Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat
Ik geef in dit artikel een aantal persoonlijke ervaringen en verhalen over druggebruik en verslaving door. Ik heb zelf niet gebruikt, maar de slachtoffers wel van dichtbij meegemaakt.
De laatste tijd mag ik ook onder de verslaafden werken. Velen worden gekweld door hun levensverhaal. Ze lijden onder de gevolgen. Ik hoor de verhalen aan met een bewogen hart. Samen met anderen wil ik ze graag hulp en hoop bieden. Verder geef ik de nodige voorlichting over de oorzaken en ernstige gevolgen van druggebruik.
Verslaafden moeten later vaak nog lijden aan de gevolgen, ook al zijn ze tot bekering gekomen
Sommige drugs geven openingen voor demonische infiltratie
Lees het maar in de verdere achtergrondinformatie in het vervolg van het artikel ‘Verhalen over verslaving’. (Je vindt het op deze website als subtitel onder de hoofdtitel ‘Verhalen over bevrijding’.)
– Waarom raken jongeren en ouderen verslaafd?
– Wat zijn de geestelijke en emotionele problemen die kunnen leiden tot verslaving?
– Hoe komen hierdoor de occulte infiltraties in het leven van de verslaafden?
– Wat kunnen de verdere gevolgen zijn voor hun geestelijke gezondheid?
– Hoe kunnen ze worden beschermd tegen deze indringende en ernstige gevaren?
– Waardoor is bevrijding en herstel mogelijk?
Het sluipende gevaar van softdrugs
Jongeren beginnen vaak met het gebruik van zogenaamde softdrugs. Dit zijn weed, marihuana en hasj. Maar zijn dit eigenlijk nog wel softdrugs? Hoever is de weed in Nederland al opgevoerd?
Weed wordt al volop verhandeld en gebruikt door leerlingen van het voortgezet onderwijs. Ik sprak iemand die al gebruikte vanaf zijn elfde jaar. Bij hem ging het van kwaad tot erger: daarna gebruikte hij ook allerlei soorten harddrugs.
Hallucinaties
Door bepaalde drugs kun je gaan hallucineren. Een hallucinatie is een zintuigelijke beleving die niet overeenkomt met de werkelijkheid. Daarbij kun je dingen horen, zien, voelen of ruiken die niet in de buitenwereld voorkomen. Het woord hallucinatie komt van het Latijnse hallucinere, dat je kunt vertalen met ‘dwalend door de geest’. Hierdoor stel je jezelf ook open voor demonische infiltraties. In de heidenwereld gebruiken medicijnmannen, mediums en goeroes daarom ook drugs, zoals hasj en opium. Zij willen daardoor een beter contact krijgen met de geestenwereld.
De meeste afbeeldingen kun je intoetsen, om ze één of twee keer te vergroten. Met het pijltje ’terug’ linksboven kom je weer op de tekst.
Blijft een verslaafde altijd een verslaafde?
Na het stoppen met harddrugs, zoals speed, LSD, cocaïne en heroïne, wordt vaak doorgegaan met het gebruik van weed. Dit wordt dan als een soort medicijn gebruikt: om rust in het hoofd te krijgen, en ook om beter te kunnen slapen. Daarnaast kan ook nog alcohol (een harddrug) worden gebruikt. Verslaafden aan heroïne gaan daarna nogal eens over op methadon, zogenaamd om af te kicken. Dat is meestal een langdurig proces. We komen de genoemde gebruikers volop tegen in ons inloophuis. Daarbij zijn er maar weinig (ex-)verslaafden die na het gebruik van drugs ook stoppen met roken. Het is nog maar de vraag of je over een ex-verslaafde kunt spreken. Men denkt dat een echter verslaafde altijd een verslaafde blijft, ook al is deze persoon al vele jaren gestopt.
Dealers in de straat en op school
Het is dus van groot belang dat je er niet aan drugs begint, ook al zijn ze nog zo ‘soft’. Daarom is vroegtijdige voorlichting nodig. De dealers en kapers staan al vroeg op de kust. Ze handelen in de straat, bij de schoolpleinen en zelf in school. De man die ik sprak, wordt in Vlissingen nog regelmatig op straat benaderd door drugsdealers.
