Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat
15. Herstel van depressie en agressie
15.1 Invalspoorten voor boze machten
Bij gevoelens van afwijzing kunnen velen behept zijn met geesten van boosheid en angst. Als het bij tijden dwangmatig en obsessief wordt, is dit het teken dat ze de controle over zichzelf min of meer verliezen. Vaak liggen hier niet goed verwerkte traumatische ervaringen of aan de hand gehouden zonden aan ten grondslag.
Zonden en onverwerkte traumatische ervaringen
geven openingen voor boze machten
Wilkin van de Kamp geeft aan, dat een invalspoort ontstaat als wij Gods waarschuwingen negeren en bewust zondigen. Door boosheid te blijven koesteren, angst ruimte te geven en onvergevingsgezind te blijven, wordt een toegangsdeur voor demonen opengezet. Wij moeten schadelijke zonden in ons leven belijden, er tegen strijden en ze laten.
Wilkin waarschuwt: ‘Een zonde uit het verleden blijft altijd aanwezig zolang we hem niet openlijk beleden hebben.’
In Gen.4:7 lezen we dat God de boze Kaïn nog heeft gewaarschuwd, voor hij Abel ‘in dolle drift’ heeft doodgeslagen. De boosheid had Kaïn bezet. We lezen in vers 7 dat God hem toespreekt: ‘Indien u niet goed handelt, ligt de zonde als een belager aan de deur, wiens begeerte naar u uitgaat, doch over wie u moet heersen.’
In de New English Bible wordt vertaald, dat de zonde als een demon voor de deur ligt. Het gaat hier over de poort, ingang of opening van het hart. In het Hebreeuws staat er ‘deuropening’. In de Studiebijbel wordt hierbij aangegeven: ‘De zonde ligt als een roofdier bij de deur, gereed en verlangend om de mens te bespringen. Dit beest moet in bedwang gehouden worden; er moet over worden geheerst.’
Demonen zijn aanstokers van zonde en ziekte
De vele miljoenen demonen, de geestelijke boosheden in de lucht (Ef.6:12), zijn de aanstokers van zonde en ziekte in het leven van de mensen. Zij veroorzaken dwangmatigheden, demonische gebondenheid en occulte belastingen, waarvan we door Gods genade op het gebed verlost kunnen worden. We lezen veel over bevrijdingen en genezingen in het Nieuwe Testament. Ongeveer een derde van de tekst in Markus gaat over genezingen en het bevrijden (uitwerpen) van boze geesten.
Jezus toont hierin Zijn grote macht – door het geloof in Hem is er ook nu nog bevrijding en herstel mogelijk.
In Luk.13:11 gaat het over een vrouw, die achttien jaren lang een geest van ziekte (van zwakte) had. In vers 16 geeft Jezus aan: ‘En deze, die een dochter van Abraham is, welke de satan, ziet, nu achttien jaren gebonden had, moest die niet losgemaakt worden van deze band, op de dag van de sabbat?’ Ze was gebonden door een geest, die de ziekte of zwakheid veroorzaakte.
Wilkin van de Kamp ziet ook traumatische ervaringen als een invalspoort voor demonische infiltratie. Hij verklaart ons in het handboek ‘Geboren om vrij te zijn’:
‘Op het moment dat iemand een traumatische ervaring ondergaat (psychisch of lichamelijk) is zo iemand niet in staat de controle over zichzelf te handhaven en is hij erg gevoelig voor de aanvallen van demonische machten. In deze ogenblikken kan het bewustzijn op een lager niveau functioneren of zelfs uitgeschakeld worden. De vijand heeft geen respect voor de kwetsbare situatie waarin iemand zich dan bevindt. Integendeel, traumatische ervaringen (verkeersongelukken, ernstige ziekten, misbruik, shocks, angstige ervaringen, enz.) kunnen op deze wijze een invalspoort vormen voor de duivel, die brullend rondgaat, zoekend wie hij zal verslinden. En net als een hyena zal hij het zwakke en het kwetsbare als eerste aanvallen. Hij zal niet aarzelen een pijl (demon) op de getraumatiseerde af te schieten. Daarom roept Paulus ons op altijd de wapenrusting van God te dragen (Ef.6:11 v.v.).’
De duivel is er middels zijn boze engelen op uit om te verderven wie hij kan verslinden. Ze maken kans bij onbeschermde, beschadigde mensen. Door het geloof kunnen ook getraumatiseerde en beschadigde gelovigen de gehele wapenrusting van God aandoen tot hun bescherming. Ze worden geboden om de wapenrusting op te nemen, om te kunnen blijven staan in de positie, die ze hebben ontvangen in Jezus Christus. Ik denk dat ze hierbij door pastorale zorg geholpen moeten worden. Ze moeten als zwakke en zieke gelovigen worden geholpen bij het aankleden. Luther heeft eens verklaard dat het bij de godsdienst gaat zoals in een ziekenhuis: Er zijn daar mensen die dragen en die gedragen worden.
Het kan gebeuren dat iemand met onverwerkte trauma’s zichzelf soms niet meer in de hand kan houden. Hij verliest dan de controle over zichzelf. Bij woedeaanvallen zeg hij dan dingen die hij normaal niet zou zeggen. Op den duur kan dit verder uit de hand gaan lopen en dwangmatiger worden. De boosheid overvalt hem steeds meer. Er kan dan zelfs sprake zijn van demonische gebondenheid of belasting, zodat er geestelijke hulpverlening nodig is..
Vaak speelt machteloosheid hierbij een rol. Het komt tegenwoordig veel voor binnen huwelijk en gezin. Het kunnen oorzaken worden voor depressiviteit en agressiviteit.
15.2 Depressiviteit
Geestelijke en psychische problemen hebben bijna altijd te maken met ‘derving’. Het gaat er dus om dat er een innerlijk gemis is (ontstaan). Dit diepingrijpende gemis leidt vaak tot vluchtgedrag (escapisme), agressiviteit en depressiviteit. We moeten dit toenemende probleem niet onderschatten. Depressiviteit is de meest voorkomende psychische stoornis in onze moderne samenleving.
De moderne samenleving is bijzonder vatbaar voor depressie
Enkele decennia geleden werd verklaard dat er 10 tot 15% van de Nederlanders aan depressie lijdt. De artsen werden toen al ruim een half miljoen keer per jaar geconsulteerd voor depressieve klachten. Depressie komt tweemaal zoveel voor bij jongeren dan bij volwassen mensen. De ‘depressiepiek’ ligt bij jongeren zo rond de 16 jaar. Het woord ‘depressie’ komt van de Latijnse woorden ‘depressio’ (het neerdrukken) en ‘depremere’ (neerdrukken). De depressieve mens heeft een gedrukte, (terneer)gedrukte stemming. Door de aanhoudende druk die ze ervaren wordt terugveren voor hen onmogelijk. Door de donkere bril waardoor ze het alles bekijken hebben ze geen realistisch beeld. Ze projecteren de zaken op hun eigen verbeeldingsscherm, dat niet goed is afgesteld. Je kunt een donkere wanhoopswolk op je scherm projecteren, maar ook een lachend hoopgevend zonnetje. Maar voor dit laatste hebben ze hulp van buitenaf of juist van Bovenaf nodig! Voor hen ‘is there no silverlining after every cloud’. Er zijn dan geen lichtpuntjes of gouden randjes op hun donkere, bewolkte lucht te zien. De symptomen van depressie zijn: droefgeestigheid, lusteloosheid, machteloosheid, angst en zorg, (valse) schuldgevoelens, boosheid, zelfbeklag en allerlei lichamelijke klachten.
Veel voorkomende oorzaken van depressiviteit zijn:
– teleurstelling
– gebrek aan zelfrespect en ontevredenheid over eigen capaciteiten en arbeid
– niets te kunnen doen tegen een ondraaglijke situatie
– ziekte en biologische storingen
Depressieve mensen hebben nogal eens (al is het dan ook diep in hun hart) zelfmedelijden. Je ziet je eigen problemen vaak als de ergste problemen. Je raakt teveel op jezelf en op je gevoelens gericht. Word geen klager of een mopperaar, daar is niemand goed mee! Zie naar anderen die het minder hebben. Ik las eens: ‘Iemand klaagde omdat hij geen schoenen had, totdat hij iemand zag die geen voeten had.’
Denk eens na over de volgende formule:
Beledigd of gekwetst te zijn + toorn x zelfbeklag = depressie.
Symptomen van depressiviteit zijn:
– Droefgeestigheid, verdriet en triestheid
– Lusteloosheid en het terugtrekken van jezelf
– Machteloosheid en hopeloosheid
– Angst en zorg
– Schuldgevoelens en zelfverwijt
– Boosheid, naar zichzelf en anderen
– Zelfmedelijden en zelfbeklag
– Allerlei lichamelijke klachten (suggestief en echt)
Als een (langdurige) depressie al geestelijke, psychische of lichamelijke schade heeft aangericht, zal er professionele hulpverlening ingeroepen moeten worden.
