Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat
Wanneer kom je in de problemen door internet?
Herken de signalen van overmatig gebruik
Opdrachten voor jonge gebruikers
1. Heb je moeite om te stoppen met internetten,
terwijl je vaak langer doorgaat dan dat je jezelf hebt voorgenomen?
2. Lukt het je maar niet om het internetten te beperken,
3. Ben je continue met internet bezig zijn, ook als je niet achter de computer zit.
4. Kun je jezelf daardoor niet zo goed concentreren op andere dingen,
5. Ben je prikkelbaar en voel je jezelf ‘slecht’ als je langere tijd niet internet?
6. Verwaarloos je andere activiteiten, zoals school, huiswerk, vriendschappen, sport?
7. Heb je conflicten over het internetgebruik met de ouders en anderen om je heen?
8. Lieg je ook wel over het internetgebruik tegen ouders en andere mensen?
9. Internet je ‘om problemen uit de weg te gaan’?
10. Wat denk je van de volgende stellingen?
A. Overmatig internetgebruik kan de hoeveelheid slaap en de kwaliteit van het slapen verminderen, of leiden tot het overslaan van maaltijden en weinig bewegen.
B. Andere belangrijke gebieden kunnen daardoor worden verwaarloosd, denk aan (huis)werk, het onderhouden van vriendschappen, sport, contacten in het gezin en met familie.
C. Het kan verslavende trekken gaan vertonen, met vluchtgedrag en het ontlopen van verantwoordelijkheden.
D. Je kunt teveel gefixeerd raken op ‘relaxen en ontspanning’. Je moet jezelf dan steeds maar weer ontspannen en krijgt dan minder energie en zin om dingen te doen voor je welzijn en goede toekomst.
E. Je raakt teveel op jezelf gericht: hoe je over komt, hoe leuk ze je wel vinden, hoe je digitaal presteert (denk aan het gamen) en hoe je jezelf maar beter moet voordoen dan dat je werkelijk bent.
F. Jongeren die langere tijd overmatig internetten voelen zich vaker eenzaam.
G. Ze hebben meer last van depressieve gevoelens.
H. Ze hebben nogal eens een lagere zelfwaardering.
I. Ze voelen zich ongemakkelijker en onzekerder bij andere mensen.
J. Jongeren met internet op hun slaapkamer internetten tweemaal zoveel.
Groepsopdrachten bij deze signaleringen van problemen:
11. In hoeverre herken je deze signaleringen? Bespreek samen A t/m J.
12. Kun je ook positieve zaken noemen bij ‘het internetten voor ontspanning’?
13. Probeer samen nog een aantal ‘gevaren bij overmatig gebruik’ te noemen.
14. Bespreek nu samen hoe je de genoemde problemen bij kunt verminderen.
15. Welke problemen zou je eigenlijk ook kunnen voorkomen? Waarom?
Opdrachten voor ouders en opvoeders
16. Hoe volg je de ontwikkeling van je kind op internet?
17. Op welke wijze praat je erover met je kind?
18. Op welke momenten kun je dat het beste doen?
19. Welke afspraken zijn er gemaakt over het (tijd)gebruik van internet?
20. Welke regels zijn duidelijk genoeg voor je kind?
21. Hoe reageer je op overmatig internetgebruik?
22. Hoe informeer je naar pesten via internet?
23. Hoe geef je aan dat je daarop veilig moet omgaan met persoonlijke informatie?
24. Heeft je kind een goede computerplek? Waarom wel of niet?
25. Hoe blijf je zelf op de hoogte van nieuwe toepassingen op internet en van de games die je kind speelt?