Pas op voor troep!
Ze brengen soms ook vermengde drugs in de handel. Ze zijn dan onzuiver. Er kan ook troep in XTC pillen zitten. Onervaren jongeren kunnen hierdoor ernstige schade ondervinden. Onbetrouwbare dealers kunnen onbekend zijn. De kwaliteit van de drugs kan niet worden herkend. Het kan dus erg gevaarlijk zijn om drugs op straat te kopen. Het kan zelfs de dood tot gevolg hebben.
Ik heb ook al een ex-leerling ontmoet met een beschadigde psyche. Hij was half de dertig toen ik hem heb ontmoet, terwijl ik hem nog kende als vlotte leerling van ca. 13 jaar. Ik gaf hem godsdienst. Hij raakte geïnteresseerd in het geloof. Soms had hij een Bijbel op zak. Een aantal keren bezocht hij een evangelische dienst. Een andere keer hij toen al weed meegenomen naar school. Ik denk dat hij verkeerd heeft gekozen… en ook wel in verkeerde handen is gekomen.
De druggebruikers zijn niet zo gemakkelijk te traceren en op te sporen. Er wordt meestal in de huizen gebruikt. Er kan in bepaalde wijken een bloeiende handel in drugs zijn, terwijl de overheid het niet goed in beeld heeft.
Gevaarlijke huizen met druggebruikers
Er zijn ‘huisjesmelkers’ die huizen opdelen in kamers, die ze ook verhuren aan druggebruikers, alcoholisten en dealers. Er kunnen wel zes of meer eenheden zijn in een normale woning van drie verdiepingen. Tussen deze verslaafden huren ook ex-verslaafden en alleenstaanden die niet gebruiken een kamer. Voor een huis met zes eenheden kunnen er twee wc’s zijn, één badkamer en een gezamenlijke keuken. Het zijn goedkopere kamers, die door mensen met een laag inkomen nog kunnen worden gehuurd. Toch moeten ze voor deze kamers nog 350 euro of meer per maand betalen. Noodgedwongen kun je daar dus tussen de druggebruikers moeten wonen. Onder deze huurders zijn ook psychiatrische patiënten, die al te kampen hebben met angsten. Met deze ernstige situaties hebben we ook in Vlissingen te maken. We horen de trieste verhalen.
In het najaar van 2013 werd in zo’n huis met verschillende druggebruikers een trouwe gast van ons inloophuis in zijn kamer aangevallen. Hij ontving van deze indringer wel 16 messteken.
Hij kon nog ontsnappen, en kwam bij de buren terecht. Toen verloor hij zijn bewustzijn. Hij is veel met het geloof bezig. Hij zei in het ziekenhuis tegen ons, dat hij ‘in een vredige slaap viel’. Hij beseft dat God hem wonderlijk heeft gespaard. Gelukkig kan hij nog herstellen.
Het is onbegrijpelijk dat iemand met veel pijn uit het verleden, en een psychiatrische achtergrond, in een huis moet wonen waar volgens hem drie druggebruikers en een dealer wonen. Het lijkt duidelijk dat de indringer met hen te maken heeft. Onze gast was namelijk al eerder bedreigt, en ook geslagen. Doordat de overvaller werd aangesproken door een andere inwoner, kon onze kennis ontsnappen.
Het wordt tijd dat de overheid hiervoor de nodige stappen zal gaan nemen! Kwetsbare en behoeftige mensen, die vaak al het slachtoffer zijn geweest van misbruik en misdrijf hebben juist extra bescherming nodig! Wij willen er graag voor hen zijn. We hopen dat er vanuit de plaatselijke gemeenten en kerken steeds meer steun zal gaan komen, met allerlei initiatieven om de mensen in de gevarenzone te beschermen. We moeten ze opzoeken, en de nodige hulp en hoop bieden.
Druggebruikers zijn dus vaak moeilijk op te sporen, terwijl in hun kringen veel slachtoffers vallen. Alcoholisten zie je vaker op straat of in parken, meestal in de buurt van een supermarkt waar ze goedkoop aan drank kunnen komen. Als het warm weer is zien je ze ook bij het water en op de boulevard. Ze worden veel meer gecontroleerd en in de gaten gehouden door de politie.