Als je regelmatig wordt overmand door angst en boosheid kan er (ook) een geestelijk probleem spelen, met infiltratie van boze machten. Dan is er geestelijke hulp nodig. Je moet wel bereid zijn om je zonden te belijden en te laten en het allemaal over te geven aan Jezus Christus. Hij kan de angsten en boosheden in je leven overwinnen.
Door een verkeerd denkpatroon
kan een depressie blijven voortduren
De grootste fout bij een depressie ligt vaak in het denkpatroon.
Kwaadheid en wrok blijven dan maar voortduren. Wrok is een bitter gevoel wegens geleden onrecht en een geneigdheid tot wraak. Boosheid kan in het bijzonder gericht zijn tegen iemand van je liefde hebt verwacht, maar die je daarin diep teleurgesteld heeft. Je kunt je ook in de steek gelaten voelen. Dit kan binnen in je een knagende worm worden, zodat je zelf het slachtoffer wordt van zondige gevoelens. Je moet leren je vijanden lief te hebben en geen toorn in je te laten overnachten (Zie: Ef.4:2, 31-32).
Samuel Gerber, de bijbelschooldirecteur, waarschuwt ons in zijn boekje over vermoeidheid: ‘Ergernis over mensen, die zo geheel anders zijn dan het product van onze dromen, maakt ons moe en verdrietig, en ten slotte ziek.’
15.3 Liefdesbanden of angstbanden
In het magazine ‘De Hoop nieuws’ van september 2010 wordt het belang van goede vriendschappen benadrukt. In deze uitgave van st. De Hoop in Dordrecht komen heldere, helpende gedachten aan de orde. Het belangrijke verschil tussen het hebben van ‘liefdesbanden’ of ‘angstbanden’ wordt aangetoond. Ze halen hierbij de Amerikaanse christenpsycholoog Jim Wilder aan. Deze benadrukt het belang van geestelijke vreugde en het hebben van gezonde liefdesbanden voor het geestelijk volwassen worden. Geestelijke vreugde ontvangen wij, als wij ons geliefd weten door de mensen die dicht bij ons leven. Daardoor worden wij gestimuleerd om onszelf ook in liefde aan anderen te geven. Hierin zien we, dat Liefde door liefde moet leven.
Liefde moet door liefde leven
Het belang van liefdebanden komt nog meer aan het licht tegen de achtergrond van duistere angstbanden. Vanaf de vroege kinderjaren kunt angstbanden worden gevoed door gevoelens van afhankelijkheid en afwijzing aan te kweken. Dit kan gebeuren als een kind wordt gekleineerd en achtergesteld en zich steeds maar niet waar kan maken. Het kind kan dan zijn of haar uiterste best gaan doen om er maar bij te horen en om het de anderen naar de zin te maken, in een slaafse opstelling. Andere kinderen kunnen dan moeilijk in de omgang worden en negatieve aandacht gaan vragen. Voor het aankweken van een evenwichtig zelfbeeld kan het negatief uitwerken als je blijft benadrukken dat het ‘geneigd is tot alle kwaad en onbekwaam is tot enig goed’. Hoewel het een theologische uitdrukking is (die je goed moet plaatsen), is het opvoedkundig beter om kinderen aan te moedigen, dat ze waardevol zijn en dat ze hun hoop op God moeten stellen. Je moet ze goed waarderen en niet afkraken en geestelijk afbreken.
In Ps.8:5 leren we dat God de mens heeft gekroond met eer en heerlijkheid (Glory and honor). In Ps.8:4 lezen we in de Engelse Bijbel: ‘What is man that You are mindful of him, and the son of man that You visit him?’ Visit betekent: ‘give attention to or care of’. Vanuit de Hebreeuwse grondtekst staat er: ‘dat U aandacht aan hem besteed… en dat U hem gedenkt’. Je kinderen daarom ook benaderen als waardevolle schepselen van God. De mens is het kroonjuweel van de schepping. In een vergelijking kun je zeggen, dat de menselijke parels door de zonde en eigen schuld zijn weggeglipt uit Gods handen. God wil ze echter weer oprapen uit het vuil en schoonmaken door het bloed van Jezus Christus. Dat is de boodschap van het Evangelie. Dit is een goed voorbeeld voor onze intenties bij een gezonde opvoeding.
Gezonde liefdesbanden ontstaan en groeien dus in de opvoeding.
Jongerenproblemen worden vaak door ouderen veroorzaakt. Door een verkeerde opvoeding ontstaan angstbanden.
In het artikel van De Hoop nieuws wordt gesteld: ‘Bij een angstband proberen mensen negatieve gevoelens als pijn, vernedering, schaamte, schuld en/of angst te vermijden.’ Je wilt dan een ander behagen en plezieren. Je wilt een ander niet boos maken. Het is een slaafse vrees. Op den duur laat je jezelf bij (nieuwe) relaties gemakkelijk door angst drijven. Je kunt dan bang zijn om iemand te kwetsen door je eigen mening te geven. Door angstbanden komt liegen en bedriegen veel voor bij kinderen en jongeren. Na de leeftijd van 10 jaar worden het meer bewuste leugens, daarvoor liegen kinderen veel uit angst (voor de straf).
In het artikel wordt ons geleerd: ‘Angstbanden kunnen veranderd worden in gezonde liefdesbanden, maar vraagt wel veel inzet. Essentieel is dat de echte gevoelens geuit gaan worden. Veel mensen vinden het eng om hun verdriet, hun boosheid, hun gekwetstheid te laten zien. Ook durven ze niet te zeggen wat ze wel en vooral ook wat ze niet willen, terwijl grenzen stellen juist erg belangrijk is. Ze zijn bang om belachelijk gemaakt te worden of om (opnieuw) gekwetst te worden.’
15.4 Liefde overwint
Lees 1 Kor.13 maar eens voor jezelf. Daarin zie je hoe belangrijk de genadegave van de liefde is. De genadegaven geloof, hoop en liefde overwinnen de haat, boosheid en angst. De liefde zal echter eeuwig verder mogen reiken dan geloof en hoop. En zo lezen we in 1 Kor.13:13: ‘En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; maar de meeste van deze is de liefde.’
De ware liefde is van God en door God. God is liefde (1 Joh.4:8). Dit is op aarde zichtbaar geworden in Zijn Zoon Jezus Christus. ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet zal verderven, maar het eeuwige leven zal hebben’ (Joh.3:16).
God heeft Zich door Zijn verbond aan zondige mensen verbonden. Dat is pas de echte liefdesband.
Gods verbond is Zijn liefdesband met mensen
Uit deze geweldige liefdesband komen alle liefdesbanden voort, die de gelovigen weer aan elkaar verbinden. Zolang ze in liefde aan God verbonden blijven, blijven deze draden van liefde naar anderen uitgaan… Deze draden van liefde gaan zelfs reddend en helend uit naar de ongelovigen. De geestelijke familieband moet zich steeds verder uitbreiden!
Liefde is gericht op anderen. Liefde wil delen en zich vermenigvuldigen. Liefde is mededeelzaam.
Liefde wil delen
Gelovigen zijn gered om anderen te redden. Zij mogen de ontvangen liefde niet voor zichzelf houden. De wereld zal ons moeten herkennen aan de onderlinge eenheid en de liefde die we uitstralen.Liefde is helpend en helend
Liefde is medisch: helpend en helend. Liefde overwint de angst. We lezen als belangrijk kerngegeven in 1 Joh.4:18: ‘Er is in de liefde geen angst, maar de volkomen liefde werpt de vrees uit.’ Het Griekse woord ‘phobos’ heeft in dit vers niet de betekenis van ontzag, maar ‘angst’. In de Statenvertaling lezen we in het hele vers: ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees buiten; want de vrees heeft pijn, en die vreest, is niet volmaakt in de liefde.’
Liefde overwint de angst
Angst kan een uiting van een onrustig geweten, omdat men niet zeker is van vrijspraak bij het oordeel van God. Door de ontvangen liefde is er wel vrijmoedigheid in de dag van het oordeel (zie in 1 Joh.4:17). Geestelijk gezonde gelovigen mogen weten wat we lezen in vers 19: ‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.’ Gezonde gelovigen kunnen met Paulus zeggen: ‘Want de liefde van Christus dringt ons’ (2 Kor.5:14). Vanuit de grondtekst staat er dat de liefde van Christus hem vast hield, in de greep hield. Paulus was in de greep van de liefde van Christus voor de mensheid. Dit bepaalde zijn leven en deed hem niet aan zichzelf denken. Zo denkt een goede herder en hulpverlener, naar het voorbeeld van Jezus, aan de schapen die aan zijn zorgen zijn toevertrouwd. Door de liefde van Christus kan een goede herder ‘zijn eigen leven’ geven voor de bedreigde en beschadigde schapen. Hij wordt gemotiveerd door de liefde van Christus en investeert iets van zijn eigen leven in hulpbehoevenden.
Een goede hulpverlener
wordt gemotiveerd door de liefde van Christus
Liefde kan vergeven. Haat is juridisch: wraakzuchtig en vergeldend. Boosheid kan niet vergeven en blijft wrok koesteren. Verderop wordt naar oplossingen gezocht op het gebieden van angst en boosheid. Jezus heeft getoond liefde tot Zijn vijanden te hebben. Hij heeft zelfs zijn leven gegeven voor vijanden. Hij kan liefdevol vergeven. Zijn vergevingsgezindheid is de redding voor vijandig gezinde zondaren. Zijn liefde overwint onze angst en boosheid. Het is een belangrijk en gelukkig principe, dat liefde ook de boosheid overwint.
