan. De eigenliefde en de speciale aandacht voor zichzelf heeft geen oog voor de ander. Helaas heeft het negatieve denken ook geen oog voor de schade die zij zichzelf aanbrengt. Een Romeins keizer heeft opgemerkt: ‘Hij die te veel om zichzelf denkt, kan niet goed zijn voor anderen.’

Negatief denken bouwt en historisch record van negatieve gevoelens op in je hart en leven.

Negatief denken bouwt een historisch record

van negatieve gevoelens op in je hart

 

Na enkele bladzijden zul je zien dat dit kan leiden tot toenemende gevoelens van twijfel, afgunst, afwijzing, angst en boosheid. Ons leven kan hierdoor steeds meer gaan verzuren. Het kan zelfs in een neergaande spiraal uitmonden in valse schuldgevoelens, depressie, agressie en wanhoop.

 

In de afbeelding die volgt zie je wat de geestelijke invloeden in het hart kunnen uitwerken. Aan de linkerkant zie je het donkere gedeelte van het negatieve juridische veld. In dit veld heerst er onkunde en zijn er gevoelens van afgunst, afwijzing, angst, boosheid, twijfel en valse schuldgevoelens. (Valse schuldgevoelens voeden een negatief zelfbeeld en werken negatieve zaken uit in het leven, zoals vluchtgedrag, sociale angst, en dergelijke zaken.)

De genoemde gevoelens aan de linkerkant worden gevoed door de boze geestelijke invloeden. Deze invloeden komen binnen via de gedachten en worden door het denken wel of niet geaccepteerd. Als ze worden geaccepteerd, worden ze door het denken geplaatst in het negatieve veld bij één of meer van de genoemde items. Door de geaccepteerde boze geestelijke invloeden worden deze  innerlijke gevoelens dus gevoed.

Aan de rechterzijde zie je in het lichte gedeelte de gevoelens van liefde, hoop, veiligheid, acceptatie, geloof, kennis en goede schuldgevoelens. Deze worden via de gedachten en het denken gevoed door de goede geestelijke invloeden.

De goede schuldgevoelens werken iets goeds uit, zeker als het hart werkelijk is vernieuwd door de Heilige Geest. Verderop in het boek wordt dit uitgebreid behandeld, als het gaat over de vernieuwing en herprogrammering van het denken.

 

 

De boze geestelijke ingevingen en invloeden zijn ten diepste afkomstig van het occulte slangenzaad. Het zijn de voortgeplante gedachten en denkbeelden van satan, zijn demonen en volgelingen. Het zijn vooral de demonen die op een occulte en negatieve wijze communiceren met de gedachten. Verder zijn het natuurlijk de woorden van andere mensen die effect hebben op onze gedachten. Vooral negatieve woorden kunnen lang blijven nagalmen in onze gedachten. Het is het geestelijke zaad dat op geestelijke wijze in ons wordt gestrooid.

Uiteindelijk komt veel geestelijk zaad via het denken in het zaaiveld van ons hart terecht. Daar kan het een goede voedingsbodem vinden.

 

 

11.9 Wat komt er in de akker van je hart?

 

Lezen: Matth.13:1-9, 18-30, 36-43 

Dat je hart of je geest de akker is waarin het kwade en ook goede zaad wordt gestrooid, komt overeen met de gelijkenissen van Jezus in Matth.13 en Luk.8. In de gelijkenis van Matth.13:24-30 zien we dat een mens goed tarwezaad heeft gezaaid in de akker. Het ziet er op dat het Woord van God in veld van de gemeente wordt gezaaid. In vers 25 lezen we dat, toen de mensen sliepen, zijn vijand onkruid zaaide middenin de tarwe, en weg ging. Je ziet hierin hoe in het verborgen (op een occulte wijze) de duivel het onkruid zaait in de akker van een gemeente, waar ook tarwe staat. Het onkruid, de giftige dolik, is in het begin niet te onderscheiden van de goede tarwe. Dolik is een bedwelmende, dronken makend onkruid.

 

In de voorgaande gelijkenis gaat het over individuele personen, die het Gods Woord horen. De gesteldheid van de harten zijn daarbij verschillend. In vers 19 verklaart Jezus ons: ‘Als iemand dat Woord van het Koninkrijk hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, en rooft weg, wat in het hart gezaaid was.’ Mensen die niet over het verkondigde Woord van God nadenken en het niet begrijpen zijn een gemakkelijke prooi van satan.