Persoonlijke ervaringen
Ik zal nu persoonlijke ervaringen doorgeven vanuit mijn jongere jaren. Ik heb de verslavingen van dichtbij gezien. Op 19-jarige leeftijd ben ik op een krachtdadige wijze door de Heere stilgezet op mijn zondige levensweg. Door het getuigenis van een vroegere vriend ben ik in 1975 tot geloof gekomen. Ik was dooplid van een Gereformeerde Gemeente, maar leefde in mijn puberteit een werelds leven. Een goede vriend van mij gebruikte drugs.
Verhalen over verslaving
Ik had in mijn jeugd contact met een groepje vrienden die aan de drugs waren. Een vriend waar ik toen veel mee optrok, probeerde mij zelfs te verleiden om drugs te gebruiken. Hoewel ik geen christen was, was er toch iets in me wat me weerhield om drugs te gaan gebruiken. Ik wilde er niet aan kapot gaan. Ik wilde nog langer gezond leven.
Ik wilde niet kapot gaan aan druggebruik
Ik was ook bang om te vloeken. Je vraagt namelijk bij een erge vloek om je eigen verdoemenis. Ik ben wel christelijk opgevoed en ging vanaf mijn vroege jeugd met mijn ouders mee naar de kerk. Dit deed me echter vrijwel niets in mijn tienerjaren tot mijn negentiende jaar. Ik was in mijn puberteit zozeer bezet met wereldse en zondige dingen, dat ‘de god van deze eeuw‘ mijn zinnen verblindde, zodat de verlichting van het Evangelie mij niet bestraalde (zoals we lezen in 1 Kor. 4:4).
Ik werd er dus voor bewaard om drugs te gebruiken. Ik herinner me dat mijn vriend bij ons thuis mij probeerde te verleiden tot het gebruik van drugs. We waren in de schuur van mijn vader. Hij schrapte voorzichtig iets van een bruin staafje in de tabak van een joint. Hij mocht er niet te veel in doen, omdat het spul duur was en hij geen overdosis wilde innemen. De joint werd voorzichtig dichtgemaakt met twee vloeitjes. De uiteinden van de vloeitjes maakte hij ook dicht, zodat er geen drugs uit kon vallen. Ik wilde wel meemaken wat hij ervoer, maar weigerde zelf te roken van de joint. Enkele keren ging ik met zijn vriendengroep mee, om te zien hoe ze een ‘trip’ beleefden en ‘high’ werden.
Ik zat tussen de druggebruikers in ‘De Beuk’
Op een keer ging ik met mijn vriend mee naar ‘De Beuk’ in het centrum van Middelburg. Ik vermoedde dat dit voor mij, als niet-druggebruiker, min of meer gevaarlijk zou kunnen zijn. Ik wilde in ieder geval niet ‘gesnapt’ worden. Vooral handelaren van harddrugs waren in de tijd op hun hoede, omdat de handel hiervan verboden was. Hopelijk zagen ze mij niet als een infiltrant van de politie. Ik was toen een langharige jongen, die niet op opviel tussen de druggebruikers. Daarbij was mijn vriend daar een bekende. De gebruikers zaten binnen in het gebouw te blowen, soms in kleine hokjes met spiegels en felle kleuren. Daar konden ze op trippen. Als ze stoned waren, zagen vormen en kleuren bewegen en veranderen.
Ze werden ‘stoned’ door de drugs
en de daarbij behorende hardrockmuziek
In het midden van het gebouw kwamen we bij een wat duistere bar en gingen daar tussen de langharige gebruikers zitten. Op een gegeven moment kwam er een uitgeholde winterpeen mijn richting uit. Deze was gevuld met een warm gemaakte geurende drab, een drugs die gezamenlijk werd gebruikt. Je moest eraan snuiven. Ik schrok, want als ik niet zou snuiven, zou het uit kunnen komen dat ik geen druggebruiker was! Gelukkig had ik kauwgom in mijn mond, wat ik als aanwensel gebruikte, dat ik al iets had. De druggebruiker die mij de holle peen aanreikte keek me even aan, terwijl ik naar mijn mond wees. Vervolgens gaf ik de drugs door aan mijn vriend, die het gewoon tot zich nam.