Liefde overwint de boosheid
Zoek er dus naar om in liefde te (kunnen) vergeven!
Ik ontmoette een meisje dat dacht dat haar zonden niet vergeven konden worden, omdat ze zelf niet in staat was om anderen te vergeven (die haar diep hadden gekwetst). Er staat immers in het gebed des Heeren: ‘Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.’ Ik heb haar gemaild, dat ze haar leven aan Jezus moest overgeven… en dat Hij ook deze gevoelens (van niet te kunnen vergeven) kan wegnemen.
Als we gelovig in Zijn helende handen zijn, kan Hij ook onze beschadigde emoties helen.
Als we gelovig in de helende handen van Jezus zijn,
kan Hij ook onze beschadigde emoties helen
Dit is een tijd later ook met dat meisje gebeurd.
Jezus lost de zaken voor ons op die wij niet kunnen oplossen bij onszelf! Wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God (Mark.10:27).
15.5 Angst en boosheid
In de afbeeldingen die volgen zie je wat angst en boosheid kunnen uitwerken in je leven. Het kunnen ook andere negatieve gevoelens zijn die iemand blijft koesteren.
Hierdoor kun je zelfs een occulte belasting of gebondenheid oplopen. Je geeft de boze geesten van angst of boosheid dan een ingang in je leven.
Boze geesten vestigen zich via je gedachten op zwakke of zieke plekken in je geestelijk leven. Het zijn geesten die communiceren met onze geest. Je ziet op de afbeeldingen dat er insecten zijn binnengedrongen via een zwakke of beschadigde plek in de appel (een voorbeeld van het hart). De insecten leggen vervolgens de eitjes in de appel. Je kunt dit vergelijken met zaden van angst of boosheid, die wij op zwakke momenten hebben toegelaten in ons hart. Als we de angst niet tegenstaan (maar koesteren) en de boosheid niet verwijderen uit ons hart (maar zelfs voeden), zal het ernstige gevolgen kunnen hebben voor ons. De angst of boosheid zullen ons steeds verder verteren. Eigenlijk vreet zo iemand zichzelf op van boosheid. Er is een spreekwoord in Laos, wat ons leert: ‘Het is niet de mens die de opium eet, maar de opium eet de mens.’ De drug opium die ze daar eten, zal ze verteren. De zonde die je koestert, zal je uiteindelijk doden.
We zien verderop in het boek dat er gelukkig ook nog herstel mogelijk is. Wat in de natuur niet kan, kan door het herstellende en helende werk van Jezus Christus in het geestelijk leven wel.
Infiltratie van boze geesten gebeurt ook bij gelovigen
De infiltratie van boze geesten gebeurt ook bij gelovigen.
Ik was zelf jarenlang belast met een geest van angst. Dit kwam door een geestelijke teleurstelling en een diep ingrijpende ontmoediging. Dit is mijn Mara, mijn water van bitterheid of teleurstelling geweest. Ik heb dit niet goed kunnen verwerken, waardoor de teleurstelling en angst in mij bleven, zoals de zaden van angst in de afgebeelde appel.
Ook in de Bijbel zie je de Mara’s in het leven van de gelovigen. De satan had zeer begeert om de discipelen te ziften als de tarwe (Luk.22:31). Zij raakten teleurgesteld doordat hun Meester ging lijden en sterven aan het kruis. Dit was hun Mara, hun water van bitterheid of teleurstelling.
Je ziet ook een langdurige belasting in het leven van Jakob. Hij was teleurgesteld en diep bedroefd omdat zijn zoon Jozef er niet meer was. Hij bleef maar rouwbedrijven. Bij Jakob is er pas in de avond van zijn leven (op 130-jarige leeftijd) een oplossing gekomen, toen na jaren van depressie Jozef weer aan zijn leven werd toegevoegd. Toen Jozef op 17-jarige leeftijd is weggevoerd naar Egypte, moet Jakob ongeveer 108 jaar oud zijn geweest. Er was bij hem duidelijk sprake van een depressie, die zo’n 22 jaar heeft geduurd. Toen zijn zonen naar Egypte gingen om koren te kopen, zat de angst er bij Jakob nog diep in (zie dit maar in Gen. 42:4, 36, 38).
Het kan ook zijn dat gelovigen door het volharden in een zonde een occulte gebondenheid oplopen. Ze gaan dan dwangmatig door in deze of meerdere zonden.
Je ziet dit terug in het leven van David, die wellicht meer dan negen maanden zijn zonde met Bathseba verborg (want het kind was al geboren). Geestelijk, psychisch en lichamelijk had hij er echter veel onder te lijden. Hij werd er als het ware door verteerd. Voordat hij zijn zonden beleed, toen hij zweeg, verouderden zijn beenderen, terwijl hij de hele dag schreeuwde. Hij geeft verder door: ‘Want dag en nacht drukte Uw hand zwaar op mij; mijn levensvocht verdroogde als in zomerse hitte’ (Ps.32:3-4). Let er op: het vasthouden van zonde vreet aan je. In 1 Kron.21:1 lezen we bij het plan van David tot een zondige, hoogmoedige volkstelling: ‘Toen stond de satan op tegen Israël, en porde David aan, dat hij Israël telde.’
15.6 Kom uit je ommuurde vesting
Zorg dat je geen muren om je heen bouwt, om je zodoende af te schermen voor anderen. Achter die muren van je vesting ontstaat er dan een verstikkende sfeer. De angst kan beklemmend worden in de enge ruimte die je in jezelf hebt overgehouden. Angst en boosheid moeten eruit kunnen. Je kunt muren van zelfmedelijden en wrokgevoelens om je heen bouwen. Binnen deze muren heerst er een enge sfeer van eenzaamheid en leegte.
Jaren geleden schreef een meisje me het volgende: ‘Ik ben zo vol van machteloze woede en verdriet, alles is gebroken in me, iedereen keert zich tegen me. Ik kan zo niet schrijven. Als ik dan door iedereen gehaat word, vind ik het niet waard meer om te leven. Je denkt natuurlijk: is ze weer bezig met zelfmedelijden! Nou, je denkt maar. Niemand snapt me.’ Een andere keer had ze me al geschreven: ‘Waarom moet ik altijd met complexen rondlopen? Ik verberg m’n verdriet door als een verwaande trut over straat te gaan, maar ik weet me geen houding te geven hoor! Ik denk dat iedereen me minacht en me belazert waar ik bij ben. Bij niemand kan ik de ware liefde vinden, iemand die ècht van me houdt, van me houdt om hoe ik ben. Iemand die blij is als ik kom. Waarom ben ik zo eenzaam?’
Samuel Berger leert ons: ‘Wie zich in medelijden met het gekwetste ik baadt, verliest pas alle weerstandskracht en levensvreugde. (…) Wie alleen maar ontvangen wil, verstoort de gemeenschap en maakt zichzelf eenzaam. Wie graag deelt, schept gemeenschap. Echte liefde bouwt de gemeenschap op, want zij zoekt niet het hare. Overal waar wij het onze zoeken, ontstaan muren. Overal waar wij het voordeel en welzijn van anderen zoeken, ontstaat een brug.’
Door zelfmedelijden trek je dus muren op tussen jou en de anderen. Als je jezelf voor anderen afschermt en ommuurt, kunnen ze je niet bereiken en helpen. Je moet het dan zelf maar uitzoeken. Je kunt deze muren ook afbreken. Waarom ook niet? Breek de stenen van zelfbeklag, zelfzucht, angst, boosheid, wrokgevoelens en verbittering af in je leven. Trap die stenen van wrokgevoelens weg uit jouw muur! Sla toch een opening in deze kille isoleercel.
Je moet een opening maken in jouw isoleercel
Breek maar eens een groot gat in jouw verdedigingsmuur. Bouw er dan maar gelijk een poortje in, zodat je anderen kunt binnenlaten in jouw leven.
En als je een deur hebt gemaakt in je muur van weerstand, komt in het Evangelie ook een kloppende Jezus aan jouw deur (Openb.3:20). Hij wil dat je Hem toelaat in je leven. Hij zal je helpen, helen en rust geven. Hij nodigt ook jou (in Matth.11:28): ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven.’
Leg dan je wapens van tegenstand neer en open vol overgave de deur van je hart voor de Overwinnaar van jouw boosheid en angsten. Hij zal je dan niet afwijzen, maar aanvaarden zoals je bent. Daarbij maakt Hij dan iets moois van je leven.
Als je een poortje hebt gemaakt in je muur, kun je er ook zelf uit naar een ander toe.
Een gelovige heeft een thuisbasis en een uitvalsbasis. Je moet ook leren om een brug naar een ander te bouwen. Kom maar over de brug met je vriendelijkheid en belangstelling. Van geven word je rijk. Gods Woord leert ons zelfs in Hand.20:35: ‘Het is zaliger te geven, dan te ontvangen.’