 

Op het moment dat we gehoor geven aan de verleidingen van de duivel, geven we hem de ruimte om steeds meer van onze gedachten en gevoelens in beslag te nemen. Langzaam maar zeker kunnen we dan in de greep komen van bepaalde zonden en verkeerde gevoelen, die ons (uiteindelijk) ongelukkig maken. In het spoor van satan vervallen zijn slachtoffers meestal tot depressieve of agressieve gedachten. Agressiviteit en depressiviteit zijn gevoelens die bekend zijn bij de duivel en zijn onderdanen (de boze geesten). De demonen gaven bij Jezus blijk van hun angst om uitgeworpen te worden en vroegtijdig meer gestraft te worden.

Dit wordt op een geestelijke wijze ook geprojecteerd in de harten van hun slachtoffers. Ze kunnen ons op deze wijze ons hart en onze gevoelens gaan beheersen, belasten en kwellen, maar gelukkig kunnen we door Gods genade worden verlost van de boze, door gebed en bevrijding.

 

Als we moedwillig in de zonde blijven liggen en het een dwangmatige verslaving wordt, zullen we niet bevrijd worden uit een demonische gebondenheid. We moeten daarom ook gewillig en bereid zijn (en worden gemaakt) om door de Heere te worden bevrijd en geholpen.

 

 

11.10 Het principe van zaaien en oogsten

We lezen in Gal.6:7-10: ‘Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want wat de mens zaait, dat zal hij ook oogsten. Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis oogsten, maar die in de Geest zaait, zal uit de Geest het eeuwige leven oogsten.

Doch laat ons, goed doende, niet vertragen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij niet verslappen. Zo dan, terwijl wij gelegenheid hebben, laat ons goed doen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof.’

Jakobus leert ons het wijze principe in Jak.3:18: ‘Maar de vrucht van de rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor hen, die vrede maken. In een Engelse vertaling (deNEB) staat er: ‘True justice is the harvest reaped by peacemakers from the seeds sown in a spirit of peace.’  De vredestichters, die het goede zaad zaaien, doen dit vanuit de gezindheid van vrede – wij zien hierin de gezindheid van de Vredevorst, Jezus Christus.

 

Leef naar de principes in de Bergrede

 

Het principe van zaaien en oogsten komt ook duidelijk naar voren in Luk.6:27-38. Lees deze woorden van Jezus in de Bergrede maar eens door! Wij dienen onze vijanden lief te hebben (de verzen 27 en 35). In vers 36 worden wij aangespoord: ‘Weest dan barmhartig, gelijk ook uw Vader barmhartig is.’ In vers 37 leert Jezus ons: ‘En oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld worden; veroordeeld niet, en gij zult niet veroordeeld worden; laat los, en gij zult losgelaten worden. Geeft, en u zal gegeven worden; een goede, neergedrukte, en geschudde en overlopende maat zal men in uw schoot geven; want dezelfde maat, waarmee gij meet, zal u weder gemeten worden.’

Een bekend gezegde leert ons: ‘Wie wind zaait, zal storm oogsten.’ Het blijkt uit deze aangehaalde teksten dus duidelijk, dat wat je bij een ander op het brood smeert, je eenmaal zelf zult moeten opeten. Wat smeren wij een ander aan? Als we goed doen, zullen we goed ontmoeten. Eigenlijk zijn we wel altijd aan het zaaien. We plakken bewust of onbewust met stickers.

In een boekje van Max Lucado gaat het over het plakken van sterren of grijze stippen op andere mensen: ze waarderen iemand positief door hem of haar een ster te geven en negatief door bij iemand een grijze stip op te plakken. Als je beseft dat je bij God geliefd bent en je bent daar tevreden mee, blijven zowel de sterren als de grijze stippen niet op je plakken. Als je jezelf bij God aanvaardt weet, doen de grijze stippen van afwijzing niets bij jou. Mensen kunnen dan allerlei vuil zaad (roddels en laster) over je uitstrooien, maar het vindt geen goede voedingbodem in je hart, het landt gewoon niet bij je. Je mag het allemaal overgeven in de handen van jouw Heiland, Die ook de valse beschuldigingen en laster heeft (weg)gedragen op het kruis. Met Hem is het alles aan het kruis genageld en onschadelijk gemaakt. Christus heeft ons hierin een voorbeeld nagelaten, door het onrecht volmaakt waardig te dragen. Lees hiertoe maar eens 1 Petr.2:18-25. In de verzen  23-24 lezen we over de lijdende Borg: ‘Die, als Hij gescholden werd, niet weder schold, en als Hij leed, niet dreigde; maar gaf het over aan Hem, Die rechtvaardig oordeelt; Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout; opdat wij, aan de zonden afgestorven zijnde, voor de gerechtigheid zouden leven; door Wiens striemen u genezen bent.’