Daarna zijn we toch maar weggegaan, om geen ergere confrontatie te moeten meemaken.
Mijn vriend vertelde me over zijn ervaringen
Hij woonde gewoon nog in een behoudend christelijk gezin. Hij zat soms stoned aan tafel. Dan moest hij lachen als een kleintje uit het gezin werd gevoerd. Hij zag bepaalde bewegingen dan als in een lachspiegel. Hij gebruikte ook LSD en speed.
Op een zekere dag kwam ik hem in Middelburg tegen. Hij kwam angstig op mij af. Ik schrok van zijn oogopslag. Hij dacht dat hij een overdosis had ingenomen! Gelukkig kon hij zich nog op tijd laten helpen. Dit was voor mij nog meer een stimulans om geen drugs te gaan gebruiken…
Mijn vriend vertelde me in die van een dealer die zelf heroïne had gebruikt. Daar kun je bij het eerste gebruik al verslaafd aan raken. Zijn vriendin had het in de gaten. Ze hebben hem toen in een kast opgesloten. Door de afkickverschijnselen ging hij daarin als een razende tekeer. Op deze wijze wilden ze hem bewaren voor erger.
In een koffieshop in Middelburg hadden ze toen een drug in poedervorm in de koffie van een niets vermoedende gast gestrooid. De man dacht dat hij gek werd. Er werd verder verteld dat hij daarna naar buiten sprong – misschien wel door het raam(?). Op straat hebben ze hem met man en macht in bedwang moeten houden. In deze koffieshop werd toen gewoon koffie geschonken. In zulke gelegenheden moet je alert zijn, je koffie in de gaten houden, of je hand boven je kopje houden. Als je er niet op voorbereid bent, kun je een zeer beangstigende ‘badtrip’ krijgen.
Waarom deze vrome jongeman zelfmoord pleegde
In de vriendengroep van hem kwam iemand tot inkeer. Hij woonde ook in Middelburg. Hij maakte een opzienbare, radicale verandering mee. Hij ging op zichzelf wonen en streng christelijk leven, terwijl hij zich verdiepte in oudvaders, zoals Justus Vermeer. Ik was zelfs inmiddels door Gods genade tot bekering gekomen. Ik heb hem enkele keren bezocht en met hem gepraat over het geestelijk leven.
Ik weet niet of hij zich geestelijk te veel heeft vermoeid in deze voor een ex-druggebruiker moeilijke leesstof. Er kunnen ook andere oorzaken zijn geweest. In ieder geval ging hij vreemd, overgodsdienstig gedrag vertonen, wat zelfs overging in godsdienstwaanzin. Hij vertrok vanuit Zeeland naar de Onzalige bossen op de Veluwe, waar hij als een soort kluizenaar in een caravan woonde. Hij nam uit principe geen uitkering aan, terwijl hij financieel wel door zijn vader werd geholpen.
Zeeland was te zondig voor hem geworden; hij ‘mocht’ niet meer over de Sloedam. Er was dus een godsdienstige demon in hem, die hem dwong bepaalde dingen wel of niet te doen. Zo kwam hij zelfs niet op de bruiloft van zijn zus.
Mijn vriend bezocht hem in de caravan. Het was al aan het eind van de morgen. De deur van de caravan hing scheef. De ex-verslaafde had een visioen gezien op een wand van de caravan. Hij heeft mijn vriend ook te kennen gegeven, dat hij daar de wederkomst afwachtte op deze afgezonderde plaats. Zag hij zichzelf als één van de laatste overgeblevenen, daar op de Veluwe?
Zijn psychische toestand was op een gegeven moment echter van dien aard, dat men besloot in te grijpen. Ze hebben hem naar een inrichting gebracht. Daar is hij vanuit een hogere verdieping naar buiten gesprongen en omgekomen.
Hoe mijn gelovige vriend om het leven kwam
Toen ik in de twintig was, had ik vriendschap met een gelovige jongen. Hij had al vroeg belijdenis van zijn geloof afgelegd en ging daarna aan het avondmaal. In zijn vorige periode had hij wel drugs gebruikt, maar niet vaak, of misschien wel heel weinig. Het kan jaren duren voordat de (invloed van) drugs uit je lichaam zijn verdwenen.