Je moet een bron van levend water worden
Als je de geestelijke vreugde van ‘het geven van jezelf aan anderen’ hebt leren kennen, wil je blijven geven. Je wordt dan een bron van levend water, die steeds weer wordt aangevuld door de genade en liefde van de Heere Jezus Christus.
In Spr.11:24 lezen we dat iemand die uitstrooit, nog meer zal toegedaan worden. In vers 25 volgt daarop: ‘De zegenende ziel zal vet gemaakt worden; en die bevochtigt, zal zelf ook een vroege regen worden.’
Jezus is de Levensbron. Hij ging het land door, ‘goeddoende, en allen genezend die door de duivel overweldigd waren, want God was met Hem’ (Hand.10:38).
Paulus wekt de gelovigen op in Gal.6:9-10: ‘Doch laat ons, goeddoende, niet vertragen; want te zijnder tijd zullen wij maaien, zo wij niet verslappen. Zo dan, terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten van het geloof.’
15.7 God zoekt het weggedrevene
Jezus is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren is. Zondaren zijn als parels, die door de moedwillige val uit Gods hand zijn weggeglipt.
Jezus is gekomen om deze parels uit de drek te halen en weer helemaal schoon en schitterend te maken. Als wij tot Hem komen, accepteert Hij ons zo vies als we zijn… en Hij maakt iets moois van ons.
De vader van de verloren zoon omhelsde liefdevol Zijn vieze zoon. Hij gaf hem daarna onverdiend zijn waardigheid als geaccepteerde zoon terug, door hem een schoon kleed en een ring te geven.
15.8 Samen met Jezus ben je oneindig veel waard
In de zomer van 2009 zat er een jongen in mijn bijbelstudiegroepje die best wel een laag zelfbeeld had. Hij was gepest op de basisschool. De naam waarmee hij was gepest had hij zelfs opgenomen in zijn e-mailadres. Hij zei dat hij het niet erg vond. Hij was voorheen wel meer op de Bijbelstudie geweest, maar daarna een tijdje niet meer. Hij wilde zelfs geen uitnodiging op papier meer ontvangen. Ik vroeg hem toen of ik hem dan nog wel een uitnodiging mocht mailen. Dat was geen bezwaar. Hij was in 2009 toch nog een keer geweest, maar daarna wilde hij niet meer. Hij ging dan liever achter zijn computer zitten voor een voetbalspel. Er zat waarschijnlijk ook iets in van het zich niet aanvaard voelen in een groep. Zijn moeder had echter gezegd dat hij toch nog maar een keer moest gaan, om het dan op die avond af te zeggen. En op deze avond zat hij dus in mijn groepje.
Het verhaal kwam op de geschiedenis van David en Mefiboseth. Het ging er in het gesprek over hoe jij jezelf zag. Ik wist niet dat hij op de basisschool was gepest en hoe hij zichzelf zag. Hoe jij jezelf ziet heeft te maken met jouw identiteit. Wat is jouw identiteit. De identiteit van Mefiboseth was: dode hond.
Voor zijn waarneming heette hij dus: Mefiboseth Dode Hond. Ik vroeg de jongen waarom hij zo’n e-mailadres had. Ik zal dit adres een soortgelijke naam geven, bijvoorbeeld: krekel96@hotmail.com . Dat had dus te maken met zijn identiteit.
We gingen daarna verder in op de geschiedenis van Mefiboseth. Je kunt het lezen in 2 Sam.4:4, 2 Sam.9:1-13, 2 Sam.16:1-4 en 2 Sam.19:24-30.
Toen hij vijf jaar oud was, nam zijn voedster hem op en vluchtte zij met hem weg (na de dood van Sauls zoon Isboseth). Zij haastte zich, hij viel daarbij en werd kreupel aan zijn beide voeten. Dit ziet dus op een verlamming. Uiteindelijk verbleef hij in een uithoek van het land, in Lodebar (‘een zeer dor land’). Hij was hierbij het beeld van een angsthaas, die zich ver uit de buurt in een droge kuil schuilhield. Kan het minder? Heb je ook zo’n laag zelfbeeld? Als je dan alleen maar naar jezelf en je omstandigheden kijkt, is het uiterst triest met je gesteld. Dit kan echter wel veranderen! Ben je zo nog op jezelf of wil je bij een ander horen?
David is het voorbeeld van de Heere, als hij op zoek gaat naar een verloren, weggevluchte Mefiboseth. De goede Herder is ook op zoek naar zo’n verloren schaap. Hij wil het schaap weer bij Zich hebben, bij Zijn kudde. Het schaap moet in zijn ellendige positie niet op zichzelf blijven. Zoals zo’n schaap verward kan zitten in een stekelige struik, kun jij verward zijn in jouw negatieve gedachten over jezelf.
Je bent maar alleen, je voelt je in de steek gelaten. Is er nog iemand die om je geeft?
David had echter een verbond gemaakt met zijn vriend Jonathan. Jonathan is hierin een mooi voorbeeld of een type van Jezus. Mefiboseth hoorde bij zijn overleden vader Jonathan. Wellicht kon David zelfs uiterlijk het beeld van Jonathan in zijn kreupele zoon herkennen. De koning gedacht in ieder geval aan het verbond.
Je weet wel dat Jezus het hoofd is van het genadeverbond. De gelovigen zijn in Hem begrepen en daarom rechtvaardig voor God. Als je bij Jezus hoort, ben je rechtvaardig voor God.
Als je bij Jezus hoort, ben je rechtvaardig voor God
Jij bent dan in Hem (zoals in de Wijnstok) en Hij is in jou (door de Heilige Geest). ‘Met Zijn genade, majesteit en Geest wijkt Hij niet van de gelovigen’. Omdat Mefiboseth bij Jonathan hoorde, hoorde hij ook bij het verbond met David. Als je bij Jezus hoort heb je ook een nieuwe identiteit, namelijk ‘Jezus en jij’. Samen met Hem ben je heel veel waard. Het bedrag 100.000.000 euro is heel veel waard. Het bedrag 1 euro is niet veel waard. Het bedrag 100.000.001 is ook heel veel waard. Jezus en ik zijn samen heel veel waard, onbevattelijk veel! Het is met geen pen te beschrijven hoeveel je waard bent als je bij Jezus hoort… dat heeft eeuwigheidswaarde!
Aan de tafel met David had Mefiboseth waarschijnlijk niet veel last van zijn verlamde benen. Je kon dan niet zoveel van zijn handicap zien (daar zit ook een mooi beeld in). Maar wat kon Mefiboseth David eigenlijk bieden? Hij was hulpbehoevend. Wat kon hij voor David doen? Als hij aan de tafel van David zat, kon hij zien op de helden van David en alle anderen, die ook wel bij tijden zullen hebben meegegeten aan de tafel van de koning. Stel je voor dat dit zo was. Er zullen veteranen en helden zijn geweest, die ook de nodige littekens zullen hebben gehad. Die hadden ze dan wel opgelopen in de strijd voor David. Aan hen kon David wel eer behalen. Zij hadden immers genoeg gepresteerd voor hun Koning en voor Israël. Maar Mefiboseth, wat had hij eigenlijk voor David gedaan? Hij was eigenlijk maar ‘een drop-out’, iemand die een voedster op de vlucht had laten vallen. Voel jij je ook als zo’n drop-out?
Hebben mensen je laten vallen? Val jij jezelf zo tegen? Voel je jezelf zo weinig waard?
Toch geloof ik dat David blij was als hij Mefiboseth daar zag. Zal hij niet hebben geglimlacht als hij aan zijn tafel naar hem keek. Sommigen van zijn helden, zoals Joab en de andere zonen van Zeruja, waren harder dan hem (2 Sam.3:39).
Het gaat erom wat Jezus voor ons heeft gedaan, niet wat wij voor Hem hebben gepresteerd. ‘Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen, om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen’ (Matth.20:28).
Als je jezelf gelovig mag vastklampen aan Jezus, is God daar blij en tevreden mee.
Als je jezelf gelovig mag vastklampen aan Jezus,
is God daar blij en tevreden mee
Er komt dan ook een glimlach in jouw leven. God heeft je dan lief en het geluk lacht je daarom toe. Het gaat er dus om bij wie je hoort. Ben je nog van jezelf, met je lage zelfbeeld, of ben je het eigendom van jouw getrouwe Zaligmaker (HC. vr.+antw.1)?
Dan mag je getroost verder gaan, want jouw identiteit is dan: Jezus en jij.
In Hoogl.1:6-7 lezen we dat de bruid van Salomo zich zwart en zwartachtig noemt, omdat de zon haar had beschenen. Salomo had dus ook een donkere bruid. Als zo’n donkere vrouw uit een stoffige tent in het woestijngebied zou zijn gehaald, hoe waardevol zal ze er toen hebben uitgezien? Toch zegt ze: ‘Ik ben zwart, doch liefelijk’ (vers 6). Als ze keurig is versierd in een prachtig kleed, met sieraden, met een diadeem en bij de troon van haar bruidegom Salomo stond, was ze echter prachtig om te zien. Samen met Salomo vormden ze een mooi stel. Er hing dat een heerlijke geur van kruiden en specerijen. Wat heerlijk om zo samen met de koning heel veel waard te zijn!