Aan het kruis is het onkruid van de zonde tenietgedaan en is er een ruim veld geopend voor het reddend zaad van het Evangelie.

 

Als de negatieve gedachten eenmaal in de akker van je hart groeien, zal het verkeerde zaad zich daarop gaan vermenigvuldigen. Indertijd heeft Mark Virkler uit Buffalo, New York, de cursus ‘Zuiver van hart’ geschreven. Hij geeft daarin aan, dat hij in zijn eigen hart en leven als gelovige had ontdekt, dat ongeveer 80% van zijn denken negatief was: kritisch en aanklagend. Hij heeft op dit punt cursisten door testjes onderzocht. Het bleek dat zij ook 80% kritisch in hun denken waren. Dit gold ook voor voorganger John Arnott. Hij bemerkte dat veel mensen veroordelend spreken. ‘Ze praten maar door over hetgeen waardoor ze verwond zijn.’ John vervolgt: ‘Op die manier zijn we dan bezig in die toestand van 80% van onze tijd, waarop onze gedachten ter beschikking van de vijand zijn.’ Laten we ons (kerkelijk) leven hierin maar is grondig onderzoeken! Christenen die hoofdzakelijk kritisch denken kritisch zijn, stellen dus deze negatieve gedachten ter beschikking van de vijand. Dat is een zeer ernstige zaak! Deze negatieve gedachten worden geïnfiltreerd door het slangenzaad. Laten we geen slangenzaad bewaren en koesteren!

 

Door negatief en kritisch denken

 stellen wij hierin onze gedachten ter beschikking van de vijand

Het boze zaad van gevoelens van afwijzing en van veroordeling, wat in ons hart is gezaaid, kan  zich vermenigvuldigen en wordt dan door ons weer over anderen uitgestrooid.

 

 

11.11 Het zaad van recht en vergelding

Het is een zondige menselijke inslag geworden om te beschuldigen en anderen aan te klagen (in overeenstemming met satan, de aanklager der broederen). Het veroordelen van anderen is nogal eens geworteld in pijn en bitterheid. Als we daar mee bezig zijn geven we volgens Arnott ‘aan de duivel een sleutel van ons huis.’

 

Geef de duivel geen sleutel van je huis

 

Het zoeken naar recht en vergelding brengt het stinkende vuil naar boven, maar de liefde dekt de overtredingen toe en zal veel zonden bedekken (1 Petr.4:8). In Jak.2:13 leren we dat de barmhartigheid roemt tegen (zegeviert over) het oordeel.

 

In Matth.18:23-35 lezen we de opmerkelijke gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. Een koning handelt daarin zeer barmhartig met een dienaar die een enorme schuld bij hem had. Dit was 6000 maal het dagloon van een arbeider uit die tijd. De koning handelde met hem op het gebied van de genade en vergeving…. en schold hem de schuld kwijt.

Daarna greep deze slaaf een medeslaaf bij de keel, die hem 100 maal een dagloon schuldig was en zei: ‘Betaal mij wat je schuldig bent!’ De medeslaaf viel aan zijn voeten neer en zei: ‘Heb geduld met mij, en ik zal u alles betalen. De meedogenloze slaaf wierp hem echter in de gevangenis, totdat hij de schuld zou hebben betaald.

De koning was hier zeer vertoorn over en leverde hem de folteraars over, totdat hij zou betaald hebben al wat hij hem schuldig was (vers 34). In vers 35 leert Jezus ons verder: ‘Alzo zal ook Mijn hemelse Vader u doen, indien gij niet van harte een ieder zijn broeder zijn misdaden vergeeft.’

 

De folteraars van zulke onbarmhartige misdadigers kunnen in dit leven kwellende demonen zijn, die werken met geselslagen van spijt, wroeging, angst en depressie.

Counselor dr. Niel T. Anderson is oprichter van ‘Free in Christ Ministries’ en auteur van vele (pastorale) boeken. In zijn boek ‘Vrijheid in Christus’heeft hij het over onvergevingsgezindheid. Hij verklaard ons: ‘God zal Zelf ons overleveren aan ‘de folteraars’, als we anderen niet vanuit ons hart vergeven (Matth.18:34). Hij wil niet dat we vastgeketend blijven aan ons verleden. Ik geloof dat de grootste en makkelijkste toegang die satan heeft tot de kerk vandaag onze onvergevingsgezindheid is naar mensen die ons iets hebben aangedaan. Dat geldt in ieder geval wel voor duizenden van de mensen met wie ik heb mogen werken.