We hadden fijne geestelijke gesprekken
Ik ging samen met hem op vakantie naar Schotland. Wij hadden fijne geestelijke gesprekken. Hij was vurig van geest. Hij ging studeren, eerst voor onderwijzer en daarna ging hij verder in de theologie.
Toen ging het ineens mis. Hij kreeg, waarschijnlijk als gevolg van zijn vroegere druggebruik, een ‘badtrip’. In het ziekenhuis werd hij weer tot rust gebracht, onder meer door het gebruik van valium. Toen knapte hij weer op en ging verder studeren. Ik weet niet of deze studie hem teveel inspanning heeft gekost. Er waren blijkbaar ook belangrijke innerlijke oorzaken, die uiteindelijk openbaar kwamen. Hij is opnieuw ingestort. Daar is hij niet meer van opgeknapt. Het bleek toen dat hij leed aan schizofrenie.
Hij woonde op den duur in een opvangcentrum in Vlissingen. Ik ben daar nog een keer bij hem op bezoek geweest. Ik bemerkte tot mijn ontsteltenis dat hij ‘een andere geest of persoonlijkheid’ in zich had. Uiterlijk was hij nog hetzelfde, maar innerlijk was hij iemand anders voor mij op dat moment. Ik heb het hier persoonlijk moeilijk mee gehad. Uiteindelijk is er brand uitgebroken in het grote gebouw, waar hij in verbleef. Hij is toen met een aantal anderen omgekomen. Ik heb hem geestelijk goed gekend en ik vertrouw er op dat God hem in Zijn genade heeft thuisgehaald in de hemelse heerlijkheid.
Dertig jaar later in Vlissingen
In 2012 was ik weer in het gebouw waar mijn vriend ca. 30 jaar geleden is omgekomen. Terwijl ik op weg was om alcoholisten en thuislozen mee te nemen naar ons inloophuis, herkende ik iets van de trappen waarover ik was gegaan om mijn vriend op te zoeken. De noodzaak om mensen te redden uit hun verlorenheid kwam weer over mij. Mijn vriend kon ik toen niet meer helpen. Maar nu sprak ik een groep mannen aan in het opvangcentrum.
Rond de zes mannen stonden op uit een televisieruimte en gingen met me mee over straat. Eén van hen nam me apart. Hij was enkele jaren opgenomen geweest in De Hoop in Dordrecht. Toen was hij clean. Hij was hij toch weer teruggevallen in de drank. Hij had geen werk, en werd opgevangen tussen alcoholisten en beschadigde mannen. In deze omgeving is begrijpelijk dat je niet staande kunt blijven. Deze jongeman vertelde me dat zo’n 40 personen van de 60 bekenden uit de hulpverlening die hij op Facebook had weer waren teruggevallen in een bepaalde mate van verslaving.
Bij de Hoop worden veel levens gered. Er komen ook veel gasten tot geloof in de periode van opvang. Maar na het verlaten van de beschermde omgeving kan het weer misgaan. Doelloosheid en eenzaamheid kunnen de (ex-)verslaafden weer teveel worden. Daarom is blijvende nazorg en plaatselijke opvang van groot belang. Dit is een belangrijke opdracht voor de plaatselijke kerken en pastorale hulpverleners!
Blijvende nazorg en plaatselijk opvang
voor (ex-)verslaafden is noodzakelijk!
Ik zie dat thuislozen en psychiatrische patiënten volop aan de drugs worden geholpen in Vlissingen door dealers, die op jacht zijn naar slachtoffers. Samen met collega’s probeer ik me tussen hen te begeven, om ze hulp en hoop te bieden.
Onderweg naar het inloophuis gingen enkele alcoholisten nog even langs de Albert Heijn om blikken halve liters pils te kopen. Ik kon ze niet tegenhouden. Al drinkend liepen ze met me mee. Ik zei hun dat het niet was toegestaan in het inloophuis, en dat ik ook al politie had zien patrouilleren op de straat. De gebruikers schrokken zichtbaar. Ze probeerden zich een beetje te verschuilen, en sloegen de pils zo snel mogelijk achterover. We schuimden de straat over.