Als je bij Jezus hoort ben je in de ogen van God heel veel waard. Zie dan jouw geweldige positie en roep het uit: ‘Ik hoor bij Jezus! Hij is mij alles waard!’ Weet dan dat jij Hem zoveel waard bent, dat Hij zelfs Zijn leven voor jou heeft gegeven!
15.9 Een gelovige bruid van koning Jezus
Een gelovige is de bruid van koning Jezus. Psalm 45 is een bruiloftslied. De koningin mag daarin aan de rechterhand van de Koning staan, ‘in het fijnste goud van Ofir’ (vers10). Gelovige, je bent door God geliefd! Kom dan vrijmoedig tot Jezus, terwijl je wordt genodigd vanuit Ps.45:11-12: ‘Luister dochter, en zie, en geef gehoor: vergeet uw volk en uw familie. Dan zal de Koning genieten van uw schoonheid; omdat Hij uw Heere is, buig u voor Hem neer.’
Jezus is de grote Vriend van zondaren die tot Hem komen
Jezus is de grote Vriend van zondaren, Die ver boven hen verheven is, maar wel laag naar ze afdaalt met Zijn reddende en helende handen. Daarom kwamen de tollenaars en zondaars tot Hem (in Luk.15:1). De farizeeën en Schriftgeleerden waren hier zeer ontevreden over en zeiden: ’Deze ontvangt de zondaars en eet met hen’ (Luk.15:2).
Jezus noemt Zijn discipelen, leerlingen en volgelingen ‘vrienden’ (Joh.15:15). ‘Hij is het, die ons Zijne vriendschap biedt’ (Ps.103:5 ber.).
Daarom mogen Gods kinderen gelovig zingen:
‘Welk een Vriend is onze Jezus,
Die in onze plaats wil staan.
Welk een voorrecht dat ik door Hem
altijd vrij tot God mag gaan.
Dikwijls derven wij veel vrede,
dikwijls drukt ons zonde neer,
juist omdat wij ’t al niet brengen
in ’t gebed voor onze Heer.
Leidt de weg soms door verzoeking,
dat ons hart in ’t strijduur beeft.
Gaan wij dan met al ons strijden
tot Hem, Die verlossing geeft.
Kan een vriend ooit trouwer wezen,
dan Hij Die ons lijden draagt?
Jezus biedt ons aan genezing,
Hij alleen is ’t Die ons schraagt.
Zijn wij zwak, belast, beladen
en terneer gedrukt door zorg?
Dierb’re Heiland, onze Toevlucht,
Gij zijt onze Hulp en Borg.
Als soms vrienden ons verlaten,
gaan wij biddend tot de Heer.
In Zijn armen zijn wij veilig,
Hij verlaat ons nimmermeer.’
De dichter van het lied is de Ierse Canadees Joseph Scriven (1819-1886). Zijn leven werd getekend door tragische gebeurtenissen. De bruid waar hij mee wilde trouwen verdronk op de vooravond van wat hun trouwdag zou worden. Er wordt over hem verhaald, dat zijn verdriet tot zijn bekering leidde. God gebruikt dus ook zeer droevige omstandigheden om iemand tot geloof en bekering te brengen. Scriven heeft zijn verdere leven veel tijd besteed aan de zorg voor armen en behoeftige mensen, zoals weduwen en zieken. Uiteindelijk is hij als gevolg van een tyfusaanval zelf ook verdronken.
Tijdens een ziekte van Joseph heeft een vriend van hem het gedicht tussen zijn papieren ontdekt. Scriven had het gedicht al 31 jaar daarvoor voor zijn moeder geschreven, toen die in diepe droefheid verkeerde. Zo zie je maar weer hoe diepgaand zulke liederen van oorsprong kunnen zijn.
Het is het levenslied geweest van een diep beproefde gelovige. Door het zingen van zo’n lied kun je gelovig de toevlucht nemen tot de grote Vriend ‘die ons lijden draagt’. Als je het toevluchtnemend geloof nog niet helder in je hart ervaart, laat dit lied dan maar je verlangen naar Jezus opwekken! Je moet het meezingen zoals psalm 116:1: ‘God heb ik lief, want die getrouwe Heer, hoort mijn stem, mijn smekingen, mijn klagen.’ Als je zulke psalmen en gezangen zingt, mag je eigenlijk niet meer onbekeerd blijven! Je mag ook niet onbekeerd blijven als je gedoopt bent en in de Bijbel leest.
Door dit alles moet je worden uitgedreven naar de troon van de genade, om door God geholpen te worden. Jezus, de grote Hogepriester, kan medelijden hebben met onze zwakheden (Hebr.4:14-15). Hij is in alles verzocht geweest, op gelijke wijze als wij, maar zonder zonde. We worden verder aangemoedigd in vers 16: ‘Laten wij dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip.’ Het Griekse woord ‘eukairos’ kan zowel ‘op de goede tijd’ als ‘op tijd’ betekenen. Als je jezelf heden, in de welaangename tijd, laat leiden, kan er ook heden genade worden gevonden bij een barmhartige en medelijdende Jezus!
De Vriend van zondaren en tollenaren strekt Zijn reddende handen ook naar jou uit. Grijp deze redding aan! O, grijp vast de doorboorde hand! In 2 Kron.30:8 worden de Israëlieten genodigd: ‘Geeft de HEERE de hand, en komt tot Zijn heiligdom.’
Tijdens een jongerenbijbelstudie in januari 2010 werden de jongeren op deze wijze ook aangemoedigd door een inleider. In mijn bijbelstudiegroepje volgden er ontroerende momenten. Er werd in dit groepje nog aan toegevoegd, dat je dan maar zoals de bloedvloeiende vrouw ‘de zoom van Jezus kleed’ in het geloof moet trachten aan te raken (zie Matth.9:20-22). Dat is een bewogen aanbod van genade, ‘met bevel van geloof en bekering’. Enkele jongeren zijn toen aangeraakt en waren intens aan het wenen. Op de zondagmorgen die volgde eindigde onze predikant zijn preek met de woorden: ‘Geeft de HEERE de hand, en komt tot Zijn heiligdom.’ En hij spoorde nog aan ‘om dan maar de zoom van Zijn kleed aan te raken’.
Wat er naar voren is gebracht tijdens de Bijbelstudies, wordt nogal eens bevestigd in de kerkdiensten van de volgende dag (en dat in verschillende gemeenten). Op deze wijze kunnen de jongeren hierin ook de leiding van de Heere zien.
Een beginnend geloof is gewoonlijk een toevluchtnemend geloof. Je kruipt dan als het ware naar de Heere toe. Als Jezus Christus in het middelpunt staat en er op een bewogen wijze een welmenend aanbod van genade wordt gebracht, kan Zijn liefde onweerstaanbaar worden voor de jongeren.
We weten dat Hij het grote en heerlijke werk doet (door Zijn Heilige Geest). Als Jezus je door Zijn Evangelie aankijkt en je op Hem mag zien, is Hij onweerstaanbaar. Door Zijn liefde word je gevangen.
Door de liefde van Jezus word je gevangen
Jezus straalt als de Zon der gerechtigheid Gods liefde tot een verloren wereld uit. We lezen dat zo duidelijk in Joh.3:16: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft.’
Kruip dan maar gelovig naar Jezus toe, Die jou met uitgebreide armen tegemoet komt in het Evangelie! Als je nog onbekeerd bent, heb je niets meer te verliezen, want je ligt dan al verloren, maar je kunt alles winnen door te komen zoals je bent. We lezen immers in Joh.3:36: ‘Wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven; maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.’ Je wordt welmenend uitgenodigd!… en als je niet gelovig tot Hem kruipt, ben je Hem ongehoorzaam.
15.10 Klimplantje Geloof heeft het hout nodig
We hebben het tijdens een Bijbelstudie eens gehad over het voorbeeld van een klimplantje. Wat is het klimplantje waard zonder licht en houvast? Het plantje moet dan als een miezerig onderkruipseltje maar een beetje over de grond groeien. Het kruipt slechts over het stof. Dat is geen stof tot roemen. Het moet laag aan de grond blijven leven. Zo kan het ook bij jou zijn. Je kunt maar niet opstijgen uit je lage positie.
Er is echter een hout in de aarde geplant. Dat is het ruwhouten kruis. Achter het kruis, waarop Jezus het verzoenend werk heeft volbracht, schijnt nu de zon van Gods liefde (Joh.3:16).
Een gelovige is als dat kleine klimplantje. Het Gods liefelijk zonlicht lokt hem aan en maakt hem actief. We lezen in Jes.60:1: ‘Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op.’ De gelovige kruipt naar het licht toe.
Als hij door een storm wordt teruggewaaid, kruipt hij daarna opnieuw in de goede richting. Onderweg komt hij bij het hout van het kruis.
Langs het hout kan hij omhoog klimmen.
Het klimplantje Geloof hecht zich aan het kruis en stijgt dan op uit zijn lage staat. Het kruis is geplant in onze lage staat, zodat wij in staat zijn om door Jezus hogerop te komen.