Als je seksueel misbruikt bent, heb je waarschijnlijk geworsteld met gedachten als: Ik kan die persoon nooit vergeven… of: Ik haat die persoon… of: Ik wil hem niet vergeven, maar ik wil dat hij net zoveel lijdt als hij mij heeft laten lijden. Satan is dan waarschijnlijk bezig je te folteren. ‘Maar je weet niet hoe erg die persoon me verwond heeft,’ zul je misschien zeggen. Dat klopt, maar op deze manier is deze persoon je nog steeds aan het verwonden.

 

Leer te vergeven

 

Vergeving is het middel waarmee we onszelf kunnen bevrijden van de misbruikers en mishandelaars. We moeten vergeven, zoals Christus ons heeft vergeven.’

 

We dienen als christenen absoluut een vergevingsgezinde houding te hebben. De Studiebijbel geeft aan: ‘Vergeven zonder vergeten is geen vergeving van het hart. Het moet een waar genoegen voor een gelovige zijn een broeder of zuster die verkeerd heeft gehandeld, te vergeven.’

De onbarmhartige slaaf had de vrucht van genade en vergeving nog maar net mogen oogsten; hij had daarom toch ook zeker moeten zaaien met hetzelfde zaad en niet met het slangenzaad van recht en vergelding.

 

Als je niet kunt vergeven,

 zul je slangenzaad oogsten in je eigen leven

 

John Arnott kwam tot inkeer en vroeg: ‘Mijn gebed is, Heere, ik zou graag helemaal herzien willen worden. Help me om tenminste 20% negatief en 80% positief te worden.’ Satan komt op een occulte wijze als een dief in de nacht, om ons te beroven van positieve gedachten en het mooie in ons (geestelijk) leven kapot te maken. Arnott geeft ons door: ‘Hij is altijd de aanklager, de vernietiger. Zijn doel is schuld, hopeloosheid, zonde en aanklacht voort te brengen. Als wij onze gedachten in krijgsgevangenschap willen brengen, hebben wij het nodig vrij te worden van de claims die de vijand heeft op onze levens. We lezen hierover in 2 Kor.10:4-5: ‘Want de wapens van onze krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot neerwerping van de sterkten. Daar wij de overleggingen terneer werpen, en alle hoogte, die zich verheft tegen de kennis van God, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus.’

We moeten in de geestelijke strijd krachtige wapens voor God gebruiken. Dat zijn wapens die krachtig zijn in Gods ogen. Door vleselijke wapens van de oude menselijke natuur kunnen geen goddeloze bolwerken en vestingen worden neergehaald. Deze vleselijke vestingen zijn zondige redeneringen, meningen en overwegingen (in het Grieks: ‘logismoi’). Dat zijn in het verband van de tekst kritische en beschuldigende meningen van tegenstanders. De tegenstanders kwamen met menselijke negatieve gedachten, die zich tegen de kennis van God verzetten. Deze gedachten moet je door het geloof krijgsgevangen nemen en onderwerpen aan Christus. Aanvaard hierin Gods heilsplan door het geloof in Jezus Christus. Breng het alles onder de gehoorzaamheid van het geloof. 

 

Onderwerp alle negatieve gedachten gelovig aan Christus

 

 

11.12 Loren Cunningham: ‘Een zuiver hart’  

 

Leerzame geschiedenis

De wereldwijd bekende Loren Cunningham, oprichter van Youth With a Mission (Jeugd met een Opdracht), heeft het inspirerende boek “Is dit echt van U, Heer?’geschreven. Loren is in 1935 geboren en kreeg op 13-jarige leeftijd al een roeping vanuit Mark.16:15: ‘Gaat heen in de gehele wereld en verkondigt het Evangelie aan de ganse schepping (aan alle creaturen).’ Later liet de Heere  hem zien dat ‘golven van jonge mensen’ over de wereld zouden gaan om het Evangelie uit te dragen.

In 1983 werden er al 15.000 vrijwilligers in kort verband door JmeO uitgezonden, om het Evangelie in woord en daad uit te dragen. Zij hadden toen 3800 fulltime medewerkers, een universiteit op Hawaï, 113 permanente bases en 70 scholen in 40 verschillende landen. In 1982 ging het zendingsschip ‘The Anastasis’ (De Opstanding) voor JmeO de vaart in. In 1999 had Loren Cunningham persoonlijk alle 243 landen in de wereld bezocht en er het Evangelie gepredikt.

 

Loren benadrukt in zijn boek, dat op het gebied van geestelijke leiding niets zo belangrijk is als de relatie met Hem, Die de leider is. Als Hij leiding geeft, doet Hij dat vaak innerlijk, door Zijn Heilige Geest, ‘met zachte stem’, zodat alleen zij Hem verstaan, die een nauwe band met Hem hebben. Er is reiniging en zuivering van het hart nodig om Gods stem beter te leren verstaan en Hem onvoorwaardelijk te gehoorzamen.