Zo kwamen we het inloophuis binnen, waar we enkele tientallen gasten rijkelijk mochten voorzien van drinken en eten. Ondertussen probeerden we met hoopvolle gesprekken hun vertrouwen te winnen.
De nood kan je roeping zijn!
Ik denk hierbij aan Spreuken 24:11 in de Statenvertaling: ‘Red degenen, die ter dood gegrepen zijn; want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt.’ Deze tekst is ook aangebracht op de muur van het ontmoetingsgebouw van stichting De Hoop in Dordrecht. Persoonlijk ervaar ik het dat ‘de nood je roeping kan zijn’. Zie je dat zelf ook?
De jongen die regelmatig houseparty’s bezocht
Ik heb vroeger ook twee jaar op een protestants-christelijke school lesgegeven. In de tweede klas van het voortgezet onderwijs zat daar een eenzame jongen bij mij in de les. Hij woonde bij zijn vader. Hij had geld genoeg om voor zichzelf luxeartikelen te kopen. Soms showde hij met een gameboy bij zijn klasgenoten. Een andere keer trakteerde hij hen met iets lekkers. Ik herinner me dat ze al met al toch niet zo met hem optrokken. Ik denk dat hij te saai voor hen was.
Later ben ik naar het reformatorische Calvijn College vertrokken, om daar godsdienst te geven. Mijn achterneefje zat bij hem in de klas. Deze vertelde me later dat hij regelmatig houseparty’s bezocht. Het is duidelijk dat dit zijn (psychische) gezondheid geen goed deed. Op een zekere dag had hij medicijnen gehaald voor een ziekte van zijn vader. Deze pillen heeft hij in de klas opgegeten. De klasgenoten dachten dat hij snoepjes aan het eten was. Bij de wisseling van de les stortte hij neer op de grond. Hij is snel naar het ziekenhuis gebracht, waar ze zijn maag hebben leeggepompt. Zodoende heeft hij het overleefd.
Het is nu de vraag: ‘Wilde hij eigenlijk wel zelfmoord plegen?’ Ik denk het niet. Hij deed het op een plaats waar hij nog kon worden gered. Ik denk dat het was een enorme schreeuw om aandacht was. Zijn probleem was zo groot, dat hij het niet onder woorden kon brengen. Hij heeft zijn probleem op deze wijze kenbaar gemaakt. Het is in dit voorbeeld ook weer duidelijk dat satan uit is op de vernietiging van de mens.
Het is opmerkelijk dat satan zijn slachtoffers verdooft (vaak ook met drank en drugs) en vervolgens laat verzinken in stress en angst. Hij neemt de wil de angstige schimmen gevangen of hij wakkert de agressie aan. De meeste druggebruikers komen in een verdrietige en angstige wereld terecht. Zij worden in hun gedachten volop geïnfiltreerd door boze machten.
Sommige kreten om hulp bereiken de gewone leefwereld, zoals de volgende ‘psalm’, die uit het hart van een verslaafde vrouw is geschreven:
Een psalm van een verslaafde
Een politieagent vond eens op een papiertje de volgende ‘psalm van een verslaafde’:
Koning Heroïne is mijn herder.
Ik heb hem steeds nodig.
Hij maakt dat ik neerlig in de goot.
Hij leidt mij langs troebele wateren.
Hij vernielt mijn ziel.
Hij leidt mij langs de paden der verdorvenheid.
om des spuits wille.
Ja, ik zal wandelen door het dal
van armoede en alle kwaad vrezen,
want gij Heroïne zijt met mij.
Uw naald en uw capsule
Trachten mij te vertroosten,
zij ontdeden de tafel
van levensmiddelen
in aanwezigheid van mijn familie.
Gij berooft mij van mijn verstand.
Mijn beker van droefenis loopt over.
Zeker, heroïneverslaving zal mij vervolgen
al de dagen van mijn leven;
en ik zal voor eeuwig wonen
in het huis der verdoemden.
Je kunt er Psalm 23 zomaar naast leggen.
Doe dat maar! Het is een ontroerend verschil.
Op de achterzijde van het papiertje geeft de verslaafde ons te kennen: