Interview ‘Schrijven tegen de stroom in’ – 1986

Interview met Jan Baaijens in het personeelsblad de brug van de PZEM, de Provinciale Zeeuwse Energiemaatschappij in de zomer van 1986

Het interview is opgesteld door Arnold Parre

Jan: Ik heb, om het juister weer te geven, iets tussen aanhalingstekens toegevoegd en veranderd.

Schrijven tegen de stroom in

Jan Baaijens: ‘Ik moet mijn geloof door te schrijven uitdragen.’

Op de leeftijd waarop veel generatiegenoten zich van het geloof afkeren, gebeurt het tegenovergestelde met de nu 30-jarige Jan Baaijens, administratief medewerker van onze debiteurenadministratie in Middelburg.

Als 19-jarige ziet Baaijens dat het nastreven van aardse idealen nergens toe leidt. Of zoals hij het zelf zegt: ‘Wat koop ik er voor de Beatles op een voetstuk te plaatsen, te idealiseren en al het andere uit het oog te verliezen? Wat betekent succes in de sport als je als eerste bordspeler van de Middelburgse damclub aan de andere kant je geloof ziet aftakelen, doordat zestig procent van de jongeren kiest voor aardse idealen?’

Baaijens besluit staat vast: zonder spijt stopt hij de damstenen weg om voor een studie theologie te kiezen in Gouda. (Jan: ‘De cursus godstonderwijs CGO in Goes en daarna in Gouda.’) In het kader van deze studie geeft hij wat proeflessen.

Voor zichzelf vindt Baaijens, dat hij slechts een kleine groep bereikt Zijn boodschap, zo ontdekt hij, reikt verder als hij zijn gedachten op schrift zet. Als ‘schrijver voor de jeugd’ in de ‘Gezinsgids’, die in een oplage van 15.000 exemplaren verschijnt, merkt hij dit aan de positieve reacties van met name  jeugdige lezers.

In een aantal door hem geschreven boeken richt hij zich tot diezelfde jeugd. Het schrijven vanuit zijn christelijke visie vergelijkt hij zelf met een voortdurend roeien tegen de stroom van deze maatschappij. Over zijn gedrevenheid om toch door te zetten, praten we met hem. We laten daarbij de auteur zelf aan het woord.

Drijfveren

‘Ik schrijf niet om het geldelijk gewin. Schrijven zie ik als roeping en als middel om de jeugd in de eigen taal te bereiken. Vanaf mijn 26ste schrijf ik vanuit een innerlijke drang waaraan ik moet toegeven. In totaal heb ik nu zo’n 1000 bladzijden in boekvorm geschreven. Door te schrijven verdedig ik mijn eigen groep – ik ben lid van de Gereformeerde Gemeente.

Ik vind het een fijn gevoel de boodschap van de Heere uit te dragen. Niet alleen de jongeren maar ook predikanten stellen, naar ik verneem, mijn boeken op prijs. Dat is ronduit fijn.

Maar ook al schrijf je voor je eigen groep, dan nog is waken voor hoogmoed op z’n plaats. Met mijn schrijven laat ik ouders van jongeren kennismaken met de leef- en denkwereld van jongeren in de westerse kapitalistische maatschappij, die bol staat van verleidingen. Ik probeer de generatiekloof te overbruggen, te verkleinen.’

Begrip voor de jeugd

‘De denkwereld van de jongeren meen ik te kunnen vatten, omdat ik me onder meer bezig houd met het jeugdwerk. Met een aantal jongeren zit ik in een jeugdvereniging. Daarnaast oriënteer ik me ook buiten de eigen kring om op deze maatschappij. Dit gebeurt door zelfstudie.

Dat betekent veel boeken lezen – die ik uit de bibliotheek haal – en ook de nodige weekbladen. Bij dit laatste gaat mijn voorkeur uit naar Elsevier Magazine, dat een objectieve mening verkondigt en op een goede manier inzicht geeft in het reilen en zeilen van onze maatschappij.

Vanuit mijn plaats, midden in deze maatschappij, weet ik als geen ander van de verleidingen van deze maatschappij. Daarom kan ik begrip opbrengen – in tegenstelling tot veel ouders – voor jongeren die om wat voor reden dan ook, afgedwaald zijn.

Dat probeer ik tot uiting te laten komen in mijn schrijfwijze. Die is niet bestraffend of verwijtend; ik benadruk slechts zoveel mogelijk de waarde van een gezonde godsdienstbeleving die de Bijbel als uitgangspunt kent.

Mijn bestverkochte boek is ‘Jeugd op de puinhopen’, waarvan circa 2700 exemplaren zijn verkocht. De boeken ‘Verleidende machten’ en het op stapel staande ‘Een reis door de godsdienstige denkwereld’ (Jan: ‘dat niet is uitgegeven’) zijn met name bestemd voor de jeugd.

De beste verkoopcijfers halen mijn boeken in Utrecht, Zeeland, Zuid-Holland en in belangrijke mate de Veluwe (Jan: ‘naar ik aanneem, omdat daar de  meeste reformatorische christenen wonen’).

Doordat ik bij de PZEM 34 uur per week werk (inclusief ADV), kan ik me een gehele doordeweekse middag aan het schrijven wijden. Dat is ideaal. Verder heb ik nodig drie vaste werkavonden; de vrijdagavond is gereserveerd voor het jeugdwerk. Daarnaast eist  mijn gezin – vrouw en drie kinderen – de nodige aandacht op. En verder is er nog mijn grote hobby: de tuin.’ 

Tegen het geloof

‘Ik voel me als schrijver de tegenhanger van Jan Wolkers en Maarten ’t Hart. In hun boeken zetten ze zich af tegen hun gereformeerde jeugd. Ze hebben zich aangesloten bij het vijandelijke kamp en hebben resoluut met hun vroegere overtuiging gebroken. Met hun kennis keren ze zich tegen het vroegere geloof, dat ze toch gevormd heeft. Ogenschijnlijk geeft ze dit roem en succes. Door de grote verkoopcijfers (‘van hun boeken’) lijken er steeds minder mensen over te blijven die de Bijbel als richtlijn hebben.

Door mijn schrijven wil ik van mijn geloof getuigen. Alhoewel het soms een roeien tegen de stroom lijkt, hoop ik met schrijven te blijven doorgaan. Ik kan gewoonweg niet anders. Ik moet mijn geloof door te schrijven uitdragen, want ik verwacht hierin de hulp van de Heere.’

Of zoals Baaijens zelf schrijft: ‘Er is zoveel ‘geluk’ te koop, dat je op den duur niet meer weet waar het ware geluk te verkrijgen is. Het ware geluk is niet te koop! Ware liefde is ook niet te koop. Het ware geluk is gratis. De Heere biedt het ons aan. Zoek dan naar de Heere. ‘Bidt en u zal gegeven worden, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal opengedaan worden’(Matth. 7:7).

++++

De boeken van Jan Baaijens, die alle uitgegeven  zijn door ‘De Banier’, zijn o.a. te verkrijgen bij boekhandel Reveil in de Segeersstraat te Middelburg en alle andere reformatorische boekwinkels in ons land.