Er is reiniging nodig

om Gods stem beter te leren verstaan

 

Loren heeft dit zelf moeten ervaren, om daarna een bruikbaar vat voor de Heere te kunnen zijn.

Door de leiding van zijn kerkgenootschap, waar hij predikant was, werd hem niet toegelaten om ook jongeren uit andere kerkverbanden mee te nemen op zijn zendingtochten. Hij kon niet akkoord gaan met ‘de kerkelijke spelregels’, waarin hij niet meer speelruimte kreeg dan een team van 10-20 jongeren per jaar. Directeur Zimmerman had hem hierin voor de keus gesteld. Het speet deze man oprecht dat Loren door zijn keus de staf van deze moest organisatie verlaten. Loren wilde echter Gods leiding volgen en moest daardoor zelfs zijn predikantschap binnen zijn kerkverband opgeven. Na zijn ontslag voelde hij zich kapot en verward van binnen. Hij werd in zijn roeping afgewezen, maar wilde er geen negatieve gevoelens over hebben. Hij voegde er het zwijgen aan toe. Hij schrijft er verder over: ‘Ik was vastbesloten niet opstandig te zijn… maar toch was er al een virus van bitterheid binnengeslopen.’ Het speelde zich af in de plaats Springfield in de VS.

 

Laat je geloofsleven niet blokkeren door negatieve gevoelens

 

Tijdens zijn evangelisatiewerk in Nieuw Zeeland werd Loren echter op geestelijke wijze geblokkeerd. Hij werd door de Heere gedrongen om zich zeven dagen af te zonderen voordat hij zijn zendingswerk zou aanvangen. In het huis waar hij logeerde werd zijn hart door de God gezuiverd. Na de derde dag van zijn vastentijd vond de doorbraak plaats. Loren geeft aan: ‘Het leek alsof ik geopereerd werd aan mijn ziel. Ik lag languit op de grond te wachten op God. Plotseling voelde ik het scherpe mesje in mijn geweten aan het werk gaan.’ Het kwam in zijn hart: ‘Herinner jij je Springfield?’ Hij verhaalt ons verder: ‘Sneller dan ik voor mogelijk had gehouden herinnerde ik me allerlei voorbeelden, waarin ik me een bepaald oordeel had gevormd of een bepaalde houding had aangenomen. Ik besefte hoe kritisch en bitter ik eigenlijk was tegenover de leiders van mijn denominatie, omdat zij de visie van JmeO niet met me deelden… met name tegenover mijn broeder Thomas Zimmerman.’

Loren vervolgt: ‘Al twee jaar (…) ging ik gebukt onder de pijn van hun afwijzing, en in stilte was ik mijn eigen kerkelijke achtergrond gaan ontkennen. Plotseling zag ik hoeveel tijd ik had verknoeid door te proberen mijzelf en mijn eigen ideeën te verdedigen. Die tijd was ten koste gegaan van het echte werk dat gedaan moest worden: met andere mensen over Jezus spreken.

In tranen vroeg ik God om vergeving. Van nu af aan wilde ik werkelijk positief spreken over mijn vroegere leiders. Ik kon weer dankbaar zijn, zowel voor hen als voor wat ik van hen had meegekregen. En als deze visie echt van God was, kon ik Hem die ook Zelf laten verdedigen. Terwijl ik daar op de groene vloerbedekking lag, wist ik dat God me had gehoord en vergeven.’

 

Daarna werd Loren ontdekt aan zijn trots. Hij besefte hoeveel keer hij iets had gedaan of gezegd om erkenning van mensen te verwerven in plaats van die van God. De woorden van zijn moeder kwamen hem weer in de gedachten: ‘Zoon, als je trots wordt, kan God je niet meer gebruiken…’

 

Waak ervoor dat trots je niet onbruikbaar maakt voor God

 

Ook de zonden in zijn gedachteleven kwamen hem voor de aandacht. Wat er in hem opkwam, bekende hij, terwijl hij God hierbij vroeg om hem te vergeven en hem te helpen om deze zonden de rug toe te keren.

Daarna schreef Loren een aantal brieven naar personen waar hij nog zaken in orde moest maken. Bovenaan het stapeltje brieven lag de envelop die was geadresseerd aan Springfield, Missouri, met daarin de brief: ‘Beste broeder Zimmerman…’

Loren verklaart: Het was een bijna ondraaglijke opgave, maar die avond kroop ik onder de dekens met een gloednieuw gevoel van reinheid.’

 

Deze gebeurtenis betekende een positief keerpunt. Loren geeft ons door: ‘Het is het punt dat ieder, die de stem van de Heere wil kunnen verstaan, moet passeren. We kunnen Hem veel beter horen als we tot Hem komen met een gereinigd hart. Het proces van bekentenis is er één dat nooit eindigt, maar ik had tenminste een begin gemaakt!’

Daarna is er door de jaren heen een rijke zegen gevolgd in het leven van Loren Cunnigham en de organisatie Youth With A Mission.      

 

11.13 Heb je vijanden lief

Wellicht heeft de duivel, als een dief in de nacht, weer eens een keer boze gedachten in je leven heeft gezaaid, je veld daarbij beschadigd en je van je geestelijk rust beroofd. Op allerlei onbewaakte ogenblikken kan hij binnenkomen. Hij maakt gebruikt van negatieve omstandigheden en mensen die ons benadelen en veroordelen. Hij zaait op een wettische, rechthebbende wijze, om te vergelden. Als wij zijn benadeeld, veroordeeld en beschadigd, hebben wij de neiging om hen die kwetsen en kwellen wel eens betaald te zetten, om ze met gelijke munt terug te betalen. Als we willen leven vanuit de het leven en denken van Jezus Christus, moeten wij dit zeker niet doen! Wij behoren onze vijanden juist lief te hebben… en dienen te leven vanuit de principes van de Bergrede (Matth.5-7).

 

Pas op voor ‘energie slurpende wonden’

 

Het is opvallend dat er veel geestelijke en psychische problemen blijven bestaan in de christelijke gemeenten. Dit kan staat het welzijn van de slachtoffers en hun directe omgeving in de weg. John Arnott heeft het over ‘energie slurpende wonden’. Hij verklaart in een artikel over het belang van vergeving: ‘Ik ben meer dan 17 jaar voorganger geweest. Eén ding heb ik in die tijd ontdekt en dat is dat verwondingen en verwoestingen in mensenharten en levens veel energie en ruimte wegzuigen. De mensen hebben zoveel energie nodig enkel en alleen om te proberen de dag door te komen, dat er weinig overblijft om aan anderen te kunnen geven.’ En dit is nu juist de bedoeling van de duivel: om de gelovigen zoveel mogelijk op geestelijk gebied te verlammen, zodat ze geen afbreuk kunnen doen aan zijn rijk, en anderen geen geluk kunnen geven.

 

11.14 Het zaad van genade en vergeving

We moeten leren om niet te zaaien met het zaad van recht en vergelding, maar met het zaad van genade en vergeving. Want wat wij zaaien zullen wij ook oogsten.

John Arnott merkt op: ‘Er wordt veel energie gestopt in het vasthouden van onze boosheid, pijnen en vrezen, die ons terneer drukken.’ Hij geeft aan dat, als we leven vanuit genade en barmhartigheid en anderen vergeven, wij zullen bemerken dat Zijn juk zacht is en Zijn last licht.

 

John Arnott heeft geleerd: ‘Recht is goed, maar genade is beter.’ Hij verklaart ons: ‘Als je gerechtigheid wilt, raak je betrokken in dezelfde regels. Het is de wet van God en het is goed en eerlijk, maar het is ook de arena waarin satan volop verkeert. Hij is de meester-officier van justitie, de meester-aanklager. Het probleem is dat niemand van ons enige hoop voor de eeuwigheid kan hebben, als we alles ontvingen wat we verdienden. Er is echter een plaats waar satan je niet kan volgen om je aan te klagen. Dat is de plaats van de genade van de Heere Jezus Christus, de plaats van genade, liefde en vergeving. Het is een hogere en betere plaats. Als we leven in genade en vergeving, dan kan satan ons daar niet volgen.’

Het is begrijpelijk dat de duivel niets weet van genade en vergeving; deze weg is namelijk voor hem afgesloten. Hij wil wraak uitoefenen… dat is de enige manier dat hij zich kan laten gelden. De duivelen geloven dat God een enig God is, en zij sidderen (Jak.2:19).

 

Zaai niet het zaad van recht en vergelding,

maar van liefde en vergeving

 

Als we zaaien met het zaad van recht en vergelding, hebben we kans dat onze tegenstanders ook hun recht proberen te halen. Wat wij hen vergelden, zullen ons terug willen vergelden. Jezus leert ons in Matth.5:11: ‘Zalig bent u, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.’