Dan kunnen we met Maria zingen (lofzang, vers 1 berijmd):
‘Mijn ziel verheft Gods eer;
Mijn geest mag blij den Heer
Mijn Zaligmaker noemen,
Die, in haar langen staat,
Zijn dienstmaagd niet versmaad,
Maar van Zijn gunst doet roemen.
We keren terug naar het bijbelstudiegroepje in de 2009 in Zeeland (toen we het over Mefiboseth hadden). We hebben op het eind samen gebeden. Er waren meer pijnplekken in de groep jongeren. We hebben de Mara’s (bitterheid en teleurstellingen) biddend in het midden gelegd. We hebben samen gebeden of de Heere het herstellende hout erin wilde plaatsen. We merkten de aanwezigheid van de Heilige Geest. Sommigen hebben een bevrijdende ervaring gehad.
Ook de jongen met het lage zelfbeeld. Er was een diepe ontroering. Toen we onze ogen weer open deden zag ik dat een meisje straalde door haar tranen heen. Ik vroeg haar: ‘Waarom huil je?’ Ze gaf me te kennen, dat ze zo dankbaar was, ‘om wat Hij voor haar heeft gedaan’.
De jongen is heel anders naar huis gegaan, dan dat hij gekomen was. Daarna wilde hij geen bijeenkomst meer missen. Hij was er ook tijdens de conferentie. Zijn moeder belde me na enkele dagen. Hij had tegen haar gezegd: ‘Mama, de Heilige Geest was in ons midden!’ Voor zover ik dat kon zien, zag ik daarna in hem een veel gelukkiger persoon. Het geeft mij ook een glimlach naar hem toe. Het is heerlijk voor ons als leiders als we zien hoe gelukkig jongeren worden als ze (iets van) het contact met de Heere Jezus mogen ervaren.
Ik weet dat ze nog moeten groeien, net als het klimplantje, maar als ze het kruis hebben mogen aanraken, stijgt hun verwondering.
Als ze mogen opzien naar het kruis, gaat het licht op in hun hart.
Ook als zij de Naam van de HEERE vrezen, ‘zal de Zon van de gerechtigheid voor hen opgaan, en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen’; en zij zullen uitgaan en toenemen, als mestklaveren (Mal.4:2).
In het begin van het geestelijk leven kunnen er veel ‘groeipijnen’ zijn. Groeien betekent ook snoeien. De opstanding van de nieuwe mens betekent ook de afsterving van de oude mens. Er kan ook veel pijn uit het verleden zijn overgebleven. Nog heel wat jongeren zijn emotioneel beschadigd. Soms door gevaarlijke risico’s die ze hebben genomen, soms door verslavingen, soms door jarenlang negatief denken over zichzelf en soms ook door het toedoen van anderen. Afwijzing door anderen en van jezelf zijn vaak de grootste boosdoeners. Er moet daarom ook worden gezocht naar herstel van beschadigde emoties. Ik denk dat we dit hard nodig hebben binnen onze reformatorische kringen. Het geestelijk pastoraat dient zich op dit gebied beter te specialiseren.
Het geestelijk pastoraat dient zich beter te specialiseren
Er wordt gelukkig al heel wat gedaan op psychisch gebied, maar er is vaak te weinig kennis en specialisatie op het gebied van de geestelijke problemen. Op dit gebied kunnen wij van evangelische counseling leren. Soms is er ook sprake van occulte infiltratie, doordat angst en boosheid daartoe openingen hebben gegeven. Vanuit het Engelstalige gebied is er veel lectuur binnengekomen, waarvan wij dankbaar gebruik kunnen maken.
We hebben ons daarom tijdens de conferentie in de laatste week van 2009 tot op zekere hoogte ook gericht op herstel. Dit werd naar voren gebracht in het kader van ‘de geestelijke strijd – innerlijke problemen en bevrijding’.
15.11 Herstel mijn eerste liefde
Vooral het zingen van lied ‘Herstel mijn eerste liefde’ door twee jongeren heeft veel aanwezigen geraakt. Dit bleek ook in de persoonlijke getuigenissen. Dit is het lied van de conferentie geworden! Het innerlijk verlangen van velen wordt hierin vertolkt.
Ik laat het lied van Marcel en Lydia Zimmer nu volgen:
C G C
Vader in de hemel,
F C G
Die zoveel om mij geeft,
C G C
dat U in Uw genade
G
Uw Zoon gegeven heeft.
C G C
Dank U voor Uw liefde,
F C G
Uw eindeloze trouw,
C G C
dat ondanks al mijn falen,
G
U zegt: ‘Ik hou van jou’.
Refrein:
F G AM
Herstel mijn eerste liefde,
F G C
die ik ooit had voor U,
F G AM
want ik wil van U houden,
F G
nog zoveel meer dan nu.
F G AM
Mijn hart moet weer gaan branden,
F G C
zoals het heeft gedaan,
F G AM
vol vuur en vol van hartstocht,
F G
die nooit meer weg zal gaan.
De drukte van het leven
trok mij met zich mee.
De liefde die vervaagde,
de passie die verdween.
Ik was U niet vergeten,
maar nam de tijd niet meer,
om in Uw Woord te lezen,
bij U te zijn, o Heer.
Refrein: …
Vader in de hemel,
met eerbied vraag ik nu,
of U mij wilt vergeven.
Ik kan niet zonder U.
Dank U voor Uw liefde,
Uw eindeloze trouw.
En Vader, Ik wil zeggen,
dat ik zoveel van U hou
C G C
15.12 Hoe kan jouw Mara worden hersteld?
In Ex.15:23-25 lezen we dat de Israëlieten het bittere water van Mara niet konden drinken. Vanuit de grondtekst kan het ook worden vertaald met ‘water van teleurstelling’. Een hout werd op aanwijzing van de HEERE door Mozes in het bittere water van Mara geworpen. Het kan symbolisch goed zien op het hout van het kruis van het Nieuwe Testament. Het past ook goed bij het helend handelen van God door Jezus Christus. We lezen namelijk na deze gebeurtenis te Mara in Ex.15:26:
‘Want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester!’
De HEERE is de Heelmeester
Ik heb persoonlijk een dienst over Mara meegemaakt, waarbij de gastspreker, Wim Grandia, deze uitleg gaf. Hij wilde eerst een andere toespraak houden, die hij ook had voorbereid. Dat zou een vermaning zijn. Door een getuigenis aan het begin van de dienst voelde hij zich geroepen om ‘een bemoediging’ door te geven. Hij hield daarom een preek over Mara en het hout.
Aan het einde van de dienst moesten de aanwezigen hun persoonlijke pijnplekken en hun ‘water van teleurstelling’ voor zichzelf bedenken. Welke pijn uit het verleden is je bijgebleven? Wat heeft eigenlijk blijvende innerlijke schade bij je aangericht? Is het afwijzing? Kun je iemand niet vergeven? Heb je onherstelbare schade aangericht? Kun je jezelf niet vergeven? (dat is vaak een heel moeilijke zaak). Dit soort zaken moesten wij aan het eind van de dienst in Zierikzee voor onszelf bedenken.
Daarna was er een gebed voor de aanwezigen. Als je inderdaad nog pijn had van één of meerdere Mara’s in je leven, moest je maar gaan staan tijdens dit gebed. De anderen konden blijven zitten en stil meebidden. Ik wist voor mezelf dat ik eigenlijk zou moeten gaan staan. Ik had inderdaad een pijnplek van afwijzing, waar ik dus ook schadelijke gevolgen van had overgehouden. Maar ik was het niet gewoon om dit in een dienst te doen. Mijn vrouw zat naast me. Ik dacht: zij is het ook niet gewoon om het te doen. Dat laatste argument greep ik aan om maar te blijven zitten. Ik hoopte en bad stilletjes dat de Heere mij (ondanks het blijven zitten) hierin toch wilde zegenen. Ik had het wel nodig. Toen veel mensen gingen staan zat ik toch nog stiekem te kijken wie dat waren. Dat was eigenlijk niet zo netjes. Ik herkende onder hen ook leerlingen van onze school.
Ondanks mij zwakke houding was de dienst van Wim Grandia toch bijzonder voor ons. Achteraf heb ik het mijn vrouw verteld dat ik eigenlijk wel wilde gaan staan (en dat het nodig was), maar ik bedacht: ‘jij bent het niet gewoon.’ Zij verklaarde me dat het bij haar ook zo was. Ze wilde ook gaan staan, maar bedacht: ‘Jan is het niet gewoon.’
Wat zitten wij, reformatorische mensen, soms toch angstig vreemd in elkaar!
In ieder geval heb ik veel van deze dienst en de gang van zaken geleerd. Ik heb hiervan geleerd dat er ook onder onze mensen veel pijn uit het verleden is overgebleven.
Het is daarom goed om regelmatig onder onze mensen ook zoiets te doen. Ik heb het zelf al meerdere keren gedaan, in kleinere bijbelstudiegroepjes, maar ook een keer tijdens een gemeenteavond met een groter publiek. Tijdens het gebed voor deze mensen kwam het mij voor om de pijnplekken van deze mensen (die ik niet kende) te benoemen. Achteraf had ik hierover een gesprek met de predikant, die ook aanwezig was. Hij merkte op dat het inderdaad goed was om de zonden ook concreet te noemen en niet zozeer in het algemeen. De genoemde zonden en pijnplekken bleken voor een belangrijk deel ook te passen bij de gemeente waarin ik sprak. Ik had van tevoren wel een vermoeden, maar niet zo specifiek. Hierin kan dus ook de leiding van de Heilige Geest zijn.
We hebben het ook gepraktiseerd tijdens de conferentie in Zeeland, in december 2009. Er was een gezegende uitwerking. Het lied ‘Herstel mijn eerste liefde’ was hiervoor dus een belangrijke bijdrage. Er volgden persoonlijke getuigenissen, waarin vooral ook ‘afwijzing in het verleden’ een oorzaak bleek te zijn van veel ellende en pijn. Daarbij gaat het er om hoe je deze afwijzing verder verwerkt. Velen gaan zich daarna op een te gespannen wijze ‘bewijzen’. Als je jezelf hierin voorbij gaat lopen, blijven beschadigingen meestal niet uit. Probeer het daarom zelf niet op te lossen, maar leg het gelovig neer bij de Verlosser!
Wilkin geeft aan: ‘Ieder men krijgt in zijn leven wel te maken met een crisis, een moeilijke gebeurtenis, tegenslag of teleurstelling in mensen (…). Hoe wij hierop reageren, bepaalt of wij er ‘beter’ of ‘bitter’ van worden.’ Een Mara in ons leven kan ons innerlijk dus langere tijd bitter maken. Hierdoor kunnen wij ook moeilijk worden voor anderen en zelfs problemen veroorzaken binnen onze christelijke gemeente. Als bitter water in contact komt met gezond water, zal de besmetting zich verspreiden. We worden gewaarschuwd in Hebr.12:15, dat er geen wortel van bitterheid omhoog mag groeien, ‘om moeite te veroorzaken en daardoor velen verontreinigd zullen worden’.
In het handboek ‘Geboren om vrij te zijn’ wordt ‘bitterheid’ ook als invalspoort voor demonische infiltratie genoemd. De gevolgen van bitterheid kunnen in een toenemende mate zijn: wrok, haat, weerspannigheid en toverij. Onder toverij kun je ook scharen: het werken met machtsmiddelen en het manipuleren van gezinsleden of gemeenteleden. Dit kan dus ook voorkomen in reformatorische en Bijbelgetrouwe gemeenten en groepen.
Bitterheid uit zich vooral in boosheid en opstandigheid. Wilkin van de Kamp schrijft ons: ‘Weerspannigheid opent de deur voor demonen, die zich in elke vorm van rebellie thuis voelen. Leer vroegtijdig af te rekenen met bittere wortels (woorden).’
Het door angst en boosheid innerlijk beschadigde geestelijke leven kan dus ook zijn bezet door een occulte belasting. Hiervoor is na herkenning, belijdenis en geestelijke overgave dan gebed nodig! Anderen kunnen voor en met je bidden. Het door boosheid verziekte en aangevreten innerlijke leven moet ook door middel van geloof en gebed worden hersteld en bevrijd.
Waarom zul je jezelf in zo’n geval langer kwellen en anderen pijn blijven doen met jouw verkeerde houding en jouw harde woorden? Als er sprake is van een occulte gebondenheid, die zich heeft vastgezet op de beschadiging, moet er ook voor je worden gebeden. Je hebt de boze te veel terrein in je leven gegeven. Laten we ons hierin steeds weer vernederen onder de krachtige hand van God, onze zorgen op Hem werpen, nuchter waken en gelovig de duivel weerstaan (lees hierbij voor jezelf: 1 Petr.5:6-9).
Er is nog een ander aspect in de lessen over het bittere water in ons leven. De bekende bijbelleraar Derek Prince schrijft erover in het boekje ‘Aan de rand van bitter water’. Hij leert ons, ‘dat God weet wat er in ons hart is en ons daarom brengt aan de rand van bitter water, opdat wij ontdekken wat er in ons is en met deze diepgewortelde karakterfouten kunnen afrekenen.’
De HEERE stelde Zijn volk op de proef die veertig jaren in de woestijn, om te weten wat er in hun hart was, of ze Zijn geboden wel of niet zouden onderhouden (Deut.8:2). Wilkin geeft hierbij aan: ‘Als we gaan beseffen dat God deze moeilijke gebeurtenissen in ons leven toelaat, dan gaan we er op een andere manier naar kijken. Moeilijke mensen worden in onze ogen ‘genadetrainers’ van God.’
Als we ook op dit punt vernieuwd worden in ons denken, dat werkt dit als ‘het helende hout’ in ons leven.
Het helende hout
moet in jouw Mara worden geworpen
In ieder geval moet door het geloof het hout in het bittere water van Mara worden geworpen. Symbolisch gezien moet het hout van het kruis in jouw pijnplekken worden geplaatst. Dat zijn geloofsdaden van belijdenis, vergeving, overgave en aanvaarding.
15.13 Kom uit je emotionele gevangenis
Wilkin van de Kamp leert ons in de digitale nieuwsbrief van oktober 2010 (van het bevrijdingspastoraat ‘Geboren om vrij te zijn’): ’We zullen ons hele te maken krijgen met mensen die ons kwetsen en pijn doen. Als we hier niet goed op reageren, dan kunnen we emotioneel verwond en zelfs emotioneel gebonden raken, waardoor wij levenslang geboden zijn aan hen die ons schuldig zijn en aan de pijn die ze ons hebben aangedaan! Onvergevingsgezindheid houdt ons emotioneel gebonden, waardoor we vast blijven zitten in onze emotionele gevangenis.’
Wilkin haalt de gelijkenis van de onbarmhartige knecht aan (zie Matth.18:23-35), die de schuld van een andere slaaf niet wil vergeven, terwijl hem zijn schuld wel was vergeven. Zijn eigen barmhartige heer was bewogen over hem en daarom had hij zeker ook vergevingsgezind moeten zijn over zijn iemand die hem veel minder schuldig was. Uiteindelijk is deze boze slaaf door zijn heer overgegeven aan de folteraars, totdat hij zijn hele schuld zou hebben betaald (vers 34). In vers 35 leert Jezus ons: ‘Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als niet ieder van u van harte de misdaden van uw broeder vergeeft.’
Wilkin verklaart: ‘Het Griekse woord voor ‘folteraars’ betekent dat we zowel emotioneel als lichamelijk gekweld worden. Als wij niet vergeven,dan worden we overgegeven aan folteraars, die ons lichamelijk en fysiek zullen kwellen en onze relaties verstoren. Onvergevingsgezindheid houdt ons emotioneel gebonden aan degene die ons iets schuldig is en aan de pijn die ons is aangedaan. Anderen kunnen met ons bidden voor een doorbraak of voor genezing, maar als wij door onze eigen onvergevingsgezindheid zijn overgeleverd aan deze folteraars, dan is er maar één manier om uit hun greep verlost te worden: door de ander te vergeven.
Vergeving is de enige sleutel om bevrijd te worden uit onze emotionele gevangenis. Dan worden we in onze ziel losgemaakt van zowel de emotionele binding als ook van de pijn die ons is aangedaan. Vergeving is het geestelijke dynamiet dat God gebruikt voor het opblazen van gevangenisdeuren die ons tegenhouden los te komen van de dader en de pijn van het verleden. Wie vergeving schenkt, zal van God innerlijke genezing ontvangen, waardoor de wonden uit het verleden zullen genezen, de zielsbanden gereinigd en mogelijk relaties gezond worden. Vergeving is de sleutel om emotionele bindingen te zuiveren van angst, bitterheid en wrok, zodat we gezonde en duurzame relaties kunnen aangaan en onderhouden.’
‘Vergeving’ is de sleutel
om ons te bevrijden uit onze emotionele gevangenis
Counselor Neil T. Anderson leert ons zijn boekje ‘Op weg naar vrijheid in Christus’: ‘Wij worden opgeroepen genadig te zijn, net zoals onze Hemelse Vader genadig is (Luk.6:36) en anderen te vergeven zoals wij ook zelf zijn vergeven (Ef.4:31-32). Dit te doen bevrijdt ons van het verleden en laat niet toe dan satan voordeel op ons haalt (2 Kor.2:10-11).’ Wij dienen daarom God te vragen, dat Hij de mensen die wij moeten vergeven in gedachten brengt.
Anderson tekent hier wel bij aan:
Vergeven is niet vergeten. Jezus geneest de wonden, nadat we ervoor gekozen hebben om te vergeven. Vergeving is dus een keuze, een wilsbesluit. Als wij weigeren iemand te vergeven, blijven wij aan die persoon gebonden. Hij stelt hierbij: ‘U bent nog steeds aan uw verleden geketend, gebonden door uw bitterheid.’ Neil verklaart ons verder: ‘Totdat u uw bitterheid en haat loslaat, blijft die persoon u kwetsen. Niemand kan uw verleden herstellen, maar u kunt er wel vrij van zijn. Door te vergeven ontvangt u bevrijding van uw verleden en van hen die u misbruikten.’
Als je vergeeft, kies je er ook voor om iemands zonde niet meer tegen hem of haar te gebruiken. Anderson geeft aan: ‘Bittere mensen rakelen de dingen uit het verleden op tegenover hen die hen hebben gekwetst. Zij willen dat de anderen zich even beroerd voelen als zij zelf! Maar het verleden moeten wij loslaten en wij moeten kiezen om elke wraakgedachte te verwerpen. Dit betekent niet dat u de zonde verder ondergaat. God tolereert de zonde niet, en dus moeten wij dat ook niet doen. U moet geestelijke grenzen stellen die verder misbruik tegengaan. Neem stelling tegen de zonde en toon tegelijkertijd genade en vergeving voor hen die u kwetsten.’
Als wij hierbij hulp nodig hebben om ons tegen misbruik te beschermen, geeft hij ons het advies om hierover te (gaan) praten met een vriend, een bekwaam counselor of een pastoraal werker. Dit geeft ook de noodzaak van pastorale teams aan, die op plaatselijk en regionaal niveau hulp kunnen bieden aan emotioneel beschadigde mensen.
15.14 Als er vergeving is, kan er genezing zijn
Laten we het in dit boek ook persoonlijk maken. Noem nu maar eens voor jezelf jouw Mara, jouw ‘water van teleurstelling’. Denk eens goed over na over je pijnplekken. Heb je er zelf misschien ook verkeerd in gehandeld of op gereageerd? Belijd hierin je schuld voor de Heere. Probeer anderen en jezelf te vergeven als dit nodig is. Hoe kun je bidden: ‘vergeef ons onze schulden’, terwijl je jouw schuldenaren niet kunt vergeven? (zie hierbij Matth.6:12-15). In de verzen 14-15 lezen we dat Jezus onomwonden zegt: ‘Want indien u de mensen hun misdaden vergeeft, zo zal uw hemelse Vader ook u vergeven. Maar indien u de mensen hun misdaden niet vergeeft, zo zal ook uw Vader uw misdaden niet vergeven.’ Vergeef ze in je hart. Neem je voor om het weer goed te maken met hen die je nog kunt bereiken.
Het is trouwens opmerkelijk dat er in het ‘Onze Vader’ na driemaal ‘Uw’ driemaal ‘ons’ volgt. Het gaat allereerst om de heiliging van Gods Naam, om de komst van Zijn Koninkrijk en het geschieden van Zijn wil. Daarna gaat het over ons welzijn en het Koninkrijk van God in ons hart. Zie hoe belangrijk het dagelijks voor ons is dat onze zonden worden vergeven en dat wij anderen vergeven, maar ook dat we vrij kunnen zijn van verdrukkingen, aanvechtingen en verleidingen, die ons tot zonde kunnen brengen.
Gal.5:1 roept ons op om stand te houden. Gelovigen zijn ‘tot vrijheid bevrijd’. Christus heeft ons immers bevrijdt om in vrijheid te leven’.
Wilkin van de Kamp geeft ons door in het handboek ‘Geboren om vrij te zijn’: Vergeving is van levensbelang voor een ieder van ons. Als wij anderen niet vergeven, vergeeft God ons ook niet. En als God ons niet vergeeft, worden onze zonden ons toegerekend en heeft de satan recht ons aan te klagen en een rechtmatige claim op ons leven te leggen. Vergeving is nooit een ‘moeten’, maar een geschenk van God, waardoor Gods leven en overvloed in ons wordt vrij gezet.’
Er is een ander bijzonder mooi en aangrijpend lied van Marcel en Lydia Zimmer. Het staat in de zangbundels Op toonhoogte 184 en in Opwekking 629. In het refrein wordt gezongen: ‘Maar als er vergeving is kan er genezing zijn’.
Het lied wijst ons verder de weg naar het herstel.
Doordenk het biddend en zingend:
‘Hoe kan ik verder leven,
hoe moet ik verder gaan.
Kan ik ooit vergeven
wat mij is aangedaan.
De wonden in mijn ziel,
de haat en bitterheid,
lijken niet te helen,
niet door woorden, niet door tijd.
Refrein:
Maar als er vergeving is
Kan er genezing zijn
Van de pijn en het verdriet
diep van binnen.
Als er vergeving is
kan er genezing zijn
en de weg van herstel
kan beginnen.
O God, ik heb U nodig,
ik kan het zelf niet.
Ik lijk haast te verstikken
in angst en in verdriet.
Hoe kan ik ooit vergeven,
zoals U mij vergeeft,
dwars door alles heen,
wat mij beschadigd heeft?
Refrein: …
Geef mij de kracht van Uw liefde
om verder te gaan,
ook al zal er een litteken
blijven bestaan.
Want is uw liefde niet sterker
dan de dood
en Uw vergeving niet dieper
dan mijn nood?
Refrein:
Want waar Uw vergeving is
zal genezing zijn
van de pijn en het verdriet
diep van binnen.
Waar Uw vergeving is
zal genezing zijn
en de weg van herstel
kan beginnen.’
15.15 Vergeving voor een misdadiger
Leerzame geschiedenis
De vader van Lydia Zimmer is zendeling Jan Pit. Hij is zendeling in Laos geweest en directeur van Open Doors in Afrika en Europa. Hij overleed in 2008. Van zijn hand zijn verschillende boeken verschenen. In het boek ‘Doorbroken grenzen” (oktober 2009) schrijf hij over zijn veelbewogen leven. In Zuid-Afrika ontmoette hij Grace Dubé, de moeder van Bonani. Ze woonde met haar gezin in Soweto, een zwarte voorstad van Johannesburg. Haar man Benjamin was een zwarte evangelist, die de boodschap van liefde en vergeving bracht.
Jan Pit verhaalt: ’Op een dag werd Benjamin door tien volksgenoten aangevallen en doodgestoken. Zijn moordenaars pakten zijn Bijbel, die hij altijd bij zich droeg, en drenkten die in zijn eigen bloed. Ze schreeuwden: ‘Wij willen geen boodschap van liefde en vergeving horen. Wij willen haat. Alleen dan zullen wij bevrijd worden van de blanke overheersing en apartheid.’
Zijn zoon 12-jarige Benoni had zich achter een vuilniscontainer verstopt. Hij zag het gebeuren, maar kon niets doen.
Grace vertelde Jan het gruwelijke verhaal. Ze vertelde dat haar zoon die nacht na de moord niet kon slapen en de hele nacht had gehuild. De Heere raakte echter in die nacht zijn hart aan en deed een wonder bij de jongen. Zijn vader had de avond vóór de moord tegen hem gezegd: ‘Zoon, als mij ooit iets overkomt, beloof me dat jij mijn werk zult voortzetten als je groter wordt. Jij kunt mooi zingen. Zul je altijd blijven zingen voor de Heer?’ Bonani had dit beloofd.
’s Morgen na die nacht hoorde Grace haar zoon in zijn slaapkamer zingen. Eerst met een gebroken stemmetje, maar het werd steeds krachtiger. Hij had een lied gemaakt in zijn taal. Hij zong: ‘Vader vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.’
De tien moordenaars zijn gearresteerd en gevangengezet. De drie eigenlijke moordenaars kregen 15 jaar, maar de zeven anderen, die het ook wel hadden beraamd en er bij waren geweest, kregen een aanzienlijk lagere straf.
Op een zekere dag was één van deze zeven misdadigers aanwezig in een dienst in een grote kerk in Soweto. Daar trad de familie Dubé op en zongen hun lievelingslied ‘Vader vergeef’. Grace las Matth.18:21-22, vertelde dat ze had moeten leren vergeven, niet eenmaal, niet zevenmaal, maar zeventig maal zeven maal. Na de uitnodiging om naar voren te komen, kwam uiteindelijk een man bij haar. Hij sloeg de ogen neer en zei: “Ik heb Jezus nodig. Ik heb vergeving nodig. Ik… ik hoorde bij de groep die uw man heeft vermoord. Ik heb niet meegedaan aan de steekpartij, maar ik ben één van de zeven die vervroegd zijn vrijgelaten. Wat moet ik doen om vergeving te ontvangen?’
Grace ervoer toen dat het gemakkelijker was om te zingen ‘Vader vergeef’ dan te zeggen: ‘Ik vergeef jou’. Grace verhaalde verder aan Jan Pit: ’Maar op dat ogenblik raakte God ook mij aan. Hij gaf mij de kracht om mijn armen om de medeplichtige van de moordenaar heen te slaan en hem te vergeven, zoals Jezus ons vergeeft. Ik… ik heb tegen hem gezegd dat hij nu mijn broeder was geworden. Ze voegde eraan toe: Hij ging weg als een volkomen nieuw mens. En ik ook.’
Jan Pit geeft ons verder door dat Bonani later de leider van een christelijke muziekgroep is geworden. ‘God had hem aangeraakt, op twaalfjarige leeftijd. Sindsdien hebben Grace en haar gezin dit lied en andere liederen gezongen voor veel mensen die zelf worstelen met verdriet en pijn.’