In Matth.5:23-26 gaat het erover dat je jezelf met je broeder moet verzoenen (terwijl hij wat tegen je heeft) en dat je welgezind moet zijn jegens je tegenpartij. Als iemand een ander met de rug van zijn hand op de rechterwang sloeg (Matth.5:39) werd dit door de Joden als één van de ergste beledigingen beschouwd. Toch behoor je als christen geen weerstand te bieden aan zulk een onrecht, maar de andere wang toe te keren. De Studiebijbel verklaart hierbij dat Jezus hier niet een beter rechtsprincipe eist, maar een houding… die alle rechtspraak overbodig maakt.

In Matth.5:44-45a houdt Jezus ons voor: ‘Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel aan hen, die u haten; en bidt voor hen, die u geweld doen, en die u vervolgen. Zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is.’ In de Goed Nieuws Bijbel staat er: ‘Dan pas zult u echte kinderen zijn.’ Dan mag je het werkelijk laten zien dat je Jezus navolgt en dat je zaait met het zaad van liefde en vergeving.

 

11.15 Heidi Baker: ‘Door liefde gedreven’

 

Leerzame geschiedenis

 

Zendelinge Heidi Baker heeft door Gods genade veel zegen mogen uitdelen in Mozambique. Ze heeft met haar organisatie daar al duizenden (wees)kinderen geholpen en opgevangen. Daarbij zijn er ook duizenden kerken gesticht. God doet daar zeer opmerkelijke wonderen. Zij doet er verslag van in haar boek ‘Door liefde gedreven’. Hierin beschrijft ze het zendingswerk naar de principes van de Bergrede. Ze heeft ‘door de liefde van Christus gedreven’ in liefde mogen zaaien. Door veel beproevingen heen heeft ze ook een rijke oogst meegemaakt, een oogst die door Gods genade in Mozambique steeds groter wordt.

 

Laat je motiveren en aansporen

door de liefde van Jezus Christus

  

De ervaring heeft haar geleerd om in moeilijke omstandigheden, waarin je wordt bedreigd en vervolgd, te reageren in de tegenovergestelde geest.

Hoe kun je blijven liefhebben te midden van pijn en vergeven te midden van boosaardigheid? Heidi geeft aan dat de vreugde van God de haar kracht is (Neh.8:10). Ze laat ons verder weten in het hoofdstuk ‘Gelukkig de vredestichters’: ‘Dat moeten we niet vergeten, vooral als de strijd hevig wordt. De afgelopen anderhalf jaar is veruit de moeilijkste tijd van mijn leven geweest. Vrienden en baby’s zijn gestorven; er is ziekte geweest, overstromingen, emotionele trauma’s, enorme financiële noden, grote verliezen van bezittingen, bedreiging van ons leven, laster en verraad. Maar hoe moeilijker het wordt, hoe sterker we onze blik richten op die prachtige, volmaakte prijs: Christus Jezus. Altijd weer is Hij het allemaal waard.’

 

Heidi maakte met de kinderen in het christelijke kinderdorp in het zuiden van Mozambique vooral in 1996-1997 aangrijpende vervolgingen mee. De regering schreef zeven lasterende leugens over hen en beschuldigde hen van allerlei misdaden. Het kindercentrum moest worden ontruimd en honderden hulpbehoevende kinderen moesten ze noodgedwongen aan de zorg van de Heere overlaten. De kinderen bleven standvastig in het christelijk geloof, ondanks de bedreigingen van de atheïstische regeringsambtenaren.

Heidi verhaalt ons verder: ‘Onze wapens zijn een vast geloof, zachtmoedigheid, vrede, geduld en een liefde die onweerstaanbaar is. In Hem kunnen we nooit verliezen. Als we voor de lage weg kiezen – de enige weg – verliezen we nooit. Als we in de tegenovergestelde geest reageren – oorlog bestrijden met liefde, haat bestrijden met vergeving en kwaad terugbetalen door goed te doen – dan winnen we altijd. De Bergrede kan op geen enkel punt worden verbeterd. Als wij Jezus’ voetsporen volgen naar het kruis – de weg van treuren, zachtmoedigheid, genade, nederigheid, honger, dorst en vrede stichten – dan worden we echt gezegend. God keert in Zijn liefde alles om!’

 

Reageer met liefde op haat en tegenstand

 

Ze laten ons weten over het positieve vervolg: ‘God heeft ons geloof beloond en wij hebben nu in Pemba een eigen terrein dat meer dan zeven keer zo groot is als wat we in 1997 kwijt geraakt waren. Jaren later hebben dezelfde overheidsambtenaren, die ons destijds vervolgden en onze kinderen afranselden, ons bedankt dat we in het land zijn gebleven.’

 

 

11.16 Het Vrouwenzaad en het Evangelie

Jezus heeft Zichzelf uit liefde opgeofferd. Het zaad van recht en vergelding werd bij Hem als het ware geoogst. Je kunt dit onder meer lezen in Jesaja 53. In vers 10 lezen we: ‘… Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien.’ Het zondige zaad van de slang heeft vanaf de zondeval de wereld en de mensen vervuld met onkruid. Tegen dit onkruid was geen goed kruid gewassen. In het zaad van het reddend Evangelie zit ook de genade en de vergeving. Vergeven betekent eigenlijk ‘ver-wèg-geven’. De zonde wordt bij vergeving weggegeven aan de Heere Jezus.

 

Het Lam van God neemt de zonde van de wereld weg

 

Hij neemt als het Lam van God de zonde van de wereld weg. Letterlijk staat er in Joh.1:29: ; Zie, het Lam van God, Dat de zonde der wereld wegneemt!’ Het Griekse woord ‘airō’ heeft hier de algemene strekking van ‘uit de weg ruimen’, ‘wegdoen’. Hij werd op aarde tot zonde gemaakt, terwijl Hij geen zonde heeft gedaan, maar volledig onschuldig was. David geeft aan in Ps.69:5, dat hij zonder oorzaak wordt gehaat en moest weergeven wat hij niet geroofd had.

In vers 2 van de berijmde Psalm zingen we:

 

‘Men eist van mij, daar ik m’ onschuldig ken,

’t geroofde weer; ‘k moet voor voldoening zorgen.’

 

Dit geldt zeker voor het onschuldige Lam van God.

 

Satan heeft de wereld onrechtmatig toegeëigend en vervuild met het boze zaad. Hij heeft zich als een rover van Gods bezit en eer opgesteld. Zijn geestelijk zaad, de door hem geïnspireerde zondaren, hebben hem hierin nagevolgd. Jezus zei tegen de ongelovige Joden in Joh.8:44: ‘U bent uit de vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen.’ Je ziet hierin dat de duivel het wettische zaad van recht en vergelding in hun harten had gezaaid. Het kwaad werd bij de Joden zo vermenigvuldigd dat ze uiteindelijk met de wet in de hand om vergelding schreeuwden. We lezen in Joh.19:7 dat de Joden Pilatus antwoordden: ‘Wij hebben een wet, en naar onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelf Gods Zoon gemaakt.’

 

Tegenover het wettische zaad van recht en vergelding

 is er het bevrijdende Evangeliezaad van liefde en vergeving

 

Jezus heeft, als het Zaad van de vrouw, satan en zijn onrustzaaiers overwonnen door zijn offer aan het kruis. Hij is de grote Rustaanbrenger, de Silo. We lezen zo heerlijk in Jes.53:5: ‘Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.’

Zodoende heeft Hij een ruim veld geopend op de aarde, een toebereide aarde, waar het zaad van het Evangelie rijke vrucht mag voortbrengen.

 

Hij spreekt in Joh.4:35 het nog steeds actuele woord: ‘Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want zij zijn alreeds wit om te oogsten.’ Het geluid van het Evangelie is door de eeuwen heen over de gehele aarde uitgegaan, en de woorden van de Evangeliepredikers tot het einde der wereld (Rom.10:18).

De gelovigen behoren te leven vanuit het leven van de genade en de vergeving. Zij zijn niet onder de wet, maar onder de genade (Rom.6:14).

‘Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet opnieuw met het juk van de dienstbaarheid bevangen’ (Gal.5:1). Wat in Christus kracht heeft is de genade, door de liefde werkende (Gal.5:6). Wij zijn tot vrijheid geroepen… om elkaar door de liefde te dienen (Gal.5:13). Lees hier meer over in de Galatenbrief!

 

Het Evangeliezaad van liefde en vergeving in Jezus Christus

 moet ruim worden uitgestrooid in de wereld

 

Gelovigen moeten het Evangeliezaad van Gods liefde en vergeving in Jezus Christus ruim uitstrooien in de wereld. Zij mogen ook als arbeiders ingaan in de oogst. Het is hierbij heerlijk om te weten dat God Zelf de oogst en de rijke vrucht geeft.

We lezen hierover in Jes.55:10-11: ‘Want gelijk de regen en de sneeuw van de hemel neerdaalt, en derwaarts niet weerkeert; maar doorvochtigt de aarde, en maakt, dat zij zal voortbrengen en uitspruiten, en zaad zal geven de zaaier, en brood de eter; alzo zal Mijn Woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij weerkeren; maar het zal doen, wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zal zenden.’

 

Waar God Zijn Woord zendt, zal het voorspoedig